NL1014503C2 - Draaideur. - Google Patents

Description

« 1

Draaideur

De uitvinding heeft betrekking op een draaideur omvattende een in een wand opneembare stationaire kuip, en een de kuip in hoofdzaak in twee secties verdelende roteerbare scheidingsconstructie welke een centraal in de kuip gepositi-5 oneerd wanddeel omvat.

Een dergelijke draaideur is uit de praktijk bekend en wordt bijvoorbeeld toegepast in winkelcentra, grote speciaalzaken, luchthavens, en dergelijke. Speciaal in het geval de draaideur op luchthavens wordt toegepast, is gewenst dat 10 geen ontoelaatbare goederen door de draaideur kunnen worden meegevoerd.

In verband daarmee wordt volgens de uitvinding een draaideur verschaft die erdoor gekenmerkt is, dat deze is uitgevoerd met één of meer in, aan of op de scheidingscon-15 structie geplaatste detectiemiddelen voor niet-geautoriseerde goederen. Hiermee kan gedetecteerd worden of wapens, bommen of andere voorwerpen door de deur gesmokkeld worden.

Afhankelijk van de gewenste mate van beveiliging kunnen diverse maatregelen getroffen worden die achtereenvol-20 gens in het navolgende zullen worden toegelicht.

In een eerste uitvoeringsvorm is de draaideur volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt, dat deze een nabij de periferie van de scheidingsconstructie aangebrachte sensor, bij voorkeur een infrarood sensor, omvat. Met deze sensor kan 25 gedetecteerd worden of iemand die buiten de deur staat, zijn arm in de kuip steekt teneinde een ongewenst object op een paneel van het wanddeel te plakken.

In een tweede uitvoeringsvorm van de draaideur volgens de uitvinding waarbij de scheidingsconstructie een ten 30 opzichte van het wanddeel gefixeerd en te zamen met dit wanddeel roteerbaar plafond heeft, is in het plafond nabij het wanddeel een neerwaarts gerichte sensor of zijn neerwaarts gerichte sensoren geplaatst. Deze sensoren maken het mogelijk om langs het wanddeel te kijken teneinde zeer nauwkeurig na 35 te gaan of iets op het wanddeel is geplakt. Naar behoefte kan in meer of mindere mate de sensorplaatsing zo zijn ingericht 1014503 2 dat het desbetreffende wanddeel geheel of slechts ten dele wordt afgetast.

In een derde uitvoeringsvorm van de draaideur volgens de uitvinding is deze erdoor gekenmerkt, dat in het pla-5 fond op een voorafbepaalde afstand van het wanddeel een passief infrarood sensor is geplaatst ter detectie van een temperatuurverandering per tijdseenheid. Deze sensor dient ten eerste ter detectie van personen die zich in de draaideur bevinden, maar ook ter detectie van bijvoorbeeld een handwapen 10 dat op het lichaam gedragen is, en dat vervolgens in de deur geworpen is.

In een vierde uitvoeringsvorm van de draaideur volgens de uitvinding is deze erdoor gekenmerkt, dat in het plafond één of meer sensoren zijn aangebracht, bij voorkeur van 15 het ultrasoon of radartype. Met dergelijke sensoren is het mogelijk om tot bijvoorbeeld 1 cm vanaf de vloer daarop rustende voorwerpen te detecteren, zodat ook dunne objecten zoals handwapens waargenomen kunnen worden.

In een vijfde uitvoeringsvorm van de draaideur vol-20 gens de uitvinding is deze erdoor gekenmerkt, dat nabij de vloer de scheidingsconstructie is voorzien van één of meer, bij voorkeur infrarood, zender/ontvanger-combinaties. Ook dit systeem is geschikt voor het detecteren van op de vloer van de draaideur geplaatste objecten.

25 Het is daarbij wenselijk dat iedere zender/ont- vanger-combinatie is uitgevoerd met een zender en ten minste drie ontvangers. Met deze voorziening kan een relatief grote robuustheid van de detectie verschaft worden waarbij valse meldingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit wordt in het 30 bijzonder bereikt in de uitvoering waarin de zender/ont- vanger-combinatie een detectiesignaal afgeeft slechts wanneer de ontvangers tegelijk of sequentieel geactiveerd worden.

In een zesde uitvoeringsvorm van de draaideur volgens de uitvinding is deze erdoor gekenmerkt, dat in de vloer 35 aanwezigheidssensoren zijn gemonteerd. Hiermee kan niet alleen de aanwezigheid van personen gedetecteerd worden, maar is het tevens mogelijk waar te nemen of deze personen zich in een gewenste richting voortbewegen. Dit wordt in het bijzon- 1014503 3 der bereikt in de uitvoeringsvorm waarin de aanwezigheidssen-soren separaat activeerbare in hoofdzaak op elkaar aansluitende contactmatten zijn.

