NL1010989C2 - Verdeelinrichting. - Google Patents

Description

VERDEELINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verdelen van een door een transporteur aangevoerde aanvoerstroom van achter elkaar geplaatste producten in eerste en tweede door de 5 transporteur af te voeren afvoerstromen van achter elkaar geplaatste producten.

Producten die verpakt worden door middel van het zogenaamde "flow wrap" principe verlaten de machine op zeer hoge snelheid. Ook onverpakte producten of 10 doosjes kunnen met grote snelheid worden aangevoerd.Bekende machines voor het in dozen doen van deze producten zijn niet in staat om de producten met een dergelijk hoge snelheid te verwerken. Hiertoe dient de stroom producten, die bijvoorbeeld uit een flow wrap-15 machine komt, verdeelt te worden in een aantal stromen, zodat de verwerkingssnelheid van elke stroom aanzienlijk lager kan liggen.

Er zijn verdeelinrichtingen bekend waarbij producten uit de aanvoerstroom gestoten worden door 20 middel van een luchtstraal of door middel van mechanische stootmiddelen. Het nadeel.hiervan is dat op de producten een korte maar hoge kracht wordt uitgeoefend, waardoor het product beschadigd kan worden of waardoor het product van zijn lijn afwijkt, zodat het verdelen niet meer 25 mogelijk is. Bovendien zijn dergelijke verdeelinrichtingen tot een bepaalde maximale snelheid van de aanvoerstroom_beperkt vanwege beperkingen in de schakelsnelheid van de stootmiddelen, daar anders de inrichting vast kan lopen.

30 De hierboven genoemde nadelen worden voorkomen met een inrichting volgens de uitvinding, welke inrichting omvat: mifiQRfl 2 - detectiemiddelen voor het detecteren van een produkt in de aanvoerstroom,· - een aantal althans gedeeltelijk ferromagnetische positioneerelementen, die evenwijdig aan 5 en met in hoofdzaak dezelfde snelheid als de transporteur aandrijfbaar zijn, en dwars op de transportrichting vanuit een rustpositie verschuifbaar zijn tot in een uitgeschoven positie; - stroomafwaarts van de detectiemiddelen 10 geplaatste verdeelmiddelen voor het in reactie op de detectiemiddelen naar keuze ofwel in de rustposite houden van een afzonderlijk positioneerelement ofwel het beginnen van een verschuifbeweging van een afzonderlijk positioneerelement vanuit de rustpositie naar de 15 uitgeschoven positie; - eerste magneetmiddelen voor het in de rustpositie houden van een positioneerelement, zodanig dat een aangevoerd produkt in de eerste afvoerstroom komt; 20 - tweede magneetmiddelen voor het voortzetten van de verschuifbeweging van een positioneerelement vanuit de rustpositie naar de uitgeschoven positie, zodanig dat het positioneerelement een aangevoerd produkt in de tweede afvoerstroom schuift, waarbij de keuze 25 zodanig wordt gemaakt, dat het debiet van elk van de afvoerstromen onder een vooraf bepaalde waarde ligt. Deze vooraf bepaalde waarde is onder andere afhankelijk van het aanvoerdebiet en de verwerkingssnelheid van de machines die de afvoerstromen verwerken. De waarde wordt 30 bij voorkeur periodiek vastgesteld.

Met behulp van de verdeelmiddelen wordt de verschuifbeweging van de positioneerelementen in gang gezet, waarna magneetmiddelen de verschuifbeweging afmaken. Hierdoor zijn de verdeelmiddelen slechts bij een 35 deel van de verschuifbeweging van elk positioneerelement betrokken, waardoor de voor de verdeelmiddelen benodigde tijd per positioneerelement aanzienlijk teruggebracht kan worden. Gezien de kortere schakeltijd kan de i n 1 n.Qfi q 3 verwerkingssnelheid van de verdeelinrichting aanzienlijk hoger zijn.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat: 5 - twee parallel aan elkaar lopende, aandrijfbare eindloze kettingen; - een aantal verbindingsstukken, die zijn aangebracht tussen twee tegenover elkaar liggende schakels van de kettingen,· 10 waarbij de positioneerelementen verschuifbaar ten opzichte van de verbindingsstukken zijn aangebracht.

