NL1015584C2 - Beweegbaar contactenstel voor een schakelaar met een vast contactenstel. - Google Patents

Description

Beweegbaar contactenstel voor een schakelaar met een vast contactenstel.

De uitvinding heeft betrekking op een beweegbaar contactenstel voor een scha-5 kelaar met een vast contactenstel dat tenminste een paar op een onderlinge afstand opgestelde vaste contacten omvat, omvattende ten minste een contactelement, een houder daarvoor en een veerelement, welk contactelement in de ingeschakelde toestand onder mechanische voorspanning aanligt tegen het oppervlak van het paar vaste contacten en de afstand tussen de naar elkaar toegekeerde vrije eindranden daarvan overbrugt.

10 Een dergelijk beweegbaar contactenstel is bekend uit EP-B-0.281.622.

Het bekende beweegbare contactenstel omvat een aantal contactelementen in de vorm van een stel contactrollen. Dit stel contactrollen omvat een ongeveer T-vormig stuk ijzer, een verende onderlegring met overeenkomstige tegenhanger, vier contactrollen die gedeeltelijk tegen de verende onderlegringen rusten en gedeeltelijk door klem-15 men bij elkaar worden gehouden. Tussen de rollen en de klemmen bevindt zich een af-standstuk met een dikte die iets kleiner is dan de dikte van de vaste contacten van de schakelaar. De onderdelen zijn alle voorzien van een langwerpige sleuf om het been van het T-vormige stuk ijzer door te laten. Boven de laatste verende onderlegring bevindt zich een spiraalveer en de volledige inrichting wordt bij elkaar gehouden door 20 een borgplaat die is ingericht om omlaag te worden gedrukt over het T-vormige been en vervolgens ongeveer 90° te worden gedraaid. Het middelste afstandstuk is bovendien voorzien van uitsteeksels die samenwerken met middelen op een verplaatsbare aandrijfschijf.

De houder van het beweegbare contactenstel voor het vasthouden van de con- 1015584 2 tactelementen of -rollen bestaat uit een groot aantal losse onderdelen, zodat bij het samenstellen van het beweegbare contactenstel er een groot aantal handelingen nodig zijn.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een beweegbaar contactenstel van de 5 in de aanhef genoemde soort, waarbij het aantal onderdelen tot een minimum is beperkt en waarvan de montage eenvoudiger is en waarbij slechts een klein aantal handelingen voor de montage nodig is.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat het houderlichaam een loodrecht op de bewegingsrichting daarvan verlopend voor- en achtervlak en loodrecht 10 op genoemde vlakken en evenwijdig aan de bewegingsrichting verlopende zijvlakken heeft, dat een zijvlak is voorzien van een tot de eindvlakken van het houderlichaam doorlopende lengteuitsparing voor het zodanig opnemen van het contactelement, dat de uiteinden daarvan buiten de beide eindvlakken van het houderlichaam uitsteken, waarbij het veerelement het contactelement-in de lengteuitsparing mechanisch voorspant.

15 Het veerelement dient niet alleen voor het voortbrengen van de contactdruk van het contactelement op het vaste contact, maar dient ook voor het opsluiten van het contactelement in samenwerking met de lengteuitsparing in de houder. Er is dus slechts een houder uit een stuk en een veerelement voor het voorspannen en vasthouden van een of meerdere contactelementen.

20 Wanneer de houder uit kunststof is vervaardigd kan de zich het dichtst bij het achtervlak van de houder bevindende zijvlak van de lengteuitsparing voorzien worden van een afsteunelement uit hard materiaal, zoals metaal of keramiek. Bij het inschakelen oefent het contactelement bij afwezigheid van het afsteunelement, dat de vorm van een plaat kan hebben, grote krachten uit op het genoemde zijvlak van de 1015584 3 lengteuitsparing, zodat deze kan vervormen en het schakelgedrag van het beweegbare contactenstel nadelig kan worden beïnvloed. Deze vervorming wordt door het afsteunelement tegengegaan, doordat de genoemde krachten op het genoemde zijvlak over een groter oppervlak worden verdeeld.

