NL1010908C2 - Lift car guide system. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Liftkooigeleidingsstelsel.Short designation: Lift car guide system.

De uitvinding heeft betrekking op een liftstelsel, omvattende een liftkooi, naast de liftkooi aangebrachte langwerpige, slappe, verticale geleide-organen waarvan bovenste uiteinden met stationaire punten boven de liftkooi 5 verbonden zijn, houdorganen die op de liftkooi aangebracht zijn en die in combinatie met de langwerpige geleide-organen een geleidefunctie vervullen, en hijsmiddelen die met de liftkooi en een stationair punt boven de liftkooi verbonden zi jn.The invention relates to a lift system, comprising a lift cage, elongated, slack, vertical guide members arranged next to the lift cage, upper ends of which are connected to stationary points above the lift cage, holding members arranged on the lift cage and which in combination with the elongated guide members perform a guiding function, and hoisting means connected to the elevator car and a stationary point above the elevator car.

10 Een stelsel van de hierboven genoemde soort is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0117862. Bij het bekende stelsel bestaan de langwerpige geleide-organen uit kettingen, die onder de liftkooi vrij naar beneden hangen. De houdorganen bestaan voor elke ketting uit een groep van 15 drie kettingwielen waarover de ketting geleid is, zodanig dat bij aandrijving van een kettingwiel van elk van de kettingwielgroepen door op de liftkooi aangebrachte aan-drijfmiddelen de liftkooi verticaal verplaatst wordt. De aandrijfmiddelen omvatten een remschijf waarop remblokken 20 aangrijpen die door beJpvacht iging van een hydraulische cilinder vrij van de remschijf komen. Boven de bovenkant en onder de onderkant van de liftkooi zijn op de liftkooi langs de kettingen hydraulische kleppen aangebracht die bediend worden door nokken die aan de uiteinden van de kettingen 25 bevestigd zijn. Wanneer een klep door een nok bediend wordt, wordt de cilinder gestuurd zodat de remblokken op de remschijf aangrijpen en een verticale verplaatsing van de liftkooi gestopt wordt.A system of the above-mentioned type is known from European patent application EP-A-0117862. In the known system, the elongated guide members consist of chains, which hang freely down under the elevator car. For each chain, the holding members consist of a group of three sprockets over which the chain is guided, such that when the sprocket of each of the sprocket groups is driven by drive means arranged on the lift cage, the lift cage is moved vertically. The drive means comprise a brake disc on which brake pads 20 engage which are released from the brake disc by the widening of a hydraulic cylinder. Above the top and bottom of the elevator car, hydraulic valves are mounted on the elevator car along the chains, operated by cams attached to the ends of the chains. When a valve is operated by a cam, the cylinder is controlled so that the brake pads engage the brake disc and a vertical movement of the lift cage is stopped.

Bij het bekende stelsel kan de liftkooi door de werking 30 van wind op de liftkooi _en. op de kettingen of door bewegingen van personen in de liftkooi gemakkelijk schommelen of slingeren. Bij toepassing van een dergelijk stelsel in gevallen waar de liftkooi relatief nauwe doorgangen van een constructie moet passeren' kunnen door de kans op schommelen 1o * 0 Q 0 9 - 2 - of slingeren van de liftkooi zeer gevaarlijke situaties ontstaan. In veel landen is een dergelijk bekend liftstelsel daarom verboden om voor het vervoer van personen gebruikt te worden.In the known system the elevator car can act on the elevator car by the action of wind. on the chains or by movements of persons in the lift cage easily rocking or swinging. When such a system is used in cases where the elevator car has to pass through relatively narrow passages of a construction, very dangerous situations can arise due to the risk of the elevator car rocking or swinging. In many countries, such a known lift system is therefore forbidden to be used for the transport of persons.

