NL1011414C2 - Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke. - Google Patents

Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL1011414C2
NL1011414C2 NL1011414A NL1011414A NL1011414C2 NL 1011414 C2 NL1011414 C2 NL 1011414C2 NL 1011414 A NL1011414 A NL 1011414A NL 1011414 A NL1011414 A NL 1011414A NL 1011414 C2 NL1011414 C2 NL 1011414C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
recesses
round
cylinder
thickness
Prior art date
Application number
NL1011414A
Other languages
English (en)
Inventor
George Anthonie Van Collenburg
Original Assignee
George Anthonie Van Collenburg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by George Anthonie Van Collenburg filed Critical George Anthonie Van Collenburg
Priority to NL1011414A priority Critical patent/NL1011414C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1011414C2 publication Critical patent/NL1011414C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B42BOOKBINDING; ALBUMS; FILES; SPECIAL PRINTED MATTER
    • B42FSHEETS TEMPORARILY ATTACHED TOGETHER; FILING APPLIANCES; FILE CARDS; INDEXING
    • B42F5/00Sheets and objects temporarily attached together; Means therefor; Albums
    • B42F5/02Stamp or like filing arrangements in albums

Landscapes

  • Packages (AREA)

Description

Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewaren en/of opslaan en/of tonen van een of meer voorwerpen zoals munten, medailles, knopen, en 5 dergelijke, omvattende - een drager van een stijf materiaal waarvan de dikte tenminste gelijk is aan de dikte van de genoemde voorwerpen en voorzien van uitsparingen waarvan de dimensies zodanig zijn gekozen dat in elke uitsparing een van de genoemde voorwerpen past, - middelen om de voorwerpen in de uitsparingen te handhaven.
10 Dergelijke inrichtingen zijn in diverse uitvoeringsvormen bekend en bijvoor beeld beschreven in DE-3923554, CH-655466, DE-3643222 en JP-08024100.
In DE-3923554 wordt een inrichting van het boven omschreven type geopenbaard waarin de platte drager bestaat uit een rechthoekige plaat van een stijf materiaal, waarin een of meer doorlopende gaten zijn aangebracht. De afmetingen van deze 15 gaten zijn zodanig, dat daarin een munt, een medaille, een knoop of een ander plat voorwerp past. Om deze platte voorwerpen in de genoemde openingen te handhaven worden aan beide zijden van de platte drager verdere platen gepositioneerd en tegen de drager aangedrukt. Daardoor worden de openingen in de drager aan beide zijden volledig afgesloten. Bij voorkeur zijn zowel de drager als de afdekplaten vervaardigd 20 uit transparant materiaal, zodat de ingesloten voorwerpen aan alle kanten volledig zichtbaar zijn.
Een andere inrichting die eveneens voorzien is van een rechthoekige drager is beschreven in DE-3643222. In dit geval worden de op te bergen platte voorwerpen niet rechtstreeks in de uitsparingen van de platte drager aangebracht, maar in een 25 klein doosje waarvan de buitenafmetingen corresponderen met die van de uitsparing in de drager. De dimensioneringen zijn zodanig gekozen dat het doosje door middel van wrijving in de drager wordt vastgehouden.
Een soortgelijke inrichting is beschreven in CH-655466. Ook daarin wordt elk voorwerp aangebracht in een doosje dat vervolgens wordt gepositioneerd in een uit-30 sparing van de platte drager. In dit geval is het doosje dusdanig uitgevoerd, dat de randen daarvan tijdens het sluiten van het doosje aangrijpen op beide zijden van de platte drager en daarmee de platte drager tussen zich in klemmen.
Alle bekende uitvoeringsvormen van de inrichting zijn bestemd voor relatief 1011414 2 platte voorwerpen, zoals munten .medailles en dergelijk. De uitvinding heeft nu als doel een inrichting te verschaffen die niet alleen geschikt is voor relatief platte voorwerpen.
In al de bovengenoemde uitvoeringsvormen is de drager uitgevoerd als een 5 althans in hoofdzaak rechthoekige plaat. De uitvinding heeft nu ten doel een inrichting aan te geven die niet in hoofdzaak rechthoekig is.