5 Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de houder aan het andere zijvlak voorzien van een tweede doorlopende lengteuitsparing voor het opnemen van een tweede contactelement en dat het voorvlak van het houderlichaam is voorzien van een dwars op de doorlopende uitsparingen verlopende dwarsuitsparing voor het opnemen van het U-vormig uit twee benen en een deze verbindende basis bestaand veerelement, 10 waarbij de zijwanden van de dwarsuitsparing op afstand van de eindvlakken van het houderlichaam liggen en waarbij de basis van de U op de bodem van de dwarsuitsparing afsteunt en de benen daarvan om de buitenzijden van de contactelementen heen grijpen.

Ook bij deze uitvoeringsvorm is gezorgd voor een vormgesloten geheel met zeer 15 weinig onderdelen.

Bij voorkeur ligt de bodem van de dwarsuitsparing dieper dan de het dichtst bij de achterwand van het houderlichaam liggende zijwanden van de lengteuitsparingen, waarbij het diepteverschil niet groter is dan de dikte van de basis van het veerelement.

Op voordelige wijze zorgt de basis van het veerelement bij deze uitvoeringsvorm 20 voor het verdelen van de krachten van de contactelementen op de zich het dichtst bij het achtervlak van de houder bevindende zijvlak van de lengteuitsparing en vervangt als het ware de eerder genoemde plaat uit hard materiaal.

Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het veerelement voorzien van een eerste stel zich vanaf de zijranden van de benen van het U-vormige veerele- 101B584 4 ment in de richting van de uiteinden van de eerste en tweede contactelementen uitstrekkende stroken, waarvan de vrije uiteinden de contactelementen onder voorspanning in de bijbehorende lengteuitsparingen drukken. Hierbij wordt de druk aangebracht op de plaats waar het nodig is, namelijk nabij de uiteinden van de contactelementen.

5 Bij voorkeur grijpen de vrije uiteinden van de stroken in uitsparingen in de con tactelementen. Hierdoor worden de contactelementen geborgd in lengterichting en ontstaat een kracht- en vormsluitend geheel van het beweegbare contactenstel.

Bij een verdere uitwerking van de uitvinding lopen de vrije uiteinden van de benen van het veerelement voorbij de stroken door voor het naar elkaar toe voorspannen 10 van verdere contactelementen. Bij deze uitvoeringsvorm kan met slechts een veerelement worden volstaan om twee of meerdere stellen contactelementparen voor te spannen, waarbij voor de paren verschillende voorspankrachten kunnen worden verkregen.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het beweegbare contactenstel volgens 15 de uitvinding zijn in de verdere volgconclusies omschreven.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een aandrijfschuif voor het verplaatsen van het beweegbare contactenstel om contact te maken of contact te verbreken tussen de vaste contacten van een schakelaar. Voordelige uitvoeringsvormen van de aandrijfschuif zijn in de verdere volgconclusies omschreven.

20 De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekeningen tonen:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen onderdelen van een uitvoeringsvorm van een beweegbaar contactenstel volgens de uitvinding met twee con-tactrollen; 1015524 5

Fig. 2 een aanzicht in perspectief met uiteengenomen onderdelen van een beweegbare contactenstel volgens de uitvinding met een paar contactrollen en een paar mescontacten.

Fig. 3 in perspectief uit een andere hoek gezien het beweegbare contactenstel 5 volgens fig. 2;

Fig. 4 een aanzicht in perspectief van het samengestelde beweegbare contactenstel volgens de fig. 2 en 3;

Fig. 5 en 6 een aanzicht in perspectief uit verschillende richtingen van een aan-drijfschuif volgens de uitvinding.

10 Het beweegbare contactenstel volgens fig. 1 bestaat uit een contactelement 1 en een houderlichaam 2 daarvoor, dat hierna kortweg houder wordt genoemd. Deze houder wordt bij voorkeur uit een goedkope kunststof vervaardigd maar kan ook van een ander materiaal vervaardigd zijn zoals metaal of keramiek. Het zijvlak 3 van de houder 2 is voorzien van een lengteuitsparing 4 die zich in lengterichting van de houder 2 uitstrekt 15 tot aan de eindvlakken daarvan, waarvan slechts een eindvlak zichtbaar is en is voorzien van het verwijzingsnummer 5. De lengteuitsparing 4 is bestemd voor het opnemen van het contactelement 1, dat in deze lengteuitsparing 4 wordt opgesloten door het veerelement 6. Er ontstaat dus een vormsluitend geheel.

