NL1011059C2 - Bekkenbandage. - Google Patents

Description

Titel: Bekkenbandage

De uitvinding heeft betrekking op een bekkenbandage voor het corrigeren van de stand van het bekken, voorzien van een dorsaal te dragen eerste steunelement, een ventraal te dragen tweede steunelement, en rond het bekken aan te 5 brengen, met de steunelementen te verbinden banden.

Een dergelijk bekkenbandage is bekend uit het Nederlands octrooischrift 1004821. De banden worden daar gevormd door een steunbandsamenstel en een tweetal delordoseringsbanden. Bij een optredende lordose komt het 10 lichaamszwaartepunt meer naar voren te liggen, waardoor een of beide bekkenvleugels de neiging hebben naar voren te kantelen en daarmee tegelijkertijd een weinig in buitenwaartse richting, hetgeen een vergrote kantelkracht in het SI (sacro-iliacale) gewricht tussen het sacrum en 15 het os ilium teweegbrengt en daarmee een verhoogde en als pijnlijk ervaren spanning in de desbetreffende ligamenten. Door het steunbandsamenstel kan het bekken zodanig worden ingeklemd dat deze ligamenten worden ontlast. Bij het aantrekken van de bandage wordt eerst het 20 steunbandsamenstel nauw om het bekken sluitend strak getrokken. Vervolgens wordt het bekken van de patiënt achterover gekanteld, waardoor de lage rug wordt gedelordoseerd. Terwijl het bekken in deze stand wordt gehouden, worden de delordoseringsbanden zodanig tussen de 25 steunelementen aangebracht en strak getrokken dat deze aan weerszijden van de romp van de patiënt over de weke delen van het lichaam juist boven het bekken van de patiënt verlopen. Terugkantelen van het bekken, waardoor de lordose weer zou toenemen, wordt nu belemmerd doordat de 30 delordoseringsbanden, naarmate het bekken verder voorover kantelt, strakker worden aangetrokken.

Doordat de bandage alleen rondom het bekken en de weke delen juist daarboven wordt gedragen, wordt enerzijds de bewegingsvrijheid van degene die de bandage draagt 1011059 2 slechts weinig beperkt, doch treedt anderzijds, in het bijzonder bij het gaan zitten, gemakkelijk een verschuiving van het steunbandsamenstel op. Om dit te voorkomen, zal de neiging bestaan het steunbandsamenstel steeds strakker aan 5 te trekken, waardoor pijnlijke plekken, in het bijzonder ontstekingen kunnen ontstaan op de aanhechtingsplaatsen van de spieren. Daarnaast blijkt in de praktijk de delordoserende werking van de delordoseringsbanden onvoldoende te zijn.

10 De uitvinding heeft als doel een bandage voor het corrigeren van de stand van het bekken te verschaffen die enerzijds ten opzichte van de hiervoor besproken bekende bandage een versterkte delordoserende werking teweegbrengt en die anderzijds comfortabel te dragen is en gemakkelijk 15 blijft zitten in de positie waarin deze is aangetrokken.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat een tussen de benen door aan te brengen, de symphysis stabiliserende liesband aanwezig is, en doordat de banden slechts worden gevormd door een tweetal, de 20 crista iliaca stabiliserende verdere draagbanden, welke liesband en verdere draagbanden enkel in hun lengterichting elastisch zijn uitgevoerd en op de beide steunelementen kunnen worden vastgezet.

Door de liesband en de beide verdere draagbanden 25 onder de juiste spanning aan te leggen, wordt een druk op het tuber ischiadicum en het os pubis uitgeoefend, waardoor een stabiliserende werking op de symphysis wordt verkregen en een druk op de crista iliaca aan weerszijden van het os ilium, en waardoor vanaf drie punten een druk op het bekken 30 wordt uitgeoefend, welke druk daarop een terugkantelend effect heeft waarmee een delordoserende werking wordt verkregen. Om de liesband en de beide verdere draagbanden onder de juiste spanning te kunnen aanleggen, zijn deze banden van een materiaal dat vrijwel alleen een elastische 35 werking in de lengterichting van de banden heeft en zijn deze banden losneembaar te bevestigen aan de 1011059 3 respectievelijke steunelementen, die overigens niet-elastisch zijn uitgevoerd.

