NL1017599C2 - Gereedschap voor het bewerken van steenachtige materialen alsmede afzuigmond. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Gereedschap voor het bewerken van steenachtige materialen alsmede afzuigmond.

De uitvinding heeft betrekking op een gereedschap voor 5 het bewerken van steenachtige materialen omvattende een behuizing, een beitel met een vrij uiteinde, aandrijfmiddelen binnen de behuizing voor het aandrijven van de beitel en een afzuigsysteem voor het af zuigen van stof en dergelijk dat tijdens de bewerking ontstaat nabij het vrije uiteinde van de beitel waarbij het afzuigsysteem is voorzien van een 10 afzuigmond waardoorheen de beitel zich uitstrekt, van druk verlagende middelen en van geleidingsmiddelen voor het stof en dergelijke die zich tussen de afzuigmond en de druk verlagende middelen uitstrekken.

Dergelijke gereedschappen, die in zijn algemeenheid ook wel worden aangeduid met de termen beitelhamers of bikhamers, zijn 15 bekend uit de Duitse Offenlegungsschriften DE 4024022 Al en DE 4335417 Al. Het werken met beitelhamers, die in het algemeen hetzij pneumatisch hetzij elektrisch werkzaam zijn, gaat altijd gepaard met stofontwikkeling. Deze stofontwikkeling verlagen de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden en kunnen risico's met zich meebrengen voor de 20 gezondheid mede vanwege vrijkomende quartz stoffen. Daarnaast wordt het zicht op het werk verminderd.

De twee bovengenoemde Offenlegungsschriften volgens de stand van de techniek beschrijven een zogenaamd boor- of bei tel apparaat met een langwerpig puntbeitel of boor met daaromheen nabij het vrije 25 uiteinde een zuigkop, die middels een zuigleiding met een verzamelreservoir voor stof en dergelijke is verbonden, welk verzamel -reservoir losneembaar met het boor- of bei tel apparaat is verbonden. Het nadeel van deze apparaten is dat op de behuizing van het apparaat ruimte en voorzieningen aanwezig moeten zijn om de zuigkop ten opzichte van de 30 puntbeitel of de boor te positioneren, hetgeen de handelbaarheid van dergelijke apparaten nadelig beïnvloedt. Daarnaast is het afzuigsysteem __ 101 759^ 2 slechts bruikbaar in combinatie met dat type boor- of bei tel apparaat dat de geschikte voorzieningen heeft voor het positioneren van met name de zuigkop ten opzichte van de puntbeitel of de boor. Uitwisselbaarheid van het afzuigsysteem tussen verschillende typen boor- of bei tel apparaten van 5 hetzelfde merk of tussen dergelijke apparaten van verschillende merken zal daardoor veelal niet mogelijk zijn.

De uitvinding beoogt voor deze bezwaren een oplossing te bieden door een gereedschap van het voornoemde soort te verschaffen waarmee het mogelijk is de afzuigmond op eenvoudige en tevens universele 10 wijze ten opzichte van de beitel, te positioneren. Hiertoe wordt het gereedschap volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de afzuigmond direct is verbonden met de beitel. Tijdens werkzaamheid van het gereedschap zal de afzuigmond dientengevolge met de beitel meebewegen, dat wil zeggen een trillende ruimtelijke beweging maken. Een separate voorziening op de 15 behuizing van het gereedschap voor het positioneren van de afzuigmond ten opzichte van de beitel is derhalve niet noodzakelijk en een dergelijk systeem is in beginsel geschikt voor gelijksoortige gereedschappen in verschillende uitvoeringsvormen bijvoorbeeld van verschillende merken, mits gelijksoortige beitels worden toegepast. Hierdoor neemt de 20 uitwisselbaarheid tussen toepassing van genoemde afzuigmonden bij gelijksoortige gereedschappen afkomstig van verschillende fabrikanten, aanzienlijk toe en is men niet gebonden aan één type gereedschap.

Voor een verbeterde zuigwerking omsluit de afzuigmond aan de van het vrije uiteinde afgekeerde zijde, de beitel in hoofdzaak 25 afdichtend. Hierdoor wordt voorkomen dat valse lucht vanaf de van het vrije uiteinde afgekeerde zijde van de afzuigmond, in de afzuigmond wordt gezogen en zodoende de werking van het afzuigsysteem in kwaliteit doet inboeten.

