NL1013881C2 - Werkwijze voor het openen van ten minste een rol waarin munten zijn verpakt, alsmede een dergelijke inrichting. - Google Patents

Description

φ

Korte aanduiding: Werkwijze voor het openen van ten minste een rol waarin munten zijn verpakt, alsmede een dergelijke inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het openen van ten minste een rol waarin munten zijn verpakt, waarbij de rol wordt geopend en de munten uit de rol worden verwijderd, waarna de munten en de rol van elkaar gescheiden worden afgevoerd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting geschikt voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze.

10 Voor transport van munten, worden de munten verpakt in bijvoorbeeld papieren rollen. Op deze wijze zijn de munten gemakkelijk te distribueren en te tellen. Ook grote winkels zoals supermarkten en warenhuizen beschikken vaak over machines voor het in rollen verpakken van munten voor vervoer naar de bank of het opnieuw aanbieden aan de 15 kassa’s in de winkels.

Bij een kassa zullen de rollen handmatig worden geopend waarna de munten in de kassa kunnen worden opgeborgen.

Bij een bank dienen de daar aangeboden rollen ook te worden geopend om te controleren of de rollen inderdaad het daarop 20 aangegeven aantal munten met een bepaalde waarde bevatten. Vervolgens worden door de banken de munten opnieuw in rollen verpakt.

Het openen van de rollen kan handmatig of machinaal plaatsvinden. Indien men de rollen machinaal wenst te openen kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een uit het Amerikaanse octrooi 25 US-A-5.964.388 bekende inrichting waaraan rollen een voor een worden toegevoerd en vervolgens een voor een worden geopend.

Een dergelijke inrichting is met name geschikt indien een relatief gering aantal rollen moet worden geopend. Indien grotere aantallen rollen moeten worden geopend is een dergelijke inrichting 30 relatief omslachtig. Het openen van een relatief groot aantal rollen kan ook nodig zijn indien men de daarin verpakte munten, bijvoorbeeld met een uit de internationale octrooiaanvrage WO 99/52638 bekende inrichting wenst te gaan vernietigen.

De uitvinding beoogt derhalve een werkwijze en 35 inrichting te verschaffen waarmee munten relatief snel uit muntenrollen kunnen worden verwijderd.

10 1 3 B 8 1 2

Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat de in rollen verpakte munten worden toegevoerd aan het inwendige van een om een hartlijn roteerbare trommel, waarvan de cilindervormige trommel wand is voorzien van naar het inwendige gerichte 5 rolbreekorganen alsmede van muntdoorvoeropeningen, waarbij door het roteren van de trommel de rollen in de trommel worden verplaatst en door contact met de rolbreekorganen worden gebroken, waarna de munten door de in de trommelwand gelegen muntafvoeropeningen worden afgevoerd en de gebroken, van munten ontdane rollen uit het inwendige van de trommelwand worden 10 afgezogen.

De rollen worden door de roterende trommelwand meegenomen en vallen onder invloed van de zwaartekracht weer naar beneden. Hierbij komen de rollen terecht op de rolbreekorganen waarbij de rollen door de rolbreekorganen worden beschadigd. Nadat een rol een of enkele 15 keren op een rolbreekorgaan terecht is gekomen, zal de rol breken en zullen de munten uit de rol rollen. Een rol gedeelte met daarin nog aanwezige munten zal door de trommelwand wederom worden meegenomen en zal wederom onder invloed van de zwaartekracht naar beneden vallen. Tengevolge van deze verplaatsingen zullen ook de nog resterende munten uit het rolgedeelte 20 vallen. De relatief zware munten zullen vervolgens onder invloed van de zwaartekracht door de in de trommelwand aanwezige muntdoorvoeropeningen vallen en kunnen daarna worden afgevoerd. De van munten ontdane rollen of resten van rollen zijn relatief licht en kunnen eenvoudig uit het inwendige van de trommel worden afgezogen.