In overeenstemming daarmee draagt de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk dat de drager is uitgevoerd als een ronde cilinder met een platte boven- en onderzijde en een dikte die niet groter is dan de diameter.
10 Binnen het kader van de uitvinding zijn dunne uitvoeringsvormen mogelijk, waarbij de cilinder beter met de term "schijf' kan worden aangeduid, maar ook dikkere uitvoeringsvormen zijn mogelijk. De dunne uitvoeringsvormen kunnen worden toegepast voor het bewaren van bijvoorbeeld munten, medailles, knopen e dergelijke terwijl dikkere uitvoeringsvormen meer geschikt zijn voor her bewaren van mineralen 15 en gesteenten, vingerhoedjes, dobbelstenen en andere grotere voorwerpen.
In het bijzonder verdient het de voorkeur dat de cilinder dezelfde diameter heeft als een compact disk (waarvan de afmetingen zijn gestandaardiseerd) en een dikte die althans bij benadering gelijk is aan de dikte van een compact disk. Het voordeel daarvan is dat allerlei vervaardigingstechnieken voor compact disks ook hier 20 kunnen worden toegepast. Ook verpakkingen voor compact disks kunnen worden toegepast of op eenvoudige wijze worden aangepast.
Een deel van deze voordelen kan ook worden bereikt indien de ronde cilinder dezelfde diameter heeft als een compact disk (waarvan de afmetingen zijn gestandaardiseerd) en een dikte die groter is dan de dikte van een compact disk.
25 De uitvinding heeft niet alleen betrekking op de inrichting alszodanig, maar heeft ook betrekking op een houder waarin deze inrichting kan worden ondergebracht of verpakt. Een voor de inrichting geschikte houder heeft het kenmerk dat de houder bestaat uit tenminste een ronde bak met bodem en opstaande rand, van welke bak de diameter in hoofdzaak correspondeert met de diameter van de betreffende inrichting.
30 Om te voorkomen dat de inrichting in de houder kan gaan rammelen of derge lijke verdient het de voorkeur dat de bak voorzien is van houdmiddelen voor het vasthouden van de inrichting in de bak.
In het algemeen zal het de voorkeur verdienen dat de gehele inrichting is ver- 1011414 3 vaardigd met een transparant materiaal, waardoor de voorwerpen, die zich in de uitsparingen bevinden, van een groot aantal zijden zichtbaar zijn. Om ervoor te zorgen dat ook de onderzijde van de voorwerpen althans gedeeltelijk zichtbaar is bij geopende houder of bij een houder zonder deksel verdient het de voorkeur dat de bak res-5 pectievelijk althans een deel van de bakken is voorzien van een tenminste gedeeltelijk reflecterende bodemlaag.
De uitvinding zal in het volgende nader worden verklaard aan de hand van de bijgaande figuren.
De uitvinding zal in het volgende in meer detail worden verklaard aan de hand 10 van de bijgaande figuren.
De figuren la...ld tonen in bovenaanzicht een aantal verschillende dunne uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding.
De figuren 2a en 2b tonen doorsneden door twee verschillende dunne uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding.
15 De figuren 3a...3c tonen bovenaanzichten op drie verschillende uitvoeringsvormen van een houder waarin een of meer dunne inrichtingen volgens de uitvinding kunnen worden opgeslagen.
De figuren 4a en 4b tonen twee doorsneden door een eenvoudige uitvoeringsvorm van een houder voor opslaan van één dunne inrichting volgens de 20 uitvinding.
Figuur 5 toont een dikkere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 6 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding.
25 In figuur 1 zijn diverse uitvoeringsvormen van inrichtingen volgens de uitvin ding getoond. In zijn algemeenheid bestaat de inrichting uit een platte schijfvormig uitgevoerde drager van een relatief stijf materiaal waarin een of meer uitsparingen zijn aangebracht.
In figuur la is een uitvoeringsvorm getoond waarin de ronde schijfvormige 30 drager 11 voorzien is van een enkele opening 10 die in dit geval centraal in de schijf is aangebracht. De schijf heeft een diameter dl en een dikte die tenminste gelijk is aan de dikte van het voorwerp dat in de uitsparing moet worden ondergebracht. De inrichting kan worden gebruikt voor het opslaan van een munt, een medaille, een 1011414 f 4 knoop, een penning of ander rond of nagenoeg rond voorwerp. Bij voorkeur zijn de diameter van de uitsparing 10 en de diameter van het daarin op te bergen voorwerp bij nagenoeg aan elkaar gelijk. Dit is echter geen dwingend vereiste.