Door de aandrijfbare kettingen te koppelen met de aandrijving van de transporteur kunnen de positioneerelementen met gelijke snelheid als de 15 producten verplaatst worden.

In een andere__„uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de positioneerelementen een algemene L-vorm met een lang en een kort been, waarbij het lange been van een positioneerelement zich uitstrekt in de schuifrichting en 20 het korte been haaks op de transportrichting staat.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm omvat het korte been van elk van de positioneerelementen een ferromagnetisch deel en grijpen de verdeelmiddelen hierop aan.

25 Een voordeel is dat de positioneerelementen met het korte been uitsteken uit de door de twee parallelle kettingen gevormde transportinrichting voor de positioneerelementen. ..Hierdoor kunnen de verdeelmiddelen eenvoudig op de positioneerelementen aangrijpen.

30 De verdeelmiddelen kunnen bedienbaar zijn door een servomotor, een pneumatische cilinder of door een door een elektromagneet aantrekbaar anker, waarbij terugstelmiddelen aanwezig zijn voor het uit de aangetrokken stand naar... een ruststand brengen van het 35 anker. _______________

Afhankelijk van de gewenste snelheid en de schakelkarakteristiek van de verdeelmiddelen kunnen de hierbovengenoemde bedieningen toegepast worden.

1n 1 09 89 4

In weer een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de inrichting geleidingsmiddelen voor het vanuit de uitgeschoven positie naar rustpositie terugbrengen van de positioneerelementen.

5 In een geprefereeerde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt een samenstel verschaft van een aantal stroomafwaarts achter elkaar geplaatste inrichtingen volgens de uitvinding, zodanig dat een afvoerstroom van de voorgaande inrichting de aanvoerstroom van een 10 opvolgende inrichting is.

Vaak is het gewenst om de aanvoerstroom van achter elkaar geplaatste producten in meer dan twee stromen te verdelen. Dit kan op eenvoudige wijze plaatsvinden door het achter elkaar plaatsen van een 15 aantal inrichtingen volgens de uitvinding.

Hierbij kan het voordelig zijn dat de positioneerelementen gemeenschappelijk zijn voor ten minste twee inrichtingen.

Door een inrichting volgens de uitvinding 20 zodanig uit te voeren, dat twee of meer positioneerelementen op een product kunnen aangrijpen, is het mogelijk om door middel van deze positioneerelementen de producten in een vaste oriëntatie te brengen.

Verder is het mogelijk om door een 25 positioneerelement op een geschikte plaats op het product te laten aangrijpen, dit product in hoofdzaak 90° te roteren.

Deze en andere kenmerken worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen: 30 figuur 1 toont een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 toont een gedeeltelijk perspectiefaanzicht van de inrichting volgens figuur 1; figuur 3 toont een gedeeltelijk schematisch 35 perspectiefaanzicht van de inrichting volgens figuur 1; figuur 4 toont een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding.

1010989 5 figuur 5 toont een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm 1 volgens de uitvinding getoond, die geplaatst is naast een 5 transportband 2. Over de transportband 2 worden in stroom A producten 3 aangevoerd. Door middel van een detector 4 worden de producten 3 gedetecteerd en door de inrichting l naar keuze verschoven, zodat een eerste en een tweede stroom (B respectievelijk C) ontstaat. Producten 3, die 10 naar de afvoerstroom B geschoven dienen te worden, worden door positioneerelementen 5 vanuit de aanvoerstroom A naar de afvoerstroom B geschoven.

Nadat de aangevoerde producten 3 in stromen B en C verdeeld zijn, worden de uitgeschoven 15 positioneerelementen 5 door middel van geleidingsmiddelen 6 weer teruggeschoven naar een ruststand.