Opgemerkt wordt dat het contactelement 1 als rolcontact is getoond, echter kun-20 nen ook mescontacten worden toegepast in een overeenkomstig gevormde lengteuitsparing.

Het contactelement 1 dient voor het elektrisch verbinden van twee op onderlinge afstand liggende vaste contacten van een schakelaar. Bij het inschakelen, in het bijzonder bij grote kortsluitstromen oefenen de contactelementen van het beweegbare 1015584 6 contactenstel een grote kracht uit op de houder, welke kracht wordt veroorzaakt door de botsing van het vaste en beweegbare contactelement, de elektromagnetische uitdrijfkracht op het beweegbare contactelement en de wrijvingskracht. Daar het contactelement 1 over een relatief klein oppervlak contact maakt met de houder 2, welk 5 oppervlak met de baan b is weergegeven, is de oppervlaktedruk op die plaatsen zeer hoog. Het gevolg hiervan is dat het contactelement even of zelfs blijvend in het kunststof kan wegzakken, waardoor het beweegbare contactelement even stilstaat bij het raken van de vaste contacten en bij een blijvende vervorming van de houder het moment van schakelen in de tijd zal veranderen.

10 Normaal heeft het bovenstaande fenomeen niet zoveel gevolgen maar bij zeer grote prospectieve kortsluitstromen (rond 100 kA) is de aanstijging van de stroom zo snel dat de vertraging van het beweegbare contact en het denderen van het beweegbare contact als gevolg hiervan genoeg zijn om ernstige beschadiging van het contact te veroorzaken. Bij voorkeur wordt in dergelijke omstandigheden een afsteunelement, dat 15 de vorm kan hebben van een stalen of keramieken plaatje achter het contact of de contacten geplaatst.

Doordat staal of keramiek een veel grotere elasticiteitsmodulus heeft dan een kunststof van redelijke prijs, kan een stalen of keramieken plaatje achter het contactelement de hoge drukbelasting van het contactelement verdelen over een veel 20 groter kunststofoppervlak. Deze verdeling vertaalt zich in een aanmerkelijk mindere vervorming van het kunststof. Deze verminderde vervorming zorgt ervoor dat de vertraging en het denderen van het contactelement wordt verminderd, zodat inschakelen bij hoge kortsluitstromen met veel minder problemen kan worden gerealiseerd.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 is de houder 2 voorzien van een tweede 1 η 1RR84 7 doorlopende lengteuitsparing 7 voor het opnemen van het tweede contactelement 8 dat weer als rolcontact is weergegeven maar uiteraard ook een mescontact kan zijn.

Het voorvlak 9 van de houder 2 is voorzien van een dwarsuitsparing 10. Deze dwarsuitsparing 10 verloopt dwars op de doorlopende lengteuitsparingen 4,7 en 5 voorziet in een ruimte voor het opnemen van het veerelement 6. Dit veerelement is U-vormig en omvat twee benen 11,12 en een deze benen verbindende basis 13. De dwarsuitsparing ligt bij voorkeur in het midden tussen de eindvlakken 5 van de houder 2. De basis 13 van het veerelement steunt af op de bodem van de dwarsuitsparing 10 en de benen 11,12 van het veerelement grijpen om de contactelementen 1, 8, wanneer 10 deze in de daarbij behorende uitsparingen 4,7 zijn aangebracht.

De benen 11,12 zijn voorzien van stroken 14,15 respectievelijk 16,17. De uiteinden 22-25 van de stroken 14,15 en 16,17 liggen tegen de contactelementen 1,8 nabij hun uiteinden aan. De afstand tussen de genoemde uiteinden in de nog niet gemonteerde toestand is zodanig dat de contactelementen naar elkaar toe worden 15 voorgespannen.

