NL1013167C2 - Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen. - Google Patents

Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen. Download PDF

Info

Publication number
NL1013167C2
NL1013167C2 NL1013167A NL1013167A NL1013167C2 NL 1013167 C2 NL1013167 C2 NL 1013167C2 NL 1013167 A NL1013167 A NL 1013167A NL 1013167 A NL1013167 A NL 1013167A NL 1013167 C2 NL1013167 C2 NL 1013167C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
pipe
outlet
inner tube
bend
Prior art date
Application number
NL1013167A
Other languages
English (en)
Inventor
Frans Gerrit Ravestein
Floris Van Dijk
Original Assignee
Ubbink Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ubbink Nederland Bv filed Critical Ubbink Nederland Bv
Priority to NL1013167A priority Critical patent/NL1013167C2/nl
Priority to EP20000203410 priority patent/EP1089038B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1013167C2 publication Critical patent/NL1013167C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • F23J13/02Linings; Jackets; Casings
    • F23J13/025Linings; Jackets; Casings composed of concentric elements, e.g. double walled
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L17/00Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/02Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/04Balanced-flue arrangements, i.e. devices which combine air inlet to combustion unit with smoke outlet
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2211/00Flue gas duct systems
    • F23J2211/10Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust)
    • F23J2211/101Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust) with coaxial duct arrangement
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2213/00Chimneys or flues
    • F23J2213/20Joints; Connections
    • F23J2213/203Joints; Connections between stack/duct and combustion apparatus

