NL1012064C2 - Afdekkapsamenstel met hydraulische bedieningsinrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Afdekkapsamenstel met hydraulische bedieningsinrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hydraulisch bediend afdekkapsamenstel volgens de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke afdekkapsamenstellen met een of meer 5 hydraulisch aangedreven onderdelen zijn uit de stand van de techniek algemeen bekend. In een eenvoudige uitvoering omvat de hydraulische bedieningsinrichting een enkele hydraulische actuator voor het bewegen van de afdekkap, maar in vele gevallen zijn er meerdere onderdelen die elk door een of 10 meer bijbehorende hydraulische actuatoren worden aangedreven, bijvoorbeeld de afdekkap (die zowel een vouwbare bekleding als een of meer starre kapdelen kan omvatten), de tonneau-cover, een of meer vergrendelingen, en bij afdekkappen met een vouwbare bekleding de 15 stofspanbeugel.

Een van de funkties die vaak hydraulisch wordt uitgevoerd is de beweging van de afdekkap zelf van de geopende naar de gesloten positie en omgekeerd. De hydraulische druk die benodigd is om deze bewegingen uit te 20 voeren is over het grootste deel van deze bewegingen relatief laag. Nabij de eindstanden van de afdekkap is het echter vaak nodig een grotere kracht te leveren, bijvoorbeeld om een afdichtingsstrook tussen de afdekkap en de stijl boven de voorruit samen te drukken of vanwege de 25 relatief ongunstige aangrijping van de afdekkapactuatoren op de afdekkap in de geopende stand. Ook op andere momenten van de beweging kan het gewenst/nodig zijn een grotere kracht te leveren. Verder hebben sommige actuatoren slechts een kleine werkzaam zuigeroppervlak, waardoor een relatief grote 30 hydraulische druk nodig is om die actuatoren het bijbehorende onderdeel te laten aandrijven. Zo worden bij een aantal afdekkapsamenstellen een of meer grendels hydraulisch bediend en juist de bij die grendels behorende hydraulische actuatoren zijn vaak erg klein, met name 1012064 - 2 - vanwege de beperkte inbouwruimte, en vereisen daarom een hoge hydraulische druk om de grendel aan te drijven.

Een belangrijk nadeel van de bekende afdekkapsamenstellen met hydraulische bediening is dat het 5 openen en sluiten van de afdekkap ongewenst lang duurt, terwijl de markt vraagt om steeds sneller werkende afdakkapsamenstellen.

De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemd probleem op te lossen en maatregelen te verschaffen die een snel 10 werkend afdekkapsamenstel mogelijk maken.

De onderhavige uitvinding verschaft hiertoe een afdekkapsamenstel volgens de aanhef van conclusie 1, dat is gekenmerkt doordat de bedieningsinrichting regelmiddelen omvat die zijn ingericht om tijdens het bedienen van het 15 afdekkapsamenstel de opbrengst van de pomp te regelen.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij de bekende afdekkapsamenstellen de pomp en de bijbehorende elektrische aandrijfmotor van de hydraulische bedieningsinrichting zijn afgestemd op het hoogste 20 drukniveau dat door de pomp geleverd moet worden om de actuatoren van het afdekkapsamenstel te bedienen. De bekende pompen die daarbij worden toegepast zijn van het type met een vaste opbrengst per omwenteling van de pompas, alhoewel ondermeer door lekverliezen in de pomp die opbrengst vaak 25 niet helemaal constant is, maar afneemt naar mate de te leveren hydraulische druk stijgt. De elektromotor is gewoonlijk een kleine laagspanningsgelijkstroommotor met een beperkt maximaal te leveren vermogen. Deze beperking vloeit ondermeer voort uit de opgenomen stroomsterkte, de 30 kostprijs, het volume van de motor en het gewicht van de motor.

