NL1011510C2

NL1011510C2 - Combined ice skate and boot allows foot to tilt forward with respect to the blade has hinge and buffer block inner front of sole

Info

Publication number: NL1011510C2
Application number: NL1011510A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Kwast
Original assignee: Almgrens Import V O F
Priority date: 1998-03-10
Filing date: 1999-03-10
Publication date: 2000-02-23
Also published as: NL1011510A1

Abstract

The front of the boot (2) has a pin (8) which engages in a groove (10) on the front of the boot carrier (3). The heel of the boot is clamped (11,13) onto a hook (12) at the rear of the boot carrier (3). The boot carrier (3) is fixed to a pivot shaft (5) below the sole. A rubber buffer (6) under the forward part of the carrier provides return pressure.

Description

ii

'MM

m im i

Titel: Zwenkmechanisme en een inrichting voorzien van een STitle: Swing mechanism and a device with an S

dergelijk zwenkmechanisme ter vorming van een 1 schaats, een langlauf ski, een rolski, een skeeler 'isuch a swivel mechanism to form a 1 skate, a cross-country ski, a roller ski, an inline skate

of in-line rolschaats. Hor in-line roller skate. H

«j«J

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 volgens de aanhef van conclusies 1 en 2.The invention relates to a device 5 according to the preamble of claims 1 and 2.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse j§Such a device is known from German j§

octrooi DE-C-0 078 733. Het vloeroppervlak-contactelement Bpatent DE-C-0 078 733. The floor surface contact element B

5 wordt daarbij gevormd door een glij-ijzer. Het elastische fg element is uitgevoerd als een bladveer. Een dergelijke » bladveer is vrij kwetsbaar en bovendien lijkt deze niet geschikt voor het uitoefenen van een aanzienlijke kracht.5 is formed by a sliding iron. The elastic fg element is designed as a leaf spring. Such a leaf spring is quite fragile and, moreover, it does not seem suitable for exerting considerable force.

Overigens is uit de huidige praktijk ook een klapschaats HIncidentally, a clap skate is H from current practice

1· 10 bekend waarbij door bij het schaatsen optredende krachten ^ het glij-ijzer bij het einde van de schaatsslag, tegen de |j1 · 10 known where the sliding iron at the end of the skating stroke, due to forces occurring during skating, against the |

voorspanning van veermiddelen in vanuit een ingeklapte Hpreload of spring means in from a folded H.

stand naar een uitgeklapte stand zwenkt. De lengte van de « schaatsslag kan hierdoor worden vergroot ten opzichte van ..¾ 15 een schaats met een vast gemonteerd glij-ijzer. Wanneer de *j schaatsslag wordt beëindigd en het been weer wordt ,;j ' ingetrokken, waarbij de schaats van het ijs wordt gelicht, klapt het glij-ijzer onder invloed van de veermiddelen ] terug naar de ingeklapte stand.pivots to an extended position. The length of the skate stroke can hereby be increased compared to ... a skate with a fixed mounted iron. When the skating stroke is ended and the leg is retracted, the skate being lifted from the ice, the iron collapses back to the collapsed position under the influence of the spring means.

20 Bij de uit de praktijk bekende klapschaats bevindt de zwenkas van het zwenkmechanisme zich onder de bal van de voet. Dit leidt bij de schaatsbeweging tot een natuurlijke afwikkeling van de voet. Deze natuurlijke afwikkeling is | van bijzonder belang voor het comfort van de klapschaats en 25 tevens voor de snelheid die met de bekende klapschaats kan = worden ontwikkeld.In the clap skate known from practice, the pivot axis of the pivoting mechanism is located under the ball of the foot. During the skating movement this leads to a natural gait of the foot. This natural settlement is | of particular importance for the comfort of the clap skate and also for the speed that can be developed with the known clap skate.

Een bezwaar van de bekende klapschaats wordt gevormd door de veermiddelen, die afgezien van ingewikkeld en kostbaar, tevens bijzonder kwetsbaar zijn. Bovendien kan de 30 veersterkte van de veermiddelen niet eenvoudig worden gevarieerd aangezien de veermiddelen niet eenvoudig kunnen worden gedemonteerd en gemonteerd. d| | 1 n 11510 | j 2A drawback of the known clap skate is the spring means, which, apart from being complicated and expensive, are also particularly vulnerable. Moreover, the spring strength of the spring means cannot easily be varied since the spring means cannot be easily disassembled and mounted. d | | 1 n 11510 | j 2

De uitvinding beoogt het bezwaar van de bekende klapschaatsen op te lossen. De in de aanhef beschreven inrichting wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt door ofwel de maatregelen van conclusie 1 ofwel de 5 maatregelen van conclusie 2.The object of the invention is to solve the drawback of the known clap skates. To this end, the device described in the preamble is characterized according to the invention by either the features of claim 1 or the features of claim 2.

De in conclusie 1 en 2 nauwkeurig gedefinieerde drukveermiddelen zijn bijzonder robuust en de veerconstante van de veermiddelen kan eenvoudig aan de wensen van de gebruiker worden aangepast. Hiertoe kan volgens een nadere 10 uitwerking van de uitvinding het elastische element losmaakbaar zijn gemonteerd.The compression spring means precisely defined in claims 1 and 2 are particularly robust and the spring constant of the spring means can be easily adapted to the wishes of the user. For this purpose, according to a further elaboration of the invention, the elastic element can be mounted releasably.

Eventueel kan tussen het schoendragerdeel nabij de achterzijde daarvan en de bovenzijde van het vloeroppervlak-contactelement of het montagedeel een 15 dempend element zijn aangebracht waarop het schoendragerelement steunt wanneer het schoendragerdeel zich in de ingeklapte stand bevindt. Als gevolg van de dempende werking wordt een comfortabeler schaats, langlaufski-samenstel, skeeler of rolski verkregen die 20 oneffenheden in het vloeroppervlak enigszins dempt, hetgeen met name bij schaatsen op natuurijs voor de gebruiker bijzonder aangenaam is. Het dempende element kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit rubber of elastische kunststof.Optionally, between the shoe carrier part near the rear thereof and the top side of the floor surface contact element or the mounting part, a damping element can be arranged on which the shoe carrier element rests when the shoe carrier part is in the collapsed position. As a result of the damping effect, a more comfortable skate, cross-country ski assembly, inline skate or roller ski is obtained which slightly damps unevenness in the floor surface, which is particularly pleasant for the user, especially when skating on natural ice. The damping element can for instance be made of rubber or elastic plastic.