De contactelementen 1, 8 zijn nabij hun uiteinden voorzien van rondlopende sleuven 18,19 respectievelijk 20, 21. Deze sleuven 18-21 nemen in de samengestelde toestand van het beweegbare contactenstel de gebogen dwarse uiteindedelen 22,23,24, 25 van de stroken 14-17 van het veerelement 6 op. Door de samenwerking van de ge-20 bogen dwarsdelen 22-25 en de sleuven 18-21 worden de contactelementen 1,8 op him plaats in de uitsparingen 4,7 geborgd. Er ontstaat als het ware een kracht-vormsluitend geheel van houder, contactelementen en veerelement.

De houder 2 zorgt voor een spleet tussen de uiteinden van de beweegbare contacten. De breedte van deze spleet is iets kleiner dan de dikte van de bijbehorende 1015584 8 delen van de vaste contacten van de schakelaar.

Om het beweegbare contactenstel samen te stellen wordt eerst het veerelement 6 met zijn basis 13 in de dwarsuitsparing 10 van de houder 2 geplaatst, totdat het veerelement 6 met zijn basis 13 afsteunt op de bodem van de dwarsuitsparing 10.

5 Daarna worden de contactelementen 1, 8 vanaf een eindvlak 5 van de houder 2 in de lengteuitsparingen 4, 7 gedrukt, totdat de dwarsdelen 22-25 van de stroken 14-17 van het veerelement 6 vallen in de daarbij behorende sleuven 18-21 van de contactelementen 1,8. De contactelementen 1,8 worden daarna in deze stand vastgehouden door de stroken 14-17 met de daarbij behorende gebogen delen 22-25 aan de uit-10 einden daarvan. Bij voorkeur ligt de bodem van de dwarsuitsparing 10 dieper in de houder 2 dan de zijwanden 26,27 van de lengteuitsparingen 4, 7 van de houder 2. Het diepteverschil is bij voorkeur niet groter dan de dikte van de basis 13 van het veerelement 6, zodat de contactelementen 1, 8 aanliggen tegen de basis 13 van het veerelement 6 en zodoende worden de krachten op de contactelementen 1, 8 bij het inschakelen in 15 hoofdzaak opgevangen door de basis 13 van het veerelement 6 en daardoor worden de genoemde krachten verdeeld over een groter oppervlak van de lengteuitsparingen 4,7 van de houder 2, zodat de vervorming van de houder tot een minimum wordt beperkt.

In de fig. 2,3 en 4 is een beweegbare contactenstel volgens de uitvinding getoond, dat bijvoorbeeld geschikt is voor een schakelaar met trapvormig uitgevoerde 20 contactstaven zoals bijvoorbeeld bekend is uit EP-B-0.281.622. Door deze trapvormige uitvoering kan de slag van de beweegbare contacten kleiner zijn waardoor de totale schakelaar kleiner wordt. De contactelementen 1,8 die in verband met hun functie ook wel afbrandcontacten worden genoemd, maken eerst contact met de delen van de vaste contacten die op een grotere afstand liggen. Het beweegbare contactenstel omvat voorts 1015564 9 een tweede paar contactelementen 28,29 die in de uitvoeringsvormen van de fig. 2,3 en 4 zijn uitgevoerd als mescontacten. Deze mescontacten 28,29 blijven tijdens het eerste gedeelte van de inschakelbeweging vrij van de vaste contacten, totdat deze contact maken met de gedeelten van de vaste contacten die dichter bij elkaar liggen.

5 Deze contactelementen 28,29 worden ook wel hoofdcontactelementen genoemd, omdat deze in ingeschakelde toestand het grootste gedeelte van de stroom voeren.

De houder 2, de contactelementen 1, 8 en het gedeelte van het veerelement 6 dat samenwerkt met de houder 2 en de contactelementen 1, 8 hebben dezelfde uitvoering als de corresponderende onderdelen van het beweegbare contactenstel volgens fig. 1.

10 Daarom kan voor de fig. 2,3 en 4 worden afgezien van een beschrijving van het gedeelte dat overeenkomt met het beweegbare contactenstel volgens fig. 1.

De benen 11,12 van het U-vormige veerelement 6 zijn voorbij de stroken 14-17 voorzien van doorlopende beendelen 30,31 die bestemd zijn voor het naar elkaar toedrukken van het tweede paar contactelementen 28,29.

