NL1014944C2 - Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij. - Google Patents

Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij. Download PDF

Info

Publication number
NL1014944C2
NL1014944C2 NL1014944A NL1014944A NL1014944C2 NL 1014944 C2 NL1014944 C2 NL 1014944C2 NL 1014944 A NL1014944 A NL 1014944A NL 1014944 A NL1014944 A NL 1014944A NL 1014944 C2 NL1014944 C2 NL 1014944C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor
cloth
plate
floor plate
mop according
Prior art date
Application number
NL1014944A
Other languages
English (en)
Inventor
Jurgen Gijsbert Donders
Original Assignee
Zendac Groep B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zendac Groep B V filed Critical Zendac Groep B V
Priority to NL1014944A priority Critical patent/NL1014944C2/nl
Priority to DE20106432U priority patent/DE20106432U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1014944C2 publication Critical patent/NL1014944C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/20Mops
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47LDOMESTIC WASHING OR CLEANING; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47L13/00Implements for cleaning floors, carpets, furniture, walls, or wall coverings
    • A47L13/10Scrubbing; Scouring; Cleaning; Polishing
    • A47L13/20Mops
    • A47L13/24Frames for mops; Mop heads
    • A47L13/254Plate frames

Landscapes

  • Cleaning Implements For Floors, Carpets, Furniture, Walls, And The Like (AREA)