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

Uitmondinqsconstructie voor gevel-gastoestellen
De uitvinding heeft betrekking op uitmondings-constructies voor door een wand van een gebouw reikende uitmondingsconstructies voor gesloten gastoestellen, in het bijzonder door gevels reikende uitmondingsconstruc-5 ties.
De uitvinding heeft voorts betrekking op accessoires daarvoor.
Dergelijke uitmondingsconstructies zijn alom bekend. Zij zijn doorgaans voorzien van een dubbele lei-10 ding, te weten een toevoerleiding voor aanvoer van verbrandingslucht naar de ketel en een concentrisch daarbinnen gelegen afvoerleiding voor afvoer van verbrandingsgassen van de ketel naar buiten.
De uitmondingsconstructie moet in het bijzonder 15 bij geveldoorvoeren een overgang verschaffen van het uit (of naar) de ketel komende (of ingaande) verticale lei-dinggedeelte -doorgaans buisstompen op de uitgang/ingang van de ketel- naar het door de gevel reikende horizontale leidinggedeelte. Hiervoor kan een boogstuk worden 20 gebruikt, dat twee concentrische buisstukken omvat, die aangesloten kunnen worden op de beide concentrische leidingen.
Er bestaan van dergelijke boogstukken, die voorzien zijn van een gebogen binnenbuisstuk en van een 25 aan de binnenrand geknikte en aan de buitenrand gebogen buitenbuisstuk. Door de plotselinge doorvoerrichting in de 1013167 2 aan de binnenrand gelegen stromingspad treden hierbij aanzienlijke energieverliezen wegens stromingsweerstand op.
Er bestaan wel vloeiender gevormde boogstukken, 5 doch om vormingstechnische redenen is de daarmee te bereiken bocht beperkt, bijvoorbeeld tot 45 graden. Weliswaar heeft men daarbij ook de mogelijkheid om bij twee bij elkaar passende boogstukken in plaats van een bocht van 90 graden enkel een axiale verzetting te realiseren (zodat 10 het boogstuk ook in een verticale uitmondingsconstructie kan worden gebruikt) , doch een nadeel is dat men bij het maken van een bocht toch twee boogstukken nodig heeft die niet identiek kunnen zijn en bovendien veel montagearbeid vergen.
15 De uitvinding heeft onder meer tot doel hierin verbetering te brengen.
De uitvinding heeft voorts tot doel een uitmondingsconstructie te verschaffen die eenvoudig te monteren is, met zo min mogelijk gereedschap.
20 Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een uitmondingsconstructie voor gesloten gastoestellen, omvattend twee concentrisch in elkaar reikende buizen, waarbij de buitenste buis en de binnenste buis elk een ketelzijdig binneneind en een buitenluchtzijdig buiteneind 25 omvatten, waarbij de binnenste buis een verbrandingsgasafvoerbuis is en de beide buizen met elkaar een ringvormige leiding bepalen voor luchttoevoer naar de ketel, waarbij de binnenste buis twee gedeelten omvat, die in stromings-richting in eikaars verlengde liggen, een geheel met 30 elkaar vormen en onder een hoek ten opzichte van elkaar staan.
Door het gebruik van een reeds van een bocht voorziene binnenbuis wordt op onderdelen en de montage daarvan bespaard. Voorts zijn er hierdoor minder overgan-35 gen, zodat minder afdichtingsvoorzieningen nodig zijn en minder potentiële condensatieplaatsen (hoekjes) aanwezig zijn. Voorts wordt daardoor de vrijheid in het maken van 1013167 3 het gebogen deel van de buitenbuis vergroot.