25 Op deze wijze is het mogelijk om een groot aantal rollen nagenoeg tegelijkertijd te openen, waarna de munten en de lege rollen afzonderlijk worden afgevoerd.

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de gebroken, van munten ontdane rollen 30 door een door de cilindervormige trommelwand begrensde axiale opening uit het inwendige van de trommel worden afgezogen.

Hierdoor kunnen op een eenvoudige wijze de lege rollen of rol restanten uit het inwendige worden verwijderd terwijl de trommel ongehinderd kan roteren.

35 De uitvinding beoogt tevens een inrichting te verschaffen waarmee op efficiënte wijze munten uit muntrollen kunnen worden 10 1 3 8 8 1 3 verwijderd.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de inrichting is voorzien van een om een hartlijn roteerbare trommel, waarvan de cilindervormige trommelwand is voorzien 5 van naar de hartlijn gerichte rolbreekorganen alsmede van muntdoorvoer-openingen, welke inrichting verder is voorzien van een afzuiginrichting voor gebroken rollen.

Een dergelijke inrichting heeft een relatief eenvoudige opbouw en behoeft niet te zijn voorzien van nauwkeurige muntenrollen-10 uitrichtelementen, zoals nodig is bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi US-A-5.964.388.

Een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de rolbreekorganen zich nagenoeg evenwijdig aan en op afstand van elkaar uitstrekkende staven omvatten, 15 waarbij tussen de staven de muntdoorvoeropeningen zijn gelegen.

Door de zich bijvoorbeeld axiaal of radiaal evenwijdig aan elkaar uitstrekkende staven kan op eenvoudige wijze de gehele trommelwand van zowel rolbreekorganen als van muntdoorvoeropeningen worden voorzien.

20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin: fig. 1-3 respectievelijk een zijaanzicht, bovenaanzicht en vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding tonen, fig. 4A-E verschillende uitvoeringsvormen van trommels 25 van de in fig. 1-3 weergegeven inrichting tonen, en fig. 5A-5E dwarsdoorsneden van staven tonen van respectievelijk de in fig. 4A-4E weergegeven trommels.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

30 Fig. 1-3 tonen respectievelijk een zijaanzicht, bovenaanzicht en vooraanzicht van een inrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een om een hartlijn 2 roteerbare trommel 3, een daarop aangesloten muntenrollentoevoerinrichting 4, rollenafvoerinrichting 5 en een muntenafvoerinrichting 6.

35 De trommel 3 omvat een uit staven 7 opgebouwde trommelwand 8 die aan een zijde is verbonden met een schijfvormige plaat 9.

10 1 3 8 8 1 4

De staven 7 van de trommelwand 8 zullen aan de hand van fig. 4A-5E nog nader worden toegelicht. De plaat 9 is aan een van de trommel wand 8 afgekeerde zijde verbonden met een zich evenwijdig aan de hartlijn 2 uitstrekkende as 10 die met behulp van een motor 11 wordt aangedreven.

5 Aan een van de schijf 9 afgekeerde zijde is de trommelwand 8 verbonden met een ringvormige schijf 12. De ringvormige schijf 12 is roteerbaar in een met een frame 13 verbonden plaat 14.

In de plaat 14 zijn twee openingen voorzien waar zich respectievelijk een uiteinde 15 van de muntenrollentoevoerinrichting 4 10 en een mondstuk 16 van de rollenafvoerinrichting 5 doorheen uitstrekken.

De muntenrollentoevoerinrichting 4 is voorzien van een naar het inwendige van de trommel 3 aflopend glijvlak 17 waarover muntenrollen 18 onder invloed van de zwaartekracht naar het inwendige van de trommel 3 schuiven.

15 De rollenafvoerinrichting 5 omvat het mondstuk 16 dat is voorzien van een schuingerichte opening 19. Het mondstuk 16 is bij voorkeur onder de zich horizontaal uitstrekkende hartlijn 2 gelegen, zodat het zich relatief dicht bij het laagst gelegen gedeelte van de trommelwand 8 bevindt.