Figuur 2 toont een gedeeltelijk perspectiefaanzicht van de inrichting 1 getoond in figuur 1, waarbij het deel waar de positioneerelementen 5 naar 20 een uitgeschoven positie worden gebracht, getoond wordt. De inrichting 1 omvat twee eindloze kettingen 7, die over kettingwielen 8 aandrijfbaar geleid worden. De beide kettingen 7 zijn door middel van een groot aantal verbindingspennen 9 metelkaar verbonden. Door deze 25 verbindingspennen 9 worden de positioneerelementen 5 dwars op de transportrichting verschuifbaar geleid. De positioneerelementen 5 hebben een algemene L-vorm, waarbij het korte been een ferromagnetisch deel 10 omvat (zie figuur 3).

30 Tussen de door kettingen 7, kettingwielen 8 en verbindingspennen 9 gevormde transportinrichting voor de positioneerelementen 5 is een eerste magneet 11 en een tweede magneet 12 aangebracht. De positioneerelementen 5 worden in een ruststand aangevoerd en worden tussen de 35 eerste en tweede magneet met hun ferromagnetische deel 10 getransporteerd. Doordat de eerste en tweede magneet tegenover elkaar geplaatst zijn ontstaat tussen de magneten een magnetisch veld, waarbij de invloedsgebieden 1010989 6 van beide magneten nauwkeurig gescheiden zijn. Wanneer het ferromagnetische deel 10 exact op de scheiding tussen de magneten in wordt getransporteerd, is slechts een zeer kleine verplaatsing noodzakelijk om het ferromagnetische 5 deel door ofwel de eerste ofwel de tweede magneet aan te laten trekken. Deze verplaatsing kan worden uitgeoefend door een stoot van de verdeelmiddelen 13, zoals getoond in figuur 2.

Het is ook mogelijk het ferromagnetische deel 10 10 door een U-vormig geleidingselement 14 te leiden, dat bediend wordt door de verdeelmiddelen 13. Hierdoor kunnen de verdeelmiddelen in één stand blijven staan wanneer een aantal elementen 5 in een uitgeschoven positie gebracht moeten worden. Dit komt de schakeltijd ten goede, 15 waardoor de verdeelsnelheid kan toenemen.

Wanneer het ferromagnetische deel door de eerste magneet wordt aangetrokken, zal het betreffende positioneerelement in de ruststand blijven. Wanneer de verdeelmiddelen 13 een stoot uitoefenen op het 20 positioneerelement, zodanig dat het ferromagnetische deel in de aantrekkingskracht van de tweede magneet 12 komt, dat zal het betreffende positioneerelement 5 als gevolg van de schuine plaatsing van de tweede magneet 12 uitgeschoven worden. Hierdoor wordt op relatief rustige 25 wijze een product 3 vanuit de aanvoerstroom naar de afvoerstroom B geschoven.

Nadat de positioneerelementen 5 de volledig uitgeschoven positie hebben bereikt worden de positioneerelementen 5 door de geleidingsmiddelen 6 30 geleidelijk weer teruggebracht naar hun rustpositie.

In figuur 2 is getoond dat de tweede magneet 12 de volledige schuifbeweging van de positioneerelementen 5 bewerkstelligd. Het is echter mogelijk dat de tweede magneetmiddelen 12 overgaan in geleidingsmiddelen, 35 voordat de positioneerelementen 5 hun volledig uitgeschoven positie hebben bereikt.

In figuur 4 wordt een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Hierbij zijn twee inrichtingen i 1010989 7 15, 16 volgens de uitvinding stroomafwaarts achter elkaar geplaatst langs een transportband 2. De eerste inrichting 15 verdeelt de aanvoerstroom A van aangevoerde producten 3 in een afvoerstroom B en een afvoerstroom C. Vervolgens 5 verdeelt de inrichting 16 de van inrichting l afkomstige stroom C in een afvoerstroom D en een afvoerstroom E.

Zoals getoond in figuur 4 zijn de positioneerelementen\5 gemeenschappelijk voor beide inrichtingen 15 en 16. Het is natuurlijk ook mogelijk om 10 twee inrichtingen, zoals getoond in figuur 1, achter elkaar te plaatsen.

In figuur 5 wordt een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond". Hierin wordt de verdeel inrichting 1 volgens de uitvinding gebruikt voor het positioneren 15 van producten 3. Door een positioneerelement 5, dat naar een uitgeschoven positie wordt gebracht, op een geschikte plek op het product te laten aangrijpen, zal het product roteren. In een geprefereerde uitvoering heeft de transportband 2 een enigszins lagere snelheid dan de 20 verdeelinrichting, waardoor de producten tegen de uitgeschoven elementen_komen aan te liggen.

