NL1016106C2 - Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. - Google Patents

Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. Download PDF

Info

Publication number
NL1016106C2
NL1016106C2 NL1016106A NL1016106A NL1016106C2 NL 1016106 C2 NL1016106 C2 NL 1016106C2 NL 1016106 A NL1016106 A NL 1016106A NL 1016106 A NL1016106 A NL 1016106A NL 1016106 C2 NL1016106 C2 NL 1016106C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coffee extract
liquid flow
collision surface
reservoir
liquid
Prior art date
Application number
NL1016106A
Other languages
English (en)
Inventor
Gustaaf Frans Brouwer
Wilhelmus Johannes De Bruin
Original Assignee
Sara Lee De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1016106A priority Critical patent/NL1016106C2/nl
Application filed by Sara Lee De Nv filed Critical Sara Lee De Nv
Priority to DE60110095T priority patent/DE60110095T2/de
Priority to DK01979065T priority patent/DK1317200T3/da
Priority to EP01979065A priority patent/EP1317200B1/en
Priority to KR1020037003304A priority patent/KR100782432B1/ko
Priority to PT01979065T priority patent/PT1317200E/pt
Priority to AU1105402A priority patent/AU1105402A/xx
Priority to PCT/NL2001/000656 priority patent/WO2002019877A1/en
Priority to AT01979065T priority patent/ATE292926T1/de
Priority to ARP010104217A priority patent/AR030610A1/es
Priority to ES01979065T priority patent/ES2237604T3/es
Priority to DE20122221U priority patent/DE20122221U1/de
Priority to JP2002524366A priority patent/JP4990475B2/ja
Priority to CNB018184774A priority patent/CN1251638C/zh
Priority to AU2002211054A priority patent/AU2002211054B9/en
Priority to CA002421239A priority patent/CA2421239C/en
Priority to US10/363,241 priority patent/US6769352B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1016106C2 publication Critical patent/NL1016106C2/nl
Priority to NO20031028A priority patent/NO322469B1/no
Priority to JP2012000119A priority patent/JP5450670B2/ja

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/46Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/46Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices
    • A47J31/462Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices with an intermediate liquid storage tank
    • A47J31/467Dispensing spouts, pumps, drain valves or like liquid transporting devices with an intermediate liquid storage tank for the infusion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/44Parts or details or accessories of beverage-making apparatus
    • A47J31/4496Means to produce beverage with a layer on top, e.g. of cream, foam or froth
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J31/00Apparatus for making beverages
    • A47J31/24Coffee-making apparatus in which hot water is passed through the filter under pressure, i.e. in which the coffee grounds are extracted under pressure

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)
  • Tea And Coffee (AREA)