Door de afstemming van de pomp/motor-combinatie op de momenten van de bediening dat de hoogste hydraulische druk nodig is, worden bij de bekende afdekkapsamenstellen 35 funkties (bewegingen van hydraulisch aangedreven onderdelen) die een relatief lagere druk vereisen dan de maximaal vereiste druk uitgevoerd bij een niet volledige benutting 1012064 - 3 - van het beschikbare motorvermogen. Het door de pomp gevraagde vermogen kan immers worden opgevat als het rekenkundige produkt van de geleverde hydraulische druk en de geleverde hydraulische opbrengst (volumestroom).

5 Bij het afdekkapsamenstel volgens de uitvinding is voorzien in een regeling van de opbrengst van de pomp, hetgeen de mogelijkheid verschaft de opbrengst tijdens de bediening van het afdekkapsamenstel te variëren, stapsgewijs en/of traploos tussen verschillende waarden. Hierdoor kan de 10 snelheid waarmee de hydraulische actuatoren hun aandrijfbeweging uitvoeren worden geregeld. Zo kan erin zijn voorzien dat voor de bediening van een bepaalde actuator de opbrengst op een waarde wordt ingesteld en voor de daaropvolgende bediening van een andere actuator de 15 opbrengst op een andere waarde wordt ingesteld. Er kan echter ook in zijn voorzien dat tijdens de bediening van een of meer actuatoren de opbrengst traploos wordt geregeld, in het bijzonder in afhankelijkheid van de hydraulische druk. Door middel van de opbrengstregeling is een sturing van de 20 snelheid waarmee de funkties worden uitgevoerd mogelijk, hetgeen bijvoorbeeld voordelig is als meerdere bewegingen van onderdelen van het afdekkapsamenstel moeten plaatsvinden.

Bij voorkeur zijn de regelmiddelen zodanig ingericht 25 dat de snelheid van de hydraulische bediening van de een of meer hydraulisch aangedreven onderdelen van het afdekkapsamenstel, in het bijzonder van de beweging van de afdekkap zelf, wordt geoptimaliseerd op basis van het door de aandrijfmotor maximaal leverbare vermogen. Met een 30 dergelijke opbrengstregeling kan elke funktie met een zo groot mogelijke snelheid worden uitgevoerd binnen het bereik van het leverbare motorvermogen. Hierdoor kan een bepaalde (elektro-)motor optimaal worden benut en gebleken is dat met eenzelfde elektromotor als nu wordt toegepast een 35 afdekkapsamenstel vele tientallen procenten sneller kan werken.

101208» - 4 -

Bij voorkeur zijn de regelmiddelen zodanig ingericht dat indien de voor de hydraulische bediening van een actuator benodigde hydraulische druk lager is dan een maximale hydraulische druk die tijdens de bediening van het 5 afdekkapsamenstel vereist is, de opbrengst van de pomp op een grotere waarde wordt ingesteld dan de opbrengst van de pomp bij de maximale hydraulische druk. Hierdoor kan een funktie, of een gedeelte van een funktie, van het afdekkapsamenstel die een relatief lage hydraulische druk 10 vereist met een grotere opbrengst van de pomp worden verricht dan een funktie, of ander gedeelte van die funktie, die een hogere druk vereist.

De opbrengstregeling kan ook dienen ter bescherming van de (elektro-)motor tegen overbelasting, indien de 15 regelmiddelen zodanig zijn ingericht, dat het rekenkundige produkt van de door de pomp geleverde opbrengst en hydraulische druk ten hoogste gelijk is aan het maximaal leverbare motorvermogen. Op dezelfde wijze kan de regeling dienen als drukbegrenzing van het hydraulische systeem door bij hoge 20 drukken de opbrengst te verkleinen en een verdere drukstijging te voorkomen. In een uitvoeringsvorm daarvan is erin voorzien dat de opbrengst van de pomp op de waarde nihil kan worden ingesteld, indien de druk een maximaal toelaatbare waarde heeft bereikt.

25 Om een zo snel mogelijke bediening van het afdekkapsamenstel te realiseren kan erin zijn voorzien dat de regelmiddelen zodanig zijn ingericht dat over een zo groot mogelijk deel van de hydraulische bediening van het afdekkapsamenstel het rekenkundige produkt van de door de 30 pomp geleverde opbrengst en hydraulische druk in hoofdzaak constant is.