Description

Titel: Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij.
De uitvinding heeft betrekking op een vloermop. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een vloermop geschikt voor ten minste nat reinigen.
Vloermoppen zijn uit de praktijk genoegzaam bekend. Een eerste 5 soort bekende vloermoppen is voorzien van een vloerplaat, zwehkbaar verbonden met een steel, waarbij de vloerplaat samenvouwbaar is langs een zwenkas, zodanig dat de vrije einden van de zwenkbare delen insteekbaar zijn in insteekzakken gevormd aan twee tegenover elkaar gelegen einden van een vloerdoek. Daarbij zijn de insteekzakken gevormd op de bovenzijde 10 van de vloerdoek door opnaaien van twee stroken relatief stijf materiaal, bijvoorbeeld canvas. Door terugzwenken van de zwenkbare delen wordt de vloerplaat weer gestrekt en wordt tegelijkertijd de vloerdoek opgespannen. Vervolgens wordt de vloerplaat in de gestrekte stand vastgezet, waardoor de vloerdoek in de gespannen stand wordt gehouden. Met een dergelijke is vloermop kan nat of droog worden gereinigd, afhankelijk van de materiaalsoort en vervaardigingswijze van de betreffende vloerdoek. Een dergelijke vloermop heeft echter als nadeel dat de constructie van met name de vloerplaat en steel en de vloerdoek ingewikkeld en kostbaar is en bovendien eenvoudig tot storingen kan leiden. Bovendien is een dergelijke 20 vloermop als gevolg van zwenk- en blokkeermechanismen relatief volumineus, hetgeen tijdens gebruik nadelig kan zijn, bijvoorbeeld bij reiniging onder lage meubels en dergelijke.
Een tweede bekende soort vloermop bestaat uit een vloerplaat die relatief stijf en ondeelbaar is uitgevoerd, zwenkbaar bevestigd aan een steel. 25 Tegen de onderzijde van de vloerplaat wordt bijvoorbeeld door gebruik van klittenband of dergelijk hechtmateriaal een vloerdoek vastgezet. Dit biedt het voordeel dat de vloerplaat bijzonder eenvoudig van constructie is en bovendien relatief klein kan worden uitgevoerd, althans qua hoogte. Hierbij treedt echter het nadeel op dat de vloerdoek eenvoudig kan loskomen van de 30 vloerplaat, met name wanneer de vloerdoek vochtig wordt. Een dergelijke vloermop is dan ook ongeschikt voor nat reinigen.
Een derde type vloermop bestaat eveneens uit een relatief stijve, ondeelbare, althans niet samenvouwbare vloerplaat met steel, waarbij op de 1 0 14944 2 vloerplaat uitsparingen zijn aangebracht waarin de hoeken van de vloerdoek kunnen worden vastgedrukt. Voor deze vloermop geldt dat de vloerplaat relatief eenvoudig kan worden uitgevoerd en dat de vloerdoek eenvoudig kan worden gemonteerd. Gebleken is echter dat bij een dergelijke 5 vloermop de vloerdoek niet voldoende vast met de vloerplaat kan worden verbonden, met name niet wanneer een dergelijke vloermop voor nat reinigen gebruikt moet worden. In het bijzonder treedt dit nadeel op bij gebruik van relatief stugge materialen voor de vloerdoek.
De uitvinding beoogt een vloermop van de in de aanhef beschreven 10 soort, waarbij de nadelen van de bekende vloermoppen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een dergelijk vloermop die geschikt is voor zowel nat als droog reinigen, welke eenvoudig van constructie en bovendien relatief compact van opbouw is. Daartoe wordt een vloermop volgens de uitvinding gekenmerkt door de is maatregelen volgens conclusie 1.
Dankzij de bevestigingsmiddelen kan de doek op eenvoudige wijze strak tegen de onderzijde van de vloerplaat worden gespannen, zodanig dat de doek ook in natte toestand niet zal verschuiven, plooien of loskomen van de vloerplaat. De bevestigingsmiddelen zijn geschikt voor herhaald gebruik 2 0 en zijn zodanig uitgevoerd, dat de vloerplaat uit een simpele ondeelbare plaat kan bestaan. Wegens het ontbreken van gecompliceerde vouwmechanismen is de vloerplaat niet alleen eenvoudig te vervaardigen, maar bovendien weinig storingsgevoelig.