Description

5
Titel: Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag, voorzien van tenminste een inlaat waaraan koffie-extract wordt toegevoerd, tenminste een uitstroomopening voor het afgeven van het koffie-extract met de 10 kleinbellige schuimlaag en tenminste een vloeistofstroomtraject dat zich van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening uitstrekt en waarlangs, in gebruik, het koffie-extract van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening stroomt waarbij in het vloeistofstroomtraject een vloeistofbotsingsoppervlak is op genomen en 15 waarbij de tenminste ene inlaat is voorzien van tenminste een uitspuitopening voor het genereren van tenminste een koffie-extractstraal die, in gebruik, naar het vloeistofbotsingsoppervlak spuit wanneer het koffie-extract aan de tenminste ene inlaat wordt toegevoerd.
Een dergelijke inrichting is op zich bekend uit de Europese 20 octrooiaanvrage nr. 0 878 158. Bij de bekende inrichting is in het vloeistofstroomtraject een opvangreservoir opgenomen met een opstaande zijwand en een bodem waarbij de bodem van het opvangreservoir wordt gevormd door het botsingsoppervlak zodat de koffie-extractstraal, in gebruik, in het opvangreservoir spuit. Bij het spuiten van de koffie-25 extractstraal in het opvangreservoir zal een kleinbellige schuimlaag (ook wel café crème genoemd) ontstaan door de inslag van de koffie-extractstraal op het botsingsoppervlak en met name door inslag van de koffie-extractstraal op het vloeistofoppervlak van een laagje koffie-extract dat zich in het opvangreservoir bevindt en dat reeds eerder aan het opvangreservoir 30 is toegevoerd. Een café crème omvat met luchtgevulde koffiebellen die op het koffie oppervlak drijven, hier de kleinbellige schuimlaag genoemd. Het koffie-extract dat met de aldus gevormde kleinbellige schuimlaag dat zich in ; ·· · 31 Ü6* 2 het opvangreservoir bevindt, zal vervolgens uit het opvangreservoir stromen naar de tenminste ene uitstroomopening en kan aldus aan een houder voor koffie zoals bijvoorbeeld een kopje worden toegevoerd.
Alhoewel de inrichting goed voldoet, bestaat de wens de inrichting 5 nog verder te verbeteren dusdanig dat een nog meer voorspelbare kleinbellige schuimlaag wordt gevormd. Hiermee wordt bedoeld dat de kleinbellige schuimlaag een uniform karakter heeft waarbij de variatie van de grote van de in de schuimlaag aanwezige bellen relatief gering is. Bovendien wordt hiermee bedoeld dat de betreffende kleinbellige 10 schuimlaag, op een uniforme wijze herhaald, wordt afgegeven. Met andere woorden wanneer een nieuwe hoeveelheid koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag wordt bereid, zal deze althans nagenoeg hetzelfde zijn als een eerder met behulp van de inrichting bereide hoeveelheid koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. Verder bestaat de wens om het 15 koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag te kunnen genereren op een wijze, waarbij de koffie-extractstraal moge lijk een kleiner debiet kan hebben dan de koffie-extractstraal bij de bekende inrichting zonder dat de eigenschappen van de kleinbellige schuimlaag hiermee negatief worden beïnvloed. Dit heeft weer als voordeel dat kan worden volstaan met een 20 lagere druk aan de inlaat waarbij minder snel lekkage optreedt.
Het variëren van het debiet, meer in de bijzonderheid het toenemen van het debiet, kan een gevolg zijn van bijvoorbeeld veroudering van de inrichting. Veelal is de inrichting voorzien van op zich bekende middelen om onder druk koffie-extract aan de inlaat toe te voeren. Deze op zich bekende 25 middelen zoals een napolitane inrichting of een inrichting die een pomp omvat voor het genereren van de druk, hebben als eigenschap dat de druk van het koffie-extract kan variëren. Deze variatie kan samenhangen met de leeftijd van de inrichting. Deze variatie hangt echter nog veel meer samen met de dikte van een koffiebed waar heet water doorheen moet worden 30 geperst voor het verkrijgen van het koffie-extract dat aan de tenminste de 3 ene inlaat wordt toegevoerd. Bij het toenemen van de dikte zal de drukval over het koffiebed toenemen met als gevolg dat de druk van het koffie-extract, dat aan de inlaat wordt toegevoerd, afneemt. Dit betekent weer dat het debiet van de tenminste ene koffie-extractstraal afneemt. Ook wanneer 5 de korrelgrootte van de gemalen koffie van het koffiebed afneemt, zal de drukval over het koffiebed toenemen en daarmee het debiet afnemen. Het is dan ook een doel van de uitvinding om de karakteristieke eigenschappen van de gevormde kleinbellige schuimlaag minder afhankelijk te maken van het debiet van de koffie-extractstraal, en daarmee minder afhankelijk van 10 de druk van het koffie-extract dat aan de inlaat wordt toegevoerd. Op deze wijze wordt bereikt dat de inrichting goed kan functioneren bij toepassing van koffiebedden met een variërende dikte en korrelgrootte, en bij inrichtingen, waarvan de druk van het koffie-extract dat aan de inhoud wordt toegevoerd, varieert.
15 De inrichting volgens de uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor de genoemde wensen. De inrichting wordt dienovereenkomstig gekenmerkt in dat het botsingsoppervlak, althans voor een deel, is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur.
Het blijkt dat het botsingsoppervlak met de geruwde 20 oppervlaktestructuur ertoe bijdraagt dat de voorspelbaarheid van de kleinbellige schuimlaag toeneemt, en dat bovendien de kleinbellige schuimlaag kan worden verkregen met een kleiner debiet dan van de vloeistofstraal dan bij de bekende inrichting. Dit brengt weer met zich dat de range van het debiet van de vloeistofstraal waarbij de kleinbellige 25 schuimlaag kan worden verkregen, toeneemt met eigenschappen die vergelijkbaar zijn als de kleinbellige schuimlaag die wordt verkregen bij de bekende inrichting. Het blijkt zelfs dat het uniforme karakter van de kleinbellige schuimlaag is verbeterd. Dit heeft weer als gevolg dat de voorspelbaarheid van de kleinbellige schuimlaag toeneemt omdat zelfs bij 30 een variërend debiet, waarbij het debiet om wat voor reden dan ook, in de ' ij : H f·' i-, 4 tijd afneemt toch de gewenste kleinbellige schuimlaag wordt verkregen. Het is niet geheel duidelijk welke processen zich op microschaal afspelen bij het botsingsoppervlak, die er toe bijdragen dat een oplossing is verkregen voor de genoemde wensen. De geruwde oppervlaktestructuur zal mogelijk zeer 5 lokale turbulenties veroorzaken in het koffie-extract dat zich nabij het botsingoppervlak bevindt en/of vloeistofstromen beperken. Deze turbulenties en/of beperkte vloeistofstromen zouden dan bijdragen tot het verkrijgen van de gewenste voorspelbare kleinbellige schuimlaag door bijvoorbeeld inslag van lucht.
10 Bij voorkeur geldt dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft die overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier omvattende deeltjes met een gemiddelde diameter van 50-2000 micrometer. Het blijkt dat bij deze range van de oppervlakteruwheid de gewenste effecten reeds goed worden verkregen.
15 In het bijzonder geldt dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P12 tot P600. Hierbij wordt de P-norm volgens FEPA (Federation of European Producers of Abrasives) gehanteerd. Bij voorkeur geldt dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid 20 heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P30 tot P300. Bij deze range van oppervlakteruwheid wordt een kleinbellige schuimlaag verkregen met een gewenste optimaal resultaat. Dat wil zeggen de kleinbellige schuimlaag is zeer goed voorspelbaar.
Het geruwde oppervlak kan op verscheidene wijzen zijn gekregen.
25 Het is mogelijk dat het botsingsoppervlak is afgevonkt. Het is echter eveneens mogelijk dat het botsingsoppervlak is gezandstraald en/of chemisch geëtst.
Ook blijkt dat het mogelijk is dat langs het botsingsoppervlak een gaasje is aangebracht voor het verkrijgen van de geruwde 30 oppervlaktestructuur. Het gaasje kan bijvoorbeeld de structuur hebben van 5 het op zich bekende verbandgaasje of zeefgaasje en van metaal zijn vervaardigd. Bij voorkeur geld dat in het tenminste ene vloeistofstroomtraject een opvangreservoir is opgenomen met een opstaande zijwand en een bodem waarbij de bodem van het opvangreservoir wordt 5 gevormd door het botsingsoppervlak zodat de tenminste ene koffie- extractstraal, in gebruik, in het opvangreservoir spuit. De grootte van het deel van het oppervlak dat is voorzien van de geruwde oppervlaktestructuur is bijvoorbeeld een cirkel met een diameter van ongeveer 2 cm.
Het botsingsoppervlak, dat wil zeggen de bodem van het 10 opvangreservoir, kan dusdanig zijn gericht dat een normaal van het botsingsoppervlak een hoek A insluit met de koffie-extractstraal die kleiner is dan 80 graden. In het algemeen zal de koffie-extractstraal vertikaal zijn gericht; echter ook dit is niet noodzakelijk.
Volgens een eerste variant, zal in het opvangreservoir een vloeistofniveau 15 worden gevormd waarbij de fijnbellige schuimlaag ontstaat door inslag van de koffie-extractstraal in het vloeistofniveau. Het geruwde oppervlak heeft hierbij een vloeistofstroom remmende werking en bevordert hiermee de schuimvorming. Ook kan the opvangreservoir dusdanig zijn ontworpen dat het snel leegloopt zodat voordurend een, althans nagenoeg, directe inslag 20 van de tenminste ene koffie-extractstraal op het gedeelte van het botsingsoppervlak is verkregen dat de geruwde oppervlaktestructuur omvat.
Volgens de uitvinding is een opvangreservoir echter niet noodzakelijk. Het is eveneens mogelijk dat het botsingsoppervlak slechts bestaat uit een twee-dimensionaal oppervlak zonder opstaande zijwanden. De koffie-extract 25 kan dan na een slag van de koffie-extractstraal op het botsingsoppervlak wegstromen van het botsingsoppervlak naar de uitstroomopening. De fijnbellige schuimlaag ontstaat dan wederom door locale wervelingen waardoor lucht wordt ingesloten. Een verder voordeel van deze variant en de variant waarbij het opvangreservoir snel leeg loopt is dat er minder 30 naloop ontstaat, het schuim beter intact blijft en een hogere 6 koptemperatuur kan worden gehaald. Hiertoe kan een normaal van het botsingsoppervlak bijvoorbeeld een hoek A insluiten met de koffie-extractstraal die ongeveer gelijk is aan 45 graden.
Volgens een zeer geavanceerde uitvoeringsvorm geldt voorts 5 dat bij de variant die is voorzien van het opvangreservoir, in het opvangreservoir een op afstand van de opstaande zijwanden gelegen vloeistofstroomafremmende barrière is opgenomen. Door de aanwezigheid van de vloeistofstroomafremmende barrière wordt de vloeistofstroom in het opvangreservoir beperkt. Het gevolg is dat het vloeistofniveau dat eventueel 10 in het opvangreservoir wordt gevormd bij het afvoeren van koffie-extract uit het opvangreservoir, een rustig minder golvend uiterlijk heeft dan wanneer de vloeistofstroomafremmende barrière niet aanwezig zou zijn. Het effect is dus dat vloeistofstromen en turbulenties op macroschaal in het opvangreservoir door de vloeistofstroomafremmende barrière wordt 15 verminderd. Het blijkt proefondervindelijk dat de range van het debiet van de vloeistofextractstraal, waarbij de voorspelbare uniforme kleinbellige schuimlaag wordt gevormd, verder is vergroot. Ook wanneer het debiet van de vloeistofextractstraal toeneemt ten op zichte van de debieten die bij de bekende inrichting de gewenste kleinbellige schuimlaag verschaffen, wordt 20 nog steeds een kleinbellige schuimlaag verkregen die zeer voorspelbaar is. Tegelijkertijd zorgt het geruwde oppervlak op microschaal voor kleine lokale turbulenties, die eveneens ten goede komt aan de voorspelbaarheid en kwaliteit van de kleinbellige schuimlaag.
Bij voorkeur geldt dat de vloeistofstroomafremmende 25 barrière tussen een centraal gedeelte van het opvangreservoir en de opstaande zijwanden is opgenomen. Hierbij kan bijvoorbeeld koffie-extractstraal inslaan in het centrale gedeelte. De koffie-extractstraal is hiertoe naar het centrale gedeelte gericht. Hierbij geldt in het bijzonder dat het opvangreservoir is voorzien van tenminste een vloeistofafvoertraject 30 voor het afvoeren van koffie-extract uit het opvangreservoir naar de
.·? ' V
' * * ; *.,/ .* t ?"; 7 tenminste ene uitstroomopening waarbij het tenminste ene vloeistof-afvoertraject zijn oorsprong vindt buiten, vanaf het centrale gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière. Het blijkt dat op deze wijze een, in gebruik, zeer rustige vloeistofafvoer van het opvangreservoir naar de 5 tenminste ene uitstroomopening is verkregen, met als gevolg dat een zeer goed voorspelbare uniforme kleinbellige schuimlaag wordt verkregen van een wat door kenners wordt getypeerd als een bijzonder goede kwaliteit.
Bij voorkeur geldt dat de vloeistofstroomafremmende barrière zich langs een eerste zich rond het centrale gedeelte uitstrekkende gesloten 10 kromme uitstrekt.