De regelmiddelen kunnen elektronisch zijn uitgevoerd maar ook mechanisch werken of combinaties daarvan.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het 35 afdekkapsamenstel volgens de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: 1012084' - 5 - fig. 1 schematisch een zijaanzicht van een voertuig met afdekkapsamenstel volgens de uitvinding, fig. 2 schematisch in perspectief het afdekkapsamenstel van fig. 1, 5 figs. 3a,3b een schematische weergave van een radiale plunjerpomp met een regelbare opbrengst, en fig. 4 een hydraulische schema van een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekkapsamenstel volgens de uitvinding.

10

In figuur 1 is een personenvoertuig 1 van het cabriolet type getoond met een vouwdak 2 van een op zich bekende mechanische uitvoering, waarmee de ruimte voor de inzittenden kan worden afgesloten of geopend. Het vouwdak 2 15 heeft een voorste vouwdakdeel 3, dat via een scharnierbevestiging 4 om scharnieras 5 is aangebracht aan het resterende deel 6 van het vouwdak 2.

In figuur 1 is het vouwdak 2 getoond in een voorsluitstand, waarin het voorste vouwdakdeel 3 een ten 20 opzichte van de gesloten stand van het vouwdak 2 naar boven opengezwenkte stand inneemt.

Voor het in de sluitstand borgen van het vouwdak 2 is aan het voorste vouwdakdeel 3 een hydraulisch bedienbaar vergrendelingsorgaan 8 voorzien, dat bij de bediening 25 daarvan in aangrijping kan worden gebracht met een bijbehorende grendelvoorziening in het voorruitraamwerk 7.

In figuur 2 is het vouwdaksamenstel 20 te herkennen met het vouwdak 2 en een deksel 22 voor het afdekken van het opbergcompartiment voor het vouwdak 2 in de geopende stand. 30 De bewegingen van het vouwdak 2 en het deksel 22 worden automatisch gerealiseerd door middel van een hydraulische bedieningsinrichting. Deze bedieningsinrichting omvat twee paren hydraulische cilinders 23, 23', 24, 24' voor het bewegen van het vouwdak 2, een hydraulische cilinder 25 voor 35 het bewegen van het deksel 22 en een hydraulische cilinder 36 voor het bewegen van de grendel 8. De cilinders 23-25, 36 zijn via bijbehorende hydraulische slangen verbonden met een 1012064 - 6 - hydraulisch pompaggregaat 26, met een elektrisch aandrijfbare pomp 27, een kleppenblok 28 en een bijbehorende elektronische besturingseenheid 29 omvat voor het automatisch laten verlopen van het openen en sluiten van het 5 vouwdak 2.

Vloeistof onder druk wordt via het kleppenblok 28 aan de respectievelijke cilinders 23-25, 36 toegevoerd, zodat deze de bijbehorende onderdelen van het vouwdaksamenstel kunnen bewegen.

10 De snelheid waarmee elk van de cilinders zijn beweging uitvoert is afhankelijk van de hoeveelheid hydraulische vloeistof die per tijdseenheid aan de cilinder wordt aangeboden.

De uitvinding voorziet erin dat de bedieningsinrichting 15 regelmiddelen omvat die zijn ingericht om tijdens het bedienen van het vouwdaksamenstel de opbrengst van de pomp 27 te regelen.