15 In fig. 4 is het samengestelde beweegbare contactenstel volgens de uitvinding getoond, waarbij de dwars op de benen 11,12 van het veerelement 6 verlopende stroken 14-17 de eerste contactelementen 1, 8 in de daarbij behorende uitsparingen van de houder 5 voorspannen, terwijl de doorlopende delen 30,31 van de benen 11,12 van het veerelement 6 de tweede contactelementen 28,29 naar elkaar toe voorspannen. In deze 20 samengestelde toestand blijven er aan de uiteinden van de eerste contactelementen 1,8 spleten over die zodanig kleiner zijn dan de dikte van het daarbij behorende gedeelte van de vaste contacten, dat deze delen van de vaste contacten onder voorspanning door de uiteinden van de eerste contactelementen 1, 8 worden opgenomen. Aan de uiteinden van de tweede contactelementen 28,29 blijven eveneens spleten over, die enigszins 1015584 10 kleiner zijn dan de dikte van het daarbij behorende gedeelte van de vaste contacten van de schakelaar. De doorlopende beendelen 30, 31 zijn voorzien van dwars verlopende uiteindedelen die passen in de uitsparingen 32 en 33 in de tweede contactelementen 28, 29.

5 De contactelementen 28,29 van het tweede paar liggen met hun achterzijden aan tegen richels 34 en 35 op de voorvlakken 36,37 van de houder 2 aan. Door dimensionering van de hoogte van deze richels 34 en 35 kan op nauwkeurige wijze de tijdsperiode tussen de contactmakingsmomenten van het eerste paar contactelementen 1, 8 en het tweede paar contactelementen 28,29 met de vaste contacten van de 10 schakelaar worden vastgelegd.

Het tweede paar contactelementen 28,29 is uitgevoerd als een stel mescontacten, echter is het ook mogelijk om deze uit te voeren als rolcontacten. Deze rolcontacten kunnen dan op overeenkomstige wijze door het veerelement 6 en de houder 2 worden vastgehouden en voorgespannen zoals op de beschreven wijze voor het eerste paar 15 contactelementen 1, 8, bijvoorbeeld door een tweede paar stroken die dwars op de benen 11,12 van het veerelement 6 verlopen en een tweede stel uitsparingen in de houder 2 voor het opnemen van het tweede paar contactelementen. Deze wijze van opsluiten en voorspannen kan ook worden toegepast op verdere mescontactelementen.

In de fig. 3 en 4 is te zien dat de houder 2 is voorzien van een richel 38. Deze ri-20 chel is aan een uiteinde voorzien van een nok 39 en een klikelement 40. Deze nok en klikelement steken buiten het vlak van de richel 38 uit. Het is ook mogelijk om aan beide uiteinden van de richel een klikelement aan te brengen. Deze nok en klikelement(en) dienen voor het positioneren en vasthouden van de houder 2 in een aandrijfschuif.

1015564 11

Ook is het mogelijk richel 38 te voorzien van een verhoging die samenwerkt met een nok en een klikelement in een sleuf 45 van een gat 42 in een aandrijfschuif 41. De nok in sleuf 45 kan ook hier vervangen worden door een tweede klikelement. Klikelement(en) en nok dienen wederom voor het positioneren en vastzetten van de 5 houder.

Volgens fig. 5 is de aandrijfschuif 41 voorzien van gaten 42 voor het opnemen van beweegbare contactstellen volgens de uitvinding. De in fig. 6 getoonde aandrijfschuif komt overeen met de aandrijfschuif 41 van fig. 5 van onder af gezien.

De beweegbare contactstellen zijn overzichtelijkheidshalve zonder veerelement 10 getoond.

Wanneer de aandrijfschuif niet dik genoeg is, is het vlak van de wand van het gat 42 waarnaar het achtervlak 43 van het beweegbare contactstel is toegekeerd, bij voorkeur met een verlengvlak 44 in de beide richtingen van de aandrijfschuif 41 verlengd. Het oppervlak van het verlengvlak 44 komt overeen met of is breder dan het 15 oppervlak van het achtervlak 43 van het beweegbare contactstel. Het verlengvlak 44 is voorzien van een sleuf 45 voor het opnemen van de richel 38 met de nok 39 en het klikorgaan 40. Het verhoogde deel 46 van de sleuf 45 past tussen de nok 39 en het klikorgaan 40 in.

