NL1017047C2 - Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1017047C2
NL1017047C2 NL1017047A NL1017047A NL1017047C2 NL 1017047 C2 NL1017047 C2 NL 1017047C2 NL 1017047 A NL1017047 A NL 1017047A NL 1017047 A NL1017047 A NL 1017047A NL 1017047 C2 NL1017047 C2 NL 1017047C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cleaning
milking machine
heating
milking
animal
Prior art date
Application number
NL1017047A
Other languages
English (en)
Inventor
Alexander Van Der Lely
Wilhelmus Johannes Adrian Lier
Original Assignee
Lely Entpr Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Entpr Ag filed Critical Lely Entpr Ag
Priority to NL1017047A priority Critical patent/NL1017047C2/nl
Priority to DE60132877T priority patent/DE60132877T2/de
Priority to EP01204641A priority patent/EP1221282B1/en
Priority to DK01204641T priority patent/DK1221282T3/da
Priority to CA002364803A priority patent/CA2364803A1/en
Priority to IL14706001A priority patent/IL147060A0/xx
Priority to JP2001385708A priority patent/JP2002233262A/ja
Priority to AU97440/01A priority patent/AU9744001A/en
Priority to US10/038,619 priority patent/US20020092474A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017047C2 publication Critical patent/NL1017047C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/022Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Cleaning By Liquid Or Steam (AREA)

Description

j
INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET REINIGEN VAN EEN MELKMACHINE EN MELKMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 voor het reinigen van althans een deel van één of meer melkmachines voor het melken van dieren, waarbij de inrichting is voorzien van een reservoir voor het bevatten van reinigingsvloeistof, van een toevoerleiding aangesloten op het reservoir voor het toevoeren van reinigingsvloeistof aan het 10 te reinigen deel, en van een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van de reinigingsvloeistof.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 1007727. Deze inrichting kan soms bezig zijn met reinigen op het moment dat een boer dieren 15 wenst te melken, hetgeen uiteraard ongewenst is. Verder blijken de energiekosten van een dergelijke inrichting relatief hoog te zijn.
Het is een doel van de uitvinding deze nadelen te voorkomen of althans voor een deel te beperken.
20 Hiertoe wordt een inrichting voor het reinigen van de boven beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van een verwarmingsstartorgaan voor het onmiddellijk na verloop van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de 25 voorafgaande verwarmingsstartactivering doen activeren van het verwarmingsorgaan. De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij de bekende inrichting de verwarming van de reinigingsvloeistof, waaronder volgens de uitvinding ook een spoelvloeistof wordt verstaan, gestart wordt nadat een vaste 30 tijdsperiode verlopen is vanaf het moment dat de voorgaande reiniging geëindigd is. Daar de duur van een volledige reiniging variabel is, kan een boer na een bepaald aantal reinigingen niet meer precies weten wanneer de inrichting actief is of niet. Bovendien kan de inrichting reinigen op 35 tijdstippen van de dag waarop de energiekosten het hoogst zijn. Door nu volgens de uitvinding het starten van de verwarming van de reinigingsvloeistof op vaste tijdstippen te doen plaatsvinden, worden deze nadelen althans grotendeels voorkomen. De reinigingstijdstippen kunnen zo ingesteld worden 40 dat deze liggen in die tijden dat energiekosten laag zijn (bijvoorbeeld nachtstroom). Verder begint de reiniging op voor de boer bekende tijdstippen, welke in de loop van de tijd niet ^101 7 A 4 2 veranderen, zodat de boer niet onverwachts geconfronteerd wordt met een melkmachine die wordt gereinigd op het moment dat hij een dier in de melkmachine wenst te melken.