In het bijzonder wanneer het gewenst is bijvoorbeeld twee uitstroomopeningen te voorzien van een gelijke hoeveelheid koffie-extract, heeft deze uitvoeringsvorm de voorkeur omdat hierbij op symmetrische wijze twee vloeistofafvoertrajecten bij de inrichting kunnen worden 15 aangebracht die elk een oorsprong vinden buiten, vanaf het centrale gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière en die elk koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag aan een van de twee uitstroomopeningen toevoeren en wel met een althans nagenoeg gelijk debiet.
20 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1: een doorzicht een eerste en tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de eerste 25 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; figuur 3: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de eerste en tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; figuur 4: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; 8 figuur 5: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; figuur 6: een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 1; 5 figuur 7: een aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; en figuur 8: een dwarsdoorsnede van de inrichting volgens figuur 7.
In figuur 1 is met een referentienummer (1) een inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag aangeduid. 10 De inrichting is voorzien van tenminste een inlaat (2), waaraan koffie-extract kan worden toegevoerd. Voorts omvat de inrichting een eerste uitstroomopening (4.1) en een tweede uitstroomopening (4.2) voor het afgeven van het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag. In gebruik kan onder elke uitstroomopening (4.1) een kopje (5.1) en (5.2) worden 15 geplaatst om te worden gevuld met het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag (café crème). Ook is het mogelijk dat één kopje onder beide uitstroomopeningen (4.1) en (4.2) wordt geplaatst zodat slechts één kopje wordt gevuld vanuit beide uitstroomopeningen.
De inrichting omvat tenminste één vloeistofstroomtraject (6) dat zich 20 van de tenminste ene uitlaat (2) naar de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2) uitstrekt. In gebruik stroomt het koffie-extract van het tenminste ene uitlaat langs het vloeistofstroomtraject (6) naar de eerste en de tweede uitstroomopening (4.1) en (4.2). De inlaat (2) is in dit voorbeeld voorzien van een eerste en tweede uitspuitopening (8.1) en (8.2), die elk zijn ingericht 25 voor het genereren van een vloeistof koffie-extractstraal wanneer koffie-extract, in het voorbeeld via een leiding (10), aan de inlaat (2) wordt toe gevoerd.
In het vloeistofstroomtraject (6) is een vloeistofbotsingsoppervlak (12) opgenomen, een en ander dusdanig dat in gebruik de door de beide 30 uitspuitopeningen gegenereerde koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) naar 9 het vloeistofbotsingsoppervlak (12) spuiten wanneer het koffie-extract onder druk via de leiding (10) aan de inlaat (2) wordt toegevoerd.
In dit voorbeeld is in het vloeistofstroomtraject (6) een opvangreservoir (16) opgenomen met opstaande zijwanden (18) en een 5 bodem (12) waarbij de bodem (12) van de opvangreservoir wordt gevormd door het botsingsoppervlak (12). Een en ander brengt met zich dat in gebruik de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) in het opvangreservoir spuiten. Voorts geldt dat het botsingsoppervlak (12) is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur. In dit voorbeeld is het gehele 10 botsingsoppervlak voorzien van de geruwde oppervlakstructuur.
De inrichting is verder nog voorzien van op zich bekende middelen (20) voor het genereren van het koffie-extract en voor het onder een druk van bijvoorbeeld 0,3 tot 3 atmosfeer toevoeren van het koffie-extract aan de leiding (10). De inlaat met de uitspuitopeningen bewerkstelligt een 15 vergroting van de stroomsnelheid ten op zichte van de stroomsnelheid van het koffie-extract in de leiding (10). Het oppervlak van elk van de uitspuitopeningen (8.1) en (8.2) is hiertoe bijvoorbeeld gelijk aan 0,05-0,5 mm2.
Het opvangreservoir (16) bevindt zich in dit voorbeeld in een 20 behuizing (22). De behuizing (22) omvat een bodem (24) met de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2). Voorts is binnen de behuizing (22) nog buiten het opvangreservoir (16) een scheidingswand (26) aangebracht die een ruimte midden in de behuizing (22), buiten het opvangreservoir (16), in twee van elkaar gescheiden delen (28.1) en (28.2) verdeelt. Een en ander is 25 dusdanig ingericht dat de uitstroomopening (4.1) in fluïdumverbinding met het eerste deel (28.1) van de behuizing (22). Voorts staat de uitstroomopening (4.2) in fluïdumverbinding met het tweede deel (28.2) van de behuizing (22). Voorts zijn in de bodem (12) van het opvangreservoir nog een eerste en een tweede opening (30.1) en (30.2) aangebracht. De eerste 30 opening (30.1) vormt een fluïdumverbinding tussen de binnenzijde van het *r i . C J , 10 opvangreservoir (16) en het eerste deel (28.1) van de behuizing (22). Voorts verschaft de opening (30.2) een fluïdumverbinding tussen de binnenzijden van het opvangreservoir (16) en het tweede deel (28.2) van de behuizing (22).
5 In de opstaande zijwand (18) van het opvangreservoir is nog een eerste opening (32.1) aangebracht die zich vanaf een bovenzijde van de zijwand in de richting van de bodem (12) uitstrekt. De eerste opening (32.1) strekt zich in dit voorbeeld tot aan de bodem (12) uit en vormt derhalve een leegloop vanuit het opvangreservoir (16) naar het eerste deel (28.1) van de 10 behuizing (22). Evenzo is in de opstaande zijwand (18) van het opvangreservoir (16) een tweede opening (32.2) aangebracht die een leegloop vormt vanuit het opvangreservoir (16) naar het tweede deel (28.2) van de behuizing (22).
De op zich bekende inrichting (20) voor het bereiden van het koffïe-15 extract is in dit voorbeeld voorzien van een houder (40) die in gebruik gevuld wordt met water. In de houder (40) is een verwarmingselement (42) aangebracht. Het verwarmingselement (42) is rond een stijgbuis (44) aangebracht ,die uitmondt in de bodem van een sachethouder (46). In gebruik is in de sachethouder (46) een sachet (48) opgenomen dat is gevuld 20 met gemalen koffie (50). Bovenop de sachethouder (46) is een deksel (52) geplaatst die het reservoir (40) met daarin opgenomen de sachethouder (46) en het sachet (48) dan dampdicht afsluit. De leiding (10) staat via de deksel (52) in verbinding met een binnenruimte van de houder (40).
De tot op dit punt omschreven inrichting werkt als volgt. Het 25 reservoir (40) wordt gevuld met water. Hierna wordt met behulp van het verwarmingselement (42) het water verwarmd. Hierdoor zal de dampdruk in de houder (40) stijgen. Het gevolg is dat het verwarmde water in de stijgbuis (44) omhoog wordt gestuwd naar de sachethouder (46). In de sachethouder (46) zal het inmiddels hete water door het sachet (48) worden 30 geperst. Hierdoor ontstaat koffie-extract dat onder druk aan de leiding (10) 11 wordt toegevoerd. Het koffie-extraxt stroomt onder druk naar de inlaat (2). Het koffie-extract die onder druk aan de inlaat (2) wordt toegevoerd, spuit respectievelijk via de uitspuitopeningen (8.1) en (8.2) naar buiten. Aldus spuit een eerste koffie-extractstraal 14.1 naar de bodem (12) in het 5 opvangreservoir (16). Evenzo spuit een tweede koffie-extractstraal (14.2) naar de bodem (12) van het opvangreservoir (16). Wanneer de koffie-extractstralen de bodem (12) raken, zal ten gevolge van de inslag op het geruwde botsingsoppervlak (12) de gewenste fijnbellige schuimlaag worden gevormd. Bij de inslag op het geruwde botsingsoppervlak 12 (de bodem 12) 10 ontstaat locale turbulentie waarbij lucht in het koffie-extract wordt geslagen onder vorming van de fijnbellige schuimlaag. Het koffie-extract met de fijnbellige schuimlaaag zal via de opening (32.1) naar het eerste deel (28.1) van de behuizing (22) stromen. Via het eerste deel (28.1) stroomt het koffie-extract dan via de uitstroomopening (4.1) in het kopje (5.1).
15 Tegelijkertijd zal koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag via de opening (32.2) in de opstaande zijwand (18) naar het tweede gedeelte (28.2) van de behuizing (22) stromen. Van het tweede gedeelte (28.2) zal het koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag via de uitstroomopening (4.2) naar het kopje (5.2) stromen.
20 Het blijkt dat dankzij het feit dat het botsingsoppervlak is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur bij een koffie-extractstraal (14.1), die een debiet van slechts 4 gram per seconde omvat, reeds een voorspelbare stabiele kleinbellige schuimlaag op het koffie-extract wordt gevormd. Ditzelfde geldt voor de koffie-extractstraal (14.2). In dit voorbeeld is de 25 inrichting (23) dusdanig gedimensioneerd dat elk der koffie-extractstralen een debiet van 6 gram per seconde omvatten. Een en ander brengt met zich dat zelfs wanneer de debieten van de koffie-extractstralen enigszins zullen variëren en bijvoorbeeld in de loop van de tijd om wat voor reden dan ook kleiner worden, nog steeds dezelfde soort koffie-extract met een kleinbellige 30 schuimlaag wordt gevormd. De vorming van koffie-extract met een 12 kleinbellige schuimlaag is derhalve voorspelbaar. Bovendien blijkt dat dankzij het geruwde oppervlak dat de kleinbellige schuimlaag een relatief homogene structuur heeft. Dat wil zeggen dat de range van diameters van gevormde bellen relatief klein is. Kenners spreken dan ook van een 5 kleinbellige schuimlaag met een uniform karakter.
Wanneer na verloop van een vooraf bepaalde tijd de inrichting (27) stopt met het toevoeren van koffie-extract aan de inlaat (2), zullen de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) worden onderbroken. Het opvangreservoir kan dan geheel leeglopen, mede via de openingen (30.1) en (30.2). Aldus 10 loopt het opvangreservoir leeg naar de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2).
Doordat in gebruik de openingen (28.1) en (28.2) in gelijke mate worden doorstroomd en de openingen (30.1) en (30.2) in gelijke mate worden doorstroomd, zullen de kopjes (5.1) en (5.2) met een thans nagenoeg dezelfde hoeveelheid koffie-extract worden gevuld.
15 Bij voorkeur geldt dat de oppervlaktestructuur van het oppervlak (12) (het botsingsoppervlak 12) een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier omvattende deeltjes met een gemiddelde diameter van 50 tot 2000 micrometer. In het bijzonder geldt dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met 20 de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P12 tot P300. Bij voorkeur geldt dat dé oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P30 tot P300.
Uiteraard kan de ruwheid van de oppervlaktestructuur van het 25 botsingsoppervlak (12) ook met andere parameters kan worden vastgelegd. Zo kan de oppervlaktestructuur eveneens een oppervlakteruwheid-Ra hebben in een range van 50 tot 2000 um. Bij voorkeur geldt echter dat Ra een range heeft van 50 tot 200 um.
De geruwde oppervlaktestructuur kan op diverse wijzen zijn 30 aangebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een 13 botsingsoppervlak dat is afgevonkt. Ook is het mogelijk dat het botsingsoppervlak (12) is gezandstraald. Daarnaast is het mogelijk dat het botsingsoppervlak chemisch is geëtst. Een combinatie van de genoemde technieken is eveneens mogelijk.
5 Het is ook mogelijk dat langs het botsingsoppervlak (12) een gaasje is aangebracht voor het verkrijgen van de geruwde oppervlaktestructuur. Dit is getoond in figuur 5. Bij een gaasje kan bijvoorbeeld gedacht aan een weefsel van metaaldraden met een steekafstand en een diameter van de metaaldraden die respectievelijk overeenkomen met de steek en de diameter 10 van draden van een verbandweefsel. Dit metalen weefsel kan bijvoorbeeld met lijm op de bodem van het opvangreservoir zijn aangebracht. Ook is het mogelijk dat op het gaasje vervolgens weer een dunne plastic afdeklaag of een coating is aangebracht. Een feit zal echter zijn dat de bodem (12) een geruwde oppervlaktestructuur heeft. Ook is het denkbaar dat het gaasje 15 boven de bodem 12 is geplaatst en door de koffie-extractstraal wordt doorstroomd. In feite vormt dit gaasje dan het geruwde botsingsoppervlak. Het is ook mogelijk dat de eerste en tweede opening 32.1 en 32.2 zich niet tot op de bodem uitstrekken en hierbij een overloop Vormen. In gebruik, zal het opvangreservoir zich dan vullen met koffie-extract. Wanneer de koffie-20 extract stralen de bodem (12) reken zullen dan wederom reeds bellen worden gevormd, met name wanneer de koffie-extractstralen delen van de bodem (12) raken of waarvan het oppervlak geruwd is uitgevoerd. Vervolgens zal het opvangreservoir (16) zich enigszins gaan vullen met het koffie-extract. De koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) spuiten dan op het 25 vloeistofoppervlak van het koffie-extract dat zich in het opvangreservoir (16) bevindt. Ten gevolge van een complex van factoren, zoals de koffie-extractstralen die in de vloeistof spuiten, de koffie-extractstralen, die zij het afhankelijk van de hoogte van het vloeistofniveau in het opvangreservoir, tegen de bodem (12) spuiten, en de geruwde oppervlaktestructuur van de 30 bodem die op microschaal lokale turbulenties veroorzaakt, wordt een '* Π (' : ή 6*8 14 kleinbellige schuimlaag op het koffie-extract gevormd. De functie van het geruwde botsingsoppervlak is bij deze variant met name het beperken van de vloeistofstroomen in het opvangreservoir. Wanneer het vloeistofniveau voldoende is gestegen zal het koffie-extract met de fijnbellige schuimlaag 5 van de openingen (32.1) en (32.2) wegstromen. Na gebruik zal het opvangreservoir van de openingen (30.1) en (30.2) geheel leeglopen.