De doelstellingen van de uitvinding worden in alle 5 besproken uitvoeringsvarianten met name bereikt wanneer de draaideur is voorzien van een besturingsinrichting waarop de detectiemiddelen zijn aangesloten, en die in afhankelijkheid van deze detectiemiddelen en de actuele positie van de draaideur, de verdere beweging van de draaideur bepaalt.

10 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening getoond niet-beperkend uitvoe-ringsvoorbeeld van een draaideur volgens de uitvinding.

Pig. 1 toont een zijaanzicht van de draaideur volgens de uitvinding; en 15 fig. 2 toont een doorsnede van de draaideur volgens de uitvinding volgens de lijn B-B in fig. 1.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

Verwijzend nu eerst naar fig. 1 wordt de basisop-20 stelling van een draaideur 1 volgens de uitvinding getoond. Deze draaideur 1 is opgenomen in een aan weerszijden van de draaideur 1 verlopende wand 2, en wordt gevormd door een stationaire kuip 3 en een de kuip 3 in hoofdzaak in twee secties 4 en 5 verdelende roteerbare scheidingsconstructie 6 welke 25 een centraal in de kuip gepositioneerd wanddeel 7 omvat. De scheidingsconstructie heeft verder een ten opzichte van het wanddeel 7 gefixeerd en te zamen met dit wanddeel 7 roteerbaar plafond (niet getoond). Tot zover correspondeert de draaideur volgens de uitvinding met de stand van de techniek. 30 Onderscheidend ten opzichte van de stand van de techniek is dat de draaideur 1 is uitgevoerd met één of meer in, aan of op de scheidingsconstructie 6 geplaatste detectiemiddelen voor niet-geautoriseerde goederen. Een deel van deze detectiemiddelen wordt gevormd door een in de nabijheid van de pe-35 riferie van de scheidingsconstructie aangebrachte sensor 19, welke bij voorkeur is uitgevoerd als infrarood sensor. Deze sensor is doorgaans meedraaiend uitgevoerd en is dan aan beide zijden van de draaideur geplaatst, zodat aan de toegangs- 1014503 4 zijde van de deur een doorlopende beveiliging wordt verschaft van de sectie 5 tot welke de draaideur 1 toegang biedt.