25 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kan het schoendragerdeel zijn voorzien van een aantal zich in verticale richting uitstrekkende boringen met behulp waarvan een conventionele schoen, zoals bijvoorbeeld een conventionele schaatschoen kan worden gemonteerd. Wanneer 30 zeker is dat het afkoppelen van de schoen gedurende langere tijd niet noodzakelijk is kan dit van voordeel zijn in verband met een beter schaatscomfort van de conventionele schaatschoen.According to a further elaboration of the invention, the shoe carrier part can be provided with a number of vertically extending bores with the aid of which a conventional shoe, such as for instance a conventional skating shoe, can be mounted. If it is certain that the disconnection of the shoe is not necessary for a longer period of time, this can be advantageous in connection with a better skating comfort of the conventional skating shoe.

Het moge duidelijk zijn dat de inrichting volgens 35 een nadere uitwerking van de uitvinding kan zijn uitgevoerd als een schaats, een inline-rolschaats, een langlaufski- a a \ 1011510 3 samenstel of een rolski-samenstel. Hiertoe behoeft slechts ‘ { het geschikte vloeroppervlak-contactelement met het daarbij -s behorende montagedeel te worden verbonden met het 1 schoendragerdeel. Dit kan eenvoudig plaatsvinden door het | 5 losnemen van de zwenkas, het uitwisselen van het ! vloeroppervlak-contactelement met het daarop vast bevestigde montagedeel en het weer plaatsen van de zwenkas. ^It will be clear that the device according to a further elaboration of the invention can be designed as an ice skate, an inline roller skate, a cross-country ski assembly or a roller ski assembly. For this purpose, only the suitable floor surface contact element with the associated mounting part need be connected to the shoe carrier part. This can be done simply by using the | 5 detach from the swivel axis, exchange it! floor surface contact element with the mounting part fixedly attached to it and the swivel shaft being replaced. ^

Een tweede bezwaar van de bekende klapschaats is dat de schoen door middel van schroeven of klinknagels op het SA second drawback of the known clap skate is that the shoe is attached to the S by means of screws or rivets

10 schoendragerdeel is gemonteerd. Het eenvoudig loskoppelen ™ van het glij-ijzer met het zwenkmechanisme van de schoen is = niet mogelijk. Er zal met de bekende klapschaats derhalve op de glij-ijzers moeten worden gelopen wanneer een stuk s grond moet worden overgestoken om vanaf een eerste |§ 15 ijsgedeelte een tweede ijsgedeelte te bereiken. Met name op -110 shoe carrier part is mounted. It is not possible to simply disconnect ™ the iron from the shoe using the pivoting mechanism. It will therefore be necessary to walk on the skates with the known clap skate when a piece of ground has to be crossed in order to reach a second ice section from a first ice section. Specifically at -1

klapschaatsen is deze met de term "klunen" aangeduide gang Aclap skating is the course A designated by the term "klunen"

niet eenvoudig. :Ξnot easy. : Ξ

Uit de praktijk is tevens een langlaufski-samenstel Ξ bekend dat is voorzien van een langlauf-schoenbinding. De = 20 toegepaste schoen is een bij de langlauf-schoenbinding \A cross-country ski assembly Ξ is also known from practice and is provided with a cross-country shoe binding. The = 20 shoe used is a cross-country shoe binding.

behorende langlaufschoen. De langlauf-schoenbinding is vast Zbelonging cross-country shoe. The cross country shoe binding is fixed Z

gemonteerd op de langlaugski. De langlauf-schoenbinding | maakt een verzwenking van de schoen ten opzichte van de j langlaufski mogelijk. Bovendien is de bekende langlauf- Ξ 25 schoenbinding een zogenaamde snelwisselbinding, zodat de 1 schoen met een eenvoudige handgreep van de langlauf- = schoenbinding kan worden losgekoppeld. Het bezwaar van het 1 bekende langlaufski-samenstel is dat de zwenkas rond welke 1 de schoen verzwenkt ten opzichte van de langlaufski zich = 30 bevindt bij de neus van de schoen. Dit heeft aanzienlijke = bezwaren ten aanzien van het comfort van het langlaufski- Ξ samenstel. De afwikkelende beweging die de voet tijdens een langlaufslag dient te maken is minder natuurlijk dan bij de bekende, hierboven beschreven klapschaats, hetgeen 1 35 gemakkelijker tot blessures kan leiden. Hierdoor is de = gemiddelde snelheid die met de conventionele langlauf- = 1011510 | 4 schoenbinding kan worden gemaakt aanzienlijk lager dan de met een langlaufski theoretisch haalbare gemiddelde snelheid. Als gevolg van de onnatuurlijke afwikkeling van de voet worden bovendien torsiekrachten op de schoen en de 5 zwenkas uitgeoefend die een versnelde slijtage van de schoen en de langlauf-schoenbinding veroorzaken.mounted on the cross-country ski. The cross-country shoe binding | allows the shoe to pivot relative to the cross-country ski. In addition, the known cross-country shoe binding is a so-called quick-change binding, so that the 1 shoe can be detached from the cross-country shoe binding with a simple handle. The drawback of the known cross-country ski assembly is that the pivot axis around which the shoe pivots relative to the cross-country ski is located at the toe of the shoe. This has considerable drawbacks with regard to the comfort of the cross-country skiing assembly. The unwinding movement that the foot has to make during a cross-country run is less natural than with the known clap skate described above, which can lead to injuries more easily. As a result, the = average speed with the conventional cross-country skiing = 1011510 | 4 shoe tying can be made significantly lower than the cross-country ski's theoretically achievable average speed. In addition, due to the unnatural unwinding of the foot, torsional forces are exerted on the shoe and the pivot shaft which cause accelerated wear of the shoe and the cross-country shoe binding.

Teneinde dit tweede bezwaar op te lossen wordt de inrichting volgens een nadere uitwerking gekenmerkt doordat ter vorming van een snelwisselbinding het schoendragerdeel 10 is voorzien van koppelmiddelen die zijn ingericht voor een eenvoudig losmaakbare aangrijping op de schoen.In order to solve this second drawback, the device according to a further elaboration is characterized in that in order to form a quick-change binding, the shoe carrier part 10 is provided with coupling means which are arranged for an easily releasable engagement with the shoe.