In dit voorbeeld is in het opvangreservoir nog een op afstand van de opstaande zijwanden (18) gelegen vloeistofstroomafremmende barrière (50) aangebracht, die in figuur 1 slechts schematisch is aangegeven. De functie 10 van de vloeistofstroomafremmende barrière is het verkleinen van vloeistofstromen en turbulenties die zich op macroschaal in het opvangreservoir voordoen. Het gaat hierbij met name om de variant waarbij de openignen 30.1 en 30.2 zich niet tot aan de bodem uitstrekken en dus overlopen vormen. Zoals in figuur 2 goed te zien is, is de 15 vloeistofstroomafremmende barrière tussen een centraal gedeelte (52) van het opvangreservoir, dat gearceerd is aangeduid, en de opstaande zijwanden (18) opgenomen. De kleinste afstand tussen de vloeistofstroomafremmende barrière en de opstaande zijwand is in figuur 2 met 'D' aangeduid. Evenzo is de kleinste afstand tussen de vloeistofstroomafremmende barrière en het 20 centrale gedeelte (52) in figuur 2 met 'd' aangeduid. In het voorbeeld zijn de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) naar het centrale gedeelte (52) gericht. Ze zullen dit centrale gedeelte (52) dan ook afhankelijk van de hoogte van het vloeistofniveau raken.
De openingen (30.1) en (30.2) bevinden zich tussen de opstaande 25 zijwand (18) en de vloeistofstroomafremmende barrière (50). Een en ander brengt met zich dat de openingen (30.1) en (30.2) alsmede de openingen (28.1) en (28.2) vloeistofafvoertrajecten vormen voor het afvoeren van koffie-extract uit het opvangreservoir naar de uitstroomopeningen, waarbij deze vloeistofafvoertrajecten hun oorsprong vinden buiten, vanaf het centrale 30 gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière (50).
15
In dit voorbeeld strekt de vloeistofstroomafremmende barrière (50) zich langs een eerste, zich rond het centrale gedeelte (52) uitstrekkende, gesloten kromme (54) uit. In dit voorbeeld is de gesloten kromme (54) een cirkel. Voorts strekt de vloeistofstroomafremmende barrière zich langs een 5 tweede gesloten kromme (56) uit, die zich, op afstand 'b', rond de eerste kromme (54) uitstrekt. In dit voorbeeld is de vloeistofstroomafremmende barrière (50) voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen zich vanaf de bodem van het opvangreservoir naar boven toe uitstrekkende obstakels (58). In dit voorbeeld zijn de obstakels penvormig uitgevoerd. Elk 10 obstakel kan derhalve bestaan uit bijvoorbeeld een metalen pen die uit de bodem (12) omhoog reikt. De hoogte van de pen kan bijvoorbeeld gelijk zijn aan de totale hoogte van het opvangreservoir of de hoogte van het opvangreservoir bij de openingen (32.1).
In dit voorbeeld bevinden de penvormige obstakels (58) zich zowel op 15 de eerste kromme (54) als op de tweede kromme (56), die eveneens cirkelvormig is uitgevoerd.
Het effect van de vloeistofstroomafremmende barrière kan als volgt worden omschreven. Wanneer de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) in het opvangreservoir spuiten, veroorzaken deze grote stromen in het 20 opvangreservoirdie gepaard gaan met grote turbulenties. Dit vertaalt zich in een woest kolkend vloeistofoppervlak in het opvangreservoir. Het is gebleken dat dit woest kolkende vloeistofoppervlak als gevolg heeft dat de mogelijke range van het debiet van elk der koffie-extractstralen, waarbij een uniform en voorspelbare kleinbellige schuimlaag wordt gevormd, wordt 25 beperkt. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een debiet van 5 gram per seconde tot 5.5 gram per seconde waarbij een uniforme gelijkmatige kleinbellige schuimlaag wordt gevormd. Wordt het debiet om wat voor reden dan ook groter of kleiner, zal een afwijkende of geen kleinbellige schuimlaag worden gevormd.
16
De vloeistofstroomremmende barrière heeft echter tot gevolg, dat de grootte van de vloeistofstromen binnen het opvangreservoir (16) en de hiermee gepaard gaande turbulenties worden verkleind. Het blijkt dat de range van de debieten van elk der koffie-extractstralen (14.1) en (14.2), 5 waarbij toch nog de gewenste uniforme kleinbellige schuimlaag wordt verkregen, wordt vergroot. Het maximum van de range wordt bijvoorbeeld vergroot tot 7 gram per seconde. Tegelijkertijd heeft de bodem (12) met zijn geruwde oppervlaktestructuur tot gevolg dat het minimum van de range wordt verlaagd tot 4.5 gram per seconde. Aldus wordt de range van de 10 debieten van de koffie-extractstralen aanzienlijk vergroot door de vloeistofstroomafremmende barrière.
De vloeistofstroomafremmende barrière wordt bijzonder effectief gebruikt doordat alle koffie-extract in principe de vloeistofstroomafremmende barrière (50) moet passeren, doordat enerzijds 15 de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) naar het centrale gedeelte (52) zijn gericht en doordat anderzijds de openingen (30.1) en (30.2) alsmede de openingen (28.1) en (28.2) zich buiten, vanaf het centrale gedeelte (52) gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière bevinden. Met andere woorden het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag kan het 20 opvangreservoir verlaten via vloeistofafvoertrajecten waarvan de oorsprong, gezien vanaf het centrale gedeelte, zich buiten de vloeistofstroomafremmende barrière bevindt.
Aan de hand van de figuren 1, 5 en 6 wordt thans een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de uitvinding 25 besproken. Hierbij zijn met de eerste uitvoeringsvorm overeenkomende onderdelen van dezelfde referentienummers voorzien. Bij deze inrichting is de bodem (12) van het opvangreservoir (16) voorzien van het eerder genoemde gaasje (60) voor het verkrijgen van het botsingsoppervlak met een geruwde oppervlaktestructuur, zoals hiervoor is besproken. Voorts geldt 30 echter dat de vloeistofstroomafremmende barrière (50) is voorzien van een > , „ 17 zich vanaf de bodem (12) van het opvangreservoir (16) van de bodem af uitstrekkende opstaande gaaswand (62). De gaaswand (62) strekt zich langs de eerste kromme (54) uit. Langs de tweede kromme (56) strekt zich in dit voorbeeld geen gaas uit. De gaaswand (62) vormt derhalve een van gaas 5 vervaardigde cilinderwand, die kan worden doorstroomd door het koffie -extract dat zich in het opvangreservoir (16) bevindt. De gaaswand bestaat bijvoorbeeld uit draden met een diameter van 0,3 millimeter. Deze draden zijn volgens een linnen binding geweven met een steek van 1,5 millimeter. De functie van de gaaswand is geheel vergelijkbaar met de functies van de 10 penvormige uitsteeksels (58) van de inrichting volgens figuur 2, en zal derhalve hier niet worden toegelicht.
Tenslotte wordt aan de hand van figuur 7 en 8 een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding besproken. Hierbij zijn met de figuren 1 tot 6 overeenkomende onderdelen van dezelfde 15 referentienummers voorzien.
Geheel analoog is de inrichting (1), volgens figuur 7 en 8 voorzien van een inlaat (2) met uitspuitopeningen (8.1) en (8.2). Met behulp vdn de eerder besproken inrichting (20), wordt via de leiding (10) wordt koffie-extract aan de inlaat (2) toegevoerd. Het botsingsoppervlak (12) is dusdanig 20 gepositioneerd dat de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) elk op het botsingsoppervlak (12) spuiten. Het gehele botsingsoppervlak is voorzien van een geruwde oppervlaktestructuur. Het botsingsoppervlak (12) omvat echter geen opstaande zijwanden zodat de inrichting ook geen opvangreservoir (16) omvat. Zoals in figuur 8 goed is te zien, sluit een 25 normaal (70) van het botsingsoppervlak (12) een hoek 'A' in met de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) die ongeveer gelijk is aan 45 graden. Het botsingsoppervlak (12) heeft wederom de geruwde oppervlaktestructuur zoals in relatie met figuren 1 tot 6 is besproken.
De werking van de inrichting volgens de figuren 7 en 8 is als volgt.
30 Met behulp van de inrichting (20) wordt, zoals hiervoor is besproken, koffie- 18 extract onder druk aan de leiding (10) toegevoerd. Via de leiding (10) wordt het koffie-extract in vloeibare vorm aan de inlaat (2) toegevoerd. Via de inlaat (2) spuit het koffie-extract via de uitspuitopeningen (8.1) en (8.2) naar buiten. Aldus worden de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) gevormd. De 5 koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) spuiten elk naar het botsingsoppervlak (12). De koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) spuiten hierbij ook op het botsingsoppervlak (12) waarna het koffie-extract langs het botsingsoppervlak (12) naar beneden toe stroomt naar de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2). Aldus worden de kopjes (5.1) en (5.2) elk 10 gevuld met koffie-extract.
Ten gevolge van de inslag van de koffie-extractstralen (14.1) en (14.2) in combinatie met de geruwde oppervlaktestructuur van het botsingsoppervlak (12), wordt bereikt dat bij de inslag een kleinbellige schuimlaag wordt gevormd. Het koffie-extract dat langs het 15 botsingsoppervlak (12) naar beneden glijdt, omvat derhalve de gewenste kleinbellige schuimlaag. Het blijkt dat met name door de geruwde oppervlaktestructuur een goede kleinbellige schuimlaag wordt verkregen die een uniform karakter heeft en bovendien voorspelbaar is, ook bij de eerder omschreven range van debieten van de koffie-extractstralen (14.1) en 20 (14.2). De geruwde oppervlaktestructuur van het botsingsoppervlak (12) kan een ruwheidswaarde zoals in relatie met de figuren 1 tot 6 is besproken Het is ook mogelijk dat slecht een deel van het stromingsoppervlak is voorzien van de geruwde oppervlaktestructuur. Hierbij is het wel zo dat de koffie-extractstralen op dit geruwde deel inslaan.
25 De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvoorbeelden.
Zo kan de bodem (12) het opvangreservoir, volgens de figuren 1 tot 6 vanaf boven gezien, enigszins bol zijn uitgevoerd. Dit bevordert de leegloop via de openingen (30.1) en (30.2). Ook kan bij de inrichting, volgens de 30 figuren 1 tot 6, de inlaat (2) worden uitgevoerd met slechts één ‘i ! i [ i : :· .
- ' * : .·.·** 19 uitstroomopening (8.1), die zich dan bijvoorbeeld in het midden van de inlaat (2) bevindt. Aldus wordt slechts een koffie-extractstraal (14.1) in een opvangreservoir gespoten. De kleinbelhge schuimlaag wordt echter op een geheel analoge manier gevormd. Ook zullen de kopjes (5.1) en (5.2) vanuit 5 het opvangreservoir respectievelijk via de openingen (28.1) en (28.2), de openingen (30.1) en (30.2), en de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2) worden gevuld, zoals hiervoor is besproken.
Bij de inrichting volgens figuur 7 en 8 kan het botsingsoppervlak (12) nog zijn voorzien van een opstaande in de figuur gestippeld aangeduide 10 scheidingswand (72), die bewerkstelligt dat de koffie-extractstraal (14.1) geheel aan de uitstroomopening (4.1) wordt toegevoerd terwijl de koffie-extractstraal (14.2) geheel aan de uitstroomopening (4.2) wordt toegevoerd. De opstaande zijwand (72) is echter niet noodzakelijk. Ook bij de inrichting volgens figuur 7 en 8 kan de inlaat (2) slechts zijn voorzien van een 15 uitspuitopening (8.1), die zich ongeveer in het midden van de inlaat (2) bevindt. De scheidingswand (72) wordt in dat geval echter weggelaten met als doel te bewerkstelligen dat het koffie-extract zich zo gelijk mogelijk zal verdelen over de uitstroomopeningen (4.1) en (4.2). Ook kan het botsingsoppervlak bij de inrichting volgens de figuren 6 en 7 bestaan uit een 20 schuingerichte goot die aan zijn binnenzijde, althans voor een deel, is voorzien van de geruwde oppervlaktestructuur. Bij de inrichting volgens de figuren 1 tot 6 kan de bodem (12) van het opvangreservoir samenvallen met de bodem (24) van de houder. Hierbij dient dan wel de opening (30.1) zich boven de uitstroomopening (4.1) te bevinden en de opening (30.2) zich boven 25 de uitstroomopening (4.2) te bevinden. Het gedeelte van de scheidingswand (26) dat zich in figuur 1 tussen de bodem (12) en de bodem (24) bevindt, komt bij die uitvoeringsvorm te vervallen.
Ook de normaal van de bodem (12) van het opvangreservoir (16) kan met elk der koffie-extractstralen een hoek 'A' insluiten die kleiner is dan 80 30 graden, bijvoorbeeld gelijk is aan 45 graden en bij voorkeur gelijk is aan nul 20 graden. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
De vloeistofstroomafremmende barrière (50) heeft bovendien het voordeel dat koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag in gelijke mate 5 van het opvangreservoir naar de eerste en tweede uitstroomopening (4.1) en (4.2) zal stromen, zodat de kopjes (5.1) en (5.2) thans nagenoeg gelijk worden gevuld. Dit houdt direct verband met het feit dat dankzij de vloeistofstroomafremmende barrière, het vloeistofoppervlak in het opvangreservoir relatief rustig is en weinig zal kolken ten gevolge van een 10 onderdrukte turbulentie en vloeistofstromen in het opvangreservoir.
* ' i 3*A