Bij voorkeur is de diepte van de sleuf 45 in het verlengvlak 44 van de wand van 20 het gat 42 groter dan de hoogte van de richel 38 en de daarbij behorende nok 39 en klik-orgaan(en) 40. Bij voorkeur is sleuf 45 ook breder dan de breedte van de richel 38 en de daarbijbehorende nok 39 en klikorgaan(en) 40.

Het veerelement van het beweegbare contactenstel heeft de volgende belangrijke 1015584 12 eigenschappen: het veerelement in combinatie met de houder en de beweegbare contacten vormt een vormgesloten en krachtgesloten geheel, het veerelement oefent zowel de contactkracht op het eerste paar als op 5 eventuele meerdere paren contactelementen uit, waarbij het op eenvoudige wijze mogelijk is om de contactdrukken van de verschillende paren onderling te laten verschillen. Dit is vooral van belang wanneer de functies van de paren onderling verschillen, bijvoorbeeld afbrand- en hoofdpaar. Door de uitvoering van het veerelement kan met één element een 10 dimensioneringsvrijheid worden verkregen voor de paren.

Het is belangrijk, dat het veerelement met de dwars op de benen van het veerelement verlopende stroken op de uiteinden van het eerste paar contactelementen aangrijpt. Dit kan op dezelfde wijze worden gerealiseerd bij de volgende paren contactelementen. De houder wordt namelijk om 15 tolerantie-technische, montage vergemakkelijkende en functionele aspecten met een relatief grote bewegingsvrijheid in de aandrijfschuif gemonteerd. Om dan nog steeds een zeer snelle opbouw van de contactkracht te garanderen zonder de zoekvrijheid van de contacten te belemmeren is het belangrijk dat de veer op de uiteinden van het eerste paar contactelementen 20 aangrijpt.

De vormgeving van de veer is zodanig gekozen, dat de veer tegelijkertijd de functie van het verdelen van de krachten van de contactelementen op de houder over een groter oppervlak verdeelt. Dit spaart niet alleen een extra onderdeel uit maar kent voornamelijk voordelen wat betreft montagegemak.

1015584 13

De montage van het beweegbare contactenstel in de aandrijfschuif is zo veel mogelijk vereenvoudigd, doordat de houder inschuifbaar in de aandrijfschuif kan worden gemonteerd, welke houder geborgd wordt door een of meerdere in de houder of 5 aandrijfschuif geïntegreerde kunststof klikorgaan(en).

De aandrijfschuif heeft de volgende belangrijke eigenschappen: er is een groot vlak voor de achterzijde van de houder voorzien. Dit grote vlak zorgt voor een zo optimaal mogelijke overdracht van de aandrijvende 10 energie van de schuif naar de houder, terwijl de bewegingen loodrecht op de bewegingsrichting van de schuif zo min mogelijk worden gehinderd. Deze factoren zijn van belang omdat goed inschakelen op grote kortsluitstromen vereist dat de netto contactkracht zeer snel aanstijgt. Een manier om dit te realiseren is een vrij zoekende beweegbaar contactstel dat zonder merkbare 15 vertraging op de vaste contacten inschakelt.

De richel aan de achterzijde van de houder en de uitsparing in het daarbij behorende vlak van het gat in de aandrijfschuif zorgen nu samen voor een juiste positionering en vrijheid van het beweegbare contactstel.

De uitsparing in het verlengvlak van de schuif is zo diep dat de richel van 20 de houder nooit aandrijfenergie van de schuif op de houder kan overbren gen. Hiervoor zijn namelijk al de grote verlengvlakken in het gat van de aandrijfschuif aanwezig. Als de richel wel energie zou overbrengen wordt de druk van de schuif op de richel zo hoog dat de bewegingsvrijheid van de houder loodrecht op de bewegingsrichting van de schuif belemmerd wordt.