In figuur lb is een ronde schijfvormige drager 13 getoond met daarin een 5 opening 12 die in dit geval uitgevoerd is als een rechthoekige opening. De drager 13 heeft een diameter d2 en een dikte die weer aangepast is aan de dikte van het voorwerp dat in de uitsparing 12 moet worden opgeslagen. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder geschikt voor bijvoorbeeld bijzondere postzegels, medailles, tegeltjes, en andere rechthoekige voorwerpen.
10 De uitvinding is overigens niet beperkt tot ronde of rechthoekige openingen of uitsparingen. De openingen kunnen in principe alle mogelijke vormen hebben. In het volgende zal echter in het bijzonder aandacht worden besteed aan uitvoeringsvormen met ronde uitsparingen.
Figuur lc toont een relatief grote ronde schijf 20 met een diameter d3 waarin 15 acht uitsparingen zijn aangebracht waarvan er twee aangeduid zijn met de referentie-cijfers 21 en 22. Eén van de uitsparingen is centraal in de schijf aangebracht en de andere van de uitsparingen zijn daar omheen gepositioneerd.
In figuur ld is een schijf getoond met een diameter d2 waarin zes uitsparingen zijn aangebracht waarbij geen van de uitsparingen centraal is gelegen. Wel hebben de 20 uitsparingen in dit geval verschillende diameters. De uitsparing 32 bijvoorbeeld heeft een veel grotere diameter dan de uitsparing 31.
Uit de figuren la,..ld blijkt dat binnen het kader van de uitvinding één of meer uitsparingen in de schijf kunnen worden gerealiseerd waarbij de vorm van de uitsparingen willekeurig is en waarbij ook de afmetingen en de positionering van de 25 uitsparingen willekeurig kunnen zijn.
De uitsparingen in de ronde schijfvormige drager kunnen uitgevoerd zijn als doorlopende uitsparingen dan wel blinde uitsparingen. In figuur 2a is in doorsnede een uitvoeringsvorm getoond met blinde uitsparing. De ronde schijfvormige drager zelf is aangeduid met 40 en de daarin aangebrachte, in dit geval centraal gepositio-30 neerde blinde uitsparing is aangeduid met 41. Om het voorwerp, dat zich in de uitsparing 41 bevindt (in de figuur niet getoond) binnen deze uitsparing te handhaven is op de bovenzijde van de schijf 40 een laag afdekmateriaal 42 aangebracht. Dit afdekmateriaal kan eveneens bestaan uit een ronde schijf materiaal met een zekere stijfheid i η 1141 f 5 en een zekere dikte maar kan ook bestaan uit een dunnere flexibele laag folie die bijvoorbeeld, nadat alle voorwerpen in de diverse uitsparingen zijn gepositioneerd, op de bovenzijde van de drager 40 wordt aangebracht en met behulp van bijvoorbeeld lijm wordt vastgehecht.
5 Een andere uitvoeringsvorm is getoond in figuur 2b. In dit geval is de ronde schijfvormige drager 50 voorzien van een doorlopende opening 51. Om in dit geval het voorwerp, dat zich binnen de uitsparing 51 bevindt, te handhaven moeten aan beide zijden afdeklagen 52 en 53 worden aangebracht. Ook in dit geval kunnen de afdeklagen 52 en 53 bestaan uit een dunne folie die bijvoorbeeld aan de schijfvormi-10 ge drager wordt gehecht dan wel uit dunne platen van een wat stijver materiaal die ook bijvoorbeeld met behulp van een geschikt hechtmiddel aan de eigenlijke drager worden vastgezet.
De uitvinding is niet alleen gericht op ronde schijfvormige dragers voor het opslaan van voorwerpen zoals munten, medailles, knopen en dergelijke maar is ook 15 gericht op een houder waarin één of meer van dergelijke inrichtingen kunnen worden opgeslagen.
Een zeer eenvoudige uitvoeringsvorm van een houder is in bovenaanzicht getoond in figuur 3a. De houder bestaat uit een bodemdeel 60 waarin een komvormige verdieping 61 is aangebracht. Aan één rand van het bodemdeel 60 bevindt zich 20 een schamierdeel 62 dat aan de rechterzijde in de figuur aansluit op het deksel 63.
De komvormige uitsparing 61 heeft afmetingen die althans bij benadering gelijk zijn aan de afmetingen van de ronde schijf die in dit komvormige deel moet worden opgeslagen.