Bij voorkeur is de genoemde hoek ongeveer 90 graden, zodat voor de omzetting van horizontaal naar verticaal voor de binnenbuis in principe geen verdere 5 buisdelen benodigd zijn. Anders omschreven omvat de binnenbuis bij voorkeur een daarmee als een geheel gevormd ellebooggedeelte.
Vanuit een ander aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een uitmondingsconstructie voor gesloten gas-10 toestellen, omvattend twee concentrisch in elkaar reikende buizen, waarbij de buitenste buis en de binnenste buis elk een ketelzijdig binneneind en een buitenluchtzijdig bui-teneind omvatten, waarbij de binnenste buis een verbrandingsgasafvoerbuis is en de beide buizen met elkaar een 15 ringvormige leiding bepalen voor luchttoevoer naar de ketel, waarbij de binnenste buis aan het binneneind voorzien is van een als een geheel daarmee gevormd booggedeel-te.
In een verdere ontwikkeling voorziet de uitvin-20 ding er in dat de buitenste buis aan het binneneind voorzien is van een boogstuk, dat uit tenminste twee tijdens montage met elkaar verbindbare delen bestaat, die voorzien zijn van verbindingsvlakken die zich althans met een richtingscomponent in stromingsrichting uitstrekken.
25 Hiermee wordt het montagegemak voor de installa teur sterk vergroot, omdat het boogstuk voor de buitenbuis in radiale/tangentiale richting op zijn plaats, om de gebogen binnenbuis gebracht kan worden. Dit kan dan zelfs plaatsvinden wanneer de binnenbuis reeds gemonteerd is en 30 eventueel een plaatsingssteun verschaft. Doordat het boogstuk geplaatst kan worden nadat de binnenbuis geplaatst is, kan de installateur de verbinding van de binnenbuis met kabel controleren. Voorts wordt door de wijze van deling het vormen van dit gedeelte van de bui-35 tenbuis eenvoudiger en is er een grotere mate van vrijheid in vormgevingdetails.
Bij voorkeur strekken de verbindingsvlakken zich 1013167 4 in stromingsrichting uit, zodat een zo kort mogelijk deelgebied ontstaat. Bij voorkeur is het boogstuk opgebouwd uit twee schaaldelen.
Anders omschreven verschaft de uitvinding een 5 uitmondingsconstructie, waarbij de buitenste buis aan het binneneind voorzien is van een boogstuk, dat uit tenminste langsgedeeld is.
De boogstukdelen kunnen door middel van schroeven, een elastisch omtreksband, een klikverbinding of iets 10 dergelijks met elkaar verbonden worden, bij voorkeur op niet-permanente wijze.
Bij voorkeur wordt hierbij voorzien in profielen voor het afdichtend tegen elkaar klemmen van de delen van het boogstuk. De monteur brengt daarbij de boogstukdelen 15 aan om de binnenbuis en zet ze vervolgens op elkaar vast met behulp van de klemprofielen, die tevens afdichting verschaffen.
Voor verder plaatsingsgemak heeft het de voorkeur dat de binnenbuis en/of de buitenbuis opgebouwd 20 is/zijn uit telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare buisdelen.
Voor verder montagegemak is in de uitmondingsconstructie volgens de uitvinding aan het buiteneind van de binnenbuis een toevoereindstuk geplaatst, dat voorzien 25 is van luchtstroomgeleidingsmiddelen die in stromingslijn met de ringvormige leiding gelegen zijn en van middelen voor het in buitenwaartse richting tegenhouden van de binnenbuis.
Bij voorkeur omvatten de tegenhoudmiddelen met 30 de eindrand van de binnenbuis samenwerkende aanslagopper-vlakken.
