NL1017001C2 - Connector and cable that includes it. - Google Patents

Description

\\

Connector en kabel die deze omvat.Connector and cable that includes it.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een connector, omvattende een behuizing, een aantal elektrische contacten en ten minste een veerkrachtige vergrendeling om een mechanische verbinding tot stand te brengen met een tegenhan-5 ger van de connector, omvattende een opening, zoals een gleuf of een inkeping, om de vergrendeling in op te nemen.The present invention relates to a connector, comprising a housing, a plurality of electrical contacts, and at least one resilient lock to establish a mechanical connection to a counterpart of the connector, comprising an opening, such as a slot or a notch, to accommodate the lock.

Een connector van dit type is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 898 333 A2, die (in samenhang met onder andere figuur 1) een connector (cijfer 20) voor een kabel 10 beschrijft, omvattende een contactblok of behuizing (20) gevormd uit isolerend materiaal. Contacten (24) zijn in gleuven in de behuizing (22) geplaatst en strekken zich uit tot voorbij het voorvlak van de genoemde behuizing (22). De behuizing (22) omvat verder een paar in dwarsrichting uit el-15 kaar geplaatste geleidingspennen (26), die polariserende kenmerken kunnen omvatten om een correcte koppeling met een aansluitconnector zeker te stellen (zoals bijv. in figuur 13 getoond). Omdat de contacten onder veerspanning gezet zijn, om in de ontvangstconnector (80) voldoende contactkrachten te 20 ontwikkelen door indrukken tegen stationaire contactelemen-ten (84), is er inherent een kracht aanwezig die ertoe neigt de twee connectors van elkaar te scheiden. Om deze kracht tegen te gaan, is het nodig de connector en aansluitconnector met elkaar te vergrendelen tijdens gebruik. Hiertoe is elk van 25 de pennen (26) voorzien van een veerkrachtige vergrendelings-arm (30) die een verwijderd deel omvat, dat een vergrendelingsklauw (32) draagt. De aansluitconnector (80) omvat twee openingen (88), waarvan de voorste randen omgrepen worden door de vergrendelingshaken (32), bij verbinding. De 30 genoemde connector (20) wordt ontgrendeld door de vergrende-lingshaken (32) omlaag te duwen.A connector of this type is known from European patent application 0 898 333 A2, which (in connection with, inter alia, figure 1) describes a connector (numeral 20) for a cable 10, comprising a contact block or housing (20) formed from insulating material . Contacts (24) are arranged in slots in the housing (22) and extend beyond the front face of said housing (22). The housing (22) further comprises a pair of guide pins (26) disposed transversely of each other, which may include polarizing features to ensure correct coupling to a terminal connector (as shown, for example, in Figure 13). Because the contacts are biased to develop sufficient contact forces in the receiving connector (80) by pressing against stationary contact elements (84), a force is inherently present which tends to separate the two connectors. To counteract this force, it is necessary to lock the connector and connection connector together during use. To this end, each of the pins (26) is provided with a resilient locking arm (30) which comprises a removed part carrying a locking claw (32). The connection connector (80) comprises two openings (88), the front edges of which are enclosed by the locking hooks (32) when connected. The said connector (20) is unlocked by pushing down the locking hooks (32).

itO 170 01· 2ITO 170 01 · 2

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterde connector te verschaffen van het in de openingsalinea omschreven type alsmede een kabel die deze omvat.It is an object of the present invention to provide an improved connector of the type described in the opening paragraph as well as a cable comprising it.

Hiertoe wordt de connector volgens de onderhavige 5 uitvinding gekenmerkt doordat de vergrendeling een uitsteeksel omvat dat, bij verbinding van de connector met de tegenhanger, om een rand of binnenwand van genoemde opening grijpt en doordat het oppervlak van het uitsteeksel dat contact maakt met genoemde rand of binnenwand, gekromd is.To this end, the connector according to the present invention is characterized in that the lock comprises a protrusion which, when the connector is connected to the counterpart, grips around an edge or inner wall of said opening and in that the surface of the protrusion which makes contact with said edge or inner wall is curved.