Claims (26)

1. Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag, voorzien van tenminste een inlaat waaraan koffie- 5 extract wordt toegevoerd, tenminste een uitstroomopening voor het afgeven van het koffie-extract met de kleinbellige schuimlaag en tenminste een vloeistofstroomtraject dat zich van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene uitstroomopening uitstrekt en waarlangs, in gebruik, het koffie-extract van de tenminste ene inlaat naar de tenminste ene 10 uitstroomopening stroomt waarbij in het vloeistofstroomtraject een vloeistofbotsingsoppervlak is op genomen en waarbij de tenminste ene inlaat is voorzien van tenminste een uitspuitopening voor het genereren van tenminste een koffie-extractstraal die, in gebruik, naar het vloeistofbotsingsoppervlak spuit wanneer het koffie-extract aan de 15 tenminste ene inlaat wordt toegevoerd, met het kenmerk, dat, althans een deel van het botsingsoppervlak is voorzien van een geruwde opp ervlakte structuur. * »
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de 20 oppervlakteruwheid van schuurpapier omvattende deeltjes met een gemiddelde diameter van 50-2000 micro meter.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P12 tot P300.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid heeft dat overeenkomt met de oppervlakteruwheid van schuurpapier in de range van P30 tot P300.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid-Ra heeft van 50-2000 um.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de oppervlaktestructuur een oppervlakteruwheid-Ra heeft van 50-200 um.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het botsingsoppervlak is afgevonkt.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het botsingsoppervlak is gezandstraald.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het botsingsoppervlak chemisch is geëtst.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat langs het botsingsoppervlak een gaasje is aangebracht voor het verkrijgen van de geruwde oppervlaktestructuur.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een normaal van het botsingsoppervlak een hoek A insluit met de koffie-extractstraal die kleiner is dan 80 graden.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de normaal van het botsingsoppervlak een hoek A insluit met de tenminste ene koffie -extractstraal die ongeveer gelijk is aan 45 graden.
13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de normaal van het botsingsoppervlak een hoek A insluit met de tenminste ene koffie- 20 extract-straal die ongeveer gelijk is aan nul graden.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tenminste ene koffie-extractstraal dusdanig is gericht dat deze, in gebruik, in slaat op een deel van het botsingsoppervlak dat is voorzien van de geruwde oppervlaktestructuur.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het tenminste ene vloeistofstroomtraject een opvangreservoir is opgenomen met een opstaande zijwand en een bodem waarbij de bodem van het opvangreservoir wordt gevormd door het botsingsoppervlak zodat de tenminste ene koffie-extractstraal, in gebruik, in het opvangreservoir spuit.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk dat het opvangreservoir is voorzien van tenminste en vloeistofafvoertraject voor het afvoeren van koffie-extract uit het opvangreservoir naar de tenminste ene uitstroomopening.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat in het opvangreservoir een op afstand van de opstaande zijwanden gelegen vloeistofstroomafremmende barrière is opgenomen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière tussen een centraal gedeelte van het 10 opvangreservoir en de opstaande zijwanden is opgenomen.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk dat de tenminste ene koffïe-extractstraal naar het centrale gedeelte is gericht.
20. Inrichting volgens conclusie 16 en 19, met het kenmerk, dat het tenminste ene vloeistof-afvoertraject zijn oorspring vindt buiten, vanaf het 15 centrale gedeelte gezien, de vloeistofstroomafremmende barrière.
21. Inrichting volgens een der conclusies 17-20, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière zich langs een eerste zich rond het centrale gedeelte uitstrekkende gesloten kromme uitstrekt.
22. Inrichting volgens een der conclusies 17-21, met het kenmerk, dat de 20 vloeistofstroomafremmende barrière zich voorts langs een tweede zich op afstand rond de eerste kromme uitstrekkende gesloten kromme uitstrekt.
23. Inrichting volgens een der conclusies 17-21, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen zich vanaf de bodem van het opvangreservoir naar boven 25 toe uitstrekkende obstakels.
24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de obstakels penvormig zijn uitgevoerd.
25. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 17-24, met het kenmerk, dat de vloeistofstroomafremmende barrière is voorzien van een zich vanaf de bodem van het opvangreservoir van de bodem af uitstrekkende gaaswand.
26. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 5 dat de inrichting verder is voorzien van middelen voor het bereiden van het koffie-extract en voor het onder druk toevoeren van het koffie-extract aan de tenminste ene inlaat.
NL1016106A 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag. NL1016106C2 (nl)