De figuren 4a en 4b tonen hoe een dergelijke houder wordt dichtgemaakt, 25 Allereerst wordt een ronde schijfvormige drager die gevuld is met de munten of medailles die daarin moeten worden bewaard, geplaatst in de komvormige uitsparing 61. Vervolgens wordt een deksel 63 via een schamierdeel 62 over het bodemdeel heen geslagen zodat de houder wordt gesloten. Eventueel kunnen sluitmiddelen aanwezig zijn om de houder in deze toestand te fixeren.
30 Teneinde de in een ronde schijfvormige drager opgeslagen voorwerpen zicht baar te houden zal het duidelijk dat het de voorkeur verdient dat althans een deel van de gebruikte materialen transparant is. In een uitvoeringsvorm met blinde uitsparingen, zoals geïllustreerd in figuur 2a, is het in dit geval noodzakelijk dat ofwel de 1011414 « 6 drager 40 ofwel de afdeklaag 42 transparant zijn. In een uitvoeringsvorm met doorlopende uitsparingen is het noodzakelijk dat tenminste één van de afdeklagen 52 en/of 53 transparant is. Die delen, die niet per se transparant moeten zijn om de ingesloten voorwerpen zichtbaar te houden kunnen bijvoorbeeld worden voorzien van een be-5 drukking in de vorm van afbeeldingen, tekst, of andere grafische informatie die ofwel louter als decoratie dienst doet ofwel een informatief karakter geeft en bijvoorbeeld informatie verschaft over het voorwerp dat zich in de betreffende drager bevindt.
Andere uitvoeringsvormen van houders zijn getoond in de figuren 3b en 3c. In figuur 3b is een houder getoond soortgelijk aan die van figuur 3a maar nu uitgevoerd 10 met een bodemdeel waarin vier uitsparingen zijn aangebracht waarvan er één is aangeduid met 71. Op soortgelijke wijze als bij de uitvoeringsvorm van figuur 3a is ook hier voorzien in een deksel 73 dat via een hengsel 72 aan het bodemdeel 70 is vastgezet.
Een uitvoeringsvorm met niet-symmetrische configuratie van uitsparingen is 15 getoond in figuur 3c. In dit geval is het bodemdeel 80 voorzien van drie uitsparingen waarvan er één is aangeduid met 81. Ook hier is een deksel 83 via een hengsel 82 vastgezet aan het bodemdeel 80.
Een zeer voordelige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de diameter D van de ronde schijfvormige drager gelijk wordt gekozen aan de standaard-diameter 20 van een compact-disk. In dat geval kunnen zeer veel fabricagetechnieken die worden gebruikt bij het vervaardigen van compact-disks ook worden toegepast bij het vervaardigen van de inrichtingen volgens de uitvinding. Daarnaast is het mogelijk om veel verpakkingsmateriaal, dat wordt gebruikt voor het verpakken en opslaan van de compact-disks, ook te gebruiken voor het verpakken en opslaan van inrichtingen 25 volgens de uitvinding. Gedacht kan daarbij worden aan de bekende doorzichtige kunststof doosjes dan wel aan enveloppen of zakjes uit papier, karton of stootvast materiaal waarin bijvoorbeeld compact-disks worden verstuurd. In het bijzonder indien de ronde schijfvormige drager voorzien is van tenminste een centrale doorlopende uitsparing waarvan de afmetingen overeenstemmen met die van het middengat van 30 een compact-disk, kunnen alle verpakkingsmaterialen voor compact-disks zonder enige constructionele wijziging worden toegepast. In die gevallen waarin de ronde schijfvormige drager niet voorzien is van een centraal gelegen opening of uitsparing, zoals bijvoorbeeld de uitvoeringsvorm van figuur ld, moeten de verpakkingen indien 101141ï 7 nodig zodanig worden aangepast dat de middelen die aangrijpen op het centrale gat in de compact-disk worden verwijderd.
Tot nu toe zijn in de diverse figuren alleen dunne uitvoeringsvormen van een cilinder beschreven die, zoals in het bovenstaande is gebeurd, beter kunnen worden 5 aangeduid met de term "schijf'. Een dikkere uitvoeringsvorm is getoond in figuur 5 en ziet er echt uit als een cilinder 70. In deze cilinder 70 zijn een aantal uitsparingen 71, 72 en 73 aangebracht, die uitmonden op de bovenzijde van de cilinder. Om aan te geven dat de uitsparingen niet allemaal dezelfde grootte behoeven te hebben, is de uitsparing 71 langer getekend dan de uitsparing 73, die op zijn beurt weer langer is 10 dan 72. Ook de diameter van de diverse uitsparingen behoeft niet dezelfde te zijn.