10 Zoals hieronder zal worden uitgelegd, maakt het ge bruik van een gekromd oppervlak in plaats van een recht oppervlak een meer effectieve beheersing mogelijk van de zogenaamde retentiekracht, dat wil zeggen de kracht waarmee de connector in zijn tegenhanger wordt tegengehouden in een rich-15 ting die in hoofdzaak evenwijdig en tegengesteld is aan de insteekrichting van de connector. Dientengevolge is het minder waarschijnlijk dat onbedoeld ontgrendelen van de connector optreedt .As will be explained below, the use of a curved surface instead of a straight surface allows a more effective control of the so-called retention force, ie the force with which the connector in its counterpart is retained in a direction which is substantially parallel and opposite to the plug-in direction of the connector. As a result, it is less likely that accidental unlocking of the connector will occur.

In een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige 20 uitvinding, omvat de vergrendeling een tweede uitsteeksel, dat voorbij een tweede rand of binnenwand van de opening reikt, tegenover de eerste rand of binnenwand, en aanligt tegen de tegenhanger bij rotatie van de connector om een in hoofdzaak loodrecht op de insteekrichting van de connector staande as.In a further embodiment of the present invention, the lock comprises a second protrusion that extends beyond a second edge or inner wall of the opening, opposite the first edge or inner wall, and abuts against the counterpart upon rotation of the connector about a substantially shaft perpendicular to the insertion direction of the connector.

25 Dientengevolge zal de vergrendeling worden terugge trokken uit de genoemde opening, zodat de connector ontgrendeld wordt en het risico van schade aan de connector of zijn tegenhanger verkleind wordt, wanneer bijvoorbeeld iemand struikelt over een kabel die aan een mobiele telefoon is vast-30 gemaakt.As a result, the lock will be withdrawn from said aperture, so that the connector is unlocked and the risk of damage to the connector or its counterpart is reduced if, for example, someone trips over a cable attached to a mobile telephone.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekeningen, waarin verscheidene kenmerken en uitvoeringsvormen van de connector volgens de onderhavige uitvinding schematisch getoond worden.The invention will now be further explained with reference to the drawings, in which various features and embodiments of the connector according to the present invention are schematically shown.

35 Fig. 1 toont in perspectief een connector waarin de kenmerken van de onderhavige uitvinding toegepast kunnen worden .FIG. 1 is a perspective view of a connector in which the features of the present invention can be applied.

1017001* 31017001 * 3

Fig. 2 toont een gedeelte van een dwarsdoorsnede van een connector volgens de onderhavige uitvinding, die in overige opzichten vergelijkbaar is met de connector die in fig. 1 getoond wordt.FIG. 2 shows a portion of a cross-section of a connector according to the present invention, which is similar in other respects to the connector shown in FIG.

5 Fig. 3A en 3B tonen in perspectief een onder- en bo venaanzicht van een tegenhanger van de connector voor gebruik in een mobiel toestel.FIG. 3A and 3B show a perspective bottom and top view of a counterpart of the connector for use in a mobile device.

Fig. 4 toont een detail van de connector volgens fig. 2.FIG. 4 shows a detail of the connector according to FIG. 2.

10 Fig. 5A en 5B tonen een eerste alternatief voor de connector volgens fig. 2.FIG. 5A and 5B show a first alternative to the connector according to Fig. 2.

Fig. 6 toont een tweede alternatief voor de connector volgens fig. 2.FIG. 6 shows a second alternative to the connector according to FIG. 2.

Onderdelen en kenmerken die in hoofdzaak hetzelfde 15 zijn of in hoofdzaak dezelfde functie uitoefenen worden door hetzelfde cijfer gekenmerkt.Parts and features that are substantially the same or perform substantially the same function are characterized by the same numeral.