Het bijzondere voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat deze over een zwenkas beschikt die zich onder de bal van de voet bevindt terwijl tevens de schoen 15 als gevolg van de aanwezigheid van de koppelmiddelen ter vorming van een snelwisselbinding gemakkelijk van het zwenkmechanisme kan worden losgekoppeld. Met name wanneer het vloeroppervlak-contactelement is uitgevoerd als een glij-ijzer ter vorming van een schaats, is de inrichting -- 20 van bijzonder voordeel voor gebruik op natuurijs. Met de inrichting volgens de uitvinding wordt derhalve het optimale comfort en optimaal gebruiksgemak met elkaar ~ gecombineerd. Bovendien wordt door de ligging van de zwenkas ten opzichte van de schoen een optimale afwikkeling 25 van de voet bereikt tijdens het maken van de schaats- of * langlaufslagen.The special advantage of the device according to the invention is that it has a pivot axis which is located under the ball of the foot, while the shoe 15 can also be easily detached from the pivot mechanism due to the presence of the coupling means for forming a quick-change binding. . Particularly when the floor surface contact element is designed as a skate iron to form a skate, the device is of particular advantage for use on natural ice. The device according to the invention therefore combines the optimum comfort and optimum ease of use. Moreover, due to the location of the pivot axis relative to the shoe, an optimum unwinding of the foot is achieved during the making of the skating or cross-country skiing strokes.

| Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de koppelmiddelen nabij een voorzijde van het ] schoendragerdeel zijn uitgevoerd als een eerste groef die 30 is ingericht voor aangrijping op een pen die vast is verbonden met de schoen. Daarbij kunnen de koppelmiddelen nabij de hiel van de schoen zijn uitgevoerd als een schnalle, die is voorzien van een haakdeel, dat is verbonden met het schoendragerdeel nabij de achterzijde 35 daarvan, en van een met de hiel van de schoen verbonden, door een dood punt beweegbare bedieningshendel, die is 1011510 5 ; voorzien van een aantal tweede groeven, waarbij het haakdeel is ingericht voor aangrijping in één van de tweede groeven. Met een dergelijke uitvoering van de koppelmiddelen kan een conventionele langlaufschoen, die 5 slechts is aangepast doordat deze bij de hiel is voorzien van een schnalle, op het schoendragerdeel worden vastgezet met een eenvoudige handgreep. Eventueel kan nabij de hiel in de onderzijde van de schoen nog een holte zijn aangebracht waar een pen, die vast op de bovenzijde van het 10 schoendragerdeel is aangebracht, passend is opgenomen wanneer de schoen is gemonteerd. Deze pen en holte, die ~ eventueel konisch kunnen zijn uitgevoerd, zorgen voor een onverwrikbare verbinding tussen de schoen en het schoendragerdeel.| According to a further elaboration of the invention, the coupling means near a front side of the shoe carrier part can be designed as a first groove which is adapted for engaging a pin fixedly connected to the shoe. The coupling means in the vicinity of the heel of the shoe can herein take the form of a schnalle, which is provided with a hook part, which is connected to the shoe carrier part near the rear side thereof, and of a dead point connected to the heel of the shoe. movable control handle, which is 1011510 5; provided with a number of second grooves, the hook part being adapted for engagement in one of the second grooves. With such an embodiment of the coupling means, a conventional cross-country ski shoe, which is only adapted because it is provided with a schnalle at the heel, can be fixed on the shoe carrier part with a simple handle. Optionally, a cavity can be provided near the heel in the bottom of the shoe, where a pin, which is fixedly mounted on the top of the shoe carrier part, is suitably accommodated when the shoe is mounted. This pin and cavity, which may optionally be conical, provide an unbreakable connection between the shoe and the shoe carrier part.

15 Doordat de koppelmiddelen, die zijn ingericht voor = een eenvoudig losmaakbare aangrijping op het [ schoendragerdeel, zich nabij de neus en nabij de hiel van r de schoen bevinden, kan het zooloppervlak van de schoen z relatief glad worden uitgevoerd, zodat hier eenvoudig op 20 kan worden gelopen. Bovendien is de kracht die op de Γ koppelmiddelen wordt uitgeoefend tijdens het schaatsen, [ skeeleren, langlaufen of rolskiën minimaal wanneer deze z koppelmiddelen zover mogelijk uit elkaar zijn opgesteld, ” dat wil zeggen nabij de neus en nabij de hiel van de 25 schoen. zBecause the coupling means, which are adapted for an easily releasable engagement with the shoe carrier part, are located near the toe and near the heel of the shoe, the sole surface of the shoe z can be made relatively smooth, so that it is easy to can be walked. Moreover, the force exerted on the coupling means during skating, skating, cross-country skiing or roller skiing is minimal when these coupling means are arranged as far apart as possible, ie near the toe and near the heel of the shoe. z

Volgens een alternatieve nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de koppelmiddelen nabij de hiel een zich in opwaartse richting uitstrekkende, van tanden voorziene ΐ strip die is ingericht voor samenwerking met een ratel _ 30 omvatten, welke strip met een achterdeel van het zAccording to an alternative further elaboration of the invention, the coupling means near the heel may comprise an upwardly extending, toothed strip adapted to cooperate with a ratchet, said strip having a rear portion of the

gronddragerdeel is verbonden, waarbij de ratel is verbonden Iground carrier part is connected, the ratchet is connected I

met een wreefband die over de wreef van de schoen verloopt, waarbij de wreefband met behulp van de ratel kan worden Iwith an instep strap running over the instep of the shoe, the instep strap being adjustable using the ratchet I

strakgetrokken, zodat de schoen op het schoendragerdeel Γ 35 wordt vastgezet. Een dergelijke bevestiging is op zichzelf ^ bekend uit het Zweedse octrooi SE-C-507 993.pulled tight so that the shoe is fastened to the shoe carrier part Γ 35. Such a confirmation is known per se from Swedish patent SE-C-507 993.

10115 10 610 115 10 6

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het tevens mogelijk dat de eerste groef die onderdeel uitmaakt van de koppelmiddelen nabij een voorzijde van het schoendragerdeel is aangebracht in een separaat montage-5 element dat op verschillende posities vast kan worden gemonteerd op het schoendragerdeel, zodat met hetzelfde schoendragerdeel schoenen van verschillende maat monteerbaar zijn.According to a further elaboration of the invention it is also possible that the first groove forming part of the coupling means is arranged near a front side of the shoe carrier part in a separate mounting element which can be fixedly mounted on the shoe carrier part at different positions, so that with the same shoe carrier part, shoes of different sizes can be mounted.

Als accessoire kan, volgens een nadere uitwerking 10 van de uitvinding, de inrichting tevens zijn voorzien van een losse zool met koppelmiddelen die zijn ingericht voor samenwerking met op de schoen aanwezige middelen ter vorming van de snelwisselbinding. Na afkoppeling van het vloeroppervlak-contactelement en het daaraan gemonteerde 15 zwenkmechanisme van de schoen kan een dergelijke zool eenvoudig onder de schoen worden gemonteerd. Langere wandelingen op de schoen zijn dan mogelijk zonder dat de zool van de schoen of de koppelmiddelen van de snelwisselbinding daarbij beschadigen.As an accessory, according to a further elaboration of the invention, the device can also be provided with a loose sole with coupling means which are arranged for cooperation with means present on the shoe to form the quick-change binding. After the floor surface contact element has been disconnected and the pivoting mechanism of the shoe mounted thereon, such a sole can be simply mounted under the shoe. Longer walks on the shoe are then possible without damaging the sole of the shoe or the coupling means of the quick-change binding.