20 Het mondstuk 16 is via een buis 20 aangesloten op een verzamel kamer 21 voor nog in rollen achtergebleven munten. Op de verzamel kamer 21 is een afvoerbuis 22 aangesloten waarvan het in de verzamel kamer 21 gelegen uiteinde 23 boven het uiteinde 24 van de buis 20 is gelegen.

25 De buis 22 is aan een van de verzamel kamer 21 afgekeerde zijde verbonden met een aanzuig- en blaasinrichting 25 die met behulp van een motor 26 wordt aangedreven. Aan de blaaszijde van de aanzuig- en blaasinrichting 25 is een leiding 27 gelegen die uitmondt boven een in een houder 28 gelegen zak 29.

30 De muntenafvoerinrichting 6 omvat een zich om het onderste gedeelte van de trommel 3 heen gelegen muntenopvangbak 30 die aan een van de hartlijn 2 afgekeerde zijde uitmondt boven een tril goot 31. De tril goot 31 strekt zich vanaf de opvangbak 30 in neerwaartse richting uit naar een muntenverzamelcontainer 32. De tril goot 31 wordt met behulp 35 van een trilmechanisme 33 aangedreven.

Alvorens de werking van de in fig. 1-3 weergegeven ê j i· *·* ‘ · 5 inrichting nader toe te lichten, zal eerst de trommel 3 aan de hand van fig. 4A-5E verder worden beschreven.

Fig. 4A en 5A tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede van de trommel 3 en een dwarsdoorsnede van een staaf 7.

5 De staven 7 strekken zich evenwijdig aan elkaar en aan de hartlijn 2 uit en zijn nabij uiteinden verbonden met de platen 9 en 12. De staven 7 zijn onderling op een zodanige afstand gelegen dat een nog gesloten muntenrol hier niet doorheen kan vallen terwijl een uit een muntenrol verwijderde munt eenvoudig door de tussen de staven 7 gelegen 10 muntendoorvoeropeningen 40 heen kan gaan. Dit betekent dat de afstand tussen de staven 7 kleiner dient te zijn dan de diameter van de rol en groter dan de dikte van een enkele munt. De trommel 3 is verder voorzien van vier zich evenwijdig aan de staven uitstrekkende strippen 41 waarvan uiteinden 42 dichter nabij de hartlijn 2 zijn gelegen dan de staven 7. 15 Bij de in fig. 4A weergegeven uitvoeringsvorm van de trommel 3 hebben de staven 7, zoals zichtbaar in fig. 5A een vierkante dwarsdoorsnede waarbij een hoekpunt 43 van de staaf 7 naar de hartlijn 2 toe is gericht.

Fig. 4B-5E tonen vier andere uitvoeringsvormen van trommels 3’-3* * * * die zich van de trommel 3 onderscheiden door de vorm 20 van de staven 7-7”’ ’ en de dientengevolge andere vorm van de muntdoor-voeropeningen 40’-40””.

Bij de in fig. 4B en 5B weergegeven uitvoeringsvorm zijn de staven 7’ stripvormig waarbij een naar de hartlijn 2 toegekeerd uiteinde is voorzien van een spitse punt 44.

25 Bij de in fig. 4C en 5C weergegeven uitvoeringsvorm omvat de staaf 7” een metalen pen 45 met een daaraan bevestigde strip 46. De strip 46 is aan een naar de hartlijn 2 toegekeerde zijde voorzien van een scherpe rand 47.

Bij de in fig. 4D en 5D weergegeven uitvoeringsvorm 30 heeft de staaf 7’” een zeshoekige dwarsdoorsnede waarvan een hoek naar de hartlijn 2 toe is gericht.

Bij de in fig. 4E en 5E weergegeven uitvoeringsvorm heeft de strip 7”” een driehoekige dwarsdoorsnede waarvan een hoek naar de hartlijn 2 toe is gericht.