De dikte zal variëren afhankelijk van de voorwerpen, die in de uitsparingen aangebracht moeten worden. In het bovenstaande is gewezen op het gebruik voor medailles, munten, knopen, en andere platte voorwerpen. De inrichting uit figuur 5 kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor meer volumineuze voorwerpen zoals vinger-15 hoedjes, sleutels, mineralen en gesteenten, en andere voorwerpen, die bijvoorbeeld deel kunnen uitmaken van een verzameling of op andere wijze voor de gebruiker van de inrichting van bijzondere betekenis zijn.
In de uitvoeringsvormen volgens de figuren la t/m ld zijn de voorwerpen die zich in de inrichting bevinden, slechts van de bovenzijde zichtbaar. Bij de meer volu-20 mineuze voorwerpen, die zich in de uitvoeringsvorm van figuur 5 kunnen bevinden, zijn de voorwerpen zowel van de bovenzijde als vanaf de zijkant zichtbaar. Een nadeel is echter dat in veel gevallen de onderzijde van de voorwerpen niet zichtbaar zijn. Om daarvoor een oplossing te bieden kan bijvoorbeeld de houder van figuur 6 worden gebruikt. Deze houder bestaat uit een bak met opstaande rand, in zijn alge-25 meenheid aangeduid met 80. In de rand is een uitsparing 81 aangebracht, waarop de inrichting 82 rust. De inrichting 82 is voorzien van twee uitsparingen 83 en 84. De diameter van de inrichting 82 correspondeert met de diameter van de uitsparing 81 zodat de inrichting in deze uitsparing past op zodanige wijze, dat er een ruimte overblijft tussen de onderzijde van de inrichting 82 en de bodem van de bak 80. Op de 30 bodem van de bak 80 is verder een bekledingslaag 83 aangebracht, waarvan althans de bovenzijde tenminste gedeeltelijk reflecterend is. Als er nu van uitgegaan wordt dat de inrichting 82 tenminste voor een deel transparant is, dan is het dus mogelijk om door de inrichting heen en via de transparante laag 83 de onderzijde van voor- 1011414 8 werpen in de uitsparingen 83 en 84 waar te nemen. Door het aanbrengen van een spiegelende laag komen de voorwerpen als het ware los van de bodem en lijken boven deze bodem te zweven, waarbij in het spiegelbeeld het voorwerp een tweede keer zichtbaar wordt. Het verdient de voorkeur om de afstand tussen de onderzijde van het 5 voorwerp en de spiegelende laag niet veel groter te maken dan de diameter van de uitsparingen 83 en 84, omdat anders een deel van het effect weer verloren gaat. Dit is echter niet in alle gevallen noodzakelijk. Het verdient verder de voorkeur om de afstand ook weer niet al te klein te maken, omdat bij kleinere afstanden het effect van de spiegelende laag ook voor een deel verloren gaat. Dat houdt in dat bij hogere 10 inrichtingen, zoals de inrichting uit figuur 5, het vaak niet noodzakelijk is om gebruik te maken van een bak met een uitsparing. In veel gevallen kunnen hogere inrichtingen direct op de spiegelende laag worden geplaatst om het gewenste effect te bereiken.
De spiegelende laag kan worden aangebracht met behulp van een bekende 15 bekledingswerkwijze zoals bijvoorbeeld spuiten, sputteren, coaten, of op andere wijze, maar kan ook bestaan uit een losse materiaallaag, die in de bak wordt gelegd. Om al te gemakkelijk zoekraken van de spiegelende laag te voorkomen, verdient het in de laatste gevallen de voorkeur dat de laag met behulp van een geschikt hecht- of kleef-middel als dan niet losneembaar aan de bodem wordt bevestigd. Met andere woorden, 20 de laag kan uitgevoerd zijn als een sticker, die op bekende wijze voorzien is van een kleeflaag en daarop eventueel een beschermlaag. De laag 83 behoeft niet volledig reflecterend te zijn. Om het gewenste effect te bereiken is het alleen nodig dat de laag binnen een zekere afstand van de onderzijde van de uitsparingen 83 en 84 reflecterend is. Overige delen van de laag kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor het 25 aanbrengen van teksten, grafische afbeeldingen, achtergrondkleuren en dergelijke.
1011414