20 De uitvinding heeft tevens betrekking op een zwenkmechanisme dat kennelijk bestemd is voor een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het zwenkmechanisme is voorzien van een montagedeel, een zwenkas, een schoendragerdeel en veermiddelen, waarbij de 25 veermiddelen het montagedeel onder voorspanning in een ten opzichte van het schoendragerdeel ingeklapte stand drukken, waarbij het schoendragerdeel zich met een deel in voorwaartse richting voorbij de zwenkas uitstrekt, waarbij de veermiddelen tussen het montagedeel en het zich in 30 voorwaartse richting voorbij de zwenkas uitstrekkende deel zijn opgesteld, waarbij de veermiddelen zijn uitgevoerd als een elastisch drukveerelement, zoals bijvoorbeeld een spiraaldrukveer, een blok of prop uit elastische kunststof of rubber of een combinatie daarvan.The invention also relates to a pivoting mechanism which is evidently intended for a device according to the invention, wherein the pivoting mechanism is provided with a mounting part, a pivot shaft, a shoe carrier part and spring means, wherein the spring means bias the mounting part with respect to a pressing the shoe carrier part in the collapsed position, the shoe carrier part extending in a forward direction past the pivot axis, the spring means being arranged between the mounting part and the part extending in the forward direction past the pivot axis, the spring means being designed as an elastic compression spring element, such as for instance a spiral compression spring, a block or plug of elastic plastic or rubber or a combination thereof.

35 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de -ij hand van een uitvoeringsvoorbeeld in de vorm van een i 1 n 1 151 o 7 : klapschaats dat hierna, onder verwijzing naar de tekening, ; verder zal worden verduidelijkt.The invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment in the form of a clap skate, shown below with reference to the drawing; will be further clarified.

Figuur 1 toont een zij- en gedeeltelijk doorsnede-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de schaats ' 5 waarbij de schoen is losgekoppeld van het schoendragerdeel; figuur 2 toont een achter-aanzicht van het in figuur 1 weergeven uitvoeringsvoorbeeld; figuur 3 toont een detail van de wijze waarop veermiddelen zijn gemonteerd op het glij-ijzermontagedeel; 1 10 figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht over lijn IV- ' IV uit figuur 1; figuur 5 toont een doorsnede-aanzicht over lijn V-V uit figuur 1; ;Figure 1 shows a side and partial cross-sectional view of an embodiment of the skate 5 in which the shoe is disconnected from the shoe carrier part; Figure 2 shows a rear view of the exemplary embodiment shown in Figure 1; Figure 3 shows a detail of the manner in which spring means are mounted on the sliding iron mounting part; Figure 4 shows a cross-sectional view along line IV- 'IV from Figure 1; Figure 5 shows a cross-sectional view along line V-V from Figure 1; ;

figuur 6 toont een zij-aanzicht van een zool die IFigure 6 shows a side view of a sole that I

15 onder de schaatsschoen uit figuur 1 monteerbaar is; = figuur 7 toont een bovenaanzicht van de in figuur 6 ~ weergegeven zool; : figuur 8 toont een achter-aanzicht van de in figuren : 6 en 7 weergegeven zool; 20 figuur 9 toont een zij-aanzicht van een montage- ~ element; en ! figuur 10 toont een achteraanzicht van het in figuur ~15 can be mounted under the skating shoe of figure 1; = figure 7 shows a top view of the sole shown in figure 6 ~; Figure 8 shows a rear view of the sole shown in Figures 6 and 7; Figure 9 shows a side view of a mounting element; and ! Figure 10 shows a rear view of the structure shown in Figure ~

9 weergegeven montage-element. I9 mounting element shown. I

De schaats die is weergegeven in de figuren 1 en 2 “The skate shown in figures 1 and 2 “

25 is voorzien van een glij-ijzer 1, een schoen 2, en een I25 is provided with a sliding iron 1, a shoe 2, and an I.

zwenkmechanisme. Het zwenkmechanisme is voorzien van een Iswing mechanism. The swivel mechanism is equipped with an I.

schoendragerdeel 3 waarop de schoen 2 kan worden gemonteerd en van een glij-ijzermontagedeel 4 waarop het glij-ijzer 1 ï is gemonteerd. Het zwenkmechanisme 3, 4, 5 is verder “ 30 voorzien van een zwenkas 5 die zich in hoofdzaak loodrecht op het glij-ijzer 1 uitstrekt en die zich bevindt ter 5 hoogte van de bal B van de schoen 1. De zwenkas 5 vormt de ΐ verbinding tussen het schoendragerdeel 3 en het glij- Ξ ijzermontagedeel 4. Het zwenkmechanisme 3, 4, 5 verschaft “ 3 5 de mogelijkheid van een verzwenking van het glij-ijzer 1 ïïshoe carrier part 3 on which the shoe 2 can be mounted and of a sliding iron mounting part 4 on which the sliding iron 1 is mounted. The pivot mechanism 3, 4, 5 is furthermore provided with a pivot shaft 5 which extends substantially perpendicular to the iron 1 and which is located at the level of the ball B of the shoe 1. The pivot shaft 5 forms the ΐ connection between the shoe carrier part 3 and the sliding iron mounting part 4. The swiveling mechanism 3, 4, 5 provides the possibility of a pivoting of the sliding iron 1

ten opzichte van de schoen 2 rond de zwenkas 5. Het Zrelative to the shoe 2 around the pivot axis 5. The Z

1011510 8 zwenkmechanisme is tevens voorzien van veermiddelen 6 die het glij-ijzer 1 onder voorspanning in een ingeklapte stand drukken.1011510 8 swiveling mechanism is also provided with spring means 6 which press the sliding iron 1 into a collapsed position under pretension.

Ter vorming van een snelwisselbinding tussen de 5 schoen 1 en het schoendragerdeel 3 is de schoen voorzien van koppelmiddelen die zijn ingericht voor een eenvoudige aangrijping op het schoendragerdeel 3. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn deze koppelmiddelen uitgevoerd als een vast met de schoen verbonden pen 8 die in 10 gemonteerde toestand van de schoen aangrijpt in een eerste groef 10 in de voorzijde van een zich in voorwaartse richting voorbij de zwenkas 5 uitstrekkend deel 7 van het schoendragerdeel 3. Deze pen 8 is aangebracht in de neus N van de schoen 2. Verder is de schoen 2 nabij de hiel H 15 voorzien van koppelmiddelen 9 die zijn uitgevoerd als een schnalle 9. De schnalle 9 is voorzien van een haakdeel 12 en een door een dood punt beweegbare bedieningshendel 13.In order to form a quick-change connection between the shoe 1 and the shoe carrier part 3, the shoe is provided with coupling means which are adapted for simple engagement with the shoe carrier part 3. In the present exemplary embodiment, these coupling means are designed as a pin 8 fixedly connected to the shoe. in the mounted state of the shoe engages in a first groove 10 in the front of a part 7 of the shoe carrier part 3 extending in forward direction past the pivot axis 5. This pin 8 is arranged in the toe N of the shoe 2. Furthermore, the shoe 2 near the heel H 15 is provided with coupling means 9 which are designed as a shawl 9. The shawl 9 is provided with a hook part 12 and an operating handle 13 movable through a dead center.