Bij voorkeur zijn deze regelmiddelen zodanig uitgevoerd dat over een zo groot mogelijk deel van de bediening van het 20 afdekkapsamenstel het rekenkundige produkt van de door de pomp geleverde opbrengst en hydraulische druk in hoofdzaak constant is. Deze regeling is erop gebaseerd dat de elektromotor die de pomp 27 aandrijft een bepaald maximaal leverbaar vermogen heeft, welk vermogen eventueel hoger kan 25 zijn dan het standaard leverbare vermogen gezien de korte tijd dat de elektromotor in bedrijf is. In de praktijk zal ernaar worden gestreefd het vouwdak binnen zo'n 20 seconden te bewegen van de geopende naar de gesloten stand. De regeling is erop gebaseerd dat op elk moment van de 30 bediening de op dat moment benodigde hydraulische druk wordt geleverd om de beweging uit te voeren en dat dan de opbrengst op een zo groot mogelijke waarde wordt ingesteld, uiteraard binnen het voor de motor toelaatbare bereik. Hierdoor kunnen de bewegingen zo snel mogelijk worden 35 uitgevoerd, waarbij de bewegingen die een hoge druk vereisen met een lage opbrengst van de pomp geschieden en de 1012061 - 7 - bewegingen die een lage druk vereisen met een grotere pompopbrengst geschieden.

Uiteraard kan er bij elke pomp een maximale en minimale pompopbrengst zijn en vindt de regeling van de opbrengst in 5 het tussenliggende bereik plaats.

De uitvindingsgedachte kan op verschillende manieren worden gerealiseerd. Zo is het bij voorbeeld mogelijk dat de pomp wordt aangedreven door een elektromotor met een regelbaar toerental, waarbij de regelmiddelen zijn ingericht 10 voor het regelen van het toerental van de elektromotor.

In een bijzondere uitvoeringsvorm zou de pomp kunnen worden aangedreven door een elektromotor van het type die een constante vermogensafgifte heeft. De opbrengst van de pomp (die afhankelijk is van het aantal omwentelingen van de 15 aandrijfas) wordt mede bepaald door de weerstand die de pomp ondervindt bij het op druk brengen van de hydraulische vloeistof en daardoor het gevraagde koppel van de aandrijfmotor verhoogt respectievelijk verlaagt.

In een andere variant, die in de praktijk eenvoudig 20 uitvoerbaar is, is de pomp zelf regelbaar uitgevoerd, zodat de opbrengst van de pomp per omwenteling van de aandrijfas kan worden ingesteld. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een plunjerpomp, waarbij de pompslag van de plunjer(-s) regelbaar is. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt 25 door het toepassen van een axiale plunjerpomp of een radiale plunjerpomp zoals getoond in figs. 3a,b.

Door de regeling van de opbrengst van de pomp kan ook de snelheid van een bepaalde beweging worden gedefinieerd en kan een bepaalde beweging met een zeker snelheidsverloop 30 worden uitgevoerd, bijvoorbeeld zodanig dat het vouwdak 2 langzaam beweegt nabij de eindstanden en daartussen sneller.

In de figuren 3a en 3b is schematisch een radiale plunjerpomp 40 met verstelbare slag van de plunjers 41 getoond, die toepasbaar is in het afdekkapsamenstel volgens 35 de uitvinding.

De pomp heeft een statoras 42 met een aanzuigkanaal 43 en een perskanaal 44. Om de statoras 42 draait een rotor 46, 1012064' - 8 - waarin de vijf plunjers 41 radiaal heen en weer beweegbaar in bijbehorende cilinders in de rotor 46 zijn opgenomen. In de getoonde uitvoering zit aan het radiaal uiteinde van elke plunjer 41 een loopwiel, waarmee de plunjer 41 afsteunt op 5 een excenterring 48.

De excentriciteit van de excenterring 48 ten opzichte van de statoras 42 is instelbaar middels een hydraulische instelactuator 50 met een aansluiting 51 voor hydraulische vloeistof onder druk. Diametraal tegenover de actuator 50 is 10 een stelveer 52 opgesteld tussen het huis van de pomp en de excenterring 48, die de excenterring 48 in tegengestelde richting drukt.

De aansluiting 51 van de instelactuator 50 kan direct verbonden zijn met een poort van de pomp 40, zodat op basis 15 van de door de pomp geleverde hydraulische druk een regeling van de opbrengst plaatsvindt.

De getoonde pomp is geschikt om in twee richtingen te worden aangedreven en dus in twee richtingen vloeistof te verpompen, waarbij pijl A een van die de rotatierichting van 20 de rotor aangeeft.

