NL1017199C2 - Steun voor gordijnrail. - Google Patents

Steun voor gordijnrail. Download PDF

Info

Publication number
NL1017199C2
NL1017199C2 NL1017199A NL1017199A NL1017199C2 NL 1017199 C2 NL1017199 C2 NL 1017199C2 NL 1017199 A NL1017199 A NL 1017199A NL 1017199 A NL1017199 A NL 1017199A NL 1017199 C2 NL1017199 C2 NL 1017199C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
housing
passage
sliding part
curtain rail
Prior art date
Application number
NL1017199A
Other languages
English (en)
Inventor
Henricus Wilhelmus Fre Bosgoed
Original Assignee
Forest Group Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Forest Group Nederland Bv filed Critical Forest Group Nederland Bv
Priority to NL1017199A priority Critical patent/NL1017199C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1017199C2 publication Critical patent/NL1017199C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H1/00Curtain suspension devices
    • A47H1/10Means for mounting curtain rods or rails
    • A47H1/14Brackets for supporting rods or rails
    • A47H1/144Brackets for supporting rods or rails for supporting rails

Landscapes

  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)

Description

-1-
Steun voor gordijnrail.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een steun voor een gordijnrail die voorzien is van klemmiddelen 5 voor de bevestiging van een gordijnrail aan de steun en waarbij de steun een doorgang heeft voor het opnemen van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de steun aan bijvoorbeeld muur of plafond.
10 Dergelijke steunen zijn in vele uitvoeringen bekend.
Echter een nadeel van deze bekende steunen is dat de bevestiging van de gordijnrail aan de steun niet altijd voldoende stevig blijkt te zijn. De gebruikelijke klemmiddelen waarmee een steun op een gordijnrail aangrijpt 15 bestaan doorgaans uit onder veerdruk staande middelen of middelen die met een klik-verbinding op de gordijnrail aangrijpen. Hoewel dergelijke middelen een snelle montage van de gordijnrail aan de steun mogelijk maken is de klemkracht niet te allen tijde voldoende om de bij het 20 openen en sluiten van zware gordijnen op de bevestigingen uitgeoefende krachten op te kunnen vangen. Het gevolg hiervan is dat de gordijnrail los komt van één of meer steunen, waarbij de klemmiddelen of de klik-verbinding van een steun mogelijk zodanig beschadigd kunnen worden 25 dat de betreffende steun of steunen vervangen zullen moeten worden.
De uitvinding beoogt dan ook in een steun voor een gordijnrail te voorzien die deze nadelen niet heeft en waar-30 bij de klemmiddelen zonder speling klemmend op de gordijnrail kunnen aangrijpen.
Dienovereenkomstig wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat de steun voorzien is van een vastzetorgaan 35 voor het kunnen aantrekken en vastzetten van de klemmiddelen waarmee een steun aan een gordijnrail vastgezet kan worden. Volgens een nadere uitwerking is er verder in * a : i ii ï i ; IJ : ·'· -2- voorzien dat de steun zodanig ingericht is dat de bevestigingsmiddelen voor de bevestiging van de steun aan bij -voorbeeld muur of plafond het vastzetorgaan voor het kunnen aantrekken en vastzetten van de klemmiddelen kunnen 5 vormen.
Bij voorkeur bestaat de steun hierbij uit een huis met een in een daarin aangebrachte geleiding opgenomen schuifdeel, waarbij het huis en het schuifdeel voorzien 10 zijn van klemdelen die bestemd zijn tezamen op een gordijnrail aan te grijpen. Door het aandraaien van de bevestigingsmiddelen voor de steun of het vastzetorgaan wordt bewerkstelligd dat het huis en het schuiflichaam ten opzichte van elkaar verplaatst worden.
15
Het belangrijke voordeel van een steun volgens de uitvinding is dat de gordijnrail niet meer ongewenst uit de klemverbinding kan raken en dat bovendien door het strak aanliggen van de klemmiddelen deze ook niet snel kapot 20 getrokken kunnen worden.