Priority Applications (19)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016106A NL1016106C2 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
ES01979065T ES2237604T3 (es) 2000-09-05 2001-09-05 Aparato para preparar un extracto de cafe con una capa de espuma de burbujas finas que utiliza una superficie de impacto rugosa.
EP01979065A EP1317200B1 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
KR1020037003304A KR100782432B1 (ko) 2000-09-05 2001-09-05 거친 충격 표면을 이용하여 미세-거품 포말층을 갖는 커피추출물을 제조하는 장치
PT01979065T PT1317200E (pt) 2000-09-05 2001-09-05 Dispositivo para preparacao de um extracto de cafe com uma camada de espuma cremosa utilizando uma superficie de impacto rugosa
AU1105402A AU1105402A (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
PCT/NL2001/000656 WO2002019877A1 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
AT01979065T ATE292926T1 (de) 2000-09-05 2001-09-05 Gerät zum zubereiten einer kaffeeinfusion mit einer dünnen schaumschicht, wobei eine rauhe prallfläche verwendet wird
DE60110095T DE60110095T2 (de) 2000-09-05 2001-09-05 Gerät zum zubereiten einer kaffeeinfusion mit einer dünnen schaumschicht, wobei eine rauhe prallfläche verwendet wird
DK01979065T DK1317200T3 (da) 2000-09-05 2001-09-05 Indretning til fremstilling af kaffeekstrakt med et finboblet skumlag under anvendelse af en ru anslagsflade
DE20122221U DE20122221U1 (de) 2000-09-05 2001-09-05 Vorrichtung zur Zubereitung eines Kaffeeextrakts mit einer feinblasigen Schaumschicht unter Verwendung einer rauen Aufpralloberfläche
JP2002524366A JP4990475B2 (ja) 2000-09-05 2001-09-05 衝撃粗面を用いた、微細な気泡の泡層を有するコーヒー抽出液を製造する装置
CNB018184774A CN1251638C (zh) 2000-09-05 2001-09-05 应用粗糙冲击表面制备有细泡泡沫层的咖啡萃取物的装置
AU2002211054A AU2002211054B9 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
CA002421239A CA2421239C (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
US10/363,241 US6769352B2 (en) 2000-09-05 2001-09-05 Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
ARP010104217A AR030610A1 (es) 2000-09-05 2001-09-05 Aparato para preparar un extracto de cafe con una capa de espuma de burbujas finas usando una superficie de impacto aspera
NO20031028A NO322469B1 (no) 2000-09-05 2003-03-05 Apparat for a fremstille en kaffeekstrakt med et finboblet skumlag ved anvendelse av en grov stotoverflate
JP2012000119A JP5450670B2 (ja) 2000-09-05 2012-01-04 衝撃粗面を用いた、微細な気泡の泡層を有するコーヒー抽出液を製造する装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016106 2000-09-05
NL1016106A NL1016106C2 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016106C2 true NL1016106C2 (nl) 2002-03-07