35 Het is uiteraard ook mogelijk om verschillende staven 7-7”” in een trommel toe te passen.

10 1 3 8 8 1 * * 6

De werking van de inrichting 1 zal nu nader worden toegelicht. In rollen 50 verpakte munten worden met behulp van de muntenrollentoevoerinrichting 4 over de glijgoot 17 naar het inwendige van de trommel 3 geleid. Onder invloed van de zwaartekracht zullen de 5 muntenrollen 50 in neerwaartse richting vallen en op randen 43 van staven 7 terecht komen. Hierdoor treedt een eerste beschadiging van de muntenrollen 50 op. De trommel 3 wordt met behulp van de motor 11 in een door pijl PI aangegeven richting om de hartlijn 2 geroteerd. Hierdoor worden de rollen 50 door de staven 7 en de rolmeeneemstrippen 42 meegenomen en 10 eveneens in de door pijl PI aangegeven richting geroteerd. Tijdens de verplaatsing van de rollen 50 in de door pijl PI aangegeven richting schuren de rollen 50 langs de randen 43 van de staven 7 en langs elkaar. Bovendien zullen de rollen 50 onder invloed van de zwaartekracht na een bepaalde verplaatsing in de door pijl PI aangegeven richting wederom in 15 neerwaartse richting vallen en opnieuw op de randen 43 van de staven 7 terechtkomen. Door deze continu doorgaande bewegingen worden de bijvoorbeeld papieren rollen beschadigd en zullen openbreken. De munten 52 vallen hierbij uit de rollen en verlaten via de muntafvoeropeningen 40 de trommel 3. De munten 52 worden onder de trommel 3 opgevangen door de 20 opvangbak 30 en via de tril goot 31 naar de muntenverzamel container 32 geleid. Indien zich nog munten in een rolrestant bevinden zullen deze door contact met de staven 7 en de andere rollen 50, uit de rolrestanten vallen. Zodra de munten uit de rollen of rolrestanten zijn gegleden, geschoven of getrild, hebben de rolrestanten 53 een relatief gering gewicht en kunnen 25 eenvoudig door het nabij het onderste gedeelte van de trommel 3 gelegen mondstuk 16 met de schuin neerwaarts gerichte opening 19 worden afgezogen en in de buis 20 worden geleid. Bovendien worden de lege rollen en rolrestanten door de trommelwand opnieuw mee naar boven genomen en dwarrelen vervolgens naar beneden waarbij ze door het mondstuk 16 worden 30 afgezogen. De buis 20 geleidt de lege rollen en rolrestanten naar de verzamel kamer 21. Indien zich in de gebroken rollen 53 of rolrestanten 53 nog een enkele munt bevindt dan zal hierdoor het gewicht van de betreffende rol relatief hoog zijn. Dientengevolge zakt een dergelijke, nog gedeeltelijk verpakte munt met het daaromheen aanwezige papier naar de 35 bodem van de verzamel kamer 21 en blijft daar liggen om alsnog handmatig te worden uitgepakt. De geheel van munten ontdane rollen of rolrestanten 53 /; '".V ΓΓΓ· /ih ^ ^ 7 worden door de aanzuiginrichting 25 in de buis 22 gezogen en vervolgens via de buis 27 naar de zak 29 geblazen.

Door de van rolbreekorganen en muntdoorvoeropeningen voorziene trommel 3 kunnen op deze wijze een groot aantal muntenrollen 5 in een relatief korte tijd worden geopend en vervolgens worden gescheiden in enerzijds rollen of rol restanten en anderzijds munten.

Met behul p van de trommel s 3 ’ -3 ” ” kunnen op eenzel fde wijze rollen worden geopend en gescheiden. De keuze van de dwarsdoorsnede van de staven 7, de grootte daarvan en de grootte van de muntdoorvoer-10 openingen 40 zijn onder meer afhankelijk van de grootte van de munten die in de trommel 3 dienen te worden verwerkt alsmede van het materiaal (papier, kunststof, etc.) waaruit de rol is vervaardigd.