5 In het algemeen grijpen hijsmiddelen een liftkooi boven het zwaartepunt ervan aan, waardoor het vaak niet nodig is de kooi zijdelings te geleiden. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de kooi een werkbrug is die verticaal langs een bouwkundige constructie verplaatst wordt, waarbij de 10 hijsmiddelen kunnen bestaan uit aan elke korte zijkant van de brug aangebrachte takel- en vangmiddelen voor een hijskabel respectievelijk vangkabel die aan hoge stationaire punten bevestigd zijn. Een ander geval betreft bijvoorbeeld een liftkooi in een liftschacht van een gebouw waarbij een 15 hijskabel vanaf op een hoog punt van het gebouw aangebrachte hijsmiddelen op het midden van de bovenkant van de kooi aangrijpt. Een normaliter toegepast hangbrugstelsel voor gebruik buiten en een normaliter gebruikt liftstelsel voor gebruik binnen een gebouw moeten aan verschillende voor-20 schriften voldoen. Een dergelijk liftstelsel voor personenvervoer moet vaste, stationaire geleidingsmiddelen zoals rails, omvatten om het slingeren van de kooi en het ontstaan van gevaarlijke ruimten tussen de vloer van de kooi en de vloer van een verdieping te voorkomen. Een hangbrugstelsel 25 is daarom niet geschikt voor het vervoeren van personen.Generally, lifting means engage a lift cage above its center of gravity, often eliminating the need to guide the cage sideways. This is the case, for example, when the cage is a work bridge which is moved vertically along an architectural construction, the hoisting means being able to consist of hoisting and catching means arranged on each short side of the bridge for a hoisting cable or catching cable attached to high stationary points. to be. Another case concerns, for example, an elevator car in an elevator shaft of a building in which a hoisting cable engages on the center of the top of the cage from hoisting means mounted on a high point of the building. A normally used suspension bridge system for outdoor use and a normally used lift system for indoor use must meet different requirements. Such a passenger transportation lift system must include fixed, stationary guide means, such as rails, to prevent cage swing and the creation of hazardous spaces between the cage floor and the floor of a storey. A suspension bridge system 25 is therefore not suitable for transporting people.

Niettemin is het gewenst voor hoge constructies, zoals bouwkranen of in torens van moderne windmolens, een installatie met een liftkooi voor transport van gespecialiseerd personeel aan te brengen die minder omvangrijk is dan een 30 installatie als gebruikt voor personenliften in gebouwen.Nevertheless, for tall structures, such as construction cranes or in towers of modern windmills, it is desirable to install a lift cage installation for transportation of specialized personnel that is less bulky than an installation used for passenger lifts in buildings.

Uit het Franse octrooischrift FR-A-326895 is een liftstelsel bekend met één of meer verticale kabels die elk om een aandrijfrol van een stationair opgestelde motor en een aantal katrollen geleid zijn. Elke kabel wordt gespannen 35 door een veer of door een gewicht dat aan een uiteinde van de kabel bevestigd is of dat via een katrol in een lus van de kabel hangt. Het spannen van de kabels dient voor het vergroten van de wrijving die optreedt tussen de betreffende i U i u i- *»' i - 3 - kabel en de respectieve aandrijfrol voor het verhogen van de doelmatigheid van de hefwerking. Het bekende stelsel is tamelijk complex en het installeren ervan, in het bijzonder het aanbrengen en correct geleiden van de kabels, zal tijd-5 rovend en daardoor duur zijn. Wanneer ter voorkoming van schommelen van de liftkooi de kabels door vergroting van de gewichten sterker gespannen worden heeft dit invloed op de hijsfunctie. Niet alleen zullen de wrijvingskrachten tussen de kabels en de bijbehorende aandrijfrollen toenemen, maar 10 ook de wrijvingskrachten in. lagers van de katrollen, waardoor de motor een groter vermogen dan bij minder gespannen kabels moet hebben. Naarmate de liftkooi met een maximaal toegelaten schommeling over een grotere verticale afstand verplaatst moet kunnen „worden zal de spanning in elke kabel 15 vergroot moeten worden en .zal de motor een groter vermogen moeten hebben. Bij een grote verplaatsingshoogte, zoals in of langs een toren, kan dit leiden tot een ongewenst robuuste constructie, een ongewenst groot vermogen van de motor en daardoor hoge kosten.French patent FR-A-326895 discloses an elevator system with one or more vertical cables, each of which is guided around a drive roller of a stationary engine and a number of pulleys. Each cable is tensioned by a spring or by a weight attached to one end of the cable or suspended in a loop from the cable via a pulley. The tensioning of the cables serves to increase the friction that occurs between the respective cable and the respective drive roller to increase the efficiency of the lifting operation. The known system is quite complex and its installation, in particular the installation and proper routing of the cables, will be time consuming and therefore expensive. If the cables are tensioned more strongly by increasing the weights to prevent the elevator car from rocking, this will affect the hoisting function. Not only will the frictional forces between the cables and the associated drive rollers increase, but so will the frictional forces. bearings of the pulleys, so that the motor must have a higher power than with less tensioned cables. As the lift cage must be able to be moved a greater vertical distance with a maximum permissible fluctuation, the tension in each cable will have to be increased and the motor will have to have a greater power. With a large displacement height, such as in or along a tower, this can lead to an undesirably robust construction, an undesirably high power of the motor and therefore high costs.