De vloerdoek kan bestaan uit één of meerdere lagen, bijvoorbeeld 25 een steunlaag met daarop vastgezet een reinigingslaag. Deze reinigingslaag omvat bij voorkeur actieve vezels. Actieve vezels, in het bijzonder microvezels bezitten van zichzelf goede reinigende eigenschappen, waardoor de vloerdoek zowel nat als droog kan worden toegepast, in het eerste geval eventueel in combinatie met schoonmaakmiddelen. De vloerdoek kan verder 30 geschikt zijn voor eenmalig, dan wel voor herhaald gebruik.
In een uitvoering wordt de vloermop volgens-de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 2.
De elastische insteekzakken op de kopse uiteinden van de vloerdoek vormen een bevestigingsmiddel waarmee de doek zowel eenvoudig 35 om de vloerplaat kan worden aangebracht als verwijderd. Door de afmetingen en elasticiteit van de insteekzakken goed op elkaar af te J 0.14944 3 stemmen zal de vloerdoek na aanbrenging strak tegen de vloerplaat liggen en niet plooien of verschuiven ten opzichte van de plaat, zelfs niet wanneer de vloerdoek nat is.
De insteekzakken zijn eenvoudig te vervaardigen en nemen 5 nauwelijks extra ruimte in beslag, waardoor een zeer compacte vloermop wordt verkregen. Bovendien kunnen de zakken waterbestendig en uitwasbaar worden uitgevoerd. Dit laatste is van belang wanneer de doeken bedoeld zijn voor meermaals gebruik.
In een verdere voordelige uitvoering wordt de vloermop 10 gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 5.
De flappen vergemakkelijken het inbrengen van de vloerplaat in de zakken, terwijl toch een goede omklemming van de vloerdoek rond de vloerplaat wordt verkregen na sluiting van de flappen. Voor het op elkaar bevestigen van de flappen kan elk op zichzelf bekend koppelmiddel dienst is doen, zoals knopen, drukknopen, klittenband, etc.
In een verdere uitvoering wordt de vloermop gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 6.
Dankzij de samenwerkende koppelelementen in de vloerdoek en de vloerplaat kan de vloerdoek met nog groter gemak op de vloerplaat worden 20 aangebracht. Voor een optimale bevestiging verdient het de voorkeur wanneer de koppelelementen enigszins elastisch zijn en in geringe mate vervormen tijdens het tot stand brengen van de verbinding. De hierdoor opgewekte elastische krachten zorgen voor een stevige verbinding tussen de koppelelementen. Dit is met name gunstig wanneer de doek nat wordt 25 gebruikt en dientengevolge zwaarder is, waardoor grotere krachten worden uitgeoefend op de verbinding met de vloerplaat. Overigens kunnen ook bevestigingen worden verkregen met niet elastische koppelingselementen.
In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een vloerdoek en vloerplaat volgens de uitvinding 3 0 beschreven.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen , uitvoeringsvoorbeelden van een vloermop worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1: een perspectivisch aanzicht van een vloermop; 35 fig. 2: een perspectivisch aanzicht van een vloerdoek voorzien van twee insteekzakken; 1OJ 4944 4 fig. 3: een perspectivisch aanzicht van een vloerdoek voorzien van alternatieve insteekzakken bestaande uit twee elkaar deels overlappende flappen; fig. 4: een perspectivisch aanzicht van een vloerdoek voorzien van 5 alternatieve insteekzakken, gevormd door een teruggeslagen doekdeel; fig. 5: een perspectivisch aanzicht van een vloerdoek voorzien van elastische banden; fig. 6: een perspectivisch aanzicht van een vloerplaat en doek met samenwerkende koppelingselementen; ïo fig. 7: een perspectivisch aanzicht van een vloermop voorzien van alternatieve koppelingselementen; fig. 8: een uitvergroting van de koppelingselementen van figuur 7; fig. 9: een uitvergroting van de koppelingselementen van figuur 7, in gekoppelde toestand; en is fig. 10: een derde uitvoeringsvorm van samenwerkende koppelingselementen waarbij fig. 10a een bovenaanzicht toont en fig. 10b een dwarsdoorsnede.
Figuur 1 toont een vloermop 1, welke is voorzien van een vloerplaat 2 en een steel 3, die via een scharnier 4 bij voorkeur in alle 2 o richtingen zwenkbaar met elkaar zijn verbonden. De vloerplaat 2 omvat een ondeelbare en op zichzelf relatief stijve plaat. De plaat is bij voorkeur rechthoekig. De vloerplaat 2 wordt gebruikt in combinatie met een vloerdoek 5, welke eveneens in hoofdzaak rechthoekig is.