Bij voorkeur omvat het toevoereindstuk middelen voor bevestiging aan het buiteneind van de buitenbuis, bij voorkeur voor een snapbevestiging. Het toevoereindstuk 35 vormt aldus een middel waarmee de buitenbuis en de bin-nebuis ten opzichte van elkaar in buitenwaartse richting vastgelegd worden.
1013167 5
Voor nog verder montagegetnak is in de uitmon-dingsconstructie volgens de uitvinding in het buiteneind van de binnenbuis een afvoereindstuk geplaatst, dat voorzien is van afvoergasstroomgeleidingsmiddelen die in 5 stromingslijn met de gasafvoerleiding gelegen zijn, waarbij het afvoereindstuk voorzien is van middelen voor het in buitenwaartse richting tegenhouden van het toevoer-mondstuk, bij voorkeur in de vorm van aanslagvlakken.
Bij voorkeur omvatten deze tegenhoudmiddelen met 10 een eindrand van het toevoermondstuk samenwerkende aan-, slagoppervlakken.
Bij voorkeur is daarbij het eindmondstuk bevestigd op de binnenbuis, bij voorkeur middel een klemming daarmee.
15 De uitvinding verschaft voorts een buis kenne lijk geschikt voor gebruik als binnenbuis voor de uitmon-dingsconstructie volgens de uitvinding.
De uitvinding verschaft voorts een bochtstuk voor uitmondingsconstructies, dat uit tenminste twee delen 20 bestaat, die voorzien zijn van verbindingsvlakken die zich althans met een richtingscomponent in stromingsrichting uitstrekken.
Bij voorkeur is de binnenrand gebogen, bij voorkeur met eenzelfde kromtemiddelpunt als de buitenrand 25 van het bochtstuk.
De uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het installeren van een uitmondingsconstructie aan gastoestellen, voorzien van een gasafvoerleiding en een concentrisch daaromheen gelegen luchttoevoerleiding, 30 waarbij eerst een binnenpijpdeel voor de gasafvoerleiding op het gastoestel aangesloten wordt en daarna een uit twee of meer langsdelen bestaand buitenpijpdeel van opzij om het binnenpijpdeel aangebracht wordt, de langsdelen met elkaar verbonden worden en het buitenpijpdeel wordt aange-35 sloten op het gastoestel.
Bij voorkeur wordt als binnenpijpdeel gebruik gemaakt van een als een geheel gevormde buis met een in 1013167 6 hoofdzaak L-vorm in zijaanzicht met een relatief lang gestrekt gedeelte en een relatief kort loodrecht daarop staand gedeelte. De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen 5 weergegeven voorbeelduitvoering.
Getoond wordt in:
Figuur 1 een uiteengenomen aanzicht van opzij op een uitmondingsconstructie volgens de uitvinding, ter plaatse van een geveldoorvoer bij een ketel; 10 Figuur 2 een uiteengenomen aanzicht van boven af op de uitmondingsconstructie van figuur 1;
Figuur 3 de uitmondingsconstructie volgens figuren 1 en 2, in doorsnede en in gemonteerde toestand; en 15 Figuur 4 een detail van de aansluiting van de delen van een bochtstuk volgens de uitvinding.
In figuur 1 is de ketelopstelling 1 weergegeven, omvattende een ketel 3 en een uitmondigsconstructie 4 daarvoor. De ketel 3 heeft in de bovenzijde een buisstomp 2 0 24 voor aansluiting van een gasafvoerpijp en een concentrisch daaromheen gelegen buisstomp 25 vooraansluiting van een luchttoevoerpijp.
De ketelopstelling 1 bevindt zich bij een gevelmuur 2, waarin een doorgang 11 gemaakt is waardoorheen de 25 uitmondigsconstructie 4 kan reiken om een verbinding te vormen tussen de buitenlucht en de ketel 3, in het bijzonder de voornoemde buisstompen 24,25.