Teneinde met de bevestigingsmiddelen of het vastzetorgaan het huis en schuiflichaam ten opzichte van elkaar te kunnen verschuiven is er in voorzien dat tenminste in het 25 huis of het schuifdeel een doorgang aangebracht is voor de bevestigingsmiddelen of het vastzetorgaan die een zodanige vorm heeft dat tenminste het huis of het schuif-deel ten opzichte van een in een vaste positie gebracht bevestigingsmiddel of vastzetorgaan kan verschuiven. Een 30 daarbij verder te nemen maatregel is dat tenminste het huis of het schuifdeel ten opzichte van een doorgang een hellende zijde heeft, waarbij de hellende zijde aansluit op de doorgang of direkt nabij de doorgang is gelegen.
35 Hiermee wordt bereikt dat met het in- of aandraaien van bevestigingsmiddelen of vastzetorgaan, hetgeen doorgaans respectievelijk schroeven of bouten met moeren zullen -3- zijn, door het aanliggen van de schroefkop tegen tenminste één hellende zijde het huis en het schuifdeel uit elkaar gedreven worden.
5 Dit systeem kent een aantal mogelijke uitvoeringsvormen. Bij een eerste mogelijke uitvoeringsvorm zijn in het huis en het schuifdeel met elkaar corresponderende doorgangen aangebracht, waarbij een eerste doorgang géén verschuiving toestaat en een tweede doorgang verschuiving toe-10 staat van het deel van de steun waarin het aangebracht is. Het huis kan hierbij bijvoorbeeld niet verschuiven ten opzichte van een in muur of plafond ingebrachte schroef en het schuif lichaam juist wel. Op deze manier is het bevestigingspunt direkt bepalend voor de precieze lo-15 katie van de gordijnrail.
In het bijzonder bij een wandsteun wordt de steun met bevestigingsmiddelen tegen een wand vastgezet en wordt een afzonderlijk vastzetorgaan toegepast voor het aantrekken 20 en vastzetten van de klemmiddelen. Voor een dergelijk orgaan kan de doorgang in het huis of het schuifdeel van verdere middelen voorzien zijn voor het opnemen van het orgaan. Hetgeen bijvoorbeeld een uitsparing kan zijn voor het opnemen van een zeskantige kop, een uitsparing waarin 25 een kop nog kan bewegen in een richting loodrecht op een in te klemmen gordijnrail of kan de doorgang eenvoudig bestaan uit een draadgat.
In de meeste gevallen zal bij een steun, waarbij de be-30 vestigingsmiddelen voor het aantrekken en vastzetten van de klemmiddelen dienen, het de voorkeur hebben om zowel het huis als het schuifdeel te kunnen verschuiven of te laten verschuiven. Dit heeft het voordeel dat bij een niet precies geplaatste schroef het toch mogelijk is om 35 steun en gordijnrail in de gewenste positie te krijgen. Dit kan bewerkstelligd worden door in huis en schuifdeel doorgangen aan te brengen die een dergelijke verschuiving -4- toestaan. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt er echter in voorzien dat het huis aan de aanligzijde van de steun, waarmee de steun bestemd is tegen een montagevlak aan te komen liggen, twee randdelen heeft met daarin op-5 genomen langsgeleidingen voor het schuifdeel, waarbij de in de vrije opening in het huis tussen de randdelen gelegen zijde van het schuifdeel op afstand ligt van het door de randdelen bepaalde aanligvlak.
10 Bij deze uitvoeringsvorm, waarbij alleen in het schuifli-chaam een specifieke doorgang aangebracht is, komt in eerste instantie alleen het huis met twee tegenovergelegen randen tegen muur of plafond aan te liggen, waarbij het schuiflichaam vrij in het huis kan schuiven. Een der-15 gelijke steun is met een minimale hoeveelheid materiaal te vervaardigen, kan eenvoudig gepositioneerd worden en de klemdelen kunnen makkelijk aangetrokken en tegelijk met de steun stevig vastgezet worden.
20 Volgens een nadere uitwerking is er verder in voorzien dat de in het schuifdeel op de doorgang, die een verschuiving toestaat, aansluitende hellende zijde uit een eerste en tweede deel bestaat met respectievelijk een eerste en tweede hellingshoek, waarbij het eerste deel 25 aansluit op de doorgang en de tweede hellingshoek groter is dan de eerste hellingshoek.