Claims (28)

1. Inrichting voor het bewaren en/of opslaan en/of tonen van een of meer voorwerpen, omvattende 5. een drager van een stijf materiaal waarvan de dikte tenminste gelijk is aan de dikte van de genoemde voorwerpen en voorzien van uitsparingen waarvan de dimensies zodanig zijn gekozen dat in elke uitsparing een van de genoemde voorwerpen past, - handhaafmiddelen om de voorwerpen in de uitsparingen te handhaven, met het kenmerk. 10 dat de drager is uitgevoerd als een ronde cilinder met een platte boven- en onderzijde en een dikte die niet groter is dan de diameter.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een of meer van de uitsparingen uitmonden aan de platte onderzijde. 15
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een of meer van de uitsparingen uitmonden aan de platte bovenzijde.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een of meer van de uitspa-20 ringen zijn uitgevoerd als openingen die doorlopen vanaf de platte bovenzijde naar de platte onderzijde.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ronde cilinder voorzien is van een aantal rond het cilinderhartlijn gerangschikte uit- 25 sparingen.
6. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de ronde cilinder voorzien is van een enkele uitsparing.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ene uitsparing zich althans bij benadering in het midden van de cilinder bevindt.
8. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de ronde cilinder 1011414 voorzien is van een centrale uitsparing alsmede een aantal rond deze centrale uitsparing gerangschikte verdere uitsparingen.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uitspa-5 ringen ronde cilindervorm hebben.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ronde cilinder dezelfde diameter heeft als een compact disk (waarvan de afmetingen zijn gestandaardiseerd) en een dikte die althans bij benadering gelijk is aan de dikte 10 van een compact disk.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de ronde cilinder dezelfde diameter heeft als een compact disk (waarvan de afmetingen zijn gestandaardiseerd) en een dikte die groter is dan de dikte van een compact disk. 15
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de genoemde handhaafmiddelen worden gevormd door ten minste een verdere materiaal-laag die, gepositioneerd wordt tegen een of beide platte oppervlakken van de ronde schijf en daardoor de uitsparingen afdichten. 20
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de verdere materiaallaag bestaat uit een schijf van een relatief stijf materiaal en met althans bij benadering dezelfde diameter als de ronde cilinder.
14. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de verdere materiaallaag bestaat uit een folie van een meer of minder flexibel materiaal.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de cilinder en/of althans een der verdere materiaallagen transparant is. 30
16. Inrichting volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de handhaafmiddelen worden gevormd door een of meer stoppen die passen in de uiteinden van de uitsparingen. 1011414
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de stoppen transparant zijn.
18. Houder voor een inrichting als omschreven in een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de houder bestaat uit tenminste een ronde bak met bodem en opstaande rand, van welke bak de diameter in hoofdzaak correspondeert met de diameter van de betreffende inrichting.
19. Houder volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de bak voorzien is van 10 houdmiddelen voor het vasthouden van de inrichting in de bak.
20. Houder voor een aantal inrichtingen als omschreven in een der voorgaande conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de houder bestaat uit een aantal bakken elk met een bodem en een opstaande rand, van welke bakken de diameter in hoofdzaak 15 correspondeert met de diameter van de betreffende inrichting die daarin moet worden geplaatst, welke bakken met hun randen aan elkaar zijn bevestigd respectievelijk aan elkaar vast zitten.
21. Houder voor een inrichting als omschreven in conclusie 10 of 11, met het 20 kenmerk, dat de houder wordt gevormd door een op zich bekende houder van het type dat wordt gebruikt voor het opslaan van een compact disk
22. Houder voor een aantal inrichtingen als omschreven in conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de houder wordt gevormd door een op zich bekende houder van het 25 type dat wordt gebruikt voor het opslaan van een aantal compact disks
23. Houder volgens een der conclusies 18-22, met het kenmerk, dat de bak respectievelijk althans een deel van de bakken is voorzien van een tenminste gedeeltelijk reflecterende bodemlaag. 30
24. Houder volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de tenminste gedeeltelijk reflecterende bodemlaag is opgebracht door middel van een op zich bekend bekle-dings- of coating proces. 1011414"
25. Houder volgens conclusie 23, met het kenmerk dat de tenminste gedeeltelijk reflecterende bodemlaag bestaat uit een losse materiaallaag die op de bodem wordt gelegd.
26. Houder volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de materiaal op de bodem is vastgezet door middel van een geschikt lijm- of hechtmiddel.
27. Houder volgens een der conclusies 18-26, met het kenmerk, dat de houder voorzien is van afstandselementen die ervoor zorgen dat er een zekere afstand blijft 10 tussen de onderzijde van de cilinder en de reflecterende materiaallaag op de bodem van de bak.
28. Combinatie van tenminste een inrichting als omschreven in een der conclusies 1 tot en met 17 en een houder als omschreven in een der conclusies 18 tot en met 27. 15 1011414
NL1011414A 1999-02-26 1999-02-26 Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke. NL1011414C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011414A NL1011414C2 (nl) 1999-02-26 1999-02-26 Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1011414 1999-02-26
NL1011414A NL1011414C2 (nl) 1999-02-26 1999-02-26 Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1011414C2 true NL1011414C2 (nl) 2000-08-29