De uitmondingsconstructie 4 omvat een eerste binnenpijp 5 en een telescopisch en nauwsluitend daarin 30 opgenomen tweede binnenpijp 9, beide van bijvoorbeeld aluminium. De eerste binnenpijp 5 bestaat uit een over 90 graden gebogen pijpgedeelte 6 en een als een geheel daarmee gevormd recht pijpgedeelte 7. Aan het binneneind is de eerste binnenpijp 5 voorzien van een naar binnen openende 35 ringkamer 30, waarin een rubberen afdichtring 18 opgenomen kan worden voor afdichting tegen de buisstomp 24. Aan het buiteneind is de eerste binnenpijp 5 voorzien van een naar 1013167 7 binnen openende ringkamer 28, waarin een rubberen af-dichtring 16 opgenomen kan worden voor afdichting van het rechte pijpgedeelte 7 tegen de tweede binnenpijp 9.
De uitmondingsconstructie 4 omvat voorts een 5 rechte eerste buitenpijp 8 en een telescopisch en nauwsluitend daarin opgenomen rechte tweede buitenpijp 10, die beide bijvoorbeeld van zenzidmir verzinkt staal of kunststof vervaardigd zijn. Bij voorkeur is de eerste buitenpijp 8 wit gelakt voor de aanblik binnenshuis. Voor de 10 verbinding van de buitenpijpen 8,10 met de buisstomp 25 is een bochtstuk 19 voorzien, dat met zowel de binnenrand als met de buitenrand, zoals weergegeven in figuur 1, gebogen is om middelpunt :M, over 90 graden. Het bochtstuk 19 kan vervaardigd zijn door spuitgietvormen met kunststof of met 15 een aluminium of aluminium-legering, en dan om esthetische redenen wit gelakt zijn.
De eerste buitenpijp 8 is aan het binneneind voorzien van een buitenwaarts openende ringkamer 31, waarin een rubberen afdichtring 33 opgenomen kan worden 20 voor afdichting tegen de binnenwand van het bochtsuk 19. Aan het buiteneind is de eerste buitenpijp 8 voorzien van een binnenwaarts openende ringkamer 32, waarin een rubberen afdichtring 17 kan worden opgenomen voor afdichting tegen het buitenoppervlak van de tweede buitenpijp 10. De 25 tweede buitenpijp is voorts aan haar buiteneind voorzien van snapgaatjes 29, waarvan de functie nog wordt uitgelegd.
Het bochtstuk 19 is gedeeld in twee identieke langshelften 20a, 20b. Deze langshelften zijn zodanig 3 0 ontworpen dat zij gemakkelijk uit een vorm gelost kunnen worden. Zij zijn beide voorzien van buitenranden 40,41 (zie figuur 4) waarmee zij vlak tegen elkaar geplaatst kunnen worden. De binnenranden van deze langshelften zijn overeenkomstig gevormd. De buitenranden 40,41 -en dus ook 35 de binnenranden- zijn gevormd met een tangentiale omzetting, om een haakvorm te bepalen. Aldus kan men door een rubberen profiel 21 dat daarbij passend gevormd is als een 1013167 8 soort van peesafdichting over de samengebrachte randen 40,41 te klikken de langshelften 20a,20b langs die rand aan elkaar vastleggen en tevens voor afdichting van de betreffende rand zorgen.
5 De uitmondingsconstructie 4 omvat voorts aan het buiteneind een luchtstroomgeleider 12, bijvoorbeeld van kunststof of gietaluminium, omvattend een buitenring 34, een radiaal daarbinnen en axiaal daarbuiten gelegen binnenring 38 en een aantal daarmee als een geheel gevormde 10 radiale vinnen 26. Aan haar binnenvlak is de buitenring 34 voorzien van snapuitsteeksels (niet weergegeven), die in kunnen snappen in de gaatjes 29 in de tweede buitenpijp 10, om de geleider 12 vast te leggen op de pijp 10. De vinnen 26 liggen aan tegen het buitenoppervlak van de 15 tweede binnenpijp 9. De geleider 12 verschaft aldus een middel voor het concentrisch houden van de tweede binnenpijp 9 ten opzichte van de tweede buitenpijp 10. De binnenring 38 is aan het buiteneind voorzien van een naar binnen reikende schouderflens 35, waartegen de eindrand 20 van de tweede binnenpijp 9 aanligt. Hiermee verschaft de geleider 12 een middel voor het axiaal buitenwaarts vastleggen van de tweede binnenpijp 9 ten opzichte van de tweede buitenpijp 10.
