NL1016656C2 - Bekistingssysteem en werkwijze hiervoor. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Bekistingssysteem en werkwijze hiervoor.

De uitvinding heeft betrekking op een bekistingssysteem voor het bekisten van een, op een bodemplaat te storten betonvloer waarbij 5 de bodemplaat is gelegen op steunelementen, omvattende profiel del en ieder met een eerste liggend deel voor oplegging op en bevestiging aan de steunelementen, een staand deel voor het zijdelings definiëren van de buitenomtrek van de te storten betonvl oer, alsmede een tweede liggend deel boven het eerste liggend deel.

10 Bij het vervaardigen van betonnen vloeren tijdens de bouw van bouwkundige werken kan men twee hoofdmethodieken onderscheiden. In de eerste plaats kan men gebruik maken van volledig geprefabriceerde betonnen vloerdelen die, ter gewichtsbesparing, veelal zijn voorzien van inwendige uitsparingen. Men spreekt hierbij vaak over kanaalplaatvloeren. 15 Nadat dergelijke vloerdelen in positie zijn gebracht, behoeven zij slechts te worden afgewerkt middels een deklaag.

Volgens een tweede methodiek wordt de betonnen vloer op de bouwlocatie gestort. De bekisting hiertoe wordt gevormd door een geprefabriceerde bodemplaat welke aan zijn omtrek wordt omgeven door een 20 opstaande bekisting. De bodemplaat heeft meestal een dikte gelegen tussen 45 mm en 70 mm en is aan de bovenzijde voorzien van een stalen wapening, die na het storten van de betonnen vloer hierin is opgenomen.

Alhoewel het gangbaar is om bij de tweede methodiek houten bekistingselementen toe te passen is het tevens bekend om deze 25 bekistingselementen als gehoekte metalen platen uit te voeren. In dit verband wordt gewezen op het Duitse gebruiksmodel DE 29802915 UI waaruit een bekistingssysteem volgens de aanhef bekend is. Meer specifiek wordt in dit document een bekistingselement beschreven met een gehoekte stalen plaat omvattende een verticale hoofdzijde en haaks daarop een horizontale 30 hoofdzijde waarop het bekistingselement als geheel rust. Aan hun vrije 101665¾< 2 randen zijn de verticale hoofdzijde en de horizontale hoofdzijde respectievelijk nog voorzien van een korte horizontale rand en een korte verticale rand, welke randen naar de zijde van de storten vloer zijn gericht. Voor het vergroten van de stijfheid benodigd om ontoelaatbare 5 vervormingen van de bekistingelementen tijdens en na het storten van beton te voorkomen, is in de hoek tussen de horizontale hoofdzijde en de verticale hoofdzijde een aantal haakse beugels voorzien die zowel met de horizontale hoofdzijde als de verticale hoofdzijde zijn verbonden.

De uitvinding richt zich op betonnen vloeren die worden 10 vervaardigd volgens deze tweede methodiek.

Indien hierbij wordt gewerkt met houten bekistingselementen wordt, voor het aanbrengen van de opstaande houten bekistingsranden volgens de stand van de techniek, gebruik gemaakt van randkistankers die op regelmatige afstand van elkaar worden aangebracht 15 op de steunelementen veelal in de vorm van wanden. De randkistankers hebben een U-vormig uiteinde die in werkzame toestand zich juist aan de buitenzijde van de steunelementen uitstrekken en waarin de houten bekistingsplaten staand op hun langsranden kunnen worden opgenomen dusdanig dat de ligging van de binnenzijde van de bekistingsplaten overeenkomt met 20 de buitenomtrek van de te storten betonvloer en met de buitenzijde van steunelementen. Nadat de betonvloer is gestort worden de houten bekistingsplaten verwijderd en worden de randkistanker plat geslagen tegen de steunelementen. Zowel het aanbrengen als verwijderen van de houten bekistingsplaten, waarvoor in het algemeen 3 meter lange en 15 kilo zware 25 steigerdelen worden gebruikt, is een zwaar werk dat, mede gezien de hoogtes waarop dit werk zich noodzakelijkerwijs veelal afspeelt, niet zonder risico's is. Hierbij dient men zich te realiseren dat na het storten van de betonnen vloer, beton zich zal hechten aan de bekistingsplaten waardoor het gewicht ervan verder toeneemt. Daarnaast bestaat het risico van lekkage 101665« 3 tussen de, stuik tegen elkaar geplaatste, bekistingsplaten door, zoals bijvoorbeeld in de hoeken.