In gemonteerde toestand van de schoen grijpt het haakdeel 12, dat is verbonden met het schoendragerdeel 3 nabij de 20 achterzijde daarvan, aan in één van de tweede groeven 11 die zijn aangebracht in de bedieningshendel 12.In the mounted condition of the shoe, the hook part 12, which is connected to the shoe carrier part 3 near the rear side thereof, engages in one of the second grooves 11 which are arranged in the operating handle 12.

In een alternatieve uitvoering kan het haakdeel 12 scharnierbaar zijn verbonden met de bedieningshendel 13 en kan nabij de achterzijde van het schoendragerdeel 3 een 25 groef zijn aangebracht waarin het haakdeel 12 kan worden gehaakt. Het getoonde uitvoeringsvoorbeeld heeft echter het voordeel dat de haak 12 niet onder de schoen kan komen wanneer daar zonder onderzetzool mee wordt gelopen.In an alternative embodiment, the hook part 12 can be hingedly connected to the operating handle 13 and a groove can be provided near the rear side of the shoe carrier part 3 in which the hook part 12 can be hooked. The shown exemplary embodiment has the advantage, however, that the hook 12 cannot come under the shoe when it is walked on without a sole.

Het zwenkmechanisme 3, 4, 5 is verder voorzien van 30 veermiddelen 6 die in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn uitgevoerd als een elastisch element 6. Het elastische element 6 is opgenomen tussen het zich in voorwaartse richting uitstrekkende deel 7 van het schoendragerdeel 3 en de bovenzijde van het glij-ijzermontagedeel 4. Bij voorkeur 35 is het elastische element 6 losmaakbaar gemonteerd, zodat i de schaatser het elastische element 6 eenvoudig kan j j : ιοί 1510 9 vervangen door een ander elastisch element 6 met fi bijvoorbeeld een afwijkende veerconstante. Een mogelijke -ig montage van het elastische element 6 op het glij- ;j| ijzermontagedeel is in detail weergegeven in figuur 3.The pivoting mechanism 3, 4, 5 is further provided with spring means 6, which in the present exemplary embodiment are designed as an elastic element 6. The elastic element 6 is included between the forwardly extending part 7 of the shoe carrier part 3 and the top side of the sliding iron mounting part 4. Preferably, the elastic element 6 is detachably mounted, so that the skater can easily replace the elastic element 6 with another elastic element 6 with, for example, a different spring constant. A possible mounting of the elastic element 6 on the sliding j iron mounting part is shown in detail in figure 3.

5 Daarbij is het elastische veerelement 6 voorzien van een 1¾ pennetje 20, dat passend opneembaar is in een opening 21 in het glij-ijzermontagedeel 4. Het elastische element 6 kan 1 zijn vervaardigd uit rubber of elastische kunststof of kan j zijn uitgevoerd als een spiraaldrukveer. Het spreekt JÉThe elastic spring element 6 is provided with a 1¾ pin 20, which can be accommodated in an opening 21 in the sliding iron mounting part 4. The elastic element 6 can be made of rubber or elastic plastic or can be designed as a spiral compression spring . It speaks to YOU

10 vanzelf dat ook een combinatie van een spiraaldrukveer en K10 it goes without saying that also a combination of a spiral compression spring and K.

een plug uit elastische kunststof of rubber mogelijk is. f·a plug made of elastic plastic or rubber is possible. f

Figuur 4 toont een gedeeltelijk doorsnede-aanzicht SFigure 4 shows a partial cross-sectional view S.

over lijn IV-IV uit figuur 1. Daarin is duidelijk zichtbaar ^ hoe het schoendragerdeel 3 met behulp van de zwenkas 5 3 15 scharnierbaar is verbonden met het glij-ijzermontagedeel 4. 1§about line IV-IV from figure 1. It is clearly visible how the shoe carrier part 3 is hingedly connected to the sliding iron mounting part 4 by means of the pivot axis 5 3 15. 1§

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is tussen ||In the present exemplary embodiment, between ||

- H- H

het schoendragerdeel 3 nabij de achterzijde daarvan en de is bovenzijde van het glij-ijzer 1 of het glij- | ijzermontagedeel 4 een dempend element 14 aangebracht 20 waarop het schoendragerdeel 3 steunt wanneer het Ξ schoendragerdeel 3 zich in de ingeklapte stand bevindt. In = het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is het dempende | element 14 gemonteerd met behulp van een bout 22. Het | spreekt vanzelf dat ook andere bevestigingsmiddelen tot de i 25 mogelijkheden behoren. Het dempende element 14 kan zijn 5 vervaardigd uit rubber of elastische kunststof. pthe shoe carrier part 3 near the rear thereof and the top side of the iron 1 or the sliding iron | iron mounting part 4 provided a damping element 14 on which the shoe carrier part 3 rests when the shoe carrier part 3 is in the collapsed position. In the present exemplary embodiment, the damping | element 14 mounted using a bolt 22. The | it goes without saying that other fasteners are also possible. The damping element 14 can be made of rubber or elastic plastic. p

Teneinde een onverwrikbare verbinding tussen de 1 schoen 2 en het schoendragerdeel 3 te vormen is op het 1 schoendragerdeel 3 nog een konische pen 22 aangebracht.In order to form an unbreakable connection between the 1 shoe 2 and the shoe carrier part 3, a conical pin 22 is provided on the 1 shoe carrier part 3.

30 Deze konische pen 22 valt in een konische holte 23 in de 1 onderzijde van de schoen 2 wanneer de schoen 2 op het = schoendragerdeel 3 is gemonteerd. Het spreekt vanzelf dat j| de pen 22 en de holte 23 niet konisch behoeven te zijn. ErThis conical pin 22 falls into a conical cavity 23 in the underside of the shoe 2 when the shoe 2 is mounted on the shoe carrier part 3. It goes without saying that j | the pin 22 and the cavity 23 need not be conical. There

dient slechts een spelingsvrije verbinding tussen de holte Iserves only a play-free connection between the cavity I.