1015584 14

Bovendien kan de houder dan vervormen, waardoor een wigconstructie ontstaat die tot gevolg heeft dat de netto contactkracht minder wordt.

De bewegingsvrijheid van en de belasting op het contactenstel in montage-richting is erg gering en daarom is in montagerichting de borging van het 5 beweegbare contactenstel aangebracht.

De breedte van de sleuf in het verlengvlak van het gat 42 van de aandrijfschuif 41 in combinatie met de breedte van de richel 38 op de achterzijde van de houder 2 bepalen dan de bewegingsvrijheid in de overgebleven richtingen. De breedte van de 10 sleuf kan breder zijn dan de breedte van de richel van de houder.

1015584

Claims (25)

1. Beweegbaar contactenstel voor een schakelaar met een vast contactenstel dat tenminste een paar op een onderlinge afstand opgestelde vaste contacten omvat, omvattende tenminste een contactelement (1), een houder (2) daarvoor en een veerelement (6), welk contactelement (1) in de ingeschakelde toestand onder mechanische voorspanning aanligt tegen het oppervlak van het paar vaste contacten en de afstand 10 tussen de naar elkaar toegekeerde vrije eindranden daarvan overbrugt, met het kenmerk, dat het houderlichaam (2) een loodrecht op de bewegingsrichting daarvan verlopend voor- en achtervlak en loodrecht op genoemde vlakken en evenwijdig aan de bewegingsrichting verlopende zijvlakken (3) heeft, dat een zijvlak (3) is voorzien van een tot de eindvlakken (5) van het houderlichaam doorlopende lengteuitsparing (4) voor 15 het zodanig opnemen van het contactelement (1), dat de uiteinden daarvan buiten de beide eindvlakken (5) van het houderlichaam (2) uitsteken, waarbij het veerelement (6) het contactelement (1) in de lengteuitsparing (4) mechanisch voorspant. 1 1015584 Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het houder-20 lichaam (2) uit kunststof is vervaardigd en de zich het dichtst bij het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) bevindende zijvlak (26,27) van de lengteuitsparing (4) is voorzien van een afsteunelement uit hard materiaal voor het daarbij behorende contactelement (1).

3. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het materiaal metaal is.

4. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het materiaal 5 keramiek is.

5. Beweegbaar contactenstel volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het houderlichaam (2) aan het andere zijvlak is voorzien van een tweede doorlopende lengteuitsparing (7) voor het opnemen van een tweede contactelement (8) en dat het 10 voorvlak (9) van het houderlichaam (2) is voorzien van een dwars op de doorlopende uitsparingen (4,7) verlopende dwarsuitsparing (10) voor het opnemen van het U-vormig uit twee benen (11,12) en een deze verbindende basis (13) bestaand veerelement (6), waarbij de zijwanden van de dwarsuitsparing op afstand van de eindvlakken (5) van het houderlichaam (2) liggen en waarbij de basis (13) van de U op de bodem van de 15 dwarsuitsparing (10) afsteunt en de benen (11,12) daarvan om de buitenzijden van de contactelementen (1,8) heen grijpen.

6. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bodem van de dwarsuitsparing (10) dieper ligt dan de het dichtst bij de achterwand (43) van het 20 houderlichaam (2) liggende zijwanden (26,27) van de lengteuitsparingen (4,7) en dat het diepteverschil niet groter is dan de dikte van de basis (13) van het veerelement (6).

7. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het veerelement (6) is voorzien van een eerste stel zich vanaf de zijranden van de benen 1015584 (11,12) van het U-vormige veerelement (6) in de richting van de uiteinden van de eerste en tweede contactelementen uitstrekkende stroken (14-17), waarvan de vrije uiteinden de contactelementen (1,8) onder voorspanning in de bijbehorende lengteuitspa-ringen (4,7) drukken. 5

8. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden (22 - 25) van de stroken (14 -17) in sleuven (18-21) in de contactelementen (1,8) grijpen.

9. Beweegbaar contactenstel volgens conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat de vrije uiteinden van de benen (11,12) van het veerelement (6) voorbij de stroken (14 -17) doorlopen voor het naar elkaar toe voorspannen van verdere contactelementen.

10. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verdere 15 contactelementen zijn opgenomen in bijbehorende lengteuitsparingen in de zijvlakken van de houder en dat het veerelement aan de doorlopende vrije uiteinden is voorzien van verdere zich vanaf de zijranden van de doorlopende benen van het veerelement in de richting van de uiteinden van de verdere contactelementen uitstrekkende stroken, waarvan de vrije uiteinden de verdere contactelementen naar elkaar toe voorspannen. 20

11. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in de verdere contactelementen uitsparingen zijn aangebracht voor het opnemen van de vrije uiteinden van de bijbehorende stroken. 1015584

12. Beweegbaar contactenstel volgens conclusies 9, met het kenmerk, dat de derde en vierde (28,29) van de verdere contactelementen een mescontact zijn, zijn voorzien van een uitsparing (32,33) voor het opnemen van het uiteinde (30,31) van de doorlopende benen (11,12) en afsteunen op afsteunvlakken (34,35) aan de voorzijde (36,37) 5 van het houderlichaam (2).

13. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de derde en vierde contactelementen (28,29) aan de naar elkaar toegekeerde vlakken van de vrije uiteinden zijn uitgespaard voor het in de ingeschakelde toestand klemmend opnemen 10 van de corresponderende contactdelen van de vaste contacten van de schakelaar.

14. Beweegbaar contactenstel volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het achtervlak (43) van de houder een richel (38) is aangevormd.

15. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat aan het ene uiteinde van de richel (38) een nok (39) en aan het andere uiteinde daarvan een klikelement (40) zijn aangebracht, waarbij nok en klikelement buiten het van het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) afgekeerde richelvlak uitsteken.

16. Beweegbaar contactenstel volgens conclusie 14 , met het kenmerk, dat aan de beide uiteinden van de richel een klikelement is aangebracht, waarbij de klikelementen buiten het van het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) afgekeerde richelvlak uitsteken. 1015534

17. Veerelement geschikt voor de toepassing in een beweegbaar contactenstel volgens een van de voorafgaande conclusies.

18 Houder geschikt voor de toepassing in een beweegbaar contactenstel volgens een 5 van de voorafgaande conclusies.

19. Aandrijfschuif voorzien van een of meer gaten (42) voor het opnemen van het middengedeelte van een of meer beweegbare contactstellen volgens een van de voorafgaande conclusies. 10

20. Aandrijfschuif volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het vlak van de wand van het gat (42), waarnaar het achtervlak (43) van het houderlichaam van het contactenstel is toegekeerd, met een verlengvlak (44) is verlengd in de richting van de uiteinden van het contactenstel. 15

21. Aandrijfschuif volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de wand van het gat (42), waarnaar het achtervlak (43) van het houderlichaam van het contactenstel is toegekeerd, is voorzien van een sleuf (45) voor het opnemen van de richel (38) op het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) van het contactenstel. 20

22. Aandrijfschuif volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat aan het ene uiteinde van de sleuf (45) een nok en aan het andere uiteinde daarvan een klikelement zijn aangebracht, die kunnen samenwerken met een verhoging in de richel (38) op het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) van het contactenstel. 1015584

23. Aandrijfschuif volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat aan beide uiteinden van de sleuf (45) klikelementen zijn aangebracht, die kunnen samenwerken met een verhoging in de richel (38) op het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) van het 5 contactenstel.

24. Aandrijfschuif volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de bodem van de sleuf (45) in de wand van het gat (42) is voorzien van een positioneringsverhoging (46) voor de positionering van het houderlichaam (2) in combinatie met de richel (38) en de 10 daarbijbehorende nok (39) en/of klikelement(en) (40).

25. Aandrijfschuif volgens één van de conclusies 21 - 24, met het kenmerk, dat de diepte van de sleuf (45) in de wand van het gat (42) zo groot is dat het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) direct aanligt tegen de wand (44) van het gat (42). 15

26. Aandrijfschuif volgens één van de conclusies 21 - 25, met het kenmerk, dat de sleuf (45) breder is dan de richel (38) op het achtervlak (43) van het houderlichaam (2) van het contactenstel. 1015584