De luchtstroomgeleider 12 is aan het binneneind 25 voorzien van een flensje 37, waarop een rubberen afsluit-manchet 14 bevestigd kan worden. De luchtstroomgeleider 12 is aan het buiteneind voorzien van een door de flens 35 begrensde opening, waarin een gasstroomgeleider of -rooster 13, bij voorbeeld vervaardigd door gieten van alumini-30 um of een legering daarvan, klemvast opgenomen kan worden. Dit rooster 13 is voorzien van een middenbus 36, van waaruit radiale vinnen 27 reiken. De vinnen 27 en de bus 36 zijn in doorsnede vleugelvormig voor verlaagde stro-mingsweerstand. De vinnen 27 vormen aan het buiteneind een 35 naar binnen gerichte ringvormige aanslag 39, waarmee de eindrand van de binnenpijp 9 tegengehouden wordt. Aldus bereikt men de axiale en radiale vastlegging van buiten- 1013167 9 pijp 10 en binnenpijp 9.
Bij montage gaat men als volgt te werk. De onderdelen 9, 10, 12 en 13 en manchet 14 zijn vooraf in de fabriek geassembleerd. Hierbij wordt een snapverbinding in 5 de gaatjes 29 gerealiseerd en klemt men de gasstroomge-leider 13 vast.
Dit samenstel wordt van de buitenzijde in het gat 11 gestoken. Vervolgens schuift men van binnenuit de vooraf van rubberen ringen 17 en 33 voorziene eerste 10 buitenpijp 8 om de tweede buitenpijp 10. Vervolgens plaatst men een afsluitmanchet 15 op het binneneind van de eerste buitenpijp 8, zodat deze manchet, net als manchet 14, tegen het oppervlak van de muur 2 drukt en de doorgang 11 buiten de buitenpijp 8/10 afgesloten is. Daarna wordt 15 de vooraf van ringen 16 en 18 voorziene binnenpijp 5 in de tweede binnenpijp geschoven, en past men -eventueel na verdraaien om de hartlijn van het rechte pijpgedeelte, het binneneind op de buisstomp 24.
Dan brengt men door in- of uit schuiven de bui-20 tenpijpen 8, 10 en de binnenpijpen 5 en 9 op de juiste lengte. Op de buisstomp 25 is de rubber ring 23 geplaatst. Tenslotte pakt men de twee schalen of langshelften 20a,20b met profielen 21,22 en plaatst deze van weerszijden om het bochtgedeelte 6, met de uiteinden tegen de rubber ringen 25 33 en 23, en met de langsranden tegen elkaar. Door daarna de rubber profielen 21 en 22 op de samengevoegde langsranden te bevestigen is het bochtstuk 19 ook vastgelegd. Het bochtstuk wordt concentrisch gehouden ten opzichte van de binnenpijp door de buisstomp 25 en door de buitenpijp 8. 30 De binnenpijp 5 wordt concentrisch te opzichte van de buitenpijp gehouden door de buisstomp 24 en door de lucht-stroomgeleider 12. Er zijn geen extra middelen nodig voor het concentrisch houden van de onderdelen van de uitmon-dingsconstructie.
35 Aldus is de uitmondingsconstructie 4 eenvoudig in opbouw en gemakkelijk en snel, zonder gereedschap te plaatsen. De stomingsweerstand is laag vanwege het ontbre 1013167 10 ken van enige overgangen en de aanwezigheid van ruime bochten, zowel in de gasafvoer als in de luchttoevoer.
Wanneer de binnenpijp 5 door buigen gevormd wordt brengt dit als voordeel met zich mee dat de voor het buigen gewenste wanddikte de binnenpijp tevens bijzonder geschikt maakt voor opname in condenserende opstellingen.
1013167