De banden kunnen met beide steunelementen losneembaar worden verbonden door gespen, clips of soortgelijke 5 verbindingsmiddelen. Ook is het mogelijke de banden vast te verbinden met een van de steunelementen en losneembaar met het andere steunelement. Het verdient daarbij de voorkeur wanneer de liesband en de verdere draagbanden op een of beide steunelementen kunnen worden vastgezet met behulp van 10 klittenband. Hierdoor wordt een gemakkelijke vervaardiging van de bekkenbandage verkregen en kan deze bandage gemakkelijk worden ingesteld op de bekkenafmetingen van de desbetreffende patiënten.

De bekkenbandage overeenkomstig de uitvinding is 15 zowel toepasbaar bij mannen als bij vrouwen. Bij aanleggen van de bandage bij mannen verdient het echter de voorkeur wanneer de liesband, daar waar bij aanbrengen van de bandage bij mannen zich het scrotum bevindt, is voorzien van een gedeelte waarvan de elasticiteit groter is dan die 20 van de liesband zelf. Hierdoor wordt een als onaangenaam ervaren grote druk op het scrotum vermeden zonder dat de gewenste druk op het tuber ischiadicum en het os pubis behoeft te worden verminderd.

Om een zo goed mogelijke driepunts-drukuitoefening op 25 het bekken te verkrijgen en om insnoering te voorkomen, blijkt het gewenst te zijn dat de liesband minimaal 13 cm breed is de verdere draagbanden minimaal 10 cm breed.

Naast de hiervoor beschreven maatregelen kan ter versterking van de therapeutische werking van de 30 bekkenbandage deze zijn voorzien van een horizontaal om het bekken heen vast te zetten elastische compressieband. Deze compressieband kan weer met behulp van klittenband worden vastgezet op een van de steunelementen, terwijl eveneens de beide uiteinden van de, compressieband met elkaar kunnen 35 worden verbonden door.klittenband.

1011059 4

Om het aanleggen en dragen van de bekkenbandage te vergemakkelijken kan deze deel uitmaken van een zwangerschapsbandage of van een verder te dragen kledingstuk, zoals broek, overall en dergelijke.

5

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. In de tekening toont:

Fig. IA een uitvoeringsvoorbeeld van een bekkenbandage overeenkomstig de uitvinding met in Fig. 1B 10 een optioneel hiernaast te gebruiken compressieband;

Fig. 2 een voor mannen te gebruiken bekkenbandage overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 3 een voor vrouwen te gebruiken bekkenbandage;

Fig. 4A en 4B de voor- en achterzijde van een 15 aangelegde bekkenbandage overeenkomstig de uitvinding;

Fig. 5 een bekkenbandage welke deel uitmaakt van een zwangerschapsbandage; en

Fig. 6 de in fig. 5 weergegeven zwangerschapsbandage in de aangetrokken vorm.