Een deel van de bovengenoemde nadelen van de toepassing van houten bekistingselementen zoals bovenstaand beschreven wordt 5 weggenomen indien in plaats daarvan metalen bekistingselementen zoals beschreven in het reeds eerder aangehaalde Duitse gebruiksmodel DE 29802915 UI wordt toegepast. Dergelijk bekistingselementen hebben echter als nadeel dat hun toepassing niet goedkoop is, waarbij men zich dient te realiseren dat het hier om verloren bekistingselementen gaat. De kosten die verbonden 10 zijn met de toepassing van genoemde stalen bekistingselementen vinden hun oorzaak mede in de toepassing van de haakse beugels.

De uitvinding beoogt een bekistingssysteem te verschaffen waarmee bovengenoemde bezwaren verbonden aan de toepassing van houten bekistingselementen worden verholpen, terwijl bovendien een 15 goedkoper bekistingssysteem wordt verschaft dan het alternatieve metalen bekistingssysteem zoals bovenstaand beschreven, waarbij uiteraard het bekistingssysteem volgens de uitvinding aan de vereisten ten aanzien van de stijfheid ervan voldoet. Hiertoe wordt het bekistingssysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de profiel del en zijn voorzien van 20 verbindingsvoorzieningen aangebracht op het tweede liggend deel voor het in dwarsrichting op de profiel del en star verbinden van de profiel del en met de bodemplaat. Ten opzichte van de toepassing van conventionele houten bekistingselementen maakt toepassing van een dergelijk belastingssysteem met dergelijke profiel del en het aanbrengen van de randbeki sting aanzienlijk 25 eenvoudiger. Het eerste liggend deel draagt zorg voor de bevestiging aan het steunelement terwijl het staand deel de functie overneemt van de houten bekistingsplaten volgens de stand van de techniek. Aangezien het staande deel binnen of nagenoeg binnen de verticale projectie boven de steunelementen kan blijven is er geen noodzaak de profiel del en na het storten van 30 de betonvloer te verwijderen, zodat er sprake is van een verloren mi Rfire i 4 bekisting. Los van het feit dat dit qua arbeidsomstandigheden een aanzienlijke verbetering vormt, wordt ook een aanzienlijke kostenbesparing gerealiseerd doordat ook de arbeidskosten die gemoeid zijn met het verwijderen van bekistingsplaten worden bespaard. Tevens worden kosten 5 gespaard die gemoeid zouden zijn met het afvoeren naar een stortplaats van de randbekisting. Daar komt bij dat de uitvoeringsvorm van bekistingselementen deel uitmakend van het bekistingssysteem volgens de uitvinding ten opzichte van de metalen bekistingselementen volgens het Duitse gebruiksmodel DE 29802915 UI eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd 10 doordat in beginsel af kan worden gezien van de haakse beugels ervan. Een starre verbinding zoals middels de verbindingsvoorzieningen van het bekistingssysteem volgens de uitvinding kan worden gerealiseerd, voorkomt dat de staande delen tijdens het storten van de betonvloer buitenwaarts zullen wijken. De starre verbinding kan tot stand komen middels een draad 15 die is gespannen tussen de verbindingsvoorzieningen en een tralieligger aanwezig op de bodemplaat.

Bij voorkeur omvatten de verbindingsvoorzieningen hiertoe gaten die productietechnisch eenvoudig zijn aan te brengen en via welke gaten bovendien zeer snel en betrouwbaar een draad met het 20 desbetreffende profiel deel kan worden verbonden.

Indien het staande deel is voorzien aan een uiteinde van het eerste liggende deel, kunnen individuele profiel del en, in plaats van stuik, overlappend, bijvoorbeeld over een lengte van 1 cm, ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd. De profiel del en kunnen voor toepassing 25 hoeken worden gebogen waarbij een V-vormig deel in het eerste liggend deel kan worden verwijderd om het buigen te vergemakkelijken. Alternatief kan ook slechts een insnijding worden gemaakt in het liggend deel ter plaatse van de hoek waarbij de liggende delen aan weerszijden van de hoeken elkaar overlappen.