Een zeer voordelige en eenvoudige uitvoeringsvorm 30 wordt verkregen indien de afzuigmond aan de van het vrije uiteinde afgekeerde zijde, de beitel klemmend omsluit. Vanwege de klemmende 1017599 3 omsluiting, zijn geen separate verbindingsmiddelen zoals schroeven voor het verbinden van de afzuigmond met de beitel vereist die enerzijds het verbinden van de afzuigmond met de beitel zouden kunnen compliceren en anderzijds in bedrijf los zouden kunnen trillen.

5 Met name voor het verkrijgen van een goede klemming, is de afzuigmond of althans het deel ervan dat direct is verbonden met de beitel vervaardigd van een elastisch materiaal. Rubber, zoals EPDM, is hiertoe een zeer geschikt materiaal gebleken.

De uitvinding is met name voordelig bij toepassing van 10 een beitel met een in hoofdzaak platte dwarsdoorsnede waarbij enerzijds binnen korte tijd veel stof kan vrijkomen en welke platte beitel zich anderzijds vanwege zijn platte zijden goed leent voor verbinding met een afzuigmond. Genoemde platte beitels worden bijvoorbeeld toegepast voor sloopwerkzaamheden en voor het uitbikken van cementvoegen bij bakstenen 15 muren, zij het dat dergelijke beitels verschillende afmetingen kunnen hebben.

Bij toepassing van platte beitels is het voordelig indien de afzuigmond een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnede heeft waardoor het doorstromende oppervlak van de afzuigmond beperkt kan blijven en de 20 beitel alzijdig met enige speling kan worden omsloten.

Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen flexibel zodat de bewegingen van de afzuigmond met de beitel kunnen worden gevolgd door de geleidingsmiddelen. Hiertoe wordt één uiteinde van de geleidingsmiddelen verbonden met de afzuigmond en het andere uiteinde van de 25 geleidingsmiddelen verbonden met de "vaste" wereld zoals deze kan worden gevormd door de behuizing of een afzuigeenheid die op een vloer staat.

Om te voorkomen dat de geleidingsmiddelen een ongewenste baan volgen waardoor bijvoorbeeld ergonomische hinder optreedt of dat de verbinding tussen de geleidingsmiddelen en de afzuigmond door 30 het eigen gewicht van de geleidingsmiddelen te zwaar wordt belast kan het voordelig zijn indien de geleidingsmiddelen aan de behuizing zijn 1017599 4 bevestigd.

Teneinde een optimaal zicht te krijgen op het werkzame uiteinde van de beitel heeft de afzuigmond bij voorkeur een voorvlak dat een hoek gelegen tussen 30 graden en 80 graden maakt met de beitel.

5 Hierdoor wordt voorkomen dat de afzuigmond een belemmering vormt voor een goed zicht op de werkzaamheden.

Om een zo ongestoord mogelijke afzuiging mogelijk te maken, waarbij de afzuigmond een zo beperkt mogelijke stromingsweerstand voor het stof en dergelijke veroorzaakt heeft de afzuigmond een 10 afvoeropening voor aansluiting met de geleidingsmiddelen met een afvoerrichting die in een eerste vlak een hoek met de beitel maakt gelegen tussen 15 graden en 60 graden. Binnen deze grenzen kunnen de afmetingen van de afzuigmond bovendien beperkt blijven. Bij toepassing van een platte beitel strekt het eerste vlak zich evenwijdig uit aan de 15 platte zijde van de beitel.

Het gereedschap wordt bij voorkeur eveneens gekenmerkt doordat de afzuigmond een afvoeropening heeft voor aansluiting met de geleidingsmiddelen, met een afvoerrichting die in een tweede vlak een hoek met de beitel maakt gelegen tussen 15 graden en 75 graden. Hierdoor 20 wordt enerzijds de stromingsweerstand die wordt veroorzaakt door de afzuigmond beperkt en kan tevens een mechanisch gunstige koppeling tussen afzuigmond en de geleidingsmiddelen plaatsvinden, waarbij de geleidingsmiddelen in bedrijf benedenwaarts aansluiten op de afzuigmond.