Claims (26)

1. Uitmondingsconstructie voor gesloten gastoestellen, omvattend twee concentrisch in elkaar reikende buizen, waarbij de buitenste buis en de binnenste buis elk een ketelzijdig binneneind en een buitenluchtzijdig bui- 5 teneind omvatten, waarbij de binnenste buis een verbrandingsgasafvoerbuis is en de beide buizen met elkaar een ringvormige leiding bepalen voor luchttoevoer naar de ketel, waarbij de binnenste buis twee gedeelten omvat, die in stromingsrichting in eikaars verlengde liggen, een 10 geheel met elkaar vormen en onder een hoek ten opzichte van elkaar staan.
2. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 1, waarbij de hoek ongeveer 90 graden is en/of de binnenbuis een daarmee als een geheel gevormd ellebooggedeelte omvat.
3. Uitmondingsconstructie voor gesloten gastoe stellen, omvattend twee concentrisch in elkaar reikende buizen, waarbij de buitenste buis en de binnenste buis elk een ketelzijdig binneneind en een buitenluchtzijdig bui-teneind omvatten, waarbij de binnenste buis een verbran-20 dingsgasafvoerbuis is en de beide buizen met elkaar een ringvormige leiding bepalen voor luchttoevoer naar de ketel, waarbij de binnenste buis aan het binneneind voorzien is van een als een geheel daarmee gevormd booggedeel-te.
4. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de buitenste buis aan het binneneind voorzien is van een boogstuk, dat uit tenminste twee delen bestaat, die voorzien zijn van verbindingsvlakken die zich althans met een richtingscomponent in stromingsrichting 30 uitstrekken.
5. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 4, waarbij de verbindingsvlakken zich in stromingsrichting uitstrekken. 1013167
6. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 4 of 5, waarbij het boogstuk opgebouwd is uit twee schaaldelen.
7. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de buitenste buis aan het binneneind voor- 5 zien is van een boogstuk, dat tenminste langsgedeeld is.
8. Uitmondingsconstructie volgens een der voorgaande conclusies, voorts voorzien van profielen voor het afdichtend tegen elkaar klemmen van de delen van het boogstuk.
9. Uitmondingsconstructie volgens een der voor gaande conclusies, waarbij de binnenbuis opgebouwd is uit telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare buisde-len.
10. Uitmondingsconstructie volgens een der 15 voorgaande conclusies, waarbij de buitenbuis opgebouwd is uit telescopisch ten opzichte van elkaar verschuifbare buisdelen.
11. Uitmondingsconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan het buiteneind van de 20 binnenbuis een toevoereindstuk is geplaatst, dat voorzien is van luchtstroomgeleidingsmiddelen die in stromingslijn met de ringvormige leiding gelegen zijn en van middelen voor het in buitenwaartse richting tegenhouden van de binnenbuis.
12. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 11, waarbij de tegenhoudmiddelen met de eindrand van de binnenbuis samenwerkende aanslagoppervlakken omvatten.
13. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 11 of 12, waarbij het toevoereindstuk voorts voorzien is van 30 middelen voor verbinding met het buiteneind van de buitenbuis, bij voorkeur van snapmiddelen.
14. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij in het buiteneind van de binnenbuis een afvoereindstuk is geplaatst, dat voorzien is van afvoer-35 gasstroomgeleidingsmiddelen die in stromingslijn met de gasafvoerleiding gelegen zijn en waarbij het afvoereindstuk voorzien is van middelen, bij voorkeur aanslagopper- 1013167 vlakken, voor het in buitenwaartse richting tegenhouden van het toevoermondstuk.
15. Uitmondingsconstructie volgens conclusie 14, waarbij het afvoermondstuk bevestigd is op de binnenbuis, 5 bij voorkeur door klemming.
16. Buis kennelijk geschikt voor gebruik als binnenbuis voor de uitmondingsconstructie volgens een der voorgaande conclusies.
17. Bochtstuk voor uitmondingsconstructies, dat 10 uit tenminste twee delen bestaat, die voorzien zijn van met elkaar tijdens montage verbindbare verbindingsvlakken die zich althans met een richtingscomponent in stromings-richting uitstrekken.
18. Bochtstuk volgens conclusie 17, waarbij de 15 verbindingsvlakken zich in stromingsrichting uitstrekken.
19. Bochtstuk volgens conclusie 17 of 18, waarbij het bochtstuk opgebouwd is uit twee schaaldelen.
20. Bochtstuk volgens conclusie 17, dat langsge- deeld is.
21. Bochtstuk volgens een der conclusies 17-20, waarbij de binnenrand gebogen is, bij voorkeur met eenzelfde kromtemiddelpunt als de buitenrand van het bochtstuk .
22. Werkwijze voor het installeren van een 25 uitmondingsconstructie aan gastoestellen, voorzien van een gasafvoerleiding en een concentrisch daaromheen gelegen luchttoevoerleiding, waarbij eerst een binnenpijpdeel voor de gasafvoerleiding op het gastoestel aangesloten wordt en daarna een uit twee of meer langsdelen bestaand buiten-30 pijpdeel van opzij om het binnenpijpdeel aangebracht wordt, de langsdelen met elkaar verbonden worden en het buitenpijpdeel wordt aangesloten op het gastoestel.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij als binnenpijpdeel gebruik gemaakt wordt van een als een 35 geheel gevormde buis met een in hoofdzaak L-vorm in zijaanzicht met een relatief lang gestrekt gedeelte en een relatief kort loodrecht daarop staand gedeelte. 1013167
24. Uitmondingsconstructie voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
25. Buis voor opname als binnenbuis in een uitmondingsconstructie voor geveldoorvoer, voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
26. Bochtstuk, voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/KP 1013167
NL1013167A 1999-09-29 1999-09-29 Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen. NL1013167C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013167A NL1013167C2 (nl) 1999-09-29 1999-09-29 Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen.
EP20000203410 EP1089038B1 (en) 1999-09-29 2000-09-29 Terminal unit for a balanced flue