20 In de figuren zijn gelijke delen door gelijke verwijzingscijfers aangegeven.

De bekkenbandage, zoals die in verscheidene figuren is afgebeeld, omvat een dorsaal te dragen steunelement 1, 25 een ventraai te dragen steunelement 2, een liesband 3 en een tweetal verdere draagbanden 4 en 5. De beide steunelementen 1 en 2 zijn vervaardigd uit een niet-elastisch materiaal, bij voorkeur een textielmateriaal. De liesband 3 en de beide draagbanden 4 en 5 zijn vervaardigd 30 uit een materiaal, bij voorkeur een textielmateriaal, dat enkel elastisch is in de lengterichting van de banden. Ten opzichte van de beide draagbanden 4 en 5 is de liesband 3 relatief kort en heeft daardoor een grotere trekspanning dan de draagbanden 4 en 5 met het gevolg dat een grotere 35 druk op het tuber ischiadicum en het os pubis kan worden uitgeoefend en dus een bijzonder goede stabilisatie van de i 1011059 5 symphysis wordt verkregen. De liesband heeft een breedte van ongeveer 15 cm en kan tussen de beide steunelementen 1 en 2 worden aangebracht en daaraan bevestigd door klittenband. Daartoe zijn zowel de uiteinden van de 5 liesband als de beide steunelementen bekleed met een laag klittenband. In de fig. 1-3 is de bekkenbandage afgebeeld in de vorm waarin de liesband 3 reeds met de beide steunelementen 1 en 2 is verbonden. Elk steunelement vormt tezamen met de hiermee te verbinden banden een Y-vormige 10 constructie.

Doordat de liesband 3 relatief breed en enkel in de lengterichting elastisch is, kan deze gemakkelijk tussen de benendoor zonder knellen of insnoeren worden aangebracht; de zijranden vouwen gemakkelijk tegen de benen naar binnen 15 om, waardoor ten opzichte van een smalle liesband een grotere druk op het tuber ischiadicum en het os pubis kan worden uitgeoefend.

De beide draagbanden 4 en 5 hebben een breedte van ongeveer 12 cm en zijn eveneens, doch via de bovenzijde van 20 het bekken met de beide steunelementen 1 en 2 Deze draagbanden volgen daarbij de crista aliaca en vormen een stabilisering daarvoor. Ook de draagbanden 4 en 5 kunnen met behulp van klittenband met de steunelementen worden verbonden. Hiertoe zijn de uiteinden van deze banden 25 voorzien van klittenband, welke uiteinden kunnen samenwerken met de reeds genoemde klittenbandlaag op de beide steunelementen. In de fig. 1-3 is de bekkenbandage afgebeeld in de vorm waarin de draagbanden 4 en 5 reeds met het dorsaal aan te brengen steunelement 1 is verbonden. De 30 trekspanning in de draagbanden 4 en 5 zal minder zijn dan in de liesband 3; deze trekspanning zal verder het grootst zijn daar waar de kromming in de aanligging van de draagbanden tegen het bekken het minst is. Hierdoor wordt de grootste druk op het bekken verkregen op die plaatsen 35 waar een uitgeoefende druk het meest sterke therapeutische 1011059 6 effect heeft, dat wil zeggen bij een lordose het bekken tot een terug naar achteren kantelen beweegt.

Door de druk van de beide steunelementen tegen het lichaam en het samenspel van liesband en draagbanden blijft 5 het geheel op zijn plaats en zullen verschuivingen in de bandage niet of zo goed als niet optreden. De banden werken daarbij slechts op weinig kwetsbare delen van het lichaam. Voorts zal door deze bandage een omhoogtrekken van de bilspieren worden verkregen, waardoor meer ruimte voor de 10 zenuwbanen ontstaat en pijnklachten worden tegengegaan c.q. worden verminderd.

Wanneer op een eerste bekkenvleugel een kracht werkzaam is in een zodanige richting dat een geringe verdraaiing van deze eerste bekkenvleugel ten opzichte van 15 het sacrum en dus ten opzichte van de tweede bekkenvleugel dreigt plaats te vinden, waardoor deze eerste bekkenvleugel in het scro-iliacale gewricht tegelijkertijd iets naar buiten neigt te bewegen, dan dreigt het krachtenevenwicht in de Y-vormige constructies te worden verstoord. Ter 20 compensatie hiervan wordt door de desbetreffende draagband een kracht uitgeoefend die de bovengenoemde kracht en dus de dreigende verdraaiing van de eerste bekkenvleugel tegenwerkt.