PP C P ‘ 5

Bij voorkeur zijn de profieldelen voorzien van een tweede liggend deel dat zich in dezelfde richting uitstrekt als het eerste liggend deel. Zo wordt een in hoofdzaak U-vormig profiel verkregen waarvan de poten niet noodzakelijkerwijs een gelijke lengte hebben of zelfs bij 5 voorkeur een ongelijke lengte hebben in die zin dat het eerste liggend deel langer is dan het tweede liggend deel. Het tweede liggend deel vergroot de stijfheid van de profieldelen. Tevens sluit men het risico uit dat men zich verwond aan een bovenste vrije rand van het staande deel van de profieldelen.

10 Bij voorkeur zijn de profieldelen voorzien van bevestigingsvoorzieningen voor het bevestigen van de profieldelen aan de steunelementen. Dergelijke voorzieningen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit gaten aangebracht in het eerste liggend deel ten behoeve van de doorgang van nagels waarmee de profieldelen op de steunelementen kunnen worden 15 vastgezet.

Volgens een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm is in het staand deel ten minste één eerste uitsparing aangebracht voor passage van een aan een steunelement bevestigbaar anker waartoe bij voorkeur in het eerste liggend deel ter plaatse van de eerste uitsparing, een tweede 20 uitsparing is aangebracht. Dergelijke ankers kunnen worden toegepast voor de opbouw van steigers langs een bouwwerk.

De profieldelen laten zich op relatief goedkope wijze vervaardigen door deze te buigen uit plaatstaal waarop, ten behoeve van de duurzaamheid, bij voorkeur een zinklaag is aangebracht.

25 Het is gebleken dat een zeer geschikte wanddikte voor de profieldelen is gelegen tussen 0,50 mm en 1,00 mm, en meer bij voorkeur tussen 0,70 mm en 0,85 mm.

Binnen het kader van de uitvinding heeft deze tevens betrekking op een werkwijze voor het storten van een betonvloer waarvan 30 de bodem als bodemplaat is gelegen op steunelementen omvattende 1016656 ’ 6 het aanbrengen van een bekisting het op de bodem en binnen de bekisting storten van beton.

Zoals in de beschrijvingsinleiding reeds aangegeven 5 is een dergelijke werkwijze reeds bekend volgens de beschreven tweede methodiek. De werkwijze volgens de uitvinding kenmerkt zich door het toepassen van een bekistingssysteem volgens een van de conclusies 1 tot en met 13 waarbij de verbindingsvoorzieningen aangebracht op het tweede liggend deel worden aangewend voor het in dwarsrichting op de profiel del en ïo star verbinden van de profiel del en met de bodemplaat. De hieraan verbonden voordelen zijn bovenstaand reeds uitvoerig toegelicht.

De uitvinding zal nader worden toegeiicht aan de hand van een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm waarbij verwezen wordt naar de navolgende figuren.

15 Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een bekisting volgens de stand van de techniek.

Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een bekisting volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een uiteinde van profiel deel in perspectivisch 20 aanzicht.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens figuur 2 met een bevestigingssysteem voor een steiger.

In bovengenoemde figuren zijn overeenkomstige onderdelen met overeenkomende verwijzingscijfers aangegeven.

25 Figuur 1 toont een bekistingssysteem volgens de stand van de techniek. Op een wand 1 van kalkzandsteen is een bekistingsplaat-vloer 2, ook wel aangeduid met de term plankplaatvloer of breedplaatvloer, gelegen. De bekistingsplaatvloer 2 is geprefabriceerd met een stalen wapening 3 met tralieliggers 4. Dergelijke bekistingsplaatvloeren 2 zijn 30 algemeen bekend en behoeven verder geen nadere toelichting. Op de 1016656 7 bovenzijde van wand 1 is een randkistanker 5 aangebracht die middels niet nader getoonde nagels aan de wand 1 is bevestigd. Het randkistanker 5 heeft een U-vormig uiteinde 6 welke is gelegen aansluitend op en aan de van de bekistingsplaatvloer 2 afgekeerde zijde van wand 1. De randkistankers 5 5 zijn op regelmatige afstand van elkaar aangebracht op wand 1 in de lengterichting ervan. In het U-vormige uiteinde 6 rust een houten steigerdeel 7 waarvan de lengte 3 meter bedraagt. Dergelijke steigerdelen 7 zijn rondom de gehele te storten betonvloer aangebracht waarbij de steigerdelen 7 stuik op elkaar aansluiten en zo nodig op maat zijn 10 gebracht. Lengtes korter dan circa 1 meter worden in beginsel niet toegepast en afgevoerd naar een stortplaats. Tussen steigerdeel 7 en tralieligger 4 is een draad 8 gespannen die de zijdelingse druk door het storten van het beton opvangt. De bevestiging van draad 8 aan steigerdeel 7 vindt plaats met behulp van krammen of door een lus aan het uiteinde 15 van de draad te maken en daar doorheen een nagel te slaan. Nadat deze bekisting is aangebracht wordt de bekiste ruimte vol gestort met beton tot het bovenste niveau van steigerdeel 7 voor het vormen van een betonnen vloer waarvan de bekistingsplaatvloer 2 de onderzijde vormt. De stalen wapening 3 wordt opgenomen in het beton. Nadat het beton is uitgehard 20 worden de steigerdelen 7 verwijderd en wordt het randkistanker 5, althans het U-vormig uiteinde 6 daarvan, plat geslagen tegen wand 1 dan wel tegen de zojuist gestorte betonnen vloer.