35 23 en de pen 22 te worden gevormd wanneer de schoen 2 op P35 and the pin 22 to be formed when the shoe 2 is on P

het schoendragerdeel 23 is gemonteerd. Mthe shoe carrier part 23 is mounted. M

1011510 1 101011510 1 10

Ten behoeve van de montage van een conventionele schaatsschoen op het schoendragerdeel 3, is het schoendragerdeel 3 nog voorzien van zich in verticale richting uitstrekkende boringen 18, 19. Deze boringen 18, 5 19 kunnen zijn uitgevoerd als slobgaten, cilindrische gaten, gaten voorzien van inwendig schroefdraad en dergelijke.For the purpose of mounting a conventional skating shoe on the shoe carrier part 3, the shoe carrier part 3 is still provided with vertically extending bores 18, 19. These bores 18, 5 19 can be designed as slotted holes, cylindrical holes, holes provided with internal screw thread and the like.

Figuren 6-8 tonen respectievelijk nog een zij-boven- en achteraanzicht van een losse zool 15 die is 10 voorzien van koppelmiddelen 16 en 17. De koppelmiddelen zijn uitgevoerd als haken 16, 17 nabij de voor-, respectievelijk achterzijde van de zool 15. De voorste haak 16 kan aangrijpen in de eerste groef 10 in de vooruitstekende deel 7 van het schoendragerdeel 3. De haak 15 17 kan aangrijpen op één van de groeven 11 in de bedieningshendel 13 op de hiel van de schoen 2.Figures 6-8 show respectively a side, top and rear view of a loose sole 15 which is provided with coupling means 16 and 17. The coupling means are designed as hooks 16, 17 near the front and rear of the sole 15, respectively. The front hook 16 can engage the first groove 10 in the protruding part 7 of the shoe carrier part 3. The hook 15 17 can engage one of the grooves 11 in the operating handle 13 on the heel of the shoe 2.

Figuren 9 en 10 tonen respectievelijk een zij- en een achteraanzicht van een apart montage-element 24 dat is voorzien van een eerste groef 10 waarin de pen 8 van de 20 schoen 2 kan aangrijpen. Nabij een onderzijde is het montage-element 24 voorzien van een T-vormige uitsparing 25 die bestemd is voor samenwerking met een in doorsnede T-vormig schoendragerdeel 3. Het montagedeel 24 is hierdoor in lengterichting van het schoendragerdeel 3 verschuifbaar 25 en in een bepaalde positie fixeerbaar door het aandraaien van de bouten 26, 27. Als gevolg van dit in verschillende : posities te monteren montage-element 24 kunnen schoenen met 3 verschillende afmetingen op het schoendragerdeel 3 worden | vastgezet. Aan de achterzijde kan de schoen bijvoorbeeld 30 worden gefixeerd met de koppelmiddelen die zijn beschreven j in het Zweeds octrooi SE-C-507 993.Figures 9 and 10 respectively show a side and a rear view of a separate mounting element 24 which is provided with a first groove 10 in which the pin 8 of the shoe 2 can engage. Near a bottom side, the mounting element 24 is provided with a T-shaped recess 25, which is intended for cooperation with a cross-section T-shaped shoe carrier part 3. The mounting part 24 is hereby slidable in the longitudinal direction of the shoe carrier part 3 and in a specific position fixable by tightening the bolts 26, 27. As a result of this mounting element 24 to be mounted in different positions, shoes of 3 different sizes can be placed on the shoe carrier part 3 | secured. At the rear, the shoe can for instance be fixed with the coupling means described in Swedish patent SE-C-507 993.

Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, 35 zoals gedefinieerd in de conclusies, mogelijk zijn. Zo kan hetzelfde zwenkmechanisme als toegepast bij de onder 1011510 11 verwijzing naar de tekening beschreven schaats, door ; aanpassing van het montagedeel worden gebruikt ter vorming van een langlaufski-samenstel, een inline-rolschaats en een rolski. - 1011510 :It goes without saying that the invention is not limited to the described exemplary embodiment, but that various modifications are possible within the scope of the invention, as defined in the claims. For example, the same pivoting mechanism as used in the skate described under 1011510 11 to the drawing, can be carried through; Adjustment of the mounting part are used to form a cross country ski assembly, an inline roller skate and a roller ski. - 1011510:

Claims

1. Inrichting voorzien van een zwenkmechanisme (3, 4, 5), een schoen (2) en een vloeroppervlak-contactelement (1), waarbij het zwenkmechanisme (3, 4, 5) is voorzien van een schoendragerdeel (3) waarop de schoen is gemonteerd en 5 van een montagedeel (4) dat op het vloeroppervlak-contactelement (1) monteerbaar is, waarbij het zwenkmechanisme (3, 4, 5) verder is voorzien van een zwenkas (5) die zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op een denkbeeldig vlak dat zich in hoofdzaak loodrecht op de 10 zool (Z) van de schoen (2) uitstrekt en dat de hiel (H) en de neus (N) van de schoen in hoofdzaak middendoor snijdt, waarbij de zwenkas (5) zich onder de zool (Z) bevindt ter hoogte van de bal (B) van de schoen (2), waarbij de zwenkas (5) de verbinding vormt tussen het schoendragerdeel (3) en 15 het montagedeel (4), waarbij het zwenkmechanisme (3, 4, 5) de mogelijkheid verschaft van een verzwenking van het vloeroppervlak-contactelement (1) ten opzichte van de schoen (2) rond de zwenkas (5), waarbij het zwenkmechanisme (3, 4, 5) tevens is voorzien van veermiddelen (6) die het 2 0 vloeroppervlak-contactelement (1) onder voorspanning in een ingeklapte stand drukken, waarbij het schoendragerdeel (3) zich met een deel (7) in voorwaartse richting voorbij de zwenkas (5) uitstrekt, waarbij tussen het genoemde, zich in voorwaartse richting uitstrekkende deel (7) van het 25 schoendragerdeel (3) en de bovenzijde van het vloeroppervlak-contactelement (1) of de bovenzijde van het montagedeel (4) een elastisch element (6) is opgenomen, met het kenmerk, dat het elastische element (6) is vervaardigd uit rubber of elastische kunststof.1. Device provided with a swivel mechanism (3, 4, 5), a shoe (2) and a floor surface contact element (1), the swivel mechanism (3, 4, 5) being provided with a shoe carrier part (3) on which the shoe and 5 of a mounting member (4) mountable on the floor surface contact element (1), the pivot mechanism (3, 4, 5) further comprising a pivot axis (5) extending substantially perpendicular to an imaginary plane that extends substantially perpendicular to the sole (Z) of the shoe (2) and that the heel (H) and the toe (N) of the shoe cut substantially in half, the pivot axis (5) extending below the sole (Z) is located at the level of the ball (B) of the shoe (2), the pivot shaft (5) forming the connection between the shoe carrier part (3) and the mounting part (4), the pivoting mechanism (3, 4 , 5) provides the possibility of a pivoting of the floor surface contact element (1) relative to the shoe (2) around the pivot axis (5), where the pivoting mechanism (3, 4, 5) is also provided with spring means (6) which press the floor surface contact element (1) into a collapsed position under pretension, the shoe carrier part (3) being in contact with a part (7) extends forwardly beyond the pivot axis (5), between said forwardly extending portion (7) of the shoe carrier portion (3) and the top of the floor surface contact member (1) or the top of the mounting portion (4 an elastic element (6) is included, characterized in that the elastic element (6) is made of rubber or elastic plastic.