Figuren 1 en 2 tonen een connector of plug 1, zoals een invoer/uitvoer plug voor een mobiele telefoon, geschikt voor verbinding met een tegenhanger van de connector of aan-20 sluiting 2 (in figuur 3 getoond). De plug 1 omvat een buitenste behuizing, die bestaat uit een onderste of hoofddeel 3 en een bovenste gedeelte of afdekking 4. De buitenste behuizing bevat een binnenste behuizing 5, is gemaakt van een elektrisch isolerend thermoplastisch materiaal en in een af-25 scherming 6 uit een gevouwen metalen plaat geplaatst. De binnenste behuizing 5 is voorzien van een aantal onder veer-spanning staande contacten 7, in een rij gerangschikt en zich uitstrekkend door de voorkant van de binnenste behuizing 5. De contacten 7 zijn elektrisch verbonden met de respectievelijke 30 draden (niet getoond) in een kabel 8, terwijl de afscherming 6 van de behuizing 5 elektrisch verbonden is met een gevlochten mantel (niet getoond) in de kabel 8, welke mantel de genoemde draden omgeeft en zo afschermt. Er is voorzien in een snoerontlasting 9 in de achterkant van de buitenste behuizing, 35 om excessieve krachten op de (soldeer)verbinding tussen de contacten 7 en de draden te vermijden, wanneer de kabel verbogen wordt.Figures 1 and 2 show a connector or plug 1, such as an input / output plug for a mobile telephone, suitable for connection to a counterpart of the connector or terminal 2 (shown in Figure 3). The plug 1 comprises an outer housing which consists of a lower or main part 3 and an upper part or cover 4. The outer housing comprises an inner housing 5, is made of an electrically insulating thermoplastic material and in a screen 6 is made of a folded metal plate. The inner housing 5 is provided with a number of spring-loaded contacts 7, arranged in a row and extending through the front of the inner housing 5. The contacts 7 are electrically connected to the respective wires (not shown) in a cable 8, while the screen 6 of the housing 5 is electrically connected to a braided sheath (not shown) in the cable 8, which sheath surrounds and thus shields said wires. A strain relief 9 is provided in the rear of the outer housing 35 to avoid excessive forces on the (solder) connection between the contacts 7 and the wires when the cable is bent.

1017001· 41017001 · 4

De binnenste behuizing 5 is voorzien van twee in hoofdzaak evenwijdige pennen 10, 10', om de plug 1 uit te lijnen en te polariseren ten opzichte van de aansluiting 2, waarbij elke van deze pennen 10, 10' een veerkrachtige ver-5 grendeling 11 respectievelijk 11' bevatten. Zoals aan figuur 2 gezien kan worden, maakt de vergrendeling 11 deel uit van een in hoofdzaak plat element 12, dat verder een van weerhaakjes voorzien retentiegedeelte 13 omvat, om het element 12 zeker te positioneren in een corresponderende holte in de binnenste be-10 huizing 5, en een ontgrendelstomp 14. De ontgrendelstomp 14 werkt samen met een drukknop 15 op de afdekking 4. Wanneer deze drukknop 15 omlaag geduwd wordt, buigen de vergrendelingen 11, 11' naar beneden. De elementen 12 kunnen bijvoorbeeld uit een enkele metalen plaat gestanst worden.The inner housing 5 is provided with two substantially parallel pins 10, 10 'for aligning and polarizing the plug 1 with respect to the terminal 2, each of these pins 10, 10' being a resilient lock 11 11 'respectively. As can be seen from Figure 2, the lock 11 forms part of a substantially flat element 12, which further comprises a barbed retention portion 13, to securely position the element 12 in a corresponding cavity in the inner housing 5, and a release stub 14. The release stub 14 cooperates with a push button 15 on the cover 4. When this push button 15 is pushed down, the locks 11, 11 'bend downwards. The elements 12 can for instance be punched from a single metal plate.

15 Voor verdere details over de connector 1 en de tegenhanger van de connector 2, wordt verwezen naar EP 0 898 333. De contacten 7 zijn in meer detail beschreven in EP 718 918.For further details about the connector 1 and the counterpart of the connector 2, reference is made to EP 0 898 333. The contacts 7 are described in more detail in EP 718 918.