Bij platte beitels staan bij voorkeur het eerste vlak 25 en het tweede vlak loodrecht op elkaar waarbij de afvoeropening schuin benedenwaarts is gericht gezien vanaf het vrije uiteinde van de beitel.

Bij het uitvoeren van bikwerkzaamheden waarbij een voeg in een bakstenen muur dient te worden verwijderd, is het voor de beheersing van het proces, noodzakelijk dat men de achterzijde van de 30 beitel vast kan houden. Hiertoe wordt het gereedschap volgens de uitvinding bij voorkeur gekenmerkt doordat een achterste deel van de 1 0 1 759 9^ 5 beitel vrij is voor handmatige aangrijping van de beitel.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een afzuigmond voor toepassing bij een gereedschap zoals bovenstaand beschreven, voorzien van een doorvoer van een beitel met het kenmerk dat 5 de afzuigmond verbindingsvoorzieningen heeft voor directe verbinding met de beitel. De hieraan verbonden voordelen van een dergelijke afzuigmond zijn reeds binnen het kader van het gereedschap volgens de uitvinding bovenstaand beschreven. De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de figuurbeschrijving van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen 10 van de uitvinding. Hierin toont figuur IA in perspectivisch aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van afzuigmond verbonden met een beitel; figuur 1B dezelfde uitvoeringsvorm in zijaanzicht; figuur 1C dezelfde uitvoeringsvorm in onderaanzicht; 15 figuur 2 in zijaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van een afzuigmond bevestigd aan een beitel volgens de uitvinding; figuur 3A in zijaanzicht een derde uitvoerings-voorbeeld van een afzuigmond verbonden met een beitel; figuur 3B de afzuigmond volgens figuur 3A in 20 perspectivisch aanzicht; figuur 4 in perspectivisch aanzicht een vierde uitvoeringsvorm van een afzuigmond; figuur 5 in perspectivisch aanzicht een vijfde uitvoeringsvorm van een afzuigmond; 25 figuur 6 in perspectivisch aanzicht een zesde uitvoeringsvorm van een afzuigmond.

De figuren IA tot en met 1C tonen in verschillende aanzichten het uiteinde van een op zich bekende, pneumatische bei tel hamer 1 met daarin opgenomen een standaard platte beitel 2 met een licht 30 uitlopend vrije uiteinde 3. Op de beide platte zijden van de beitel aan de onderzijde en bovenzijde zijn niet nader getoonde groeven aanwezig die 1017599«! 6 zich uitstrekken in de langsrichting van de beitel en die de afvoer van stof bevorderen. Aandrijving van de beitel 2 door bei tel hamer 1 resulteert in een trillende beweging van de beitel 2 in de drie hoofdrichtingen. Door tijdens deze aandrijving de voorste rand 4 van de 5 beitel 2 tegen een object, zoals een bakstenen muur, te houden, wordt ter plaatse materiaal van het object verwijderd of materiaal gebroken waarbij stof zal vrijkomen. De bovenstaand beschreven bei tel hamer met beitel vindt zijn toepassing bijvoorbeeld bij sloopwerkzaamheden of bij het uitbikken van cementen voegen.

10 Om de voorzijde van de beitel 2 is een afzuigmond 5 aangebracht. De afzuigmond 5 heeft drie openingen, namelijk zuigopening 6, afvoeropening 7 met afvoerrichting 8 en klemopening 9 in klemdeel 10. Beitel 2 doorstrekt de afzuigmond 5 via klemopening 9 en zuigopening 6. De afzuigmond 5 is direct verbonden met beitel 2 doordat klemdeel 10 15 beitel 2 elastisch klemmend en afdichtend omsluit. Hiertoe is afzuigmond 5 vervaardigd van het rubber soort EPDM dat gunstige elastische eigenschappen heeft en heeft de klemopening 9 in hoofdzaak de vorm van de dwarsdoorsnede van de beitel ter plaatse. De positionering van afzuigmond 5 ten opzichte van beitel 2 is dusdanig dat het vrije uiteinde 3 van 20 beitel 2 zich in de weergegeven toestand circa 1 cm uitstrekt buiten zuigopening 6. Niet nader weergegeven is dat afzuigmond 5 via een op afvoeropening 7 aangesloten flexibele . buis is aangesloten op een zuiginrichting, die in werkzame toestand een onderdruk binnen afzuigmond 5 creëert. De zuiginrichting kan met de pneumatische bei tel hamer 1 zijn 25 gekoppeld, maar is bij voorkeur los opgesteld zodat degene die de bei tel hamer bedient niet belast wordt door het gewicht van de zuiginrichting.