De bevestiging van de vloerdoek 5 aan de vloerplaat 2 is zodanig, 25 dat deze tijdens het in water dompelen en schrobben niet plooit of los komt, maar na afloop wel makkelijk losneembaar is, zodat de vuile doek weggegooid of gewassen kan worden. In figuur 2 is daartoe een vloerdoek aan beide kopse uiteinden 6' voorzien van een insteekzak 8. Hiermee kan de vloerdoek 5 over de uiteinden 6' van de vloerplaat 2 worden geschoven, zoals 3 0 in figuur 1 ter rechter zijde is weergegeven.
Een dergelijke insteekzak 8 is verkregen doof een in hoofdzaak rechthoekig element van elastisch materiaal langs drie randen 9, 10, 11 vast te zetten, bijvoorbeeld vast te naaien, op vloerdoek 5. Genoemde rand 9 strekt zich uit langs de korte zijde 6 terwijl de randen 10 en 11 zich 35 uitstrekken langs de twee aangrenzende lange zijden 7 van de vloerdoek 5.
1 0 14944 5
In figuur 3 wordt een tweede voorbeeld getoond van een insteekzak 18 die bestaat uit twee elkaar deels overlappende flappen 12,13. De flappen 12,13 zijn langs twee aangrenzende randen 14,15 vastgezet op de vloerdoek 5, waarbij rand 14 evenwijdig aan de korte zijde 6 loopt, en rand 5 15 zich evenwijdig aan de aangrenzende lange zijde 7 uitstrekt. Voor het insteken of verwijderen van de vloerplaat worden de flappen 12, 13 opengevouwen, zoals weergegeven in figuur 3 voor flap 13. Na insteken van de vloerplaat wordt de insteekzak rondom de vloerplaat gesloten door de flappen 12,13 op elkaar te bevestigen door middel van bijvoorbeeld een ïo drukknoop 20, klittenband of een dergelijk hersluitbaar, op zich bekend verbindingsmiddel. De flappen kunnen zijn vervaardigd uit een stug materiaal zoals canvas, maar zijn bij voorkeur uit enigszins elastisch materiaal vervaardigd, ten einde het inbrengen en verwijderen van de vloerplaat te vergemakkelijken en bovendien een goede omsluiting van de is vloerplaat te verkrijgen.
In figuur 4 is een derde methode getoond voor het verkrijgen van twee insteekzakken 28 aan weerszijden van de vloerdoek 5. Hierbij wordt een aan de korte zijde 6 van de rechthoekige vloerdoek 5 gelegen doekrand 19 in de richting van pijl A omgevouwen, waarna de langsranden 21, 22 van 20 het omgevouwen deel, met behulp van een elastische strook 23 worden vastgezet, zodat een insteekzak 28 ontstaat. De stroken 23 verschaffen door elastisch te vervormen de ruimte die nodig is om de insteekzakken 28 over de uiteinden van de vloerplaat 2 te schuiven.
In plaats van insteekzakken 8, 18, 28 kan de vloerdoek 5 eveneens 25 om de vloerplaat worden geklemd door middel van elastische banden. Een voorbeeld hiervan is weergegeven in figuur 5. Hierin zijn beide uiteinden van de doek 5 voorzien van twee kruislings over elkaar bevestigde elastische banden 31. Elke band 31 is met een eerste uiteinde 32 nabij één van de hoekpunten 40 op de vloerdoek 5 bevestigd. Vanuit hoekpunt 40 loopt de 3 0 band 31 in de richting van de tegenovergelegen lange zijde 7 van de doek 5.
Het tweede uiteinde 33 is nabij genoemde zijde 7 vastgezet. Door de % uiteinden 32 van de banden 31 zodanig aan de korte zijde 6 van de vloerdoek 5 te bevestigen, dat de afstand tussen beide uiteinden 32 kleiner is dan de breedte van de vloerplaat 2, wordt verhinderd dat de doek 5 in de 3 5 langsrichting van de vloerplaat 2 kan verschuiven. Op deze manier wordt 1 o 14944 6 een effectief en bijzonder eenvoudig te vervaardigen bevestigingsmiddel verkregen.
De in de figuren 1 tot 5 getoonde bevestigingswijzen berusten alle op voorzieningen die op de vloerdoek 5 zijn aangebracht en waarmee 5 genoemde doek 5 om de vloerplaat 2 wordt geschoven of geklemd. Het voordeel hiervan is dat de vloerplaat geen aanpassingen behoeft, zoals specifieke zwenkmechanismen of bevestigingsmiddelen. Hierdoor wordt een bijzonder eenvoudige en daardoor goedkoop te vervaardigen plaat 2 verkregen. Bovendien kan de vloerplaat 2 worden gebruikt in combinatie ïo met een grote verscheidenheid aan vloerdoeken 5, waardoor bijvoorbeeld verschillende oppervlakken met speciaal daarvoor geschikte doeken kunnen worden gereinigd. Van belang hierbij is dat de bevestigingsmiddelen van deze doeken enigermate zijn afgestemd op de afmeting van de plaat 2.