In een voorkeursuitvoering is de inrichting voorzien 5 van een reinigingsstartorgaan voor het doen starten van de reiniging, van een meetorgaan voor het meten van de temperatuur van de reinigingsvloeistof en voor het afgeven van een temperatuursignaal aan het reinigingsstartorgaan, waarbij het reinigingsstartorgaan het reinigen doet starten nadat het 10 temperatuursignaal een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt. Op deze wijze vindt de daadwerkelijke reiniging pas plaats wanneer de reinigingsvloeistof een gewenste temperatuur heeft bereikt. Op deze wijze wordt voorkomen dat de reiniging bij een te lage temperatuur plaatsvindt, in welk geval een 15 ongewenst resultaat bereikt zou worden.
Het heeft voordeel wanneer de inrichting is voorzien van een geheugen voor het bevatten van opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan. Deze opwarmingsgegevens kunnen onder meer worden gebruikt om te controleren 20 of de inrichting correct functioneert.
De melkmachine kan efficiënter gebruikt worden in een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding die gekenmerkt is doordat de inrichting is voorzien van een rekenorgaan voor het aan de hand van de in het geheugen 25 opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan, bepalen van de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt. Aangezien het verwarmen van de reinigingsvloeistof tot de gewenste temperatuur enige 30 tijd in beslag neemt, kan in deze tijd, mits door de boer voldoende geacht, eventueel nog een dier worden gemolken. Bovendien hoeft de reinigingsvloeistof niet onnodig lang op temperatuur gehouden te worden alvorens met reiniging begonnen kan worden, hetgeen energiebesparend is.
35 Teneinde onder meer de veiligheid van de dieren te garanderen, is in een uitvoeringsvorm de inrichting voorzien van een detectieorgaan voor het detecteren van de aan-respectievelijk afwezigheid van een dier in een te reinigen melkmachine. Bij voorkeur is het detectieorgaan geschikt voor 40 het afgeven van een signaal aan het reinigingsstartorgaan, waarbij in het bijzonder het reinigingsstartorgaan alleen activeerbaar is bij ontvangst van een signaal van het • Ü 5 iu47® 3 ί detectieorgaan aangevende dat er geen dier in de te reinigen j melkmachine aanwezig is.
Een verregaand automatisch werkende inrichting volgens de uitvinding kan verkregen worden wanneer de 5 inrichting is voorzien van een identificatiesysteem voor het identificeren van de identiteit van een dier, welk identificatiesysteem gegevens met betrekking tot de verwachte melkduur van het dier bevat, dat de melkmachine een toegangspoort heeft bestuurd door het rekenorgaan, waarbij de 10 toegangspoort wordt gesloten wanneer de verwachte melkduur groter is dan de resterende opwarmingsduur. Een dergelijk identificatiesysteem voor het bepalen van de identiteit, en de daarbij behorende (bijgewerkte) verwachte melkduur van een dier, is op zich bekend.
15 De uitvinding heeft verder betrekking op een melkmachine voor het melken van een dier, waarbij de melkmachine is voorzien van een reservoir voor het bevatten van reinigingsvloeistof, een toevoerleiding aangesloten op het reservoir voor het toevoeren van reinigingsvloeistof aan 20 het te reinigen deel, en een verwarmingsorgaan voor het verwarmen van de reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat de melkmachine is voorzien van een verwarmingsstartorgaan voor het onmiddellijk na verloop van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de voorafgaande verwarmings-25 startactivering doen activeren van het verwarmingsorgaan. Een dergelijke melkmachine kan efficiënter en goedkoper gebruikt worden.
Bij voorkeur is de melkmachine voorzien van een reinigingsstartorgaan voor het doen starten van de reiniging, 30 van een meetorgaan voor het meten van de temperatuur van de reinigingsvloeistof en voor het afgeven van een temperatuursignaal aan het reinigingsstartorgaan, waarbij het reinigingsstartorgaan het reinigen doet starten nadat het temperatuursignaal een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft 35 bereikt. Op deze wijze vindt de daadwerkelijke reiniging pas plaats wanneer de reinigingsvloeistof een gewenste temperatuur heeft bereikt, en kan de melkmachine correct gereinigd worden.
Het heeft voordeel wanneer de melkmachine is voorzien van een geheugen voor het bevatten van 40 opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan.
Deze opwarmingsgegevens kunnen onder meer gebruikt worden om te controleren of de melkmachine correct gereinigd is.