Figuur 3A en 3B tonen, in boven- en onderaanzicht, een aansluiting 2, die gesoldeerd is op een printplaat 16 van 20 een mobiel toestel, zoals een mobiele telefoon. De aansluiting 2 omvat een in een afscherming 18 geplaatste behuizing 17 uit een elektrisch isolerend thermoplastische materiaal. De behuizing 17 omvat een rij van eerste holten 19, waarvan eenieder een contactelement 20 bevat, en twee grotere tweede 25 holten 21, 21', om de pennen 10, 10' in op te nemen. Het aantal en de onderlinge afstand van de holten 19, 21, 21' en contactelementen 20 komen overeen met die van de pennen 10, 10' en de contacten 7 in de connector 1, om zodoende effectief elektrisch contact tussen de contacten 7 en de contactelemen- 30 ten 20 mogelijk te maken bij verbinding van de plug 1 met de aansluiting 2. De contactelementen 20 strekken zich verder uit door de achterkant van de behuizing 17 en zijn op (niet getoonde) banen op de printplaat 16 gesoldeerd.Figures 3A and 3B show, in top and bottom view, a connection 2, which is soldered to a printed circuit board 16 of a mobile device, such as a mobile telephone. The connection 2 comprises a housing 17 placed in a shield 18 of an electrically insulating thermoplastic material. The housing 17 comprises a row of first cavities 19, each of which contains a contact element 20, and two larger second cavities 21, 21 'for receiving the pins 10, 10'. The number and spacing of the cavities 19, 21, 21 'and contact elements 20 correspond to those of the pins 10, 10' and the contacts 7 in the connector 1, so as to ensure effective electrical contact between the contacts 7 and the contact elements 30 when connecting the plug 1 to the connection 2. The contact elements 20 further extend through the rear of the housing 17 and are soldered onto the printed circuit board 16 on paths (not shown).

De afscherming 18 omvat twee rechthoekige openin-35 gen 22, 22', om de vergrendelingen 11, 11' in op te nemen, om een zekere mechanische verbinding tussen de connector 1 en zijn tegenhanger 2 tot stand te brengen. De vergrendeling 11, die in meer detail getoond wordt in figuur 4, omvat een eerste 1017001· 5 uitsteeksel of klauw 23, met een gekromd, bij voorkeur concaaf oppervlak dat, bij insteken van de plug 1 in de aansluiting 2, om de voorste rand 25 van de genoemde rechthoekige opening 22 i grijpt. Door een gekromd oppervlak in plaats van een recht op- j 5 pervlak te gebruiken, kan de hoek tussen het vlak van de opening 22 en een raaklijn aan genoemd oppervlak 24 op het contactpunt met de rand 25 voor elke positie van de klauw 23 beheerst worden. Afhankelijk van de manier waarop de vergrendeling in de binnenste behuizing 5 is gemonteerd, kan deze 10 hoek worden uitgedrukt door middel van een omlaag of naar binnen gerichte rotatiehoek, een omlaag of naar binnen gerichte translatieafstand L, of een combinatie van die twee.The shield 18 comprises two rectangular openings 22, 22 'to receive the locks 11, 11', in order to establish a certain mechanical connection between the connector 1 and its counterpart 2. The lock 11, which is shown in more detail in Figure 4, comprises a first protrusion or claw 23, with a curved, preferably concave surface which, when the plug 1 is inserted into the connection 2, around the front edge 25 of the said rectangular opening 22 i engages. By using a curved surface instead of a straight surface, the angle between the surface of the opening 22 and a tangent to said surface 24 at the point of contact with the edge 25 can be controlled for each position of the claw 23 . Depending on the manner in which the lock is mounted in the inner housing 5, this angle can be expressed by means of a downward or inward-facing rotation angle, a downward or inward-facing translation distance L, or a combination of the two.