Het is ook mogelijk zowel vloerplaat 2 als vloerdoek 5 te voorzien is van samenwerkende bevestigingsmiddelen. Een voorbeeld hiervan is weergegeven in figuur 6. In de plaat zijn nabij de vier hoeken uitsparingen 26 aangebracht, terwijl de vloerdoek 5 is voorzien van hiermee corresponderende uitstekende elementen 25 die wanneer de doek met zijn langsrand 7 om de plaat wordt gevouwen, zoals aangegeven door pijl B, 20 aangrijpen in de uitsparingen 26. In figuur 6 zijn langwerpige uitsparingen getoond, maar het moge duidelijke zijn dat de uitsparingen en corresponderende uitstekende elementen van de vloerdoek elke willekeurige vorm kunnen hebben en tevens op andere locaties en in andere aantallen op plaat en doek kunnen worden aangebracht. Het verdient de voorkeur de 25 koppelelementen 25 enigszins elastisch uit te voeren en vorm en afmeting zodanig te kiezen, dat de koppelelementen 25 voor het inbrengen in de uitsparingen 26 gedeeltelijk elastisch moeten vervormen. Hierdoor wordt een nog betere bevestiging verkregen. Overigens kunnen in plaats van of naast de uitstekende elementen 25 ook de uitsparingen 26 elastisch worden 30 uitgevoerd. Bovendien kunnen de uitstekende elementen 25 en uitsparingen 26 worden verwisseld, dat wil zeggen, de vloerplaat 2 kan worden voorzien van uitstekende koppelelementen en de doek 5 van hiermee corresponderende openingen.
In figuur 7 is een tweede uitvoeringsvorm van samenwerkende 35 bevestigingsmiddelen afgebeeld. Op de vloerplaat zijn, nabij de hoekpunten, bevestigingselementen 41 aangebracht, welke elementen elk tenminste één 1 ü U944 7 uitsparing omvatten in de vorm van een inkeping 42. De bevestigingselementen 41 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een enigszins elastisch materiaal. De reden hiervoor zal in onderstaande duidelijk worden. Figuur 8 toont een uitvergroting van bevestigingselement 41, met 5 drie inkepingen 42, te noemen uitsparingen. De vloerdoek 5 wordt aan de vloerplaat 2 bevestigd door elk van haar hoekpunten 40 in een inkeping 42 van de bevestigingselementen 41 te drukken. De betreffende inkeping 42 wordt hierdoor in geringe mate uiteen gedrukt en zal tengevolge van de daardoor opgewekte elastische kracht de vloerdoek 5 vastklemmen. In een ïo voordelige uitvoering zijn de hoekpunten 40 van de vloerdoek 5 voorzien van een plaatselijke verdikking 43, zoals weergegeven in figuur 8. Deze verdikking 43 is groter dan de doorsnede van de inkeping 42, en voorkomt daardoor dat de hoekpunt 40 van de doek 5 uit de inkeping 42 kan glijden of kan worden getrokken onder invloed van in gebruik op de vloerdoek 5 15 werkende krachten. In figuur 8 is een rechthoekige verdikking 43 getoond. Uiteraard zijn véle andere uitvoeringen mogelijk. Zo kan bijvoorbeeld ook een verdikking worden gevormd door omslaan en vastzetten van een hoekpunt of door inslaan van een inslagknoop.
Bovenstaande wijze van bevestigen biedt grote vrijheid met 2 0 betrekking tot de vorm en afmeting van de te gebruiken doeken. Ook wanneer de vorm of afmeting van de doek 5 niet volledig overeenkomt met die van de vloerplaat 2 kan een deel van de doek om de plaat worden gewikkeld en in de elementen 41 worden vastgezet. Bovendien kan de gebruiker zelf bepalen hoe strak of los hij de doek 5 rondom de vloerplaat 2 25 wenst aan te brengen.
Overigens kunnen de inkepingen 42 in plaats van in een bevestigingselement 41 ook rechtstreeks in de vloerplaat 2 zelf zijn aangebracht. Zo kunnen de lange zijden van de vloerplaat 2 nabij de uiteinden zijn voorzien van een aantal sleufvormige inkepingen, zoals de 30 inkepingen 42, die op regelmatige afstand van elkaar zijn aangebracht.
Uiteraard kunnen ook de randen aan de kopse zijden van de vloerplaat van dergelijke inkepingen worden voorzien.