Family

ID=19772026

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016106A NL1016106C2 (nl) 2000-09-05 2000-09-05 Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US6769352B2 (nl)
EP (1) EP1317200B1 (nl)
JP (2) JP4990475B2 (nl)
KR (1) KR100782432B1 (nl)
CN (1) CN1251638C (nl)
AR (1) AR030610A1 (nl)
AT (1) ATE292926T1 (nl)
AU (2) AU2002211054B9 (nl)
CA (1) CA2421239C (nl)
DE (1) DE60110095T2 (nl)
ES (1) ES2237604T3 (nl)
NL (1) NL1016106C2 (nl)
NO (1) NO322469B1 (nl)
PT (1) PT1317200E (nl)
WO (1) WO2002019877A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004100739A1 (en) * 2003-05-16 2004-11-25 Alain Hoorelbeke Method and device to generate foam in hot beverages

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1019013C2 (nl) * 2001-09-21 2003-03-26 Sara Lee De Nv Bereiding van cappuccino.
NL1020836C2 (nl) * 2002-06-12 2003-12-15 Sara Lee De Nv Inrichting en werkwijze voor het bereiden van koffie met een fijnbellige schuimlaag, in het bijzonder cappuccino.
NL1020837C2 (nl) * 2002-06-12 2003-12-15 Sara Lee De Nv Inrichting en werkwijze voor het bereiden van koffie met een fijnbellige schuimlaag, in het bijzonder cappuccino.
NL1020833C2 (nl) * 2002-06-12 2003-12-15 Sara Lee De Nv Inrichting voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank met een fijnbellige schuimlaag.
JP2005536271A (ja) * 2002-08-23 2005-12-02 サラ リー/デーイー エヌ.ヴェー 消費に適する飲料を作るための形状保持パッド
NL1024160C2 (nl) 2003-08-25 2005-02-28 Sara Lee De Nv Bereiding van een voor consumptie geschikte drank.
WO2005058109A1 (en) * 2003-12-11 2005-06-30 Koninklijke Philips Electronics N.V. Device for preparing a beverage suitable for human consumption with a fine-bubble foam layer
NL1026437C2 (nl) * 2004-06-17 2005-12-20 Sara Lee De Nv Een systeem voor het bereiden van porties van een voor consumptie geschikte drank.
NL1032292C2 (nl) * 2004-08-12 2007-05-30 Sara Lee De Nv Pad met omhulling gevuld met te extraheren product; samenstel voorzien van een dergelijke pad en houder; drankbereidingsinrichting voor het bereiden van een drank.
NL1026834C2 (nl) * 2004-08-12 2006-02-14 Sara Lee De Nv Bereiden van thee met behulp van een theepad en een koffiezetapparaat.
NL1032293C2 (nl) * 2004-08-12 2007-08-16 Sara Lee De Nv Werkwijze voor het verschaffen van een drank voorzien van een fijnbellige schuimlaag of een drank althans nagenoeg zonder de fijnbellige schuimlaag, pad met omhulling gevuld met te extraheren en/of op te lossen product; samenstel voorzien van een dergelijke pad en een houder; drankbereidingsinrichting voor het bereiden van een drank.
NL1028101C2 (nl) 2005-01-24 2006-07-25 Sara Lee De Nv Samenstel voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, rigide lichaam van het samenstel en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank met het samenstel.
NL1028134C2 (nl) 2005-01-27 2006-07-31 Sara Lee De Nv Werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank uit ten minste twee op te lossen en/of te extraheren ingredienten en een hoeveelheid vloeistof.
NL1028460C2 (nl) 2005-03-04 2006-09-06 Sara Lee De Nv Inrichting voor het bereiden en afgeven van al dan niet althans gedeeltelijk opgeschuimde dranken.
NL1029503C2 (nl) * 2005-07-12 2007-01-15 Sara Lee De Nv Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede een gebruik van een dergelijk systeem, een opvangkamer en een houder.
DE202005011203U1 (de) * 2005-07-16 2005-09-22 Eugster/Frismag Ag Auslaufverteiler für Espressomaschinen
EP1932457A1 (en) * 2006-12-11 2008-06-18 Nestec S.A. Device and method for producing a frothed liquid from soluble ingredients and diluent
DE202006018947U1 (de) * 2006-12-15 2008-04-17 Wik Far East Ltd. Brüheinheit für eine Kaffeemaschine sowie Kaffeemaschine
US8180204B2 (en) * 2007-07-02 2012-05-15 Brewl Technologies, Inc. Hot beverage brewing apparatus
JP2009093348A (ja) * 2007-10-05 2009-04-30 Hitachi Ltd 情報処理装置、及び情報処理システム
ES2461345T3 (es) * 2007-11-14 2014-05-19 Nestec S.A. Batidora de bebidas
US8850960B2 (en) 2008-01-29 2014-10-07 Koninklijke Douwe Egberts B.V. System, method and capsule for preparing a beverage
EP2296514B1 (en) * 2008-05-15 2012-07-25 Nestec S.A. Beverage dispenser outlet
JP5956794B2 (ja) 2012-03-19 2016-07-27 日立オートモティブシステムズ株式会社 内燃機関の制御装置
FR3042397B1 (fr) * 2015-10-15 2017-11-03 Seb Sa Dispositif de distribution de boissons a double sortie et machine a cafe comportant un tel dispositif
IT201600093576A1 (it) * 2016-09-16 2018-03-16 Carimali S P A Con Socio Unico Macchina per la preparazione di bevande
CN108542258B (zh) * 2018-04-18 2024-05-28 大闽食品(漳州)有限公司 一种咖啡制备用高效率萃取设备
CN111713626A (zh) * 2020-06-30 2020-09-29 重庆天邦食品有限公司 一种自循环吸附树脂脱苦脱酸装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5151199A (en) * 1989-07-21 1992-09-29 Nestec S.A. Process and apparatus for controlling froth of an instant coffee beverage
EP0709131A1 (en) * 1994-10-26 1996-05-01 Societe Des Produits Nestle S.A. Mixing of fluids
EP0878158A2 (en) 1997-05-13 1998-11-18 Sara Lee/DE N.V. Apparatus for preparing coffee having a small-bubbled foam layer.