Met een dergelijke verdeling in een eerste en een tweede hellingshoek wordt bereikt dat het uit elkaar drijven van 30 de klemdelen in eerste instantie langzaam verloopt. Hierdoor is het mogelijk de steunen zonodig nog handmatig enigszins te herpositioneren alvorens bij het bereiken van het deel met de kleinere hellingshoek het schuifli-chaam snel in de uiteindelijke klemstand gebracht wordt. 35 Een dergelijk vlak met een relatief geringe hellingshoek vormt, al dan niet in combinatie met een op de tegenovergelegen zijde van de doorgang aansluitend recht vlak, ook -5- een veel beter aanligvlak voor bevestigingsschroef of vastzetorgaan.
Verder zorgt het vlak met een geringere hellingshoek er 5 voor dat ook bij het gebruik van een schroef met een kop die maar weinig groter is dan de kleinste maat van de doorgang, het schuiflichaam in voldoende mate aangetrokken kan worden.
10 De uitvinding wordt aan de hand van het in de tekening gegeven voorbeeld nader toegelicht, waarin fig.l een perspectivisch aanzicht van een op een gordijnrail aangebrachte steun toont, en 15 fig.2 een zij-aanzicht van een op een gordijnrail aan gebrachte steun toont.
fig.3 een perspectivisch aanzicht toont van een steun bedoeld voor bevestiging aan een wand, en fig.4 een bovenaanzicht toont van de steun volgens 20 fig.3
In het perspectivisch aanzicht van fig.l is een steun 1 getoond waar een gordijnrail 2 aan bevestigd is. De steun 1 bestaat in hoofdzaak uit een huis 3 waarin een schuif-25 deel 4 opgenomen is. Hiertoe zijn in het huis 3 gelei- dingssleuven 5,6 aangebracht bestemd voor het opnemen van aan tegenovergelegen zijden van het schuifdeel 4 aangebrachte langsgeleidingen 7,8.
30 Aan het uiteinde van het huis 3 dat bestemd is in aan- grijping met een gordijnrail te komen is het huis 3 voorzien van een naar buiten uitstekend klemdeel 9, zie fig.2. Het schuifdeel 4 is eveneens aan het uiteinde voorzien van een klemdeel 10 dat in tegengestelde rich-35 ting ten opzichte van klemdeel 9 op de gordijnrail 2 aangrijpt. Voor een klemmende bevestiging van een gordijnrail 2 aan een steun dienen de klemdelen 9,10 aan te i Cv. 1 ' : ’ · ' -6- grijpen op de daarvoor op de gordijnrail 2 aangebrachte langsgroeven 11,12.
In het schuifdeel 4 is een langwerpige doorgang 13 aange-5 bracht welke bestemd is doorgang te bieden aan een beves-tigingsschroef of -bout. De bovenzijde van het huis 3 is over een groot deel open zodat het niet nodig is om daar apart een ten minste ten dele met doorgang 13 corresponderende doorgang in aan te brengen. Het open deel van de 10 bovenzijde van het huis 3 wordt in de langsrichting begrensd door randen 14,15 die boven de bovenzijde 16 van het schuifdeel 4 uitsteken. Hierdoor kan bij een tegen een plafond aanliggende steun het schuifdeel 4 nog vrij in het huis 3 bewegen.
15
De doorgang 13 wordt begrensd door een op het schuifdeel 4 aangebrachte rug 17 met een hellende zijde 18. Het huis 3 is voorzien van een min of meer overeenkomende hellende zijde 19, zij het dat deze in tegengestelde richting 20 helt. De tussen deze zijden 17,18 ingesloten ruimte is bestemd voor het opnemen van een schroefkop, waarbij het in de ruimte inbrengen van de schroefkop er voor zorgt dat de klemdelen 9 en 10 uit elkaar gedreven worden. Enigszins afhankelijk van de grootte van de schroefkop 25 kan hiermee bereikt worden dat de klemdelen 9,10 reeds bij een eerste kontakt van een schroefkop met de zijden 17,18 in voldoende mate in de langsgroeven 12,13 vallen om de gordijnrail 2 tenminste voorlopig vast te kunnen zetten.
30
Bij het verder verdraaien van de bevestigingsschroef komt deze tegen een volgend hellend vlak 20 aan te liggen, dat minder steil helt dan de zijden 18,19 en aansluit op de doorgang 13. Door dit minder steil hellende vlak worden 35 de klemdelen 9,10 bij verder verdraaien van de bevestigingsschroef sneller uit elkaar gedreven waarbij de klemdelen 9,10 in een uiterste klemstand in de langsgroeven -7- 12,13 komen te liggen en de steun vast tegen het plafond wordt gebracht.