De wrijving op het contactpunt, en daarmee de reten-tiekracht waarmee de connector 1 wordt vastgehouden in zijn 15 tegenhanger 2, wordt voornamelijk bepaald door de wrijvingsco-efficiënt en de kracht die op dat punt wordt uitgeoefend. Als de raaklijn door het contactpunt verhoudingsgewijs steil is, zoals het geval zou zijn in punt 24A, dan zal de door de vergrendeling 11 op de rand 25 uitgeoefende kracht, en zodoende 20 de resulterende wrijving, relatief groot.zijn. Omgekeerd zal een relatief vlakke raaklijn, zoals het geval zou zijn in figuur 24B, leiden tot een relatief lage kracht en wrijving.The friction at the contact point, and hence the retention force with which the connector 1 is retained in its counterpart 2, is mainly determined by the friction coefficient and the force exerted at that point. If the tangent line through the contact point is relatively steep, as would be the case in point 24A, the force exerted by the lock 11 on the edge 25, and thus the resulting friction, will be relatively great. Conversely, a relatively flat tangent line, as would be the case in Figure 24B, will lead to a relatively low force and friction.

Zodoende kunnen de genoemde kracht en wrijving beheerst worden door een geschikte raaklijn uit te kiezen, bij voorkeur voor 25 ieder punt van het oppervlak 24.Thus the said force and friction can be controlled by selecting a suitable tangent line, preferably for each point of the surface 24.

Zo zal bijvoorbeeld een geringe en/of onbedoelde verschuiving in positie naar beneden van de vergrendeling 11 zowel een tijdelijke verlaging van de wrijvingscoëfficiënt in genoemd contactpunt tot gevolg hebben (aangezien de statische 30 wrijvingscoëfficiënt tijdelijk vervangen wordt door een lagere dynamische wrijvingscoëfficiënt), als een tijdelijke toename in de door de veerkrachtige vergrendeling 11, die een veercon-stante heeft en nu (enigszins) is ingedrukt, tot gevolg hebben. Deze veranderingen kunnen op hun beurt, vooral bij een 35 recht oppervlak, een instabiel slip/stick-effect en uiteindelijk een ongewenste ontgrendeling van de connector 1 van zijn tegenhanger 2 tot gevolg hebben. Als echter de raaklijn aan het gekromde oppervlak 24 in het contactpunt met de rand 25 1017001· 6 steiler wordt bij genoemde verschuiving naar beneden, zoals het geval is wanneer het genoemde punt van 24B naar 24A verschuift, wordt de verlaging van de wrijvingscoëfficiënt gecompenseerd door een bijkomende verhoging (als gevolg van de 5 steilere raaklijn) van de door de (enigszins) ingedrukte veerkrachtige vergrendeling 11 uitgeoefende kracht en wordt onbedoelde ontgrendeling van de connector voorkomen.For example, a slight and / or unintended shift down position of the lock 11 will result in both a temporary reduction of the coefficient of friction at said contact point (since the static friction coefficient is temporarily replaced by a lower dynamic coefficient of friction) and a temporary increase in the spring-loaded lock 11, which has a spring constant and is now (slightly) depressed. These changes, in turn, especially with a straight surface, may result in an unstable slip / stick effect and ultimately an undesired unlocking of the connector 1 from its counterpart 2. However, if the tangent to the curved surface 24 in the point of contact with the edge 25 becomes steeper with said downward shift, as is the case when said point shifts from 24B to 24A, the reduction of the coefficient of friction is compensated by a additional increase (as a result of the steeper tangent line) of the force exerted by the (slightly) pressed resilient lock 11 and unintentional unlocking of the connector is prevented.

Als de vergrendeling 11 draaibaar gemonteerd is, is een verschuiving naar beneden gekoppeld aan een rotatie van de 10 vergrendeling 11, hetgeen ervoor zal zorgen dat de raaklijn en de wrijving in het contactpunt op hun beurt respectievelijk vlakker worden en afnemen. Dit fenomeen kan ook gecompenseerd worden door een geschikt gekromd oppervlak uit te kiezen.When the lock 11 is rotatably mounted, a downward shift is coupled to a rotation of the lock 11, which will cause the tangent and friction in the contact point to flatten and decrease in turn. This phenomenon can also be compensated for by selecting a suitable curved surface.