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US573008A (en) * 1896-12-15 Fabric for tires
US3441640A (en) * 1964-12-07 1969-04-29 Celanese Corp Process for wet-spinning polybenzimidazoles
US3720607A (en) * 1970-04-15 1973-03-13 Celanese Corp Reverse osmosis process employing polybenzimidazole membranes
US3699038A (en) * 1970-04-22 1972-10-17 Celanese Corp Production of improved semipermeable polybenzimidazole membranes
US3841492A (en) * 1972-01-19 1974-10-15 Celanese Corp Production of semipermeable polybenzimidazole membranes
US4020142A (en) * 1975-08-21 1977-04-26 Celanese Corporation Chemical modification of polybenzimidazole semipermeable
US4512894A (en) * 1982-12-17 1985-04-23 Celanese Corporation Process for the production of semipermeable polybenzimidazole membranes and the resultant product
US4448687A (en) * 1982-12-17 1984-05-15 Celanese Corporation Process for the production of semipermeable polybenzimidazole membranes with low temperature annealing
US4693824A (en) * 1985-09-23 1987-09-15 Celanese Corporation Process for the production of polybenzimidazole ultrafiltration membranes
US4693825A (en) * 1985-09-23 1987-09-15 Celanese Corporation Method for the preparation of polybenzimidazole membranes
JPH0634858Y2 (ja) * 1987-12-25 1994-09-14 株式会社吉野工業所 液体の泡状噴射器のノズル
US4903585A (en) * 1988-01-04 1990-02-27 Nestec, S.A. Apparatus for dispensing coffee having a foamed surface
TW199884B (nl) * 1991-05-08 1993-02-11 Sociere Des Produits Nestle S A
GB9316717D0 (en) * 1993-08-11 1993-09-29 Gen Foods Ltd Cartridge and method for the preparation fo whipped beverages
US5638740A (en) * 1995-02-24 1997-06-17 Cai; Zhihua Apparatus for brewing espresso and cappuccino
NL1007171C2 (nl) 1997-09-30 1999-03-31 Sara Lee De Nv Samenstel voor gebruik in een koffiemachine voor het bereiden van koffie, houder en pouch van dat samenstel.
NL1012847C2 (nl) 1999-08-17 2001-02-20 Sara Lee De Nv Inrichting voor het bereiden van koffie.
NL1013270C2 (nl) 1999-10-12 2001-04-17 Sara Lee De Nv Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een fijnbellige schuimlaag.
GB0003355D0 (en) * 2000-02-14 2000-04-05 Kraft Jacobs Suchard Limited Cartridge and method for the preparation of whipped beverages

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5151199A (en) * 1989-07-21 1992-09-29 Nestec S.A. Process and apparatus for controlling froth of an instant coffee beverage
EP0709131A1 (en) * 1994-10-26 1996-05-01 Societe Des Produits Nestle S.A. Mixing of fluids
EP0878158A2 (en) 1997-05-13 1998-11-18 Sara Lee/DE N.V. Apparatus for preparing coffee having a small-bubbled foam layer.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2004100739A1 (en) * 2003-05-16 2004-11-25 Alain Hoorelbeke Method and device to generate foam in hot beverages
BE1015518A4 (nl) 2003-05-16 2005-05-03 Hoorelbeke Alain Methode en inrichting voor de schuimvorming bij warme dranken.

Also Published As

Publication number Publication date
AU2002211054B2 (en) 2005-12-22
EP1317200B1 (en) 2005-04-13
AU2002211054B9 (en) 2006-03-09
US20040031393A1 (en) 2004-02-19
AU1105402A (en) 2002-03-22
JP4990475B2 (ja) 2012-08-01
PT1317200E (pt) 2005-07-29
JP5450670B2 (ja) 2014-03-26
DE60110095T2 (de) 2005-09-29
CN1251638C (zh) 2006-04-19
JP2004508079A (ja) 2004-03-18
CA2421239A1 (en) 2002-03-14
KR20030027116A (ko) 2003-04-03
NO20031028D0 (no) 2003-03-05
ATE292926T1 (de) 2005-04-15
NO20031028L (no) 2003-05-02
DE60110095D1 (de) 2005-05-19
ES2237604T3 (es) 2005-08-01
AR030610A1 (es) 2003-08-27
US6769352B2 (en) 2004-08-03
EP1317200A1 (en) 2003-06-11
KR100782432B1 (ko) 2007-12-05
NO322469B1 (no) 2006-10-09
WO2002019877A1 (en) 2002-03-14
CA2421239C (en) 2008-11-18
JP2012061368A (ja) 2012-03-29
CN1473015A (zh) 2004-02-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016106C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
NL1016107C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een kleinbellige schuimlaag.
AU2002211054A1 (en) Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a rough impact surface
NL1006039C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van koffie met een kleinbellige schuimlaag.
AU2001294386A1 (en) Apparatus for preparing a coffee extract with a fine-bubble froth layer using a liquid flow decelerating barrier
NL1018248C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte, geschuimde drank.
CA2489272C (en) Apparatus for preparing a consumable beverage with a fine-bubbled foam layer
NL1029503C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het bereiden van een voor consumptie geschikte drank, alsmede een gebruik van een dergelijk systeem, een opvangkamer en een houder.
NL1020836C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van koffie met een fijnbellige schuimlaag, in het bijzonder cappuccino.
AU2002328466A1 (en) Cappuccino preparation
WO2003026470A2 (en) Cappuccino preparation
NL1013270C2 (nl) Inrichting voor het bereiden van een koffie-extract met een fijnbellige schuimlaag.
JP2009517164A (ja) 改善された集液チャンバを有する茶を調整する装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401