!' V · (- Ü ···.
4
De melkmachine kan efficiënter gebruikt worden wanneer de melkmachine is voorzien van een rekenorgaan voor het aan de hand van de in het geheugen opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de 5 reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan, bepalen van de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt. Aangezien het verwarmen van de reinigingsvloeistof tot de gewenste temperatuur enige tijd in beslag neemt, kan in deze tijd, mits door de boer voldoende 10 geacht, eventueel nog een dier in de melkmachine gemolken worden.
Teneinde onder meer de veiligheid van de dieren te garanderen, is in een uitvoeringsvorm de melkmachine voorzien van een detectieorgaan voor het detecteren van de aan- 15 respectievelijk afwezigheid van een dier in de melkmachine.
Bij voorkeur is het detectieorgaan geschikt voor het afgeven van een signaal aan het reinigingsstartorgaan, waarbij in het bijzonder het reinigingsstartorgaan alleen activeerbaar is bij ontvangst van een signaal van het detectieorgaan aangevende 20 dat er geen dier in de melkmachine aanwezig is.
Een verregaand automatisch werkende melkmachine volgens de uitvinding kan verkregen worden wanneer de melkmachine is voorzien van een identificatiesysteem voor het identificeren van de identiteit van een dier, welk 25 identificatiesysteem gegevens met betrekking tot de verwachte melkduur van het dier bevat, dat de melkmachine een toegangspoort heeft bestuurd door het rekenorgaan, waarbij de toegangspoort wordt gesloten wanneer de verwachte melkduur groter is dan de resterende opwarmingsduur. Een dergelijk 30 identificatiesysteem voor het bepalen van de identiteit, en de daarbij behorende (bijgewerkte) verwachte melkduur van een dier, is op zich bekend.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het reinigen van althans een deel van een 35 melkmachine, welke werkwijze de stap bevat van het verwarmen van reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat het verwarmen van de reinigingsvloeistof wordt gestart onmiddellijk na verloop van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de voorafgaande verwarmingsstartactivering.
40 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de enige Figuur 1.
Figuur 1 geeft een voorbeeld weer van een inrichting 5 voor het reinigen van althans een deel van één of meer melkmachines volgens de uitvinding. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot deze weergegeven uitvoering, maar dat binnen het bereik van de vakman verscheidene 5 specifieke uitvoeringen van de uitvinding mogelijk zijn.
De inrichting 1 voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine weergegeven in figuur 1, omvat een reservoir 2 voor reinigingsvloeistof (waaronder ook spoelvloeistof dient te worden begrepen). Op het reservoir 2 10 is een toevoerleiding 3 aangesloten. De toevoerleiding 3 kan op zich zijn aangesloten op het waterleidingnet. In de toevoerleiding 3 is bij voorbeeld een beveiligingsinrichting 4 opgenomen die moet voorkomen dat reinigingsvloeistof in de tegengestelde richting dan naar het reservoir 2 toe in de 15 toevoerleiding 3 stroomt. In de toevoerleiding 3 is bij voorkeur verder een warmtewisselaar 5 opgenomen met behulp waarvan de vloeistof kan worden opgewarmd. De warmtewisselaar 5 kan daarbij gebruikmaken van de warmte die vrijkomt tijdens het koelen van de melk.
20 In het reservoir 2 is een verwarmingsorgaan of verwarmingselement 6 opgenomen met behulp waarvan de vloeistof die zich in het reservoir 2 bevindt kan worden opgewarmd. De opgewarmde vloeistof wordt gebruikt voor een op zich bekende hittereiniging.