In figuur 3a is te herkennen dat door het aanbrengen van hydraulische druk bij de aansluiting 51 van de actuator 50 de excenterring 48 ten opzichte van de statoras 42 een coaxiale stand inneenmt en de excentriciteit van de 25 excenterring 48 nihil is. Deze nihil opbrengst kan nuttig zijn om zo de druk in de hydraulische bedieningsinrichting te begrenzen, aangezien de pomp nu in feite geen vloeistof meer verpompt.

Indien de actuators van het vouwdaksamenstel weinig 30 weerstand ondervinden, zal de druk in de leiding 51 laag zijn en zal de veer 52 overheersen ten opzichte van de instelactuator 50, zodat de excentriciteit van de plunjerpomp groot is en dus ook de opbrengst van de pomp groot is (zie fig. 3b). Als de in werking zijnde actuator(-35 s) een hogere weerstand ondervinden, dan zal de druk in de leiding 51 oplopen en zal de instelactuator 50 de excenterring 48 tegen de veer 52 in naar een kleinere 1012064 - 9 - excentriciteit verschuiven (in de richting van fig. 3a), zodat de excentriciteit van de plunjerpomp verminderd en zal de opbrengst afneemt. Bij die lagere opbrengst zal het op basis van het motorvermogen van de aandrijfmotor dan 5 mogelijk zijn een hogere hydraulische druk te leveren.

Bij een juiste dimensionering van de instelactuator 50 en de veer 52 (met name de veerconstante en eventuele vorospanning) kan worden bereikt dat het produkt van hydraulische druk en opbrengst zoveel mogelijk op een 10 constante waarde blijft, nabij het door de niet getoonde (elektro-)motor leverbare vermogen.

De verstelling van de excentriciteit tijdens het normaal bedrijf van een afdekkapsamenstel kan in de praktijk bijvoorbeeld liggen in een bereik tussen 1,25 en 2,5 15 millimeter, bij een opbrengst tussen 600 en 1200 cc/min en een druk die ligt tussen 150 en 75 bar.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de plunjerpomp zitten de cilinders voor de plunjers in de rotor. Het is echter ook denkbaar dat de cilinders in het statorhuis 20 zitten en de rotor om een excentrische as draait.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de hydraulische instelactuator 50 voorzien van een getrapte zuiger met meerdere werkzame oppervlakken, die afzonderlijk met een drukbron kunnen worden verbonden om zo met de 25 actuator verschillende krachtniveaus te verschaffen en daarmee verschillende instellingen van de excentriciteit van de excenterring 48. Ook zou de instelactuator als tandemcilinder kunnen zijn uitgevoerd om zo verschillende instellingen van de pompopbrengst te verkrijgen.

30 In een variant kan de instelling van de excentriciteit niet hydraulisch maar bijvoorbeeld met een (elektrisch aangedreven) schroefspindel, plaatsvinden. Hierbij heeft het dan de voorkeur dat de regeling daarvan plaatsvindt op basis van de met een druksensor gemeten hydraulische druk.

35 In figuur 4 is het hydraulisch schema getoond van een eenvoudige uitvoering van de hydraulische bedieningsinrichting van een afdekkapsamenstel volgens de 101 2064' - 10 - uitvinding. In het schema is een pomp 60 te herkennen met een regelbare opbrengst voorzien van een hydraulische instelactuator 61 voor het regelen van de opbrengst. De pomp 60 zuigt vloeistof aan uit reservoir 62. De pomp 60 heeft 5 een perspoort 63.

De bedieningsinrichting omvat verder een hydraulische actuator 65, die bijvoorbeeld dient voor het bewegen van de hoofdbeugel van een afdekkapsamenstel. Verder is een actuator 66 aanwezig, die bijvoorbeeld dient voor het 10 bewegen van een tonneau-cover. Hierbij is erin voorzien dat de beweging van de tonneau-cover actuator 66 een hogere hydraulische druk vereist dan van de hoofdbeugelactuator 65.