Het is ook mogel ijk om de staven 7 zich radiaal of onder een hoek met de hartlijn 2 te laten uitstrekken.

15 Het is ook mogelijk om de trommelwand te voorzien van een gatenpatroon zoals ronde gaten, ovaalvormige spleten, sleuven, etc., waar munten doorheen kunnen vallen en van naar de hartlijn 2 toe gerichte stiften, messen, pennen etc.

Het is ook mogelijk om de opening 19 recht of 20 andersvormig uit te voeren.

Het is ook mogelijk om de staven rond uit te voeren.

Het is ook mogelijk om het mondstuk 16 verschuifbaar in de trommel op te stellen zodat het mondstuk afhankelijk van de af te zuigen rollen of rolrestanten kan worden ingesteld.

101 3 8 8 1

Claims (14)

1. Werkwijze voor het openen van ten minste een rol waarin munten zijn verpakt, waarbij de rol wordt geopend en de munten uit de rol 5 worden verwijderd, waarna de munten en de rol van elkaar gescheiden worden afgevoerd, met het kenmerk, dat de in rollen verpakte munten worden toegevoerd aan het inwendige van een om een hartlijn roteerbare trommel, waarvan de cilindervormige trommelwand is voorzien van naar het inwendige gerichte rolbreekorganen alsmede van muntdoorvoeropeningen, waarbij door 10 het roteren van de trommel de rollen in de trommel worden verplaatst en door contact met de rolbreekorganen worden gebroken, waarna de munten door de in de trommelwand gelegen muntafvoeropeningen worden afgevoerd en de gebroken, van munten ontdane rollen uit het inwendige van de trommelwand worden afgezogen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gebroken, van munten ontdane rollen door een door de cilindervormige trommelwand begrensde axiale opening uit het inwendige van de trommel worden afgezogen.

3. Inrichting geschikt voor het uitvoeren van een werkwijze 20 volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een om een hartlijn roteerbare trommel, waarvan de cilindervormige trommelwand is voorzien van naar de hartlijn gerichte rolbreekorganen alsmede van muntdoorvoeropeningen, welke inrichting verder is voorzien van een afzuiginrichting voor gebroken rollen en rolrestanten.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rolbreekorganen zich nagenoeg evenwijdig aan en op afstand van elkaar uitstrekkende staven omvatten, waarbij tussen de staven de muntdoorvoeropeningen zijn gelegen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 30 de staven zich nagenoeg evenwijdig aan de hartlijn van de trommel uitstrekken.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de staven een veelhoekige dwarsdoorsnede hebben.

7. Inrichting volgens een der conclusies 3-6, met het 35 kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van ten minste een in de trommel gelegen rollenmeeneemorgaan. 10 1 3 8 8 1 • *

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het rollenmeeneemorgaan ten minste een zich nagenoeg radiaal en axiaal uitstrekkende strip omvat.

9. Inrichting volgens een der conclusies 3-8, met het 5 kenmerk, dat de afzuiginrichting een mondstuk omvat dat in het inwendige van de trommel is gelegen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de afzuiginrichting zich door een door de cilindervormige trommelwand begrensde axiale opening in het inwendige van de trommel uitstrekt.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het mondstuk ten minste gedeeltelijk naar de muntafvoeropeningen is gericht.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 3-11, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een rollentoevoerin- 15 richting waarvan een uiteinde in het inwendige van de trommel is gelegen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de rollentoevoerinrichting zich door een door de cilindervormige trommelwand begrensde axiale opening in het inwendige van de trommel uitstrekt.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trommel roteerbaar is om een stilstaande toevoerflens waar de rollentoevoerinrichting en het mondstuk zich doorheen uitstrekken. ·? '.· ·;· -¾ tf ' r '