NL1011922C2 - Werkwijze voor het verlengen van de levensduur van een vork van aanbouwdelen voor een werktuig zoals een heftruck, alsmede vork van een dergelijk aanbouwdeel. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze voor het verlengen van de levensduur van een vork van aanbouwdelen voor een werktuig zoals een heftruck, alsmede vork van een dergelijk aan-bouwdeel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verlengen van de levensduur van een vork van een aanbouwdeel voor heftrucks en voor montage op zij laders, graafmachines, laadschoppen e.d., waarbij aan de onderzijde 5 van de vork tenminste één plaatje wordt bevestigd dat zich na het bevestigen tenminste uitstrekt tot nabij tenminste een hiel van de vork.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een vork van een aanbouwdeel voor heftrucks en voor montage op 10 zij laders, graafmachines, laadschoppen e.d., waarbij aan de onderzijde van de vork tenminste één plaatje is bevestigd dat zich tenminste uitstrekt tot nabij de hiel van de vork.

Heftrucks zijn op zich bekend en kunnen worden onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep heeft 15 betrekking op heftrucks voor containerhendeling en de tweede groep heeft betrekking op heftrucks voor goederenen palletshendeling.

De productie van vorken voor dergelijke heftrucks kunnen eveneens in twee groepen worden verdeeld. De eerste 20 groep betreft vorken voor eerste montage aan een heftruck of voorzetapparaat terwijl de tweede groep betrekking heeft op vervanging van de eerste montage.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op vorken voor zowel eerste montage als vervanging.

25 De levensduur van vorken is sterk afhankelijk van het gebruik van de heftruck en het naleven van de normen. Internationaal worden er normen gehanteerd voor de slijtage van vorken. De slijtage van de vork geeft een afname van de capaciteit. Met name een slijtage in de hiel van de vork 30 geeft een afname van de capaciteit. In de hiel worden de 101 192? 2 krachten overgebracht van het horizontale vlak naar het verticale vlak waaraan de ophanging bevestigd is. Het buigend moment, welke ontstaat is het grootste nabij de hiel waardoor dit de kwetsbare plaats is voor slijtage. De 5 afname van de capaciteit loopt sneller terug dan de afname van de dikte van de vork. Bij een afname van de dikte door slijtage van 10% vermindert de capaciteit met meer dan 20%.

Indien een vork bepaalde mate van slijtage heeft ondergaan dient deze te worden vervangen. Deze slijtage 10 ontstaat met name omdat de vork in gebruik over de grond wordt gesleept. Dit slepen geeft een diktevermindering in het draagvlak van de vork waardoor de capaciteit van de • vork afneemt en er onveilige situaties kunnen ontstaan.

Leveranciers van heftrucks geven in hun instructies 15 aan dat de hijsketting, welke voor de verticale beweging van de vorken zorgt, correct afgesteld dient te worden. In de praktijk is dit echter moeilijk omdat de vork ook bij een correcte instelling van de hijsketting na verloop van tijd toch weer over de grond zal gaan slepen. Dit wordt 20 onder meer veroorzaakt door rek in de hijsketting, door slijtage van de banden waardoor de vorken dichter bij de grond komen te liggen, door luchtbanden die onder belasting worden ingedrukt, door het rijden over een niet vlak terrein, en door het toepassen van een tiltfunctie bij 25 heftrucks waardoor het mogelijk is de mast van de heftruck naar voren te kantelen met als gevolg dat delen van de vork weer dichter bij de grond komen te liggen.

Het is bekend om op verschillende manieren de levensduur van vorken te verlengen. Zo wordt gebruik 30 gemaakt van slijtvaster materiaal voor de productie van vorken. Ook is het bekend om vorken te vervaardigen met een versterkte hiel. Daarnaast bestellen sommige eindgebruikers vorken met opgelaste plaatjes in de hiel. Het gaat hier derhalve om vorken voor de eerste montage.

35 Een nadeel van de bekende vorken inclusief de hier boven genoemde vorken waarvan men heeft getracht de tOt 1928 3 levensduur te vergroten, is dat de vorken na verloop van tijd toch een dermate grote hoeveelheid slijtage hebben ondergaan dat zij niet langer voldoen aan de norm en moeten worden vervangen door een paar nieuwe vorken. Voorts brengt 5 het aan de vorken lassen van plaatjes het risico met zich dat structuurveranderingen en scheuren in de vork optreden door het lassen.