20 Voor het bereiken van. de genoemde doelstelling en voor het opheffen van de genoemde bezwaren heeft het stelsel van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de langwerpige geleide-organen geleidekabels zijn, de geleidekabels vrij van de hijsmiddelen zijn, de 25 onderste uiteinden van_____de geleidekabels met stationaire punten onder de liftkooi^ verbonden zijn en tussen de geleidekabels en stationaire, punten spanmiddelen verbonden zijn die geschikt zijn voor het tijdens gebruik van de liftkooi zodanig spannen van de geleidekabels dat de vloer van de 30 liftkooi in hoofdzaak horizontaal gehouden wordt.20 Before reaching. the said object and in order to overcome the said drawbacks, the system of the type mentioned in the preamble according to the invention is characterized in that the elongate guide members are guide cables, the guide cables are free from the hoisting means, the lower ends of the guide cables with stationary points are connected below the elevator car and are connected between the guide cables and stationary point tensioning means which are suitable for tensioning the guide cables during use of the elevator car such that the floor of the elevator car is kept substantially horizontal.

Het liftkooigeleidingsstelsel volgens de uitvinding maakt een relatief eenvoudige en goedkope installatie voor het hijsen en geleiden van een personenliftkooi mogelijk.The elevator car guiding system according to the invention enables a relatively simple and inexpensive installation for hoisting and guiding a passenger elevator car.

Doordat de geleidingsmiddelen kabels omvatten kan de 35 hoogte waarover de liftkooi geleid moet worden gemakkelijk en goedkoop aan de actuele, situatie aangepast worden.Because the guide means comprise cables, the height over which the elevator car must be guided can be easily and cheaply adapted to the current situation.

Andere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende toelichting in combi- 10 1 0 9 0 9 ---------- - 4 - natie met de bijgevoegde tekeningen, waarin: fig. 1 schematisch een torenbouwkraan toont waarin een liftkooigeleidingsstelsel volgens de uitvinding toegepast is; 5 fig. 2 op grotere schaal en gezien vanuit hetzelfde standpunt schematisch het geleidingsstelsel van fig. 1 toont; en fig. 3 het stelsel van fig. 2, gezien naar een zijkant daarvan, toont.Other features and advantages of the invention will become apparent from the following explanation in combination with the accompanying drawings, in which: Fig. 1 schematically shows a tower construction crane shows in which an elevator car guide system according to the invention has been applied; Fig. 2 shows on a larger scale and seen from the same point of view schematically the guide system of Fig. 1; and FIG. 3 shows the system of FIG. 2 viewed from a side thereof.

10 Fig. 1 toont een torenbouwkraan 1 bestaande uit een basis 2, een op de basis 2 aangebrachte toren 3, een bovenaan de toren 3 gekoppelde hefarm 4 en een contragewichtarm 5. De hefarm 4 heeft (niet getoond) rails waarover een hijswagen 6 kan rijden waarop katrollen aangebracht zijn 15 voor het geleiden van een of meer kabels waaraan een hijshaak 7 gekoppeld is. Aan het vrije uiteinde van de arm 5 is een contragewicht 8 bevestigd. Bovenaan de toren 3 is een cabine 9 voor een machinist voor het bedienen van de kraan 1 aangebracht.FIG. 1 shows a tower construction crane 1 consisting of a base 2, a tower 3 mounted on the base 2, a lifting arm 4 coupled at the top of the tower 3 and a counterweight arm 5. The lifting arm 4 has rails (not shown) over which a hoisting trolley 6 can ride, on which pulleys arranged for guiding one or more cables to which a hoisting hook 7 is coupled. A counterweight 8 is attached to the free end of the arm 5. At the top of the tower 3 is a cabin 9 for an operator for operating the crane 1.

20 Volgens de uitvinding zijn op afstand van de toren 3 ten minste twee verticale kabels 15 aangebracht, bijvoorbeeld elk tussen twee al of niet tijdelijk aan de toren 3 bevestigde uithouders 10, 11. De kabels 15 zijn met een bepaalde spanning gespannen, zodanig dat zijdelings buigen 25 van de kabels 15 belangrijk wordt beperkt.According to the invention, at least two vertical cables 15 are arranged at a distance from the tower 3, for instance each between two brackets 10, 11 which may or may not be temporarily attached to the tower 3. The cables 15 are tensioned with a certain tension, such that laterally bending 25 of the cables 15 is significantly limited.

De kabels 15 kunnen gespannen worden door met de kabels verbonden spanmiddelen 16, die hydraulische middelen kunnen zijn. Als alternatief zouden schroefspanmiddelen gebruikt kunnen worden of een platform dat op een aan de betreffende 30 kabel 15 aangebrachte verdikking steunt en op het platform gestapelde gewichten.The cables 15 can be tensioned by tensioning means 16 connected to the cables, which may be hydraulic means. Alternatively, screw tensioning means could be used, or a platform supported on a thickening applied to the respective cable 15 and weights stacked on the platform.