Bij het inbrengen van het schuifdeel 4 in het huis 3 komt 5 deze met langsgeleidingen 7,8 in de geleidingssleuven 5,6 van het huis 3 te liggen en moet het klemdeel 10 om in het klembereik te kunnen komen door een opening gebracht worden welke bepaald wordt door tenminste de langsgeleidingen 7,8 in combinatie met de geleidingssleuven 5,6 en 10 een aan het bovenvlak van de steun evenwijdig vlak 21. De afmeting van de opening is zodanig gekozen dat klemdeel 10 van het schuifdeel 4 alleen door enigszins mee te geven door de opening te brengen is. Om dit te kunnen doen is de voorzijde van het bij voorkeur van kunststof ver-15 vaardigde klemdeel 10 afgerond. Het voordeel hiervan is dat het schuifdeel relatief eenvoudig door de opening te brengen is maar dat deze niet eenvoudig terug door de opening kan door een niet afgeronde tegenovergelegen zijde van het klemdeel 10.
20
Aangezien het schuifdeel niet zondermeer uit het huis geschoven kan worden, biedt dit de mogelijkheid om tussen het huis en het schuifdeel een veerorgaan aan te brengen, zie fig.3 en 4. Met een dergelijk veerorgaan kan de steun 25 zonder een bevestigingsschroef aan te moeten draaien reeds in aangrijping met een gordijnrail gebracht worden. Door het geheel aandraaien van de bevestigingsschroef wordt dan de uiteindelijk klemstand bereikt waarmee de bevestiging van de gordijnrail dan ook gewaarborgd is.
30
Verder is nog voorzien in een afsluitklep 22 waarmee de ruimte tussen de zijde 18,19 afgesloten kan worden waardoor de doorgang 13 met een aangebrachte bevestigingsschroef aan het zicht onttrokken kan worden. De afsluit-35 klep 22 is met een flexibel kunststof scharnier 23 met het huis 3 verbonden, waarbij de tegenovergelegen zijde van de afsluitklep voorzien is van middelen 24 die teza- -8- men met complementaire op het huis 3 aangebrachte middelen 24' een klikverbinding kan vormen.
In fig.3 is een steun getoond bedoeld voor de bevestiging 5 aan een wand. Voor de duidelijkheid zijn de overeenkomende delen van de steun met de steun volgens de voorafgaande figuren voorzien van gelijke verwijzingscijfers. De steun 1 bestaat ook hier uit een huis 3 met een daarin aangebracht verschuifbaar schuifdeel 4, waarbij echter 10 voor de bevestiging aan een wand voorzien is in een achterzijde 25 waarin een doorgang 26 aangebracht is. Deze doorgang 26 is bij voorkeur langwerpig zodat de positie van de steun nog in vertikale richting bijgesteld kan worden.
15
Voor het aantrekken en vastzetten van het schuifdeel 4 wordt nu in plaats van de bevestigingsmiddelen voor de bevestiging van de steun aan plafond en wand een vastzet-orgaan gebruikt. Hiertoe is in het getoonde voorbeeld in 20 de bovenzijde 16 van het schuifdeel 4 een uitsparing 27 aangebracht, zie fig.4, in de vorm van een zeskant. Deze uitsparing is bedoeld voor het opnemen van een boutkop of een moer zodat op een door de doorgang 13 stekende bout een moer gedraaid kan worden of in een in de uitsparing 25 aangebrachte moer een in de doorgang 13 gebrachte bout gedraaid kan worden. Duidelijk mag zijn dat bij een over de gehele bovenzijde van het schuifdeel uitstrekkende huis een dergelijke uitsparing 27 ook in dat deel van het huis aangebracht kan worden. Eveneens is het mogelijk om 30 de uitsparing sleufvormig te maken zodat de boutkop of moer ook nog in de uitsparing kan verschuiven. In plaats van een uitsparing 27 zoals getoond kan deze ook bestaan uit een draadgat in het huis of het schuifdeel waarin een bout of een inbusbout gedraaid kan worden.
Aan de voorzijde 28 van het schuifdeel 4 zijn veermidde-len 29 aangebracht, die hier gevormd worden door een uit 35 -9- een veerkrachtige kunststof vervaardigde arm 29. Het vrije uiteinde van de arm 29 komt tegen de achterzijde 30 van het klemdeel 9 te liggen en dwingt de beide klemdelen 9,10 uit elkaar. Hiermee wordt bereikt dat de steunen al-5 vorens deze bevestigd worden aan muur of plafond of voordat deze met een vastzetorgaan vast geklemd worden reeds met voldoende klemkracht in de gewenste posities op een rail aangebracht kunnen worden.
10 Het huis 3 is voorzien van gebogen randen 31,32 waar een afsluitklep 22 tegenaan gebracht kan worden. De afsluitklep is met een scharnier 23 met het huis 3 verbonden en kan met bevestigingsorgaan 24 achter een opstaande rand 24' geklikt worden.