Vanwege de onderdruk binnen afzuigmond 5 wordt stof die vrijkomt nabij de voorste rand 4 in de zuigopening 6 gezogen en 30 verlaat deze stof de afzuigmond 5 via afvoeropeni ng 7 en de niet nader getoonde flexibele leiding om tenslotte te worden opgevangen in een 1017539’ 7 reservoir van de zuiginrichting. Vanwege de afdichtende omsluiting van klemdeel 10 om beitel 2 bestaat er geen risico dat valse lucht via de klemopening 9 in de afzuigmond 5 wordt gezogen. Binnen de afzuigmond 5 volgt het stof een baan met een min of meer dubbele bocht waardoor 5 uiteindelijk de afvoerrichting 8 een hoek α in het vlak van figuur 1B van circa 45 graden met beitel 2 maakt en in het vlak van figuur 1C een hoek β van circa 30 graden met beitel 2 maakt. De genoemde hoek α draagt er zorg voor dat de aansluiting van de flexibele buis op afvoeropening 7 mechanisch niet te zwaar wordt belast en dat de stromingsweerstand die 10 wordt veroorzaakt door afzuigmond 5 beperkt blijft. De genoemde hoek β draagt ook bij aan een beperking van de stromingsweerstand.

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding met een van de in de figuren IA tot en met 1C afwijkende afzuigmond 22. Platte beitel 20 is opgenomen in bei tel hamer 21.

15 Afzuigmond 22 is ter plaatse van klemdeel 23 direct klemmend verbonden met beitel 20. De afzuigmond 22 is via flexibele slang 24 verbonden met een niet nader getoonde zuiginrichting. De slang 24 is met een kabel 25 aan de behuizing van bei tel hamer 21 bevestigd. Afzuigmond 22 heeft een afzuigopening 26 met een voorvlak 27 dat in hoofdzaak evenwijdig is aan 20 lijn 28. Het voorvlak 27 maakt een hoek γ van circa 60 graden met beitel 20. Dankzij deze oriëntatie van het voorvlak 27 ontstaat een goed zicht op het uiteinde 29 van beitel 20 in het werkzame gebied van beitel 20.

De figuren 3A, 3B, 4, 5 en 6 tonen alternatieve uitvoeringsvormen van afzuigmonden 30, 31, 32 en 33. Al deze afzuigmonden 25 30, 31, 32 en 33 zijn vervaardigd van rubber en middels een klemdeel (niet zichtbaar in de figuren 4 en 6) klemmend verbonden met de desbetreffende beitel. De afzuigmonden 30, 31, 32 en 33 verschillen van elkaar voor wat betreft de vorm van de afzuigopeningen 35, 36, 37 en 38. Afzuigopening 35 is rechthoekig, afzuigopeningen 36 en 38 ovaal en 30 afzuigopening 37 heeft de vorm van twee aanliggende cirkels. Het is hierbij van belang dat beitel 34 zich aan zijn omtrek vrij bevindt binnen 1017599— m 8 de desbetreffende afzuigopening zodat aan weerszijden van de platte beitel een vergelijkbare onderdruk kan ontstaan. De afzuigmonden 30, 31, 32 en 33 verschillen verder van elkaar voor wat betreft de richting van het afvoerend deel 39, 40, 41 en 42 ervan. De afvoerende delen 39, 40 en 5 41 strekken zich uit aan één platte zijde van de beitel 34, terwijl afvoerdeel 42 zich zijdelings van beitel 34 uitstrekt. Het voordeel van de zijdelingse uitstrekking van afvoerend deel 42 is dat zowel de bovenkant als de onderkant van de beitel 34 van eenzelfde onderdruk kan worden voorzien. Zoals in figuur 3A kan worden gezien is de flexibele 10 slang 43 die is aangesloten op afzuigmond 30 via een vaste koppeling 44 verbonden met de behuizing van bei tel hamer 45. In plaats van via kabel 25 zoals weergegeven in figuur 2.