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013167 1999-09-29
NL1013167A NL1013167C2 (nl) 1999-09-29 1999-09-29 Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013167C2 true NL1013167C2 (nl) 2001-03-30

Family

ID=19769959

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013167A NL1013167C2 (nl) 1999-09-29 1999-09-29 Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1089038B1 (nl)
NL (1) NL1013167C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1014750C2 (nl) * 2000-03-24 2001-09-25 Muelink & Grol Bv Samenstel van een luchtinlaat- en rookgasuitlaatmondstuk van het horizontale type.
DE10159564C1 (de) * 2001-12-05 2003-06-26 Ct Therm Abgassystemtechnik Gm Einrichtung zum Verbinden zweier Abschnitte einer Luft-Abgas-Leitung
FR3025589B1 (fr) * 2014-09-04 2019-04-26 Poujoulat Dispositif d'habillage decoratif qui se met en place autour des tuyaux/conduits de fumisterie pour cheminees, poeles, insert
CN107525089B (zh) * 2017-09-14 2019-06-11 吴联凯 一种烟道折弯固定装置
WO2019190928A1 (en) * 2018-03-27 2019-10-03 Roof Goose Vent Llc Flue cap cover

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1526162A (en) * 1976-05-07 1978-09-27 Saunier Duval Concentric pipe connecting elbow
GB2022792A (en) * 1978-04-26 1979-12-19 Bosch Gmbh Robert Gas Fired Water Heater
EP0519313A2 (de) * 1991-06-17 1992-12-23 Joh. Vaillant GmbH u. Co. Anordnung zur Führung von Frischluft und Abgas
GB2297833A (en) * 1995-02-08 1996-08-14 Herbert Edward Boulter Balanced flue
EP0802371A2 (en) * 1996-04-15 1997-10-22 Nefit Fasto B.V. Connection of a gas-fired heating device to a flue-gas outlet/air supply duct
US5762062A (en) * 1996-01-16 1998-06-09 Hon Industries Inc. Fireplace vent
US5947113A (en) * 1993-02-16 1999-09-07 The Majestic Products Company Direct vent gas appliance with vertical and horizontal venting

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1526162A (en) * 1976-05-07 1978-09-27 Saunier Duval Concentric pipe connecting elbow
GB2022792A (en) * 1978-04-26 1979-12-19 Bosch Gmbh Robert Gas Fired Water Heater
EP0519313A2 (de) * 1991-06-17 1992-12-23 Joh. Vaillant GmbH u. Co. Anordnung zur Führung von Frischluft und Abgas
US5947113A (en) * 1993-02-16 1999-09-07 The Majestic Products Company Direct vent gas appliance with vertical and horizontal venting
GB2297833A (en) * 1995-02-08 1996-08-14 Herbert Edward Boulter Balanced flue
US5762062A (en) * 1996-01-16 1998-06-09 Hon Industries Inc. Fireplace vent
EP0802371A2 (en) * 1996-04-15 1997-10-22 Nefit Fasto B.V. Connection of a gas-fired heating device to a flue-gas outlet/air supply duct

Also Published As

Publication number Publication date
EP1089038A1 (en) 2001-04-04
EP1089038B1 (en) 2006-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2548675C (en) Unitized fixture frame and junction box and method of forming same
NL1013167C2 (nl) Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen.
SE460224B (sv) Radialflaekt foer anslutning till taket eller en vaegg i ett rum som skall ventileras
US3581842A (en) Exhaust muffler and method of and adapter means for mounting same
TR199801155T2 (xx) Hava kanal� kesimlerinin ba�aba� eki.
PL359482A1 (en) A coupling connecting two pipe lengths made of sheel metal and method of fabrication of a coupling connecting two pipe lengths made of sheet metal
FR3078370B1 (fr) Ensemble pour une turbomachine
RU2003109649A (ru) Стыковое соединение между двумя участками труб из листового металла и способ его изготовления
US20080073983A1 (en) Resilient motor mounting system and method of use
US7210505B2 (en) Elbow for a conduit
EP1136757A3 (en) Horizontal balanced flue
EP2663776A1 (en) An axial fan assembly
KR200418449Y1 (ko) 에어덕트 중도에 설치되는 송풍팬 덕트케이싱
RU2016151409A (ru) Уплотнительная пластина с функцией предохранителя
US20060249142A1 (en) Pipe coupling for a venting system
EP2438362B1 (en) Gas boiler, in particular condensation gas boiler for producing hot water
GB2166494A (en) Fan
CN112253868A (zh) 一种装配式室内装修水管连接机构
JP3316112B2 (ja) 逆流防止ダンパ
US7029234B2 (en) Air outlet unit for a large blower assembly
EP3396259A1 (en) Valve for an exhaust duct
IT9021152A1 (it) Tubazione interstadio per turbina a vapore con perdite per deviazione ridotte
KR200249032Y1 (ko) 배기덕트용 이음관
KR100331763B1 (ko) 파이프배관용 엘보우
NL2020370B1 (en) Chimney pipe joint for sustainable chimney systems

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090401