25 In de toevoerleiding 3 is bij voorbeeld een eerste afsluiter 7 opgenomen. Op de toevoerleiding 3 is verder een eerste afvoerleiding 8 aangesloten waarin een tweede afsluiter 9 is opgenomen. Tussen de eerste afsluiter 7 en het reservoir 2 is in de toevoerleiding 3 een derde afsluiter 10 opgenomen. 30 Op de plaats waar de eerste afvoerleiding 8 op de toevoerleiding 3 is aangesloten, is een verdere leiding 11 aangesloten, die zich vertakt in twee leidingen 12 die elk zijn voorzien van een vierde afsluiter 13. Aan het uiteinde van de leidingen 12 bevinden zich aansluitelementen 14, die op 35 melkbekers 15 van een melkmachine 33 kunnen worden aangesloten. Via de aansluitelementen 14 kan vloeistof aan de melkbekers 15 en de daarmede verbonden melkleidingen worden toegevoerd. Het zal duidelijk zijn dat aan de andere leiding 12 eveneens een melkstel kan worden gekoppeld, terwijl het 40 tevens mogelijk is dat nog meer leidingen 12 zich aftakken van de verdere vloeistofleiding 11 om nog andere delen van de melkmachine 33 te reinigen.
6
Op het kruispunt 16 waar de eerste afvoerleiding 8 en de verdere afvoerleidingen 11 op de toevoerleiding 3 zijn aangesloten, is eveneens een verdere leiding 17 aangesloten van een doseerinrichting 18 met behulp waarvan toevoegmiddel, 5 zoals een base of een zuur, aan de reinigings- of spoelvloeistof kan worden toegevoerd. De doseerinrichting 18 omvat bij voorbeeld een computergestuurde doseereenheid 19.
In de eerste afvoerleiding 8 is een filter 20 en een terugslagklep 21 opgenomen, alsmede een bufferreservoir 22. 10 Het bufferreservoir 22 omvat een toevoerleiding 23 waarlangs toevoegmiddelen aan het bufferreservoir 22 kunnen worden toegevoerd. De toevoerleiding 23 kan worden afgesloten met behulp van een vijfde afsluiter 24. Op de toevoerleiding 23 kan eenzelfde doseerinrichting als de doseerinrichting 18 zijn 15 aangesloten. Op het bufferreservoir 22 is verder een pers leiding 25 aangesloten met behulp waarvan het bufferreservoir 22 en een zich hierin bevindende reinigings- of spoelvloeistof op druk kan worden gebracht. Het bufferreservoir 22 is verder voorzien van een buf ferafvoerleiding 26 die zich in dit 20 uitvoeringsvoorbeeld vertakt in twee verdere leidingen 27. Het zal duidelijk zijn dat het aantal verdere leidingen 27 afhankelijk is van het aantal onderdelen van de melkmachine dat moet worden gereinigd. Elk van de verdere leidingen 27 is voorzien van een zesde afsluiter 28. Aan het uiteinde van de 25 verdere leidingen 27 bevindt zich een sproeireinigingsorgaan 2 9 met behulp waarvan een onderdeel van de melkmachine 33 met reinigings- en/of spoelvloeistof kan worden gereinigd. Bij voorbeeld omvat het orgaan 29 een sproeikop 30. In het ene geval wordt met het orgaan 29 een borstel 31 gereinigd die 30 geschikt is om de spenen van het dier te reinigen, terwijl met het andere orgaan een deel van een robotarm 32 van een overigens niet geheel weergegeven melkrobot wordt gereinigd.
De inrichting 1 bevat een verwarmingsstartorgaan 34, dat de verwarming van de vloeistof door het verwarmingsorgaan 35 6 start. Het moment van het starten van de verwarming ligt onmiddellijk na verloop van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de voorgaande startactivering van de verwarming het verwarmingsorgaan 6. Een meetorgaan 36 meet de temperatuur van de reinigingsvloeistof en geeft een temperatuursignaal af 40 aan een reinigingsstartorgaan 35. Wanneer het temperatuursignaal aangeeft dat een vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt, start het reinigingsstartorgaan 4 n 1 7 Π1 7 7 35 de daadwerkelijke reiniging. Hiertoe is het reinigingsstartorgaan 35 verbonden met de voor de reiniging relevante onderdelen van de inrichting 1.