Met deze inrichting kunnen producten van een stroom producten op hoge snelheid in twee posities gepositioneerd wordenIn de getoonde uitvoering 25 verschillen de posities 90° van elkaar. Echter door een geschikte vorm van de positioneerelementen kunnen ook andere posities verkregen worden.

1010989

Claims (13)

1. Inrichting voor het verdelen van een door een transporteur aangevoerde aanvoerstroom van achter elkaar geplaatste producten in eerste en tweede door de transporteur af te voeren afvoerstromen van achter elkaar 5 geplaatste producten, welke inrichting omvat: - detectiemiddelen voor het detecteren van een produkt in de aanvoerstroom; - een aantal althans gedeeltelijk ferromagnetische positioneerelementen, die evenwijdig aan 10 en met in hoofdzaak dezelfde snelheid als de transporteur aandrijfbaar zijn, en dwars op de transportrichting vanuit een rustpositie verschuifbaar zijn tot in een uitgeschoven positie; - stroomafwaarts van de detectiemiddelen 15 geplaatste verdeelmiddelen voor het in reactie op de detectiemiddelen naar keuze ofwel in de rustposite houden van een afzonderlijk positioneerelement ofwel het beginnen van een verschuifbeweging van een afzonderlijk positioneerelement vanuit de rustpositie naar de 20 uitgeschoven positie; - eerste magneetmiddelen voor het in de rustpositie houden van een positioneerelement, zodanig dat een aangevoerd produkt in de eerste afvoerstroom komt; 25. tweede magneetmiddelen voor het voortzetten van de verschuifbeweging van een positioneerelement vanuit de rustpositie naar de uitgeschoven positie, zodanig dat het positioneerelement een aangevoerd produkt in de tweede afvoerstroom schuift, waarbij de keuze 30 zodanig wordt gemaakt, dat het debiet van elk van de afvoerstromen onder een vooraf bepaalde waarde ligt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, welke inrichting omvat: 1010989 - twee parallel aan elkaar lopende, aandrijfbare eindloze kettingen; - een aantal verbindingsstukken, die zijn aangebracht tussen twee tegenover elkaar liggende 5 schakels van de kettingen; waarbij de positioneerelementen verschuifbaar ten opzichte van de verbindingsstukken zijn aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de positioneerelementen een algemene L-vorm met een lang en 10 een kort been omvatten, waarbij het lange been van een positioneerelement zich uitstrekt in de schuifrichting en het korte been haaks op de transportrichting staat.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het korte been van elk van de positioneerelementen een 15 ferromagnetisch deel omvat en de verdeelmiddelen hierop aangrijpen.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de verdeelmiddelen bedienbaar zijn door een servomotor.

6. Inrichting volgens conclusie l, waarbij de 20 verdeelmiddelen bedienbaar zijn door een pneumatische cilinder.

7. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de verdeelmiddelen bedienbaar zijn door een door een elektromagneet aantrekbaar anker, waarbij 25 terugstelmiddelen aanwezig zijn voor het uit de aangetrokken stand naar een ruststand brengen van het anker.

8. Inrichting volgens conclusie 1, welke inrichting geleidingsmiddelen omvat voor het vanuit de 30 uitgeschoven positie terugbrengen van de positioneerelementen naar de rustpositie.

9. Samenstel van een aantal stroomafwaarts achterelkaar geplaatste inrichtingen volgens conclusie 1, zodanig dat een afvoerstroom van een inrichting de 35 aanvoerstroom van een opvolgende inrichting is.

10. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de positioneerelementen gemeenschappelijk zijn voor ten minste twee inrichtingen. 1n10989

11. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij met de positioneerelementen de producten georiënteerd kunnen worden.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de 5 producten 90° gedraaid kunnen worden.

13. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de vooraf bepaalde waarde afhankelijk is van het debiet van de aanvoerstroom en de gewenste debieten van de afvoerstromen. i 1010989