Family

ID=19768739

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1011414A NL1011414C2 (nl) 1999-02-26 1999-02-26 Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1011414C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3624832A (en) * 1969-02-27 1971-11-30 John Malcolm Dunn Display holder for discs
GB1400076A (en) * 1972-07-05 1975-07-16 Povitz F Article display device
GB1603569A (en) * 1978-05-31 1981-11-25 Daniel J Storage system
CH655466A5 (de) * 1981-03-06 1986-04-30 Sieger Hermann E Muenzalbumblatt
US5191972A (en) * 1992-03-11 1993-03-09 Unicover Corporation Storage and display device for coins and the like

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3624832A (en) * 1969-02-27 1971-11-30 John Malcolm Dunn Display holder for discs
GB1400076A (en) * 1972-07-05 1975-07-16 Povitz F Article display device
GB1603569A (en) * 1978-05-31 1981-11-25 Daniel J Storage system
CH655466A5 (de) * 1981-03-06 1986-04-30 Sieger Hermann E Muenzalbumblatt
US5191972A (en) * 1992-03-11 1993-03-09 Unicover Corporation Storage and display device for coins and the like

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5551559A (en) Media disk storage container with printed paperboard sheets
US6092650A (en) Compact disc holder
US7051872B2 (en) Metal packaging
TWI516416B (zh) 分送眼用鏡片的裝置及方法(一)
CA2489859A1 (en) Container with integral card holder
US5476173A (en) Packaging construction
US5819928A (en) Packaging container for recordings and the like
WO1999029595A1 (en) Gemstone gift card with video or audio device carrier
US20060124479A1 (en) Injection molded DVD case having at least one recess on an outer surface for the installation of a decorative insert
EP1976777A2 (en) Compact disk (cd) jewel case hinge storage apparatus and marketing method
WO2006122134A1 (en) Comestible product displaying dispenser and method
NL1011414C2 (nl) Inrichting voor het bewaren van platte voorwerpen zoals munten en dergelijke.
JP6023352B2 (ja) 喫煙製品を収容するパッケージを保つための装置
WO2001087732A1 (en) Product dispenser and method of making same
EP0238350A2 (en) Compact disc holder
US6357584B1 (en) Item and product sample card with video or audio device carrier
EP2246507A1 (en) Universal retail security package with cover window
EP1751760A1 (en) Lightweight, low cost multimedia package and method for making same
US6273249B1 (en) Novelty item and product sample card with video or audio device carrier
RU2312804C2 (ru) Металлическая упаковка
NL1014238C2 (nl) Houder voor platte informatiedragers en cassette omvattende drie of meer van dergelijke houders.
WO2006087632A2 (en) Rotating pack
JPS63501211A (ja) コンパクトデイスク容器の貯蔵装置
WO1991017941A1 (en) Sampler cartridge display case and unit sampler
JP3096743U (ja) 記録媒体収納ケース

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130901