Het moge duidelijk zijn dat toepassing van de diverse getoonde afzuigmonden niet gebonden is aan een type bei tel hamer maar 15 slechts aan een type beitel. Alhoewel in alle getoonde uitvoeringsvormen er sprake is van een elastische klemmende verbinding tussen de beitel en de afzuigmond, is het alternatief ook mogelijk om de afzuigmond op een andere wijze met de beitel te verbinden, waarbij er bijvoorbeeld gebruik gemaakt wordt van mechanische hulpmiddelen zoals schroeven. Tevens is het 20 mogelijk om op de beitel speciale voorzieningen aan te brengen om de verbinding met de afzuigmond mogelijk te maken.

De meest voor de hand liggende wijze om een afzuigmond klemmend te verbinden met de beitel, is door de afzuigmond vanaf de van het vrije uiteinde afgekeerde zijde van de beitel over de beitel in 25 losgenomen toestand te schuiven. Aangezien (platte) beitels over het grootste deel van de, lengte van de beitel een constante dwarsdoorsnede heeft (zie bijvoorbeeld figuur 1C) kan het mondstuk, door de verbinding (met name bij elastische klemming) tussen de afzuigmond en de beitel op dit grootste deel te laten plaatsvinden, op verschillende langsposities 30 van de beitel worden gerealiseerd. Zo is het mogelijk om bij oppervlakkige bewerkingen het mondstuk tot dicht bij het vrije uiteinde 1 p 1 7 Γ ^ 9 9 van de beitel aan te brengen, en bij "dieper" gelegen bewerkingen het mondstuk verder van het vrije uiteinde van de beitel aan te brengen.

1017539'

Claims (15)

1. Gereedschap voor het bewerken van steenachtige materialen omvattende een behuizing, een beitel met een vrij uiteinde, 5 aandrijfmiddelen binnen de behuizing voor het aandrijven van de beitel en een afzuigsysteem voor het afzuigen van stof en dergelijk dat tijdens de bewerking ontstaat nabij het vrije uiteinde van de beitel waarbij het afzuigsysteem is voorzien van een afzuigmond waardoorheen de beitel zich uitstrekt, van druk verlagende middelen en van geleidingsmiddelen voor 10 het stof en dergelijke die zich tussen de afzuigmond en de druk verlagende middelen uitstrekken met het kenmerk, dat de afzuigmond direct i s verbonden met de bei tel.

2. Gereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afzuigmond aan de van het vrije uiteinde afgekeerde zijde, de beitel 15 in hoofdzaak afdichtend omsluit.

3. Gereedschap volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afzuigmond aan de van het vrije uiteinde afgekeerde zijde, de beitel klemmend omsluit.

4. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat de afzuigmond of althans het deel ervan dat direct is verbonden met de beitel, is vervaardigd van een elastisch materiaal.

5. Gereedschap volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het elastisch materiaal een rubber is.

6. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de beitel een in hoofdzaak platte dwarsdoorsnede heeft.

7. Gereedschap volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afzuigmond een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnede heeft.

8. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen flexibel zijn.

9. Gereedschap volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen aan de behuizing zijn bevestigd. 1017599 i

10. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afzuigmond een voorvlak heeft, dat een hoek gelegen tussen 30 graden en 80 graden maakt met de beitel.

11. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de afzuigmond een afvoeropening heeft voor aansluiting met de geleidingsmiddelen, met een afvoerrichting die in een eerste vlak een hoek met de beitel maakt gelegen tussen 15 graden en 60 graden.

12. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afzuigmond een afvoeropening heeft voor aansluiting 10 met de geleidingsmiddelen, met een afvoerrichting die in een tweede vlak een hoek met de beitel maakt gelegen tussen 15 graden en 75 graden.

13. Gereedschap volgens conclusie 11 en 12, met het kenmerk, dat het eerste vlak en tweede vlak loodrecht op elkaar staan.

14. Gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat een achterste deel van de beitel vrij is voor handmatige aangrijping van de beitel.

15. Afzuigmond voor toepassing bij een gereedschap volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een doorvoer van een beitel, met het kenmerk, dat de afzuigmond verbindingsvoorzieningen heeft voor 20 directe verbinding met de beitel. 1017599·