Figuur 2 toont het bekistingssysteem volgens de uitvinding. Wederom zijn hierin te herkennen de kalkzandstenen wand 1 met 25 daarop de bekistingsplaatvloer 2 voorzien van een stalen wapening 3. In plaats van de randkistankers 5 met de steigerdelen 7 is nu een liggend U-vormig profiel 10 op de wand 1 aangebracht, met een onderste liggend deel 11, een staand deel 12 en een bovenste liggend deel 13. De lengtes van deze delen 11, 12 en 13 bedragen in het vlak van tekening 4 n 1 R-fi c β Ί 8 respectievelijk 50 mm, 200 mm en 10 mm. Het spreekt voor zich dat de vermelding van deze maten puur indicatief is en geenszins de strekking van de uitvinding beperkt. Voor het bevestigen van het profiel 10 op de wand 1 zijn in het onderste liggend deel 11 op regelmatige afstand van 5 elkaar gaten 14 aangebracht waardoorheen nagels worden geslagen in wand 1. Het perspectivisch aanzicht in figuur 3 toont deze gaten 14 alsmede de gaten 15 op regelmatige afstand van elkaar zijn aangebracht in het bovenste liggend deel 13. Gaten 15 staan een eenvoudige bevestiging van draad 16 hieraan toe welke draad 16 aan zijn andere uiteinde is verbonden 10 met wapening 3. Draad 16 voorkomt zo dat staand deel 12 met bovenste liggend deel 13 om de hoeklijn tussen onderste liggend deel 11 en staand deel 12 buitenwaarts zal buigen zodra het beton wordt gestort. Gaten 15 staan toepassing van een ander type draad toe dan van draad 8 volgens de stand van de techniek. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan en draad 15 met een T- of pijl vormig uiteinde waarbij de uitstekende delen van de T-of pijl vorm flexibel zijn uitgevoerd en een gezamenlijke lengte loodrecht op de draadrichting hebben die groter is dan de diameter van de gaten 15.

De profiel del en 12 zijn tevens geschikt voor toepassing in hoeken. Hiertoe worden het onderste liggend deel 11 en het bovenste 20 liggend deel 13 langs de streep-streeplijnen 17a, 17b respectievelijk 18a, 18b ingeknipt waarna de tussenliggende driehoekige delen 19 respectievelijk 20 worden verwijderd. Vervolgens kan het profiel 10 eenvoudig langs streep-stiplijn 21 worden gebogen. Alternatief is het ook mogelijk om in plaats van de kniplijnen 17a, 17b respectievelijk 18a, 18b de kniplijnen 17c 25 respectievelijk 18c toe te passen waarna tijdens het vouwen om lijn 21 delen aan weerszijden van de respectievelijke lijnen 17c en 18c elkaar overlappen.

De profielen 10 hebben een lengte van 125 cm en een plaatdikte van 0,80 mm. Het profiel deel 10 is vervaardigd uit verzinkt 30 plaatstaal en hebben een gewicht van circa 2 kilo waardoor ze, in . Λ 4 cd cA 1 9 combinatie met hun beperkte lengte, makkelijk te hanteren zijn. De profielen zijn door middel van buigen en stansen tot stand gekomen.

Zoals in figuur 3 getoond is in het liggend deel 11 een liggende uitsparing 22 en in het staand deel 12 een staande uitsparing 5 23 aangebracht die tezamen een gemeenschappelijke uitsparing 24 vormen.