De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor het gestelde probleem. De werkwijze volgens de 10 uitvinding heeft als kenmerk dat het plaatje anders dan door lassen wordt bevestigd.

De werkwijze volgens de uitvinding kan zowel bij . vorken voor eerste montage als bij reeds gebruikte en versleten vorken worden toegepast. Het voordeel van de 15 uitvinding is dat op een eenvoudige wijze een slijtvaste laag kan worden aangebracht op de plaats waar de slijtage heeft plaatsgevonden dan wel op de plaats waar de slijtage zal gaan plaatsvinden (vork in de eerste montage). De werkwijze kan eenvoudig worden uitgevoerd, hiermee wordt 20 bedoeld dat deze op elke locatie, op elke vork en door ieder persoon kan worden uitgevoerd. Na het uitvoeren van de werkwijze voorkomt het plaatje slijtvast materiaal dat de vork snel zal zijn versleten. Wanneer het plaatje zelf is versleten kan deze omdat hij niet is vastgelast op een, 25 op zich bekende wijze worden verwijderd om te worden vervangen door een nieuw plaatje.

Bij voorkeur geldt dat het plaatje met behulp van dubbelzijdig plakband wordt bevestigd. Dit betreft een eenvoudige methode om het plaatje goed te kunnen 30 bevestigen. Bovendien kan na slijtage van het plaatje, het plaatje weer worden verwijderd. Dit kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door verhitting van het plaatje aan de vork tot circa 100° met behulp van bijvoorbeeld een verfstripper of gasbrander. Ook kan een beitel worden geplaatst tussen de 35 vork en het plaatje waardoor een hoge afpelkracht ontstaat.

1011928 4

In het bijzonder geldt dat het plaatje na te zijn bevestigd een dikte heeft van 10 - 20% van de dikte van de vork. Op deze wijze zal het plaatje de dikte van de originele vork niet veel beïnvloeden. Ook wanneer het 5 plaatje wordt geplaatst op een versleten vork die aanvankelijk niet was voorzien van een dergelijk plaatje wordt de originele dikte van de vork niet veel beïnvloed. Immers wanneer de dikte van de originele vork aan de hiel met hooguit 10% is verminderd valt deze vork nog steeds 10 binnen de normen. Wanneer vervolgens een plaatje wordt aangebracht met een dikte van 10 - 20% van de originele vork zal dit plaatje slechts een weinig uitsteken ten opzichte van de originele vork en in ieder geval het versleten gedeelte opvullen.

15 Voorts geldt bij voorkeur dat het plaatje na te zijn bevestigd een breedte heeft die smaller is dan de vork. Dit heeft als voordeel dat het plaatje in gebruik niet gemakkelijk kan worden los gestoten van de vork.

Volgens een voordelige uitvoering van de werkwijze 20 volgens de uitvinding geldt dat tenminste een voorzijde en een achterzijde van het plaatje is voorzien van een opstaande zijde die nadat het plaatje is bevestigd van onder naar boven, schuin omhoog in een van het plaatje af gerichte richting oploopt. De afgeschuinde randen zorgen 25 ervoor dat bij het slepen over de grond er een verkleining van de afschuifkracht optreedt zodat het plaatje niet gemakkelijk van de vork kan worden losgetrokken.

In het bijzonder geldt dat het plaatje is vervaardigd van een metaal dat een treksterkte heeft die 30 groter is dan 800 N/mm2. De vork volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het plaatje anders dan door lassen is bevestigd.

De uitvinding en verdere voordelige uitvoeringsvormen hiervan zal nader worden toegelicht aan de hand van 35 de tekening. Hierin toont:

Fig. 1 een zijaanzicht van een op zich bekende vork; 101 192f 5 fig. 2 een zijaanzicht van de vork volgens fig. 1 wanneer deze na gebruik voor een deel in de hiel is versleten; fig. 3 een zijaanzicht van een vork volgens de 5 uitvinding; fig. 4 een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een vork volgens de uitvinding; fig. 5 een onderaanzicht van de vork volgens fig. 3 en fig. 4; en 10 fig. 6 een detail van de vork volgens fig. 3.