2. Inrichting voorzien van een zwenkmechanisme (3, 4, 5), een schoen (2) en een vloeroppervlak-contactelement j (1), waarbij het zwenkmechanisme (3, 4, 5) is voorzien van j een schoendragerdeel (3) waarop de schoen is gemonteerd en 4 ' 101 1510 van een montagedeel (4) dat op het vloeroppervlak- contactelement (1) monteerbaar is, waarbij het - zwenkmechanisme (3, 4, 5) verder is voorzien van een ' zwenkas (5) die zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op ~ 5 een denkbeeldig vlak dat zich in hoofdzaak loodrecht op de * zool (Z) van de schoen (2) uitstrekt en dat de hiel (H) en l de neus (N) van de schoen in hoofdzaak middendoor snijdt, waarbij de zwenkas (5) zich onder de zool (Z) bevindt ter hoogte van de bal (B) van de schoen (2), waarbij de zwenkas 7 10 (5) de verbinding vormt tussen het schoendragerdeel (3) en - het montagedeel (4), waarbij het zwenkmechanisme (3, 4, 5) _ de mogelijkheid verschaft van een verzwenking van het - vloeroppervlak-contactelement (1) ten opzichte van de schoen (2) rond de zwenkas (5), waarbij het zwenkmechanisme 15 (3,4,5) tevens is voorzien van veermiddelen (6) die het vloeroppervlak-contactelement (1) onder voorspanning in een ” ingeklapte stand drukken, waarbij het schoendragerdeel (3) Z zich met een deel (7) in voorwaartse richting voorbij de - zwenkas (5) uitstrekt, waarbij tussen het genoemde, zich in Z 20 voorwaartse richting uitstrekkende deel (7) van het — schoendragerdeel (3) en de bovenzijde van het — vloeroppervlak-contactelement (1) of de bovenzijde van het Z montagedeel (4) een elastisch element (6) is opgenomen, met ^ het kenmerk, dat het elastische element (6) is uitgevoerd __ 25 als een spiraaldrukveer. ~2. Device provided with a swivel mechanism (3, 4, 5), a shoe (2) and a floor-surface contact element j (1), the swivel mechanism (3, 4, 5) being provided with a shoe carrier part (3) on which the shoe is mounted and 4 '101 1510 of a mounting part (4) which is mountable on the floor surface contact element (1), the pivoting mechanism (3, 4, 5) further comprising a pivot axis (5) extends substantially perpendicular to ~ 5 an imaginary plane extending substantially perpendicular to the sole (Z) of the shoe (2) and cutting the heel (H) and l the toe (N) of the shoe substantially in half the pivot axis (5) being located under the sole (Z) at the level of the ball (B) of the shoe (2), the pivot axis 7 (5) forming the connection between the shoe carrier part (3) and the mounting part (4), the swiveling mechanism (3, 4, 5) providing the possibility of a pivoting of the floor surface contact element (1) with respect to of the shoe (2) around the pivot axis (5), the pivot mechanism 15 (3,4,5) also being provided with spring means (6) which press the floor surface contact element (1) into a "collapsed position" under pretension, wherein the shoe carrier part (3) Z extends with a part (7) in forward direction past the pivot axis (5), wherein between the said part (7) of the shoe carrier part (3) extending in the forward direction, and the top of the floor surface contact element (1) or the top of the Z mounting part (4) has an elastic element (6), characterized in that the elastic element (6) is designed as a spiral compression spring. ~

3. Inrichting volgens één der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het elastische element (6) losmaakbaar is gemonteerd.Device according to any one of claims 1-2, characterized in that the elastic element (6) is mounted releasably.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, _ 30 met het kenmerk, dat tussen het schoendragerdeel (3) nabij de achterzijde daarvan en de bovenzijde van het vloeroppervlak-contactelement (1) of het montagedeel (4) een dempend element (14) is aangebracht waarop het “ schoendragerdeel (3) steunt wanneer het schoendragerdeel ™ 35 (3) zich in de ingeklapte stand bevindt. 101 1510Device according to any one of the preceding claims, characterized in that between the shoe carrier part (3) near the rear thereof and the top side of the floor surface contact element (1) or the mounting part (4) is a damping element (14) mounted on which the shoe carrier part (3) rests when the shoe carrier part ™ 35 (3) is in the collapsed position. 101 1510

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het dempende element (14) is vervaardigd uit rubber of elastische kunststof.Device according to claim 4, characterized in that the damping element (14) is made of rubber or elastic plastic.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat deze tevens is voorzien van een losse zool (15) met koppelmiddelen (16, 17) die zijn ingericht ï voor samenwerking met op de schoen aanwezige middelen (8, 13. ter vorming van een snelwisselbinding. q6. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that it is also provided with a loose sole (15) with coupling means (16, 17) which are adapted for cooperation with means (8, 13) present on the shoe. to form a quick-change binding q

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat nabij de hiel (H) in de onderzijde van de schoen (2) nog een holte (23) is aangebracht waar een pen (2), die vast op de bovenzijde van het schoendragerdeel (3) is aangebracht, passend is opgenomen wanneer de schoen j (2) is gemonteerd. ^ 15Device according to any one of the preceding claims, characterized in that near the heel (H) in the underside of the shoe (2) a further cavity (23) is arranged, where a pin (2) is fixed on the top side. of the shoe carrier part (3) is arranged, which is suitably received when the shoe j (2) is mounted. ^ 15

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, | met het kenmerk, dat het schoendragerdeel (3) is voorzien van twee, zich in verticale richting uitstrekkende boringen (18, 19) met behulp waarvan een conventionele schoen, zoals . bijvoorbeeld een conventionele schaatsschoen kan worden = 20 gemonteerd met conventionele bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld bouten.8. Device according to any one of the preceding claims, | characterized in that the shoe carrier part (3) is provided with two vertically extending bores (18, 19) by means of which a conventional shoe, such as. for example, a conventional skating shoe can be mounted with conventional fasteners, such as, for example, bolts.