Deze gezamenlijk uitsparing 24 is aangebracht ten behoeve van een gehoekt anker 25, welke is weergegeven in figuur 4. Dit anker 25 heeft een eerste horizontaal deel 26 dat zich grotendeels uitstrekt boven wand 1 en een tweede horizontaal deel 27 dat zich uitstrekt aan de buitenzijde van 10 wand 1. Het tweede horizontale deel 27 is lager gelegen dan het eerste horizontale deel 26 waarbij beide delen 26 en 27 onderling zijn verbonden via verticaal deel 28 van anker 25. Het anker 25 is verbonden met wand 1 via niet nader getoonde nagels die zich uitstrekken door het eerste horizontale deel 26. Aan het tweede horizontale deel is een beugel 29 15 bevestigd voor steigerpijp 30. Voor deze bevestiging strekt borgpen 31 zich uit door niet nader getoonde gaten in uitstekend deel 32 van beugel 29 en in het tweede horizontale deel 27 van anker 25. De beugel 29 is in hoofdzaak haakvormig met een verticaal steundeel 33 dat afsteunt tegen de buitenzijde van wand 1. Aan zijn onderste uiteinde is beugel 29 voorzien 20 van een opstaand deel 34 waaromheen de onderzijde van steigerpijp 30 zich uitstrekt. Aan zijn bovenzijde is beugel 29 voorzien van een ringvormige houder 35 waardoorheen steigerpijp 30 steekt. Beugel 29 is her te gebruiken terwijl anker 25 na gebruik plat wordt geslagen tegen wand 1.

1016656

Claims (14)

1. Bekistingssysteem voor het bekisten van een, op een bodemplaat te storten betonvloer waarbij de bodemplaat is gelegen op 5 steunelementen, omvattende profieldelen ieder met een eerste liggend deel voor oplegging op en bevestiging aan de steunelementen, een staand deel voor het zijdelings definiëren van de buitenomtrek van de te storten betonvloer, alsmede een tweede liggend deel boven het eerste liggend deel, met het kenmerk, dat de profieldelen zijn voorzien van verbindingsvoorzie-10 ningen aangebracht op het tweede liggend deel voor het in dwarsrichting op de profieldelen star verbinden van de profieldelen met de bodemplaat.

2. Bekistingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsvoorzieningen gaten omvatten.

3. Bekistingssysteem volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk, dat het staande deel is voorzien aan een uiteinde van het eerste liggend deel.

4. Bekistingssysteem volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het tweede liggend deel zich in dezelfde richting uitstrekt als het eerste liggend deel.

5. Bekistingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede liggend deel is voorzien aan de bovenzijde van het staand deel.

6. Bekistingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profieldelen zijn voorzien van 25 bevestigingsvoorzieningen voor het bevestigen van het profieldeel aan de steunelementen.

7. Bekistingssysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bevestigingsvoorzieningen zijn aangebracht op het eerste liggend deel. mi fifisfi

8. Bekistingssysteem volgens conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat de bevestigingsvoorzieningen gaten omvatten.

9. Beki sti ngssysteem vol gens een der voorgaande concl usi es, met het kenmerk, dat in het staand deel tenminste één eerste uitsparing 5 is aangebracht voor passage van een aan een steunelement bevestigbaar anker.

10. Bekistingssysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat in het eerste liggend deel ter plaatse van de eerste uitsparing, een tweede uitsparing is aangebracht. ïo

11. Beki sti ngssysteem vol gens een der voorgaande concl usi es, met het kenmerk, dat de profieldelen zijn vervaardigd uit gebogen plaat staal

12. Beki sti ngssysteem vol gens concl usi e 11, met het kenmerk, dat op de profieldelen een zinklaag is aangebracht.

13. Bekistingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profieldelen een wanddikte hebben gelegen tussen 0,50 mm en 1,00 mm, bij voorkeur tussen 0,70 mm en 0,85 mm.

14. Werkwijze voor het storten van en betonvloer waarvan de bodem als bodemplaat is gelegen op steunelementen omvattende 20 - het aanbrengen van een bekisting - het op de bodem en binnen de bekisting storten van beton gekenmerkt door - het toepassen van een bekistingssysteem volgens een 25 van de conclusies 1 tot en met 13 waarbij de verbindingsvoorzieningen aangebracht op het tweede liggend deel worden aangewend voor het in dwarsrichting op de profieldelen star verbinden van de profieldelen met de bodemplaat. 10168 iRfi