Elk van de aansluitingen van de actuator 65 kan via een bijbehorende elektrisch bedienbare klep, respectievelijk 67, 15 68 worden verbonden met de perspoort 63 van de pomp of met het reservoir 62. Elk van de aansluitingen van de actuator 66 kan tevens via een bijbehorende klep 69, 70 worden verbonden met de perspoort 63 of met het reservoir 62. Beide aansluitingen van de actuator 66 staan tevens in verbinding 20 met een OF-klep 71, die een uitgangspoort 72 heeft, die in verbinding staat met de instelactuator 61.

Indien nu een van de kleppen 69, 70 of beide kleppen 69, 70 worden bediend, dan is de instelactuator 61 verbonden met de perspoort van de pomp 63 en vindt de bovenbeschreven 25 regeling van de opbrengst van de pomp 60 plaats.

Het zal duidelijk zijn dat de stuurleiding naar de hydraulische instelactuator 50, 61 op een zodanig plaats in het hydraulische schema kan worden aangesloten, dat op het gewenste moment de regeling van de opbrengst van de pomp 30 plaatsvindt. Ook zou in de stuurleiding een afzonderlijk bedienbare klep kunnen zijn opgenomen, maar het heeft de voorkeur de hydraulische druk van de instelactuator van de pomp te regelen met de reeds voor het aansturen van de actuatoren benodigde kleppen, eventueel in combinatie met 35 een of meer OF-kleppen en/of EN-kleppen zoals in het voorgaande voorbeeld.

101 2064 - 11 -

In een niet getoonde uitvoering van de uitvindingsgedachte is erin voorzien dat de pomp zelf geen mogelijkheid bezit tot het regelen van de opbrengst en dat de regeling plaatsvindt middels het toerental van de 5 elektrische aandrijfmotor. Dit zou bijvoorbeeld plaats kunnen vinden met pulsbreedte modulatie van de voeding van de motor. In de praktijk is dit echter minder voordelig dan de hiervoor genoemde oplossing, aangezien de tegenwoordig teogepaste laagspanning motoren met grote stroomsterkten 10 (tot 30 ampere) worden gevoed en een regeling daarvan kostbare componenten vergt. Verder is het regelbereik relatief beperkt, bijvoorbeeld tussen 60 en 100 procent van het maximale toerental, terwijl de eerder genoemde oplossing een veel groter regelbereik toelaat. Bij een eventuele 15 verhoging van de spanning van de voertuigaccu is het echter denkbaar dat ook op deze wijze een regeling van de opbrengst van de pomp aantrekkelijk is.

In een andere variant wordt een specifiek type elektromotor toegepast voor de aandrijving van een verder 20 niet regelbare pomp. Hierbij heeft de motor, binnen een bepaald bereik, een karakteristiek die zodanig is dat een constant vermogen wordt afgegeven. De regeling van de opbrengst van de pomp wordt dan verschaft door de eigenschap van de elektromotor.

10120641

Claims (20)

1. Afdekkapsamenstel voor een voertuig met een passagiersgedeelte omvattende: een afdekkap die beweegbaar is tussen een gesloten 5 stand, waarin het afdekkap het passagiersgedeelte van het voertuig overdekt, en een geopende stand, waarin het passagiersgedeelte open is, een hydraulische bedieningsinrichting voor het bewegen een of meer onderdelen van het afdekkapsamenstel, 10 waarbij de bedieningsinrichting een hydraulische pomp met een bijbehorende aandrijfmotor en een reservoir voor hydraulische vloeistof, alsmede een of meer hydraulische actuators omvat, waarbij de actuators aangrijpen op het afdekkapsamenstel en waarbij de pomp 15 is ingericht voor het toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk aan de actuators, met het kenmerk, dat de bedieningsinrichting regelmiddelen omvat die zijn ingericht om tijdens het bedienen van het afdekkapsamenstel de opbrengst van de pomp te regelen. 20

2. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de regelmiddelen zodanig zijn ingericht dat de snelheid van de bediening, in het bijzonder van de beweging van de afdekkap, van het afdekkapsamenstel wordt geoptimaliseerd op 25 basis van het door de aandrijfmotor maximaal leverbare vermogen.

3. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de regelmiddelen zodanig zijn ingericht dat 30 indien de voor de hydraulische bediening van een actuator benodigde hydraulische druk lager is dan een maximale hydraulische druk die tijdens de bediening van het afdekkapsamenstel vereist is, de opbrengst van de pomp op een grotere waarde wordt ingesteld dan de opbrengst van de 35 pomp bij de maximale hydraulische druk. 1012064' - 13 -

4. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor voor het aandrijven van de pomp een maximaal leverbaar motorvermogen heeft en dat de regelmiddelen zodanig zijn ingericht, dat 5 het rekenkundige produkt van de door de pomp geleverde opbrengst en hydraulische druk ten hoogste gelijk is aan dat maximaal leverbare motorvermogen.

5. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de regelmiddelen zodanig zijn ingericht dat over een zo groot mogelijk deel van de hydraulische bediening van het afdekkapsamenstel het rekenkundige produkt van de door de pomp geleverde opbrengst en hydraulische druk in hoofdzaak constant is. 15

6. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de regelmiddelen een druksensor omvatten voor het meten van de door de pomp geleverde hydraulische druk. 20

7. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de pomp een roteerbare aandrijfas heeft en van het type is met in hoofdzaak constante opbrengst per omwenteling van de aandrijfas, met het kenmerk, dat de 25 regelmiddelen zijn ingericht voor het regelen van het toerental van de aandrijfas, bij voorkeur van het toerental van de aandrijfmotor.

8. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de conclusies 30 1-6, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor van het type is met in hoofdzaak een van het toerental onafhankelijk constant maximaal af te geven vermogen en dat de regelmiddelen voortvloeien uit de lastkarakteristiek van de aandrijfmotor.

9. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de conclusies 1-6, waarbij de pomp een roteerbare aandrijfas heeft, met het kenmerk, dat de regelmiddelen zijn ingericht voor het 1012064· - 14 - regelen van de opbrengst van de pomp per omwenteling van de aandrijfas.

10. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, 5 dat de pomp een plunjerpomp is, waarbij de slag van de plunjer(s) regelbaar is.

11. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de plunjerpomp een radiale plunjerpomp is. 10

12. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 10 of 11, waarbij de pomp een excentrisch element heeft waarvan de excentriciteit bepalend is voor de slag van de plunjers, met het kenmerk, dat de excentriciteit van het excentrische 15 element instelbaar is en dat de regelmiddelen bij de plunjerpomp behorende instelmiddelen omvatten voor het instellen van de excentriciteit van het excentrische element.

13. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de instelmiddelen een veermiddel en een instelactuator omvatten, waarbij de instelactuator is ingericht om het excentrische element tegen de kracht van de veermiddelen in te bewegen. 25

14. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de instelactuator een hydraulische actuator is.

15. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 14, met het 30 kenmerk, dat de hydraulische instelactuator een zuiger omvat met meerdere werkzame oppervlakken en bijbehorende arbeidskamers voor het verschaffen van een tussen meerdere verschillende waarden instelbare actuatorkracht.

16. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de instelactuator met de perspoort van de plunjerpomp is verbonden. 1012064' - 15 -

17. Afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij meerdere actuators voor het bedienen van het afdekkapsamenstel aanwezig zijn, met het kenmerk, dat de hydraulische bedieningsinrichting bedienbare klepmiddelen 5 omvat voor het in een gewenste bewegingsafloop aansturen van de actuators.

18. Afdekkapsamenstel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de regelmiddelen zodanig zijn ingericht dat de 10 regeling van de opbrengst van de pomp geheel of gedeltelijk geschiedt in afhankelijkheid van de bediening van de bedienbare klepmiddelen.

19. Hydraulische bedieningsinrichting voor een 15 afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

20. Voertuig voorzien van een afdekkapsamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1012064'