Teneinde onder meer een controle op de reiniging te 5 kunnen uitvoeren, is een geheugen 37 voorzien voor het bevatten van opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan 36. Verder kan een rekenorgaan 38 aan de hand van de in het geheugen 37 opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof zoals 10 gemeten door het meetorgaan 36 de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt, bepalen.
Een detectieorgaan 39 voor het detecteren van de aan- respectievelijk afwezigheid van een dier in een te 15 reinigen melkmachine 33, kan gebruikt worden om te voorkomen dat de inrichting de melkmachine 33 reinigt op het moment dat een dier gemolken wordt. Hiertoe geeft het detectieorgaan 39 een signaal af aan het reinigingsstartorgaan 35.
De inrichting 1 werkt bij voorkeur als volgt: 20 Wanneer een vooraf bepaalde, vaste periode is verlopen sinds de voorgaande startactivering van het verwarmingsorgaan 6, dan wordt door het verwarmingsstartorgaan 34 het verwarmingsorgaan 6 opnieuw geactiveerd, en wordt de vloeistof opgewarmd.
25 Het detectieorgaan 39 detecteert of er al dan niet een dier in de melkmachine aanwezig is. Is er een dier aanwezig, dan start het reinigingsorgaan 35 uitsluitend de daadwerkelijke reiniging alleen bij ontvangst van een signaal van het detectieorgaan 39 aangevende dat het dier de 30 melkmachine verlaten heeft.
Teneinde een efficiënter gebruik van de melkmachine 33 en de reinigingsinrichting 1 te verschaffen, bepaalt een op zich bekend identificatiesysteem 40 de identiteit van een dier dat zich bij de melkmachine 33 meldt om te worden gemolken.
35 Aan de hand van de identiteit kan een, in een geheugen opgeslagen en eventueel continu bijgewerkte, verwachte melkduur van het dier verkregen worden. Wanneer deze verwachte melkduur groter is dan de resterende opwarmingsduur, zoals bepaald met behulp van het meetorgaan 36 en het rekenorgaan 40 38, blijft een toegangspoort 41 tot de melkmachine 33 gesloten wanneer een dier zich meldt.
Uitsluitend wanneer de verwachte melkduur kleiner is S U I ί U Λ ! 8 dan de resterende opwarmduur, wordt het dier alsnog toegelaten tot de melkmachine 33, en kan worden gemolken, terwijl tegelijkertijd de vloeistof in het reservoir 2 opgewarmd wordt.
5 Wanneer het niet meer mogelijk is een dier te melken, wordt nadat het dier de melkmachine 33 verlaten heeft, de daadwerkelijke reiniging gestart op het moment dat de vloeistof de gewenste temperatuur bereikt heeft. De gewenste temperatuur is afhankelijk van het soort reinigingsproces dat 10 wordt toepast. In het geval dat er hittereiniging wordt toegepast zal de temperatuur meer dan 70° zijn.
In het geval bepaalde onderdelen van de melkmachine 33 bij een geringere temperatuur gereinigd dan wel gespoeld kunnen worden, kan door correcte sturing, mede van betreffende 15 afsluiters, ervoor worden gezorgd dat deze onderdelen op het moment van het bereiken van die temperatuur gereinigd dan wel gespoeld worden. Voorts is het ook mogelijk om tijdens het reinigen via de doseerinrichting 18 proportioneel een toevoeg-middel, zoals bijvoorbeeld chloor, zuur, loog, etc. aan de 20 vloeistof toe te voeren.
In het bufferreservoir 22 kan eveneens een toe-voegmiddel, zoals bijvoorbeeld natriumhypochloriet worden toegevoerd via de toevoerleiding 23. Dit mengsel kan op druk worden gebracht via de persluchtleiding 25. Via de verdere 25 leidingen 27 en de sproeikoppen 30 is het mogelijk de borstel 31 en de robotarm 32 met een hoge druk te reinigen, c.q. te desinfecteren.