Claims (12)

1. Steun voor een gordijnrail die voorzien is van klem-middelen voor de bevestiging van een gordijnrail aan de 5 steun en waarbij de steun een doorgang heeft voor het opnemen van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de steun aan bijvoorbeeld muur of plafond, met het kenmerk dat verder voorzien is in een vastzetorgaan voor het kunnen aantrekken en vastzetten van de klemmiddelen waarmee 10 een steun aan een gordijnrail vastgezet kan worden.
2. Steun volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de steun zodanig ingericht is dat de bevestigingsmiddelen voor de bevestiging van de steun aan bijvoorbeeld muur of 15 plafond het vastzetorgaan voor het kunnen aantrekken en vastzetten van de klemmiddelen kunnen vormen.
3. Steun volgens conclusies 1-2, met het kenmerk dat de steun bestaat uit een huis met een in een daarin aange-20 brachte geleiding opgenomen schuifdeel, waarbij het huis en het schuif deel voorzien zijn van klemdelen die bestemd zijn tezamen op een gordijnrail aan te grijpen.
4. Steun volgens conclusie 3, met het kenmerk dat tenmin- 25 ste in het huis of het schuifdeel een doorgang aangebracht is voor de bevestigingsmiddelen of het vastzetorgaan die een zodanige vorm heeft dat tenminste het huis of het schuifdeel ten opzichte van een in een vaste positie gebracht bevestigingsmiddel of vastzetorgaan kan ver-30 schuiven.
5. Steun volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de eerste doorgang verder voorzien is van middelen om het vast- 5 zetorgaan op te kunnen nemen.
5. Steun volgens conclusie 4, met het kenmerk dat in het huis en het schuifdeel met elkaar corresponderende doorgangen aangebracht zijn, waarbij een eerste doorgang géén 35 verschuiving toestaat en een tweede doorgang verschuiving toestaat van het deel van de steun waarin het aangebracht -Ills .
6. Steun volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de middelen in hoofdzaak uit een uitsparing bestaan voor het niet verdraaibaar kunnen opnemen van het vastzetorgaan. 10
7. Steun volgens conclusies 2-6, met het kenmerk dat tenminste het huis of het schuifdeel voorzien is van een ten opzichte van een doorgang, die een verschuiving toestaat, hellende zijde, waarbij de hellende zijde aansluit op de 15 doorgang of direkt nabij de doorgang is gelegen.
8. Steun volgens conclusie 7, met het kenmerk dat in het schuifdeel een doorgang is aangebracht, die een verschuiving toestaat, waarbij de hellende zijde uit een eerste 20 en tweede deel bestaat met respectievelijk een eerste en tweede hellingshoek, waarbij het eerste deel aansluit op de doorgang en de tweede hellingshoek groter is dan de eerste hellingshoek.
9. Steun volgens één of meer van de conclusies 2-8, met het kenmerk dat het huis aan de aanligzijde van de steun twee randdelen heeft met daarin opgenomen langsgeleidin-gen voor het schuifdeel, waarbij de in de vrije opening in het huis tussen de randdelen gelegen zijde van het 30 schuifdeel op afstand ligt van de door de randdelen bepaalde vlak van de aanligzijde van de steun.
10. Steun volgens één of meer van de conclusies 2-9, met het kenmerk dat in het huis tussen het huis en het 35 schuiflichaam een veerorgaan opgenomen is, zodanig dat de ί, u ? j ) .·* ft -12- op het huis en schuiflichaam aangebrachte klemdelen in de klemrichting gedwongen worden.
11. Steun volgens conclusies 1-10, met het kenmerk dat 5 het huis en/of het schuifdeel tenminste twee ten opzichte van de doorgang versprongen randdelen hebben, die zodanig uitgevoerd zijn dat met een daarop aan te brengen afdek-orgaan de ruimte waarin de doorgang is gelegen afgedekt kan worden. 10
12. Steun volgens conclusie 11, met het kenmerk dat één of meer van de randdelen en/of het afdekorgaan voorzien zijn van middelen voor het met een klik-verbinding op de randdelen kunnen aanbrengen van het afdekorgaan.
NL1017199A 2001-01-26 2001-01-26 Steun voor gordijnrail. NL1017199C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017199A NL1017199C2 (nl) 2001-01-26 2001-01-26 Steun voor gordijnrail.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017199 2001-01-26
NL1017199A NL1017199C2 (nl) 2001-01-26 2001-01-26 Steun voor gordijnrail.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017199C2 true NL1017199C2 (nl) 2002-07-29