In figuur 10 wordt een derde uitvoeringsvorm van samenwerkende verbindingselementen getoond. Bij deze uitvoering is de vloerplaat 2 bij 35 voorkeur nabij de hoekpunten voorzien van een uitsparing 50, zoals getoond in bovenaanzicht in fig. 10a en in dwarsdoorsnede in fig. 10b. De uitsparing 'i 14 9 44 8 50 wordt afgedekt door een membraan 51 dat bij voorkeur is vervaardigd uit enigszins elastisch materiaal, bijvoorbeeld rubber. Het membraan 51 is voorzien van tenminste één insnijding 52 die doorgang biedt tot de ondergelegen uitsparing 50 in de vloerplaat 2. De vloerdoek 5 is nabij de 5 hoekpunten uitgerust met koppelelementen 53 welke een enigszins verdikt vrij uiteinde 55 hebben en een dunner tweede uiteinde 54 waarmee ze zijn bevestigd aan de vloerdoek 5. De vloerdoek 5 wordt op de vloerplaat 2 vastgezet door het koppelelement 53 door de tenminste ene insnijding 52 van het membraan 51 heen in de uitsparing 50 te duwen. Doordat het ïo membraan 51 enigszins elastisch is zullen de de insnijding 52 omringende randen 56 enigszins meegeven zodat het verdikte uiteinde 54 kan passeren. Nadat dit gepasseerd is zal de insnijding 52 zich sluiten rondom het dunnere deel 54 van het koppelelement 53, doordat de vervormde randen 56 voor zover mogelijk terug veren richting hun oorspronkelijke stand, is Hierdoor wordt een gekoppelde stand verkregen, waarbij het verdikte uiteinde 55 van het koppelelement 53 achter het membraan 51 blijft hangen waardoor de vloerdoek 5 aan de vloerplaat 2 wordt vastgehouden. De bevestiging is bestand tegen parallel aan de vloerplaat werkende krachten, die tijdens gebruik op de vloerdoek aangrijpen. De verbinding kan worden 20 verbroken door uitoefening van een kracht op het koppelelement 53, gericht ongeveer loodrecht op het vlak van de vloerplaat, althans op het vlak van het membraan. Hierdoor zullen de randen 56 van de insnijding 52 meegeven in de richting van genoemde kracht, waardoor het verdikte uiteinde 55 van het koppelelement 53 wordt doorgelaten.
25 Uiteraard zijn vele variaties mogelijk op het in fig. 10a en 10b getoonde principe. Zo kan de uitsparing 50 een blind of doorlopend gat zijn. Het membraan 51 kan in plaats van een insnijding 52 zodanig in of over de uitsparing 50 worden aangebracht dat de uitsparing 50 hierdoor niet geheel wordt afgesloten waardoor een insteekopening ontstaat voor het 30 koppelelement. Het koppelelement 53 kan in plaats van een verdikt uiteinde een gekromd uiteinde hebben waarmee het kpppelelement achter het membraan kan worden gehaakt.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in de beschrijving en de tekeningen getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele 35 variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
1014944 9
Zo kan de vloerplaat zijn voorzien van drukknopen, haken, ogen, klemmen, klittenband, draaibare vergrendelmechanismen, of een combinatie hiervan, bij voorkeur op afstand van de onderzijde van de vloerplaat. De doek kan met zijn korte zijden, dan wel lange zijden of met 5 alle zijden rondom de plaat worden gevouwen en vervolgens worden vastgezet met knopen, drukknopen, klittenband, of andersoortige bevestigingsmiddelen. Voorts kan de doek rondom al zijn zijden zijn voorzien van elastiek waarmee de doek rondom de plaat wordt geklemd.
Zowel de doek als de vloerplaat als de koppelingselementen 10 kunnen uit verschillende materialen zijn vervaardigd. Zo kan de plaat uit kunststof zijn of aluminium. De doek omvat bij voorkeur tenminste een laag actieve vezels, in het bijzonder microvezels, welke kunnen zijn aangebracht op een ondergrond van bijvoorbeeld canvas. De samenwerkende koppelingselementen zijn bij voorkeur vervaardigd uit enigszins elastisch is materiaal zoals kunststof of rubber.
Plaat en doek kunnen een andere vorm hebben dan de hierboven beschreven rechthoek. Ook in dat geval blijven de beschreven bevestigingsprincipes toepasbaar.
Deze en vele variaties worden geacht binnen het door de conclusies 2 0 geschetste raam van de uitvinding te vallen.
j 344