1 ί\ Ί 7 l7 i^

Claims (23)

1. Inrichting (1) voor het reinigen van althans een j deel van één of meer melkmachines (33) voor het melken van j 5 dieren, waarbij de inrichting (1) is voorzien van: een reservoir (2) voor het bevatten van reinigingsvloeistof, een toevoerleiding (3) aangesloten op het reservoir (2) voor het toevoeren van reinigingsvloeistof aan het te 10 reinigen deel (15, 31, 32), en een verwarmingsorgaan (6) voor het verwarmen van de reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een verwarmingsstartorgaan (34) voor het onmiddellijk na verloop 15 van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de voorafgaande verwarmingsstartactivering doen activeren van het verwarmingsorgaan (6).
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een 20 reinigingsstartorgaan (35) voor het doen starten van de reiniging, van een meetorgaan (36) voor het meten van de temperatuur van de reinigingsvloeistof en voor het afgeven van een temperatuursignaal aan het reinigingsstartorgaan (35), waarbij het reinigingsstartorgaan (35) het reinigen doet 25 starten nadat het temperatuursignaal een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een geheugen (37) voor het bevatten van opwarmingsgegevens gemeten door het 30 temperatuurmeetorgaan (36) .
4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien van een rekenorgaan (38) voor het, aan de hand van de in het geheugen (37) opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de 35 reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan (36), bepalen van de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt.
5. Inrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is voorzien 4. van een detectieorgaan (39) voor het detecteren van de aan-respectievelijk afwezigheid van een dier in een te reinigen melkmachine (33). 10 17 0 47m
6. Inrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk/ dat het detectieorgaan (39) geschikt is voor het afgeven van een signaal aan het reinigingsstartorgaan (35) .
7. Inrichting (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk/ 5 dat het reinigingsstartorgaan (35) alleen activeerbaar is bij ontvangst van een signaal van het detectieorgaan (39) aangevende dat er geen dier in de te reinigen melkmachine (33) aanwezig is.
8. Inrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, 10 dat de inrichting (1) is voorzien van een identificatiesysteem (40) voor het identificeren van de identiteit van een dier, welk identificatiesysteem (40) gegevens met betrekking tot de verwachte melkduur van het dier bevat, dat de melkmachine (33) een toegangspoort (41) heeft bestuurd door het rekenorgaan 15 (38), waarbij de toegangspoort (41) wordt gesloten wanneer de verwachte melkduur groter is dan de resterende opwarmingsduur.
9. Melkmachine (33) voor het melken van een dier, waarbij de melkmachine (33) is voorzien van: een reservoir (2) voor het bevatten van 20 reinigingsvloeistof, een toevoerleiding (3) aangesloten op het reservoir (2) voor het toevoeren van reinigingsvloeistof aan een te reinigen deel (15, 31, 32) van de melkmachine (33), en een verwarmingsorgaan (6) voor het verwarmen van de 25 reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een verwarmingsstartorgaan (34) voor het onmiddellijk na verloop van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de voorafgaande verwarmingsstartactivering doen activeren van het 30 verwarmingsorgaan (6).
10. Melkmachine (33) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een reinigingsstartorgaan (35) voor het doen starten van de reiniging, van een meetorgaan (36) voor het meten van de 35 temperatuur van de reinigingsvloeistof en voor het afgeven van een temperatuursignaal aan het reinigingsstartorgaan (35) , waarbij het reinigingsstartorgaan (35) het reinigen doet starten nadat het temperatuursignaal een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt.
11. Melkmachine (33) volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een geheugen (37) voor het bevatten van opwarmingsgegevens gemeten door het 1017"ί™..... » temperatuurmeetorgaan (36).
12. Melkmachine (33) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een rekenorgaan (38) voor het aan de hand van de in het geheugen 5 (37) opgeslagen opwarmingsgegevens en de momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof zoals gemeten door het meetorgaan (36), bepalen van de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt.
13. Melkmachine (33) volgens een der voorgaande 10 conclusies 9 tot en met 12, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een detectieorgaan (39) voor het detecteren van de aan- respectievelijk afwezigheid van een dier in de melkmachine (33).