Family

ID=19772796

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017199A NL1017199C2 (nl) 2001-01-26 2001-01-26 Steun voor gordijnrail.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1017199C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1015540A3 (fr) * 2003-05-26 2005-06-07 Vanroy Guillaume Werkhuizen Organe de pincage de rail.
AU2006252014B1 (en) * 2006-12-08 2007-12-20 Nien Made Enterprise Co., Ltd. Bracket and head rail assembly

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE722572C (de) * 1940-11-13 1942-07-13 Vossloh Werke Gmbh Traeger aus Flachmetall fuer die Befestigung geflanschter Vorhangschienen
FR2122721A5 (nl) * 1971-01-21 1972-09-01 Boulet Freres & Cie
NL1009727C1 (nl) * 1998-07-23 2000-01-25 Forest Group Nederland Bv Klemorgaan voor het inklemmen van een gordijnrail.
EP1051938A1 (en) * 1999-05-12 2000-11-15 Goelst Nederland B.V. Curtain rail support

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE722572C (de) * 1940-11-13 1942-07-13 Vossloh Werke Gmbh Traeger aus Flachmetall fuer die Befestigung geflanschter Vorhangschienen
FR2122721A5 (nl) * 1971-01-21 1972-09-01 Boulet Freres & Cie
NL1009727C1 (nl) * 1998-07-23 2000-01-25 Forest Group Nederland Bv Klemorgaan voor het inklemmen van een gordijnrail.
EP1051938A1 (en) * 1999-05-12 2000-11-15 Goelst Nederland B.V. Curtain rail support

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1015540A3 (fr) * 2003-05-26 2005-06-07 Vanroy Guillaume Werkhuizen Organe de pincage de rail.
AU2006252014B1 (en) * 2006-12-08 2007-12-20 Nien Made Enterprise Co., Ltd. Bracket and head rail assembly

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4768845A (en) Combination-type desk/cabinet compartment structure
US5603142A (en) Frame hinge
CA1173096A (en) Bottom mounted drawer slide assembly
NL1032991C2 (nl) Pijpbeugel.
CA2253841A1 (en) Removable storage assembly fastening system
US5826923A (en) Security apparatus for hinged door
AU2007293953A1 (en) Drawer
US5381628A (en) Door holder/door stop
US5984486A (en) Task light shelf system
GB2211364A (en) Flush-mounting electrical accessory box
NL1017199C2 (nl) Steun voor gordijnrail.
US20050062377A1 (en) Cabinets with false fronts and associated false front connectors
NL1007638C2 (nl) Hekwerk.
US6827226B2 (en) Storage apparatus for sportboards with variable widths
JP3495044B2 (ja) ロードキャリヤ
US5623396A (en) Adjustable printed wiring board fastener
EP0473481B1 (fr) Boîte de montage à entraxe variable, pour appareil électrique
EP0904496B1 (en) Floating spring nut assembly
US5922997A (en) Apparatus and method for routing cables
GB2551640B (en) Housing system for electrical connectors
GB2229766A (en) Door hinge system
FR2940993A1 (fr) Platine de fixation reglable pour tendre sans deformation par des cables une nappe souple
EP1155651B1 (en) Fastening arrangement for toilet seat buffer
KR102003913B1 (ko) 스마트 미러 설치용 프레임 조립체
EP0473482B1 (fr) Boîte de montage pour appareil électrique

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090801