Claims (12)

1. Vloermop, voorzien van een vloerplaat en een daarmee zwenkbaar verbonden steel, waarbij de vloerplaat relatief stijf en ondeelbaar is, waarbij een vloerdoek is voorzien, voorzien van een reinigingsoppervlak dat actieve vezels omvat, welke vloerdoek is voorzien van bevestigingsmiddelen 5 waarmee de vloerdoek tegen de vloerplaat vastzetbaar is nagenoeg zonder vervorming van de vloerplaat, welke bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het tijdens gebruik over de onderzijde van de vloerplaat spannen van de vloerdoek, een en ander zodanig dat de vloermop ten minste voor natte reiniging kan worden gebruikt, zonder dat de vloerdoek loskomt van de ïo vloerplaat.
2. ; Vloermop volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingsmiddelen ten minste twee zich nabij tegenover elkaar gelegen langsranddelen van de vloerdoek uitstrekkende elastische elementen omvat, in het bijzonder insteekzakken, welke door elastische vervorming over corresponderende is langsranden van de vloerplaat kunnen worden bewogen en de betreffende langsranden van de vloerplaat kunnen opsluiten.
3. Vloermop volgens conclusie 2, waarbij de vloerplaat en de vloerdoek in hoofdzaak rechthoekig zijn, met twee korte en twee lange zijden, waarbij de elastische bevestigingselementen zich langs de korte 2. zijden uitstrekken en elk ten minste nabij de betreffende korte en de twee aansluitende lange zijden zijn vastgezet, zodanig dat twee aan de naar elkaar gekeerde zijden open, elastisch vervormbare insteekzakken zijn gevormd.
4. Vloermop volgens conclusie 1, waarbij de vloerplaat en de 2. vloerdoek in hoofdzaak rechthoekig zijn, met twee korte en twee lange zijden, waarbij de vloerdoek is vervaardigd uit een rechthoekige lap waarvan de korte zijden op de bovenzijde zijn teruggeslagen en waarbij de langsranden van de teruggeslagen delen en de naastgelegen langsranden van de lap elastisch met elkaar zijn verbonden, in het bijzonder door 3. elastisch band, zodanig dat aan weerszijden van de lap een elastisch vervormbare insteekzak is verkregen, open aan de naar de andere insteekzak gekeerde zijde. 10 14944
5. Vloermop volgens conclusie 1, waarbij de vloerplaat en de vloerdoek in hoofdzaak rechthoekig zijn, met twee korte en twee lange zijden, waarbij nabij elke korte zijde op de bovenzijde van de doek een insteekzak is gevormd die open is naar de tegenovergelegen insteekzak, 5 waarbij elke insteekzak twee elkaar gedeeltelijk overlappende flappen omvat, elk vastgezet nabij de betreffende korte zijde en een van de lange zijden, waarbij de overlappende delen van de flappen zijn voorzien van samenwerkende koppelmiddelen zoals drukknopen of klittenband waarmee de flappen losmakelijk met elkaar kunnen worden verbonden, voor ïo opsluiting van althans de korte zijden van de vloerplaat in de betreffende insteekzakken.
6. Vloermop volgens conclusie 1, waarbij de vloerplaat is voorzien van ten minste twee op afstand van elkaar nabij de langsrand van de vloerplaat gelegen uitsparingen, waarbij de vloerdoek is voorzien van ten minste twee is koppelelementen die althans gedeeltelijk in genoemde uitsparingen opneembaar zijn voor bevestiging van de vloerdoek aan de vloerplaat.
7. Vloermop volgens conclusie 6, waarbij de koppelelementen enigszins elastisch vervormbaar zijn en zodanige afmetingen hebben dat deze slechts enigszins elastisch vervormd in de uitsparingen opneembaar 20 zijn.
8. Vloermop volgens conclusie 6, waarbij de uitsparingen in de vloerplaat sleufvormig zijn, waarbij de vloerdoek nabij zijn hoekpunten is voorzien van plaatselijke verdikkingen waarvan de afmetingen zodanig zijn dat de verdikking niet door de tenminste ene uitsparing kan worden 25 getrokken en waarbij ter bevestiging van de vloerdoek aan de vloerplaat de vloerdoek in tenminste één van de uitsparingen inklembaar is, zodanig dat de zich buiten deze uitsparing bevindende verdikking een verankering is tegen losglijden van de doek.
9. Vloermop volgens conclusie 8, waarbij de uitsparingen enigszins 30 elastisch vervormbaar zijn en zodanige afmetingen hebben dat ze voor het inklemmen van de vloerdoek enigszins elastisch vervqrmd zijn.
10 Vloermop volgens conclusie 6, waarbij elke uitsparing is voorzien van een membraan, dat is voorzien van een elastische opening of een dergelijke opening althans gedeeltelijk bepaalt, waarbij de koppelelementen 35 van de vloerdoek elk zijn voorzien van een verdikt vrij uiteinde hetwelk genoemde opening slechts kan passeren onder elastische vervorming van ,54944 het membraan, zodanig dat in een gekoppelde stand het verdikte uiteinde aan de van het doek afgekeerde zijde van het membraan in de uitsparing kan worden vastgehouden.
11. Vloermop volgens een der conclusies 6 - 10, waarbij de vloerdoek en 5 de vloerplaat in hoofdzaak rechthoekig zijn, waarbij ten minste vier uitsparingen zijn voorzien, één nabij elke hoek van de vloerplaat, waarbij ten minste nabij elke hoek van de vloerdoek een corresponderend koppelingselement is voorzien.
12. Vloerdoek, geschikt en bestemd voor gebruik bij een vloermop ïo volgens een der voorgaande conclusies. * 1014944
NL1014944A 2000-04-13 2000-04-13 Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij. NL1014944C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014944A NL1014944C2 (nl) 2000-04-13 2000-04-13 Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij.
DE20106432U DE20106432U1 (de) 2000-04-13 2001-04-12 Bodenmop und Bodentuch zur Verwendung dabei