In fig. 1 is met verwijzingsnummer 1 een op zich bekende vork aangeduid, die wordt gebruikt bij aanbouwdelen . voor ..heftrucks. Het gaat hier om elk bekend type heftruck zoals heftrucks voor containerhendeling en heftrucks voor 15 goederen- en palletshendeling.

De vork is voorzien van een opstaande rug 2 en tenminste één blad 4. Aan de onderzijde van de vork daar waar de opstaande rug 2 en het blad 4 met elkaar zijn verbonden bevindt zich een hiel 6 van de vork.

20 In gebruik zullen voor een heftruck tenminste twee vorken 1 naast elkaar worden bevestigd zodat de heftruck uiteindelijk is voorzien van twee op enige afstand van elkaar gelegen en evenwijdig aan elkaar gerichte bladen 4.

In gebruik kan de vork 1 bij het blad en de hiel 6 25 onderhevig zijn aan slijtage. Hierbij is de vork het meest kwetsbaar door slijtage aan de hiel 6. De oorspronkelijke dikte d0 van de vork kan dan nabij de hiel 6 afnemen met een verschil in dikte die in fig. 2 met is aangeduid. Wanneer dv meer dan 10% bedraagt van d0 is de capaciteit 30 van de vork (de maximale belastbaarheid van de vork) met meer dan 20% afgenomen. In dat geval kan de vork niet meer worden gebruikt omdat deze niet meer aan de hiervoor geldende normen voldoet. De vork kan dan nog slechts worden weggegooid.

35 Zoals getoond in fig. 3 is bij een vork volgens de uitvinding tenminste één plaatje 8 bevestigd dat zich 1011922 6 tenminste uitstrekt tot nabij de hiel 6 van de vork 1. Het plaatje 8 is anders dan door lassen bevestigd. Tussen het plaatje 8 en de hiel 6 kan zich een bevestigingsmateriaal 10 bevinden, zoals dubbelzijdig plakband, lijm en kit. Het 5 plaatje is bij voorkeur vervaardigd van een slijtvast materiaal zoals een metaal (RVS, Titaan, Aluminium e.d.) of een kunststof (PE, PVC e.d.).

Wanneer het plaatje met kit wordt bevestigd zal het uitharden van het kit ongeveer 72 uur in beslag nemen.

10 Wanneer daarentegen lijm wordt gebruikt, meer in het bijzonder twee componentenlijm is sprake van een uithardingstijd van maximaal 24 uur. Wanneer dubbelzijdig . plakband oftewel dubbelzijdig tape wordt gebruikt is eveneens sprake van een uithardingstijd van maximaal 24 15 uur. De verbinding kan alleen goed plaatsvinden wanneer het oppervlak goed ontvet is en de temperatuur van de te verlijmen delen boven de 20° C. is. Na 8 uur blijkt de uitharding 80% van de maximale sterkte te hebben bereikt. Een voordeel ten opzichte van lijm is dat de rek beter is. 20 De vork zoals getoond in fig. 3 kan bijvoorbeeld de vork volgens fig. 1 zijn waarop het plaatje 8 vervolgens is bevestigd. Doordat het plaatje 8 anders dan door lassen wordt bevestigd heeft dit als voordeel dat bevestiging op elke plaats, op ieder moment, door iedere persoon en op elk 25 type vork kan worden uitgevoerd. Nadat het plaatje 8 is bevestigd is de originele vork veel minder gevoelig voor slijtage. In eerste instantie zal zelfs alleen het plaatje 8 verslijten. Wanneer het plaatje 8 geheel of gedeeltelijk is versleten kan deze op op zich bekende wijze worden 30 verwijderd. Dit verwijderen kan wederom eenvoudig worden uitgevoerd op elke locatie, bij elke vork, door iedere persoon en op elk moment. Voor het verwijderen kan de vork bij de hiel 6 en het plaatje 8 bijvoorbeeld worden verwarmd met behulp van een gasbrander tot 100° C. Het 35 verbindingsmiddel 10 zal dan verweken waarna het versleten plaatje 8 kan worden verwijderd. Ook is het mogelijk om het 1011928 7 plaatje 8 met behulp van een wig, beitel e.d. die tussen de onderzijde van de vork en het plaatje wordt geplaatst af te pellen. Hierna kan op volgens de hiervoor beschreven methode een nieuw plaatje 8 worden bevestigd. Het grote 5 voordeel volgens de uitvinding is derhalve dat de vork 1 telkenmale geschikt is voor hergebruik wanneer deze is voorzien van een nieuw plaatje 8. Het is niet langer nodig om de gehele vork weg te gooien zoals wel het geval was bij de vork volgens fig. 2.