14. Melkmachine (33) volgens conclusie 13, met het 15 kenmerk, dat het detectieorgaan (39) geschikt is voor het afgeven van een signaal aan het reinigingsstartorgaan (35).
15. Melkmachine (33) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het reinigingsstartorgaan (35) alleen activeerbaar is bij ontvangst van een signaal van het 20 detectieorgaan (39) aangevende dat er geen dier in de melkmachine (33) aanwezig is.
16. Melkmachine (33) volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de melkmachine (33) is voorzien van een identificatiesysteem (40) voor het identificeren van de 25 identiteit van een dier, welk identificatiesysteem (40) gegevens met betrekking tot de verwachte melkduur van het dier bevat, dat de melkmachine (33) een toegangspoort (41) bestuurd door het rekenorgaan (38) heeft, waarbij de toegangspoort (41) gesloten wordt wanneer de verwachte melkduur groter is dan de 30 resterende opwarmingsduur.
17. Werkwijze voor het reinigen van althans een deel (15, 31, 32) van een melkmachine (33), welke werkwijze de stap bevat van het verwarmen van reinigingsvloeistof, met het kenmerk, dat het verwarmen van de reinigingsvloeistof wordt 35 gestart onmiddellijk na verloop van een vaste, vooraf bepaalde periode gerekend vanaf de voorafgaande verwarmings-startactivering.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de temperatuur van de reinigingsvloeistof wordt gemeten, 40 waarbij het reinigen wordt gestart nadat de temperatuur een vooraf bepaalde temperatuurwaarde heeft bereikt.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat 1 ·:λ 1 .....- ; gemeten opwarmingsgegevens in een geheugen (37) worden opgeslagen.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de aan de hand van de in het geheugen (37) opgeslagen 5 opwarmingsgegevens en de gemeten momentane temperatuur van de reinigingsvloeistof de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt wordt bepaald.
21. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 17 tot en met 20, met het kenmerk, dat aan- respectievelijk 10 afwezigheid van een dier in de melkmachine (33) gedetecteerd wordt.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de reiniging alleen geactiveerd wordt wanneer er geen dier in de melkmachine (33) aanwezig is.
23. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de identiteit en de verwachte melkduur van een dier bepaald wordt, en aan het dier geen toegang tot de melkmachine (33) gegeven wordt wanneer de verwachte melkduur groter is dan de resterende opwarmingsduur. 'i Ü· 1 ( i.! :
NL1017047A 2001-01-08 2001-01-08 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. NL1017047C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017047A NL1017047C2 (nl) 2001-01-08 2001-01-08 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
DE60132877T DE60132877T2 (de) 2001-01-08 2001-12-03 Vorrichtung und Verfahren zum Reinigen zumindest eines Teiles einer oder mehrerer Melkmaschinen
EP01204641A EP1221282B1 (en) 2001-01-08 2001-12-03 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
DK01204641T DK1221282T3 (da) 2001-01-08 2001-12-03 Indretning og fremgangsmåde til rengöring af en malkemaskine, og en malkemaskine
CA002364803A CA2364803A1 (en) 2001-01-08 2001-12-11 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
IL14706001A IL147060A0 (en) 2001-01-08 2001-12-12 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
JP2001385708A JP2002233262A (ja) 2001-01-08 2001-12-19 搾乳器械及びその洗浄装置・方法
AU97440/01A AU9744001A (en) 2001-01-08 2001-12-21 A device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine
US10/038,619 US20020092474A1 (en) 2001-01-08 2002-01-08 Device for and a method of cleaning a milking machine, and a milking machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017047A NL1017047C2 (nl) 2001-01-08 2001-01-08 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
NL1017047 2001-01-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017047C2 true NL1017047C2 (nl) 2002-07-09

Family

ID=19772694

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017047A NL1017047C2 (nl) 2001-01-08 2001-01-08 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US20020092474A1 (nl)
EP (1) EP1221282B1 (nl)
JP (1) JP2002233262A (nl)
AU (1) AU9744001A (nl)
CA (1) CA2364803A1 (nl)
DE (1) DE60132877T2 (nl)
DK (1) DK1221282T3 (nl)
IL (1) IL147060A0 (nl)
NL (1) NL1017047C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE520278C2 (sv) * 2001-09-20 2003-06-17 Delaval Holding Ab Arrangemang och förfarande för mjölkning av djur
JP5027166B2 (ja) * 2009-01-08 2012-09-19 オリオン機械株式会社 搾乳ユニット自動離脱装置
JP5164171B2 (ja) * 2009-03-10 2013-03-13 オリオン機械株式会社 乳頭洗浄装置
NL2012789B1 (nl) * 2014-05-09 2016-02-24 Lely Patent Nv Melkinrichting.