Figuur 4 toont, in samenhang met de figuren 5A, 5B en 15 6, een tweede uitsteeksel 26 aan de vergrendeling 11 dat tot voorbij een tweede rand 27 van de opening 22 reikt, tegenover de eerste rand 25. Dit tweede uitsteeksel 26 ligt aan tegen de afscherming 18 van de aansluiting 2 bij rotatie van de plug 1 om een as die zowel in hoofdzaak loodrecht op de insteekrich-20 ting (ID) van de plug 1 staat, als evenwijdig aan de rij contacten 7, zoals voor zou kunnen komen wanneer iemand struikelt over de kabel 8. Zodoende wordt het eerste uitsteeksel 23 teruggetrokken uit de opening 22 en wordt de plug 1 ontgrendeld, voordat schade aan bijvoorbeeld de vergrendelingen 11, 25 11', de pennen 10, 10', of de afscherming 18 optreedt.Figure 4 shows, in conjunction with Figures 5A, 5B and 6, a second protrusion 26 on the latch 11 that extends beyond a second edge 27 of the opening 22, opposite the first edge 25. This second protrusion 26 abuts against the shield 18 of the connection 2 when the plug 1 is rotated about an axis that is substantially perpendicular to the plug-in direction (ID) of the plug 1, and parallel to the row of contacts 7, as could occur if someone tripping over the cable 8. Thus, the first protrusion 23 is withdrawn from the opening 22 and the plug 1 is unlocked before damage occurs to, for example, the locks 11, 11 ', the pins 10, 10', or the shield 18.

Als het eerste uitsteeksel 23 en het tweede uitsteeksel 26 onder een hoek staan, zoals getoond in figuren 5A en 5B, zal dit laatste uitsteeksel 26 niet tegen de afscherming 18 aanliggen tijdens normaal gebruik en onnauwkeurigheden 30 die het gevolg zijn van de vervaardiging van bijvoorbeeld het element 12 zullen niet voortijdig genoemde ontgrendeling initiëren .If the first protrusion 23 and the second protrusion 26 are at an angle, as shown in Figs. 5A and 5B, this last protrusion 26 will not abut the shield 18 during normal use and inaccuracies 30 that result from the manufacture of, for example, the element 12 will not initiate said unlocking prematurely.

Om ontgrendeling van de plug 1 mogelijk te maken wanneer een rotatie in de tegenovergestelde richting optreedt, 35 wordt er de voorkeur aan gegeven dat de pennen 10, 10', op zijn minst aan de verst van de vergrendeling 11 verwijderde kant, afgerond zijn. Het afgeronde deel 28 is bij voorkeur zo vormgegeven, dat de pennen 10, 10', zonder te breken of het Λ017001· 7 plastisch deformeren van de afscherming 18 te veroorzaken, uit de afscherming 18 kunnen draaien.In order to enable unlocking of the plug 1 when rotation occurs in the opposite direction, it is preferred that the pins 10, 10 ', at least on the side furthest away from the locking 11, are rounded. The rounded part 28 is preferably designed such that the pins 10, 10 ', without breaking or causing plastic deformation of the shield 18, can turn out of the shield 18.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en kan op een aantal manieren 5 worden gevarieerd binnen de reikwijdte van de conclusies. Bijvoorbeeld kan de connector volgens de onderhavige uitvinding deel uitmaken van een mobiel toestel, zoals een mobiele telefoon, in plaats van een kabel.The invention is not limited to the embodiments described above and can be varied in a number of ways within the scope of the claims. For example, the connector according to the present invention can be part of a mobile device, such as a mobile phone, instead of a cable.

f017001*f017001 *

Claims (9)