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014944A NL1014944C2 (nl) 2000-04-13 2000-04-13 Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij.
NL1014944 2000-04-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014944C2 true NL1014944C2 (nl) 2001-10-16

Family

ID=19771215

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014944A NL1014944C2 (nl) 2000-04-13 2000-04-13 Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE20106432U1 (nl)
NL (1) NL1014944C2 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE20105858U1 (de) * 2001-04-05 2001-07-26 Kohlruss Gregor Bodenreinigungsvorrichtung
DE102004026839B4 (de) 2004-05-28 2011-09-15 Carl Freudenberg Kg Wischplatte mit Wischbezug
EP2359732B1 (en) * 2005-01-11 2013-06-19 Ecolab Inc. Mop head cover for use with a flat mop device
EP1843692B1 (en) * 2005-02-04 2010-10-20 Ecolab Inc. Flat mop cover for a mopping device, in particular for floor cleaning
DE102007017062A1 (de) * 2007-04-11 2008-10-16 Messing, Jan G. C. Textiler Überzug für ein Dampferzeugungsgerät
DE102007036858A1 (de) * 2007-08-06 2009-02-12 Carl Freudenberg Kg Wischmop
CN101843469A (zh) * 2010-02-04 2010-09-29 张春平 耐用便捷拖把
DE102014109215B4 (de) 2014-07-01 2022-12-22 Arnold Fischer Moppbezug für die Verwendung auf einem Mopphalter sowie Verfahren zum Herstellen eines Moppbezugs

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3827100A (en) * 1973-03-28 1974-08-06 D Griffin Floor wax applicator with throw-away head
US3877103A (en) * 1973-07-23 1975-04-15 Johnson & Johnson Cloth holders and cleaning implements utilizing the same
DE2611615A1 (de) * 1976-03-19 1977-09-22 Scheibler Peltzer & Co Reinigungsgeraet
WO1988005642A1 (en) * 1987-02-04 1988-08-11 Tendex Ab Mop
DE3823456C1 (en) * 1988-07-11 1989-07-27 Henkel Kgaa, 4000 Duesseldorf, De Floor-wiping implement
US4852210A (en) * 1988-02-05 1989-08-01 Krajicek Stephen W Wet mop with interchangeable scrubbing pad and cloth wipe
JPH11128139A (ja) * 1997-10-30 1999-05-18 Yoshino Kogyosho Co Ltd 清掃具

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3827100A (en) * 1973-03-28 1974-08-06 D Griffin Floor wax applicator with throw-away head
US3877103A (en) * 1973-07-23 1975-04-15 Johnson & Johnson Cloth holders and cleaning implements utilizing the same
DE2611615A1 (de) * 1976-03-19 1977-09-22 Scheibler Peltzer & Co Reinigungsgeraet
WO1988005642A1 (en) * 1987-02-04 1988-08-11 Tendex Ab Mop
US4852210A (en) * 1988-02-05 1989-08-01 Krajicek Stephen W Wet mop with interchangeable scrubbing pad and cloth wipe
DE3823456C1 (en) * 1988-07-11 1989-07-27 Henkel Kgaa, 4000 Duesseldorf, De Floor-wiping implement
JPH11128139A (ja) * 1997-10-30 1999-05-18 Yoshino Kogyosho Co Ltd 清掃具

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1999, no. 10 31 August 1999 (1999-08-31) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE20106432U1 (de) 2001-08-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5815878A (en) Sweeper device
NL1014944C2 (nl) Vloermop en vloerdoek voor gebruik daarbij.
US6061864A (en) Mop frame assembly
CA2280164C (en) Absorbent broom cover
EP0759283A1 (en) Mops
EP0782835B1 (en) Sweeper device
EP0864292B1 (en) Mop heads
CA2003613A1 (en) Cleaning devices
JPH0543374B2 (nl)
US4783873A (en) Sweep mops
MX2008003124A (es) Herramienta de limpieza.
US5442830A (en) Floor mop
US5839147A (en) Mopping device with replaceable cleaning member
US3525113A (en) Mop with removable holder
JP3231993B2 (ja) 掃除用シート
EP1486157A1 (en) Cleaning tool, and method for manufacturing cleaning portion constituting the cleaning tool
US5706544A (en) Mopheads
US5522648A (en) Reversible mop
JP3814772B2 (ja) 清掃具、該清掃具に使用される取っ手および払拭布
WO1999009876A1 (en) Mops and mop components
US2840843A (en) Folding mop head assembly
JP4892182B2 (ja) 清掃用具
EP3569132A1 (en) Head part for hand-held cleaning tool
JPH1142193A (ja) 清掃具、該清掃具に使用される取っ手および払拭布
MXPA06010956A (es) Almohadilla de limpieza absorbente y metodo de fabricacion de la misma.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101