10 Bij voorkeur geldt dat het plaatje een dikte dp heeft van tenminste 10% van de dikte d0 van de vork. In het bijzonder geldt dat het plaatje een dikte dp heeft van tenminste 4 mm. Voorts geldt in dit voorbeeld dat het plaatje een breedte bp die kleiner is dan de breedte b0 van 15 de hiel 6 van de vork. In dit voorbeeld heeft het plaatje een althans in hoofdzaak rechthoekige vorm zoals het best te zien is in fig. 5.

Het plaatje 8 is tenminste aan een voorzijde 12 en een achterzijde 14 voorzien van een opstaande zijwand 16 20 die van onder naar boven, schuin omhoog in een van een plaatje 8 af gerichte richting oploopt. In het bijzonder geldt dat nadat het plaatje is bevestigd zoals getoond in fig. 3 de genoemde opstaande zijwand 16 een hoek α met een onderzijde van de vork insluit die kleiner is dan 45 25 graden. Bij voorkeur geldt dat de ingesloten hoek 30-40 graden bedraagt. Het voordeel is dat het plaatje niet gemakkelijk kan worden los gestoten wanneer de vork in gebruik over de grond sleept. In fig. 6 is een en ander meer in detail getoond. Bij voorkeur geldt nog dat aan een 30 buitenzijde van het plaatje bij de opstaande zijwand 16 en de onderzijde 18 van het plaatje, het plaatje is afgerond zoals is aangeduid met verwijzingscijfer 20.

Het plaatje kan zijn vervaardigd van een metaal. Bij voorkeur geldt dat het plaatje een treksterkte heeft die 35 groter is dan 800 N/mm2. Het plaatje kan bijvoorbeeld zijn 1011922 8 vervaardigd van het op zich bekende metaal XAR 500 dat de genoemde treksterkte heeft.

Zoals getoond in fig. 4 kan het plaatje eveneens worden bevestigd aan een reeds versleten gedeelte van de 5 vork. Bij de vork 1 is reeds slijtage opgetreden aan de onderzijde van het blad 2 en de hiel 6. Op dit versleten gedeelte van de hiel 6 is het plaatje 8 bevestigd. Het versleten gedeelte heeft een gedeelte dv die kleiner is dan 10% van de dikte d0 van de hiel 4 van de vork. Hierdoor 10 heeft de vork volgens fig. 1 nog voldoende draagcapaciteit. Met andere woorden de vork valt nog binnen de hiervoor geldende normen. Doordat thans volgens de uitvinding het plaatje 8 is bevestigd anders dan door lassen zal geen verdere slijtage van de vork zelf optreden. In plaats 15 hiervan zal het slijtvaste plaatje 8 in gebruik onderhevig zijn aan slijtage. Dit plaatje 8 kan echter worden vervangen door een nieuw plaatje zoals het in relatie met fig. 3 is besproken. De eigenschappen van het plaatje 8 zijn verder gelijk met de eigenschappen van het plaatje 8 20 zoals, dit in relatie met fig. 3 is besproken.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo kan de lepel van de vork worden voorzien van meerdere plaatjes. De plaatjes behoeven niet elk een rechthoekige vorm te hebben maar kunnen even-25 eens andere vormen aannemen, zoals de vorm van een ovaal en dergelijke. Ook is het mogelijk dat het plaatje 8 een dusdanig grote lengte heeft dat deze meer dan alleen de hiel van de vork bedekt. Het plaatje 8 kan zich derhalve eveneens uitstrekken tot halverwege (zie verwijzingsnummer 30 22 in fig. 3) het blad van de vork en zelfs tot aan de punt 24 van het Blad van de vork. Ook kan een dergelijke bedekking van de onderzijde van het blad van de vork worden uitgevoerd met een samenstel van plaatjes 8. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de 35 uitvinding te vallen.