Fig. 2 toont verder dat de scheidingsconstructie 6 in het plafond nabij het wanddeel 7, en met name in het 5 schuin verlopende deel 7' en 711, voorzien is van neerwaarts gerichte sensoren 21. Deze in het roteerbare gedeelte van de scheidingsconstructie geplaatste sensoren detecteren vlak voor de wanddelen 7', 7'' langs, zodat wanneer bijvoorbeeld een wapen op deze wanddelen is geplakt, dit zal worden gede-10 tecteerd. De sensoren 21 kunnen uiteraard ook geplaatst worden bij de panelen 7, 7''' en 7''1'. Het in de periferie van het draaiende gedeelte voorziene wanddeel 25 dat aansluit op de driehoekvormige showcases tussen de wanddelen 7'', 711'· en 7', 7''' is bij voorkeur eveneens van dergelijke sensoren 15 voorzien. Verder toont de figuur de toepassing van een passief infrarood sensor 22, waarmee een temperatuurverandering per tijdseenheid kan worden gedetecteerd. Deze sensor 22 detecteert daarmee niet alleen de aanwezigheid van een persoon in de draaideur 1, maar tevens kan de sensor 22 reageren op 20 bijvoorbeeld een handwapen dat op het lichaam gedragen is, waardoor deze een andere temperatuur dan de omgeving heeft verkregen, en welk wapen vervolgens in de deur 1 geworpen is. Met verwijzingscijfer 23 is een in het plafond aangebrachte ultrasoon sensor aangeduid. Een dergelijke ultrasoon sensor 25 is zo opgesteld dat deze neerwaarts geluid uitzendt en de tijd meet welke het neemt voordat gereflecteerd geluid de sensor weer bereikt. Met eventuele afwijkingen in de reflectietijd worden goederen gedetecteerd die op de vloer van de draaideur 1 zijn geplaatst. Met een dergelijke ultrasoon sen-30 sor 23 kunnen zelfs vrij dunne objecten gedetecteerd worden. Een en ander is afhankelijk van de frequentie van het uitgezonden geluid, maar in de praktijk zijn voorwerpen van circa 1 cm dikte goed waarneembaar. Met verwi j zingscij fer 24 is aangegeven dat nabij de vloer de scheidingsconstructie 6 35 voorzien is van een infrarood zender/ontvanger-combinatie. In de figuur zijn vier dergelijke zender/ontvanger-combinaties getoond, waarvan er twee aan weerszijden van het wanddeel 7 zijn geplaatst, één is geplaatst nabij deel 7'1', en één is 1n14κη3 I 1 5 geplaatst nabij wanddeel ν'''. Iedere zender/ontvanger-combinatie 24 omvat bij voorkeur één zender 24' (zie de combinatie geplaatst bij wanddeel 7’'1') en drie ontvangers 241'. De schakeling van iedere zender/ontvanger-combinatie 5 dient bij voorkeur zo te zijn ingericht dat deze een detec-tiesignaal afgeeft slechts wanneer de ontvangers 24'1 tegelijk of sequentieel geactiveerd worden. De draaideur 1 volgens de uitvinding is bij voorkeur verder zo uitgevoerd dat in de vloer aanwezigheidssensoren zijn gemonteerd, die bij 10 voorkeur zijn uitgevoerd als separaat activeerbare en in hoofdzaak op elkaar aansluitende contactmatten, waarmee de aanwezigheid van personen in de draaideur 1 kan worden gedetecteerd, alsmede de richting waarin deze personen zich bewegen. Deze contactmatten zijn overigens in de tekening niet 15 getoond. Eveneens niet getoond maar voor de vakman volledig duidelijk is de voorkeursuitvoeringsvorm van de draaideur l volgens de uitvinding die er door gekenmerkt is, dat deze is voorzien van een besturingsinrichting waarop de detectiemid-delen, zoals deze in het voorgaande zijn toegelicht, zijn 20 aangesloten. Deze besturingsinrichting functioneert dan bij voorkeur zo dat deze in afhankelijkheid van de detectiemidde-len en de actuele positie die de draaideur inneemt, de verdere beweging van de draaideur bepaalt, dat wil zeggen het doordraaien van de draaideur faciliteert, de draaideur blok-25 keert, of de draaideur in de omgekeerde richting doet bewegen.

1014503

Claims (11)

1. Draaideur (1) omvattende een in een wand (2) opneembare stationaire kuip (3), en een de kuip (3) in hoofdzaak in twee secties verdelende roteerbare scheidingsconstructie (6) welke een centraal in de kuip gepositioneerd 5 wanddeel (7) omvat, met het kenmerk, dat deze is uitgevoerd met één of meer in, aan of op de scheidingsconstructie geplaatste detectiemiddelen voor niet-geautoriseerde goederen.

2. Draaideur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een nabij de periferie van de scheidingsconstructie 10 (6) aangebrachte sensor (19), bij voorkeur een infrarood sen sor , omvat.

3. Draaideur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de scheidingsconstructie (6) een ten opzichte van het wanddeel (7) gefixeerd en te zamen met dit wanddeel (7) roteerbaar 15 plafond heeft, met het kenmerk, dat in het plafond nabij het wanddeel (7', 711, 25) een neerwaarts gerichte sensor of sensoren (21) zijn geplaatst.

4. Draaideur volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in het plafond op een voorafbepaalde afstand van 20 het wanddeel een passief infrarood sensor (22) is geplaatst ter detectie van een temperatuurverandering per tijdseenheid.

5. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het plafond één of meer sensoren (23) zijn aangebracht, bij voorkeur van het ultrasoon of radarty- 25 pe.

6. Draaideur volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat nabij de vloer de scheidingsconstructie (6) is voorzien van één of meer, bij voorkeur infrarood, zender/ ontvanger-combinaties (24).

7. Draaideur volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat iedere zender/ontvanger-combinatie (24) is uitgevoerd met een zender (24’) en ten minste drie ontvangers (24' ') .

8. Draaideur volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de zender/ontvanger-combinatie (24) een detectiesignaal 35 afgeeft slechts wanneer de ontvangers {241') tegelijk of se- I n 1 A c n q ψ quentieel geactiveerd worden.

9. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de vloer aanwezigheidssensoren zijn gemonteerd.

10. Draaideur volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aanwezigheidssensoren separaat activeerbare in hoofdzaak op elkaar aansluitende contactmatten zijn.

11. Draaideur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voorzien is in een besturingsinrichting 10 waarop de detectiemiddelen zijn aangesloten, en die in afhankelijkheid van deze detectiemiddelen en de actuele positie van de draaideur, de verdere beweging van de draaideur bepaalt . 1014503