EP3883368A4 (en) * 2019-06-19 2022-06-29 Lakto Hayvancilik Teknolojileri Sanayi Ve Ticaret Limited Sirketi Free flow electronic meter
WO2022049517A1 (en) * 2020-09-03 2022-03-10 Lely Patent N.V. Milking device with a milk filter
NL2026404B1 (nl) * 2020-09-03 2022-05-04 Lely Patent Nv Melkinrichting
NL2026405B1 (nl) * 2020-09-03 2022-05-04 Lely Patent Nv Melkfilter en melkinrichting daarmee
NL2026406B1 (nl) * 2020-09-03 2022-05-04 Lely Patent Nv Melkinrichting

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1007727C2 (nl) 1997-12-08 1999-06-09 Maasland Nv Spoelvloeistofreinigingsinrichting voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine.
US6079359A (en) * 1997-07-04 2000-06-27 Maasland N.V. Implement for automatically milking animals

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6079359A (en) * 1997-07-04 2000-06-27 Maasland N.V. Implement for automatically milking animals
NL1007727C2 (nl) 1997-12-08 1999-06-09 Maasland Nv Spoelvloeistofreinigingsinrichting voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine.
WO1999029162A1 (nl) * 1997-12-08 1999-06-17 Maasland N.V. A cleaning implement for cleaning with a rinsing liquid at least part of a milking machine

Also Published As

Publication number Publication date
DK1221282T3 (da) 2008-06-02
EP1221282B1 (en) 2008-02-20
US20020092474A1 (en) 2002-07-18
DE60132877T2 (de) 2009-02-19
AU9744001A (en) 2002-07-11
CA2364803A1 (en) 2002-07-08
EP1221282A1 (en) 2002-07-10
DE60132877D1 (de) 2008-04-03
JP2002233262A (ja) 2002-08-20
IL147060A0 (en) 2002-08-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017047C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
US5651329A (en) Method of automatically milking animals and an implement for applying same
CN101677519B (zh) 流体涂敷***和方法以及挤奶***和方法
AU731973B2 (en) A cleaning implement for cleaning with a rinsing liquid at least part of a milking machine
EP0534565B1 (en) An implement for and a method of milking animals automatically
AU724618B2 (en) An implement for automatically milking animals
NL1017918C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine.
EP1175145A1 (en) An apparatus for teat treatment
CA2413291A1 (en) Method and apparatus for treating the teats of an animal
SE514037C2 (sv) Förfarande och anordning för rengöring av spenarna hos ett mjölkdjurs juver
JPH09117731A (ja) ミルク管系統の洗浄方法および装置
US10531634B1 (en) Animal hoof cleaning system and a method of cleaning an animals hoofs
EP2448403A2 (en) Arrangement and method in a milking system, the milking system itself, and a computer program product for controlling the method
US20150223424A1 (en) Automatic cleaning system and method for cleaning/treating teats of a dairy animal
EP2352367B1 (en) Method for milking, computer program product, and milking system
SE527083C2 (sv) Förfarande och mjölkningsstation för mjölkdjur
NL1021003C2 (nl) Systeem voor mediumtransport.
NL1024401C2 (nl) Aanbrenginrichting voor het na het melken van een melkdier aanbrengen van een fluïdum.
NL9400495A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch melken van dieren.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120801