De werking van de tot dusverre beschreven 25 bekkenbandage kan, indien dit therapeutisch nodig is, nog verder worden versterkt door horizontaal hieromheen een compressieband 6 aan te brengen. Door deze compressieband kan alzijdig een horizontale kracht op het bekken worden uitgeoefend, waardoor een mogelijk naar buiten wijken van 30 een of beide bekkenvleugels verder wordt tegengegaan en daarmee een mogelijke verdraaiing van een bekkenvleugel ten opzichte van het sacrum in het sacro-iliacale gewricht.

Deze compressieband, welke in zijn lengterichting weer elastisch is uitgevoerd en bij voorkeur uit een 35 textielmateriaal is vervaardigd, kan, zoals is aangegeven in de fig. 2 en 3, met behulp van klittenband worden 1011059 7 vastgezet op het steunelement 1. Door de beide uiteinden eveneens te voorzien van klittenband, kunnen deze uiteinden over elkaar heen aan de voorzijde van het lichaam met elkaar of met het steunelement 2 worden verbonden; zie fig.

5 4A en 4B.

Bekkenproblemen doen zich in het bijzonder veel voor bij vrouwen gedurende de zwangerschap. Om deze problemen tegen te gaan, kan de hiervoor beschreven bekkenbandage worden geïntegreerd in een zwangerschapsbandage, zoals is 10 afgebeeld in fig. 5 en 6. De beide steunelementen 1 en 2, de liesband 3 en de beide draagbanden 4 en 5 vormen dan één geheel met de verdere zwangerschapsbandage.

Opgemerkt zij dat de bekkenbandage overeenkomstig de uitvinding niet alleen kan worden geïntegreerd in een 15 zwangerschapsteunbandage, maar ook in andere kledingstukken, zoals een broek of een overall.

De uitvinding is niet beperkt tot de hier aan de hand van de figuren beschreven uitvoeringsvormen, doch omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze 20 vallen binnen de beschermingsomvang van de hiernavolgende conclusies.

1011059

Claims (10)

1. Bekkenbandage voor het corrigeren van de stand van het bekken, voorzien van een dorsaal te dragen eerste steunelement, een ventraal te dragen tweede steunelement, en rond het bekken aan te brengen, met de steunelementen te 5 verbinden banden, met het kenmerk, dat een tussen de benen door aan te brengen, de symphysis stabiliserende liesband aanwezig is, en dat de banden worden gevormd door een tweetal, de crista iliaca stabiliserende verdere draagbanden, welke liesband en verdere draagbanden enkel in 10 hun lengterichting elastisch zijn uitgevoerd en op de beide steunelementen kunnen worden vastgezet.

2. Bekkenbandage volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de liesband en de verdere draagbanden op de desbetreffende steunelementen kunnen worden vastgezet met 15 behulp van klittenband.

3. Bekkenbandage volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de liesband, daar waar bij aanbrengen van de bandage bij mannen zich het scrotum bevindt, is voorzien van een gedeelte waarvan de elasticiteit groter is dan die 20 van de liesband zelf.

4. Bekkenbandage volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verdere draagbanden minimaal 10 cm breed zijn.

5. Bekkenbandage volgens een van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de liesband minimaal 13 cm breed is.

6. Bekkenbandage volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een horizontaal om het bekken heen vast te zetten elastische 30 compressieband.

7. Bekkenbandage volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de compressieband met behulp van klittenband kan worden vastgezet op een van de steunelementen. 101 1059

8. Bekkenbandage volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de beide uiteinden van de compressieband met elkaar kunnen worden verbonden door klittenband.

9. Bekkenbandage volgens een van de voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat deze deel uitmaakt van een zwangerschapsbandage.

10. Bekkenbandage volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat deze deel uitmaakt van een verder te dragen kledingstuk, zoals broek, overall en dergelijke. 1011059