1. Connector (1), omvattende een behuizing (3,4), een aantal elektrische contacten (7) en ten minste een veerkrachtige vergrendeling (11) om een mechanische verbinding tot stand te brengen met een tegenhanger van de connector (2) om- 5 vattende een opening (22), zoals een gleuf of inkeping, om de vergrendeling (11) in op te nemen, met het kenmerk dat de vergrendeling (11) een uitsteeksel (23) omvat dat, bij verbinding van de connector met de tegenhanger (2), om een rand (25) of binnenwand van genoemde opening (22) grijpt en dat het opper- 10 vlak (24) van het uitsteeksel (23) dat contact maakt met genoemde rand (25) of binnenwand, gekromd is.Connector (1), comprising a housing (3, 4), a number of electrical contacts (7) and at least one resilient lock (11) for establishing a mechanical connection with a counterpart of the connector (2) for - comprising an opening (22), such as a slot or notch, for receiving the lock (11), characterized in that the lock (11) comprises a protrusion (23) which, when the connector is connected to the counterpart (2), around an edge (25) or inner wall of said opening (22) and that the surface (24) of the protrusion (23) which makes contact with said edge (25) or inner wall is curved . 2. Connector (1) volgens conclusie 1, waarbij het genoemde oppervlak (24) concaaf is.Connector (1) according to claim 1, wherein said surface (24) is concave. 3. Connector (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 connector (1) ontgrendeld kan worden, door de vergrendeling (11) omlaag te duwen, waarbij de raaklijn (24A, 24B) aan het gekromde oppervlak (24) steiler wordt in het contactpunt met de rand (25) of binnenwand.3. Connector (1) according to claim 1 or 2, wherein the connector (1) can be unlocked, by pushing down the lock (11), the tangent line (24A, 24B) on the curved surface (24) becoming steeper at the point of contact with the edge (25) or inner wall. 4. Connector (1) volgens de kop van conclusie 1, met 20 het kenmerk dat de vergrendeling (11) een eerste uitsteeksel (23) omvat dat, bij verbinding van de connector (1) met de tegenhanger (2), om een eerste rand (25) of binnenwand van de genoemde opening (22) grijpt en een tweede uitsteeksel (26) dat tot voorbij een tweede rand (27) of binnenwand van de ope- 25 ning (22) reikt en aanligt tegen de tegenhanger (2), bij rotatie van de connector (1) om een in hoofdzaak loodrecht op de insteekrichting (ID) van de connector (1) staande as.Connector (1) according to the preamble of claim 1, characterized in that the lock (11) comprises a first protrusion (23) which, when the connector (1) is connected to the counterpart (2), around a first edge (25) or inner wall of said opening (22) grips and a second protrusion (26) which extends beyond a second edge (27) or inner wall of the opening (22) and abuts against the counterpart (2) , upon rotation of the connector (1) about an axis substantially perpendicular to the insertion direction (ID) of the connector (1). 5. Connector (1) volgens conclusie 4, waarbij het eerste uitsteeksel (23) en het tweede uitsteeksel (26) onder 30 een hoek staan.The connector (1) of claim 4, wherein the first protrusion (23) and the second protrusion (26) are angled. 6. Connector (1) volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste een pen (10) om de connector (1) ten opzichte van zijn tegenhanger uit te lijnen, waarbij ten minste één kant van de pen (10) afgerond is.Connector (1) according to one of the preceding claims, comprising at least one pin (10) for aligning the connector (1) with respect to its counterpart, wherein at least one side of the pin (10) is rounded. 7. Connector (1) volgens conclusie 6, waarbij de ver grendeling (11) geïntegreerd is in de pen (10) en ten minste f017001· de verst van de vergrendeling (11) verwijderde kant van de pen (10) afgerond is in een mate die verwijdering van de connector (1) van zijn tegenhanger (2) , door de connector (1) om een in hoofdzaak loodrecht op de insteekrichting (ID) staande 5 as te draaien, mogelijk maakt.Connector (1) according to claim 6, wherein the lock (11) is integrated in the pin (10) and at least f017001 the side of the pin (10) furthest away from the lock (11) is rounded in a extent that allows removal of the connector (1) from its counterpart (2) by rotating the connector (1) about an axis substantially perpendicular to the insertion direction (ID). 8. Connector (1) volgens conclusie 6 of 7, omvattende twee gespiegelde pennen (10, 10').Connector (1) according to claim 6 or 7, comprising two mirrored pins (10, 10 '). 9. Kabel (8) voor verbinding met een mobiele telefoon, omvattende een connector (1) volgens één van de vorige 10 conclusies. f017001»9. Cable (8) for connection to a mobile telephone, comprising a connector (1) according to one of the preceding claims. f017001 »