1011928

Claims (33)

1. Werkwijze voor het verlengen van de levensduur van een vork van een aanbouwdeel voor heftrucks en voor montage op zij laders, graafmachines, laadschoppen 5 e.d.,waarbij aan de onderzijde van de vork tenminste één plaatje wordt bevestigd dat zich na het bevestigen tenminste uitstrekt tot nabij tenminste een hiel van de vork, met het kenmerk, dat het plaatje anders dan door lassen wordt bevestigd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatje met behulp van dubbelzijdig plakband wordt bevestigd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatje met behulp van lijm wordt bevestigd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatje met behulp van een kit wordt bevestigd.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatje na te zijn bevestigd een dikte heeft van tien tot twintig procent van de dikte 20 van een blad van de vork nabij de hiel.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatje een dikte heeft van tenminste 4 mm.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat het plaatje na te zijn bevestigd een breedte heeft die smaller is dan de hiel van de vork.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatje een althans in hoofdzaak rechthoekige vorm heeft.

9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een voorzijde en een achterzijde van het plaatje is voorzien van een opstaande zijwand die van onder naar boven, schuin omhoog in een van het plaatje af gerichte richting oploopt. 1011922

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat nadat het plaatje is bevestigd de genoemde opstaande zijwand een hoek met een onderzijde van de vork insluit die kleiner is dan 45 graden.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ingesloten hoek 30 tot 40 graden bedraagt.

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 9-11, met het kenmerk, dat een buitenzijde van het plaatje bij de opstaande zijwand en een onderzijde van het plaatje 10 is afgerond.

13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatje is vervaardigd van een metaal.

14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat het plaatje een treksterkte heeft die groter is dan 800N/mm2.

15. Werkwijze volgens conclusie 13 en 14, met het kenmerk, dat het plaatje is vervaardigd van XAR 500.

16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat het plaatje wordt bevestigd aan een reeds versleten gedeelte van de vork.

17. Vork van een aanbouwdeel voor heftrucks en voor montage op zijladers, graafmachines, laadschoppen e.d., waarbij aan de onderzijde van de vork tenminste één 25 plaatje slijtvast materiaal is bevestigd dat zich tenminste uitstrekt tot nabij de hiel van de vork, met het kenmerk, dat het plaatje anders dan door lassen is bevestigd.

18. Vork volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het 30 plaatje met behulp van dubbelzijdig plakband is beves tigd.

19. Vork volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het plaatje met behulp van lijm wordt bevestigd.

20. Vork volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het 35 plaatje met behulp van een kit wordt bevestigd. 1011928

21. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-20, met het kenmerk, dat het plaatje een dikte heeft van tenminste tien procent van de dikte van een blad van de vork nabij de hiel.

22. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-20, met het kenmerk, dat het plaatje een dikte heeft van tenminste 4 mm.

23. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-22, met het kenmerk, dat het plaatje een breedte heeft die 10 smaller is dan de hiel van de vork.

24. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-23, met het kenmerk, dat het plaatje een althans in hoofd zaak rechthoekige vorm heeft.

25. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-24, 15 met het kenmerk, dat tenminste een voorzijde en een achterzijde van het plaatje is voorzien van een opstaande zijwand die van onder naar boven, schuin omhoog in een van het plaatje af gerichte richting oploopt.

26. Vork volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de genoemde opstaande zijwand een hoek met een onderzijde van de vork insluit die kleiner is dan 45 graden.

27. Vork volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de ingesloten hoek 30 tot 40 graden bedraagt.

28. Vork volgens een der voorgaande conclusies 25-27, met het kenmerk, dat een buitenzijde van het plaatje bij de opstaande zijwand en een onderzijde van het plaatje is afgerond.

29. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-28, 30 met het kenmerk, dat het plaatje is vervaardigd van een metaal.

30. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-29, met het kenmerk, dat het plaatje een treksterkte heeft die groter is dan 800N/mm2.

31. Vork volgens conclusie 29 en 30, met het kenmerk, dat het plaatje is vervaardigd van XAR. 101 1928 >»

32. Vork volgens een der voorgaande conclusies 17-31, met het kenmerk, dat het plaatje is bevestigd aan een reeds versleten gedeelte van de vork.

33. Heftruck voorzien van een vork volgens een der 5 voorgaande conclusies 17-32. 1011928