- 9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, * met het kenmerk, dat ter vorming van een schaats het t, vloeroppervlak-contactelement (1) is uitgevoerd als een rj 25 glij-ijzer (1), waarbij het montagedeel (4) is ingericht “ ter vorming van een vaste verbinding tussen het glij-ijzer :: (1) en het zwenkmechanisme (3, 4, 5). s=9. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that to form a skate the floor surface contact element (1) is designed as a ri 25 sliding iron (1), the mounting part (4) being arranged "to form a fixed connection between the sliding iron :: (1) and the swivel mechanism (3, 4, 5). s =

10. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat ter vorming van een langlaufskisamenstel het ;= 30 vloeroppervlak-contactelement is uitgevoerd als een m langlaufski zonder binding, waarbij het montagedeel (4) is ~ ingericht ter vorming van een vaste verbinding tussen de langlaufski en het zwenkmechanisme (3, 4, 5).10. Device as claimed in any of the claims 1-8, characterized in that to form a cross-country ski assembly the floor surface contact element is designed as an m cross-country ski without binding, the mounting part (4) being arranged to form a fixed connection between the cross-country ski and the swivel mechanism (3, 4, 5).

11. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, met het 35 kenmerk, dat ter vorming van een rolskisamenstel het jg vloeroppervlak-contactelement is uitgevoerd als een rolski m 2 101 15 10 J zonder binding, waarbij het montagedeel (4) is ingericht ter vorming van een vaste verbinding tussen de rolski en het zwenkmechanisme (3,4,5).11. Device as claimed in any of the claims 1-8, characterized in that to form a roller ski assembly the jg floor surface contact element is designed as a roller ski m 2 101 15 10 J without binding, the mounting part (4) being arranged for formation of a fixed connection between the roller ski and the swivel mechanism (3,4,5).

12. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, met het 5 kenmerk, dat ter vorming van een inline rolschaats of skeeler het vloeroppervlak-contactelement is uitgevoerd als een van achter elkaar opgestelde rollen of wielen voorzien ; frame, waarbij het montagedeel (4) is ingericht ter vorming ; van een vaste verbinding tussen het frame en het 10 zwenkmechanisme (3,4,5).12. Device as claimed in any of the claims 1-8, characterized in that, in order to form an inline roller skate or inline skate, the floor surface contact element is designed as a roller or wheels arranged one behind the other; frame, the mounting part (4) being arranged for formation; of a fixed connection between the frame and the pivoting mechanism (3,4,5).

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, ? met het kenmerk, dat, ter vorming van een : snelwisselbinding, het schoendragerdeel (3) is voorzien van ; koppelmiddelen (8, 9) die zijn ingericht voor een eenvoudig ' 15 losmaakbare aangrijping op de schoen. I13. Device as claimed in any of the foregoing claims,? characterized in that, in order to form a: quick-change binding, the shoe carrier part (3) is provided with; coupling means (8, 9) which are adapted for an easily releasable engagement with the shoe. I

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, 3 dat de koppelmiddelen nabij een voorzijde van het " schoendragerdeel (3) die zijn uitgevoerd als een eerste ï groef (10) die is ingericht voor aangrijping op een pen (8) “ 20 die vast is verbonden met de schoen (2). T14. Device as claimed in claim 13, characterized in that the coupling means close to a front side of the shoe carrier part (3) which are designed as a first groove (10) which is adapted to engage on a pin (8) is firmly connected to the shoe (2) T

15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, gekenmerkt I door koppelmiddelen (9) nabij de hiel (H) van de schoen “ (2), welke zijn uitgevoerd als een schnalle (9), die is = voorzien van een haakdeel (12), dat is verbonden met het 25 schoendragerdeel (3) nabij de achterzijde daarvan, en van Ξ een, met de hiel van de schoen verbonden door een dood punt !l beweegbare bedieningshendel (13), die is voorzien van een ^ aantal tweede groeven (11) , waarbij het haakdeel (12) is ï ingericht voor aangrijping in één van de tweede groeven = 30 (11) . IDevice according to claim 13 or 14, characterized by coupling means (9) near the heel (H) of the shoe (2), which are designed as a shale (9), which is provided with a hook part (12) which is connected to the shoe carrier part (3) near the rear thereof, and to a movable operating handle (13) connected to the heel of the shoe by a dead center and provided with a number of second grooves ( 11), the hook part (12) being adapted for engagement in one of the second grooves = 30 (11). I

16. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, ~ dat het schoendragerdeel nabij een achterzijde is voorzien “ van een zich in opwaartse richting uitstrekkende, van " tanden voorziene strip die is ingericht voor samenwerking ~ 35 met een ratel die is verbonden met een wreefband die over = de wreef van de schoen verloopt, waarbij de wreef band met !l 1011510 : behulp van de ratel kan worden strakgetrokken, zodat de schoen op het schoendragerdeel wordt vastgezet.16. Device as claimed in claim 13, characterized in that the shoe carrier part is provided near a rear side with an upwardly extending "toothed strip" adapted for co-operation with a ratchet connected to an instep strap. which runs over the instep of the shoe, whereby the instep strap can be tightened with the aid of the ratchet, so that the shoe is fixed on the shoe carrier part.

17. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de eerste groef (10) is aangebracht in een separaat 5 montage-element (24) dat op verschillende posities vast kan worden gemonteerd op het schoendragerdeel (3), zodat met hetzelfde schoendragerdeel (3), schoenen van verschillende maat monteerbaar zijn.Device according to claim 14, characterized in that the first groove (10) is arranged in a separate mounting element (24) which can be fixedly mounted on the shoe carrier part (3) at different positions, so that with the same shoe carrier part ( 3), shoes of different size are mountable.

18. Zwenkmechanisme, kennelijk bestemd voor een 10 inrichting volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een montagedeel (4), een zwenkas (5), een schoendragerdeel (3) en veermiddelen (6), waarbij de veermiddelen (6) het montagedeel (4) onder voorspanning in een ten opzichte van het schoendragerdeel (3) ingeklapte 15 stand drukken, waarbij het schoendragerdeel (3) zich met een deel (7) in voorwaartse richting voorbij de zwenkas (5) uitstrekt, waarbij de veermiddelen (6) tussen het montagedeel (4) en het zich in voorwaartse richting voorbij de zwenkas (5) uitstrekkende deel (7) zijn opgesteld, 20 waarbij de veermiddelen (6) zijn uitgevoerd als een elastisch drukveerelement (6), zoals bijvoorbeeld een spiraaldrukveer, een blok of prop uit elastische kunststof of rubber of een combinatie daarvan. i i : 1011510Pivoting mechanism, evidently intended for a device according to any one of the preceding claims, comprising a mounting part (4), a pivot axis (5), a shoe carrier part (3) and spring means (6), the spring means (6) the mounting part ( 4) press into a position collapsed relative to the shoe carrier part (3) under pretension, wherein the shoe carrier part (3) extends with a part (7) in forward direction past the pivot axis (5), the spring means (6) being between the mounting part (4) and the part (7) extending in forward direction beyond the pivot axis (5) are arranged, the spring means (6) being designed as an elastic compression spring element (6), such as for instance a spiral compression spring, a block or plug of elastic plastic or rubber or a combination thereof. i i: 1011510