Zoals tevens getoond in de fig. 2 en 3 worden de kabels 15 gebruikt voor het geleiden van een liftkooi 18 die geschikt is voor personenvervoer. De liftkooi 18 heeft aan de 35 bovenkant grijporganen 19 die elk om een bijbehorende kabel 15 grijpen. De grijporganen 19 (of geleidestukken) kunnen glijdend of rollend over de lengte van de betreffende kabel 15 verplaatst worden. Bij voorkeur zijn tevens bij de onder- 10 1 0 9 0 8 - 5 - kant van de kooi 18 dergelijke grijporganen 19 aangebracht. Hierdoor wordt bereikt dat bij een geschikte trekspanning in de kabel 15 de vloer 20 van de kooi 18 steeds dezelfde hoek, in het bijzonder horizontaal, ten opzichte van de kabel 15 5 zal maken. Hierdoor is het bij een geschikte trekspanning in de kabels 15 voldoende om slechts twee kabels 15 op afstand van elkaar te gebruiken.As also shown in Figs. 2 and 3, the cables 15 are used to guide an elevator car 18 suitable for passenger transport. The elevator car 18 has gripping members 19 at the top, each of which grips around an associated cable 15. The gripping members 19 (or guide pieces) can be moved along the length of the relevant cable 15 in a sliding or rolling manner. Preferably, such gripping members 19 are also arranged at the bottom of the cage 18. This ensures that, with a suitable tensile stress in the cable 15, the floor 20 of the cage 18 will always make the same angle, in particular horizontal, with respect to the cable 15. As a result, with a suitable tensile stress in the cables 15, it is sufficient to use only two cables 15 at a distance from each other.

Een opstaand zijgedeelte 21 dat zich ongeveer tussen twee naburige kabels 15 bevindt is geschikt voor het daaraan 10 bevestigen van een hijskabel van een bijvoorbeeld aan de bovenste uithouders 11 bevestigde hijsinstallatie, of voor het aanbrengen van takel- en vangmiddelen voor een hijskabel respectievelijk vangkabel zoals bij een hangbruginstallatie voor gevelonderhoud. Hierdoor is het mogelijk een hijsin-15 stallatie voor de kooi 18 te gebruiken die slechts één hijskabel gebruikt. Hierdoor kunnen de hijsmiddelen, bijvoorbeeld de aan de bovenste uithouders 11 bevestigde hijsmiddelen of de op de kooi 18 aangebrachte takel- en vangmiddelen, enkelvoudig en daardoor relatief goedkoop uitgevoerd 20 zijn. Bij gebruik van enkelvoudige op de kooi aangebrachte hijs- en vangmiddelen wordt bovendien meer ruimte binnen de kooi 18 voor het vervoer van personen verkregen of kan de kooi 18 overeenkomstig kleiner uitgevoerd worden.An upright side section 21 which is approximately between two neighboring cables 15 is suitable for attaching a hoisting cable thereto from a hoisting installation, for instance attached to the upper brackets 11, or for arranging hoisting and catching means for a hoisting cable or catch cable as in the case of a suspension bridge installation for facade maintenance. This makes it possible to use a hoisting installation for the cage 18 which uses only one hoisting cable. As a result, the hoisting means, for instance the hoisting means attached to the upper brackets 11 or the hoisting and catching means arranged on the cage 18, can be single and therefore relatively inexpensive. When using single hoisting and catching means arranged on the cage, more space is also obtained within the cage 18 for the transport of persons or the cage 18 can be made correspondingly smaller.

De spanmiddelen 16 zijn bij voorkeur instelbare span-25 middelen, zoals met de genoemde hydraulische uitvoerings vorm, en worden gestuurd door aandrijfmiddelen 23. De aan-drijfmiddelen 23, die voor gebruik van hydraulische spanmiddelen 16 een hydraulische pomp kunnen omvatten, zijn geschikt om bij ontvangst van een extern commando de span-3 0 middelen 16 meer of minder te bekrachtigen voor het over eenkomstig variëren van de trekspanning van de met de spanmiddelen 16 verbonden kabel 15. Het externe commando kan bestaan uit een eenvoudige aan/uit-bediening.The tensioning means 16 are preferably adjustable tensioning means, such as with the said hydraulic embodiment, and are controlled by drive means 23. The drive means 23, which can comprise a hydraulic pump for use of hydraulic tensioning means 16, are suitable for reception of an external command to energize the tension means 16 more or less for varying the tensile stress of the cable 15 connected to the tension means 16 accordingly. The external command may consist of a simple on / off operation.

Bij toepassing van het liftkooigeleidingsstelsel vol-35 gens de uitvinding in een bouwkraan zoals getoond in fig. 1, kan het gewenst zijn de aandrijfmiddelen 23 te sturen om gedurende de tijd dat de liftkooi 18 op dezelfde hoogte blijft en geen personen öf goederen bevat, de trekspanning V: -5 ' Γ *; - 6 - in de kabels 15 te verminderen, zodat de werking van de kraan 1 niet nadelig beïnvloed wordt door een eventueel te hoge trekspanning in de kabels 15.When using the elevator car guide system according to the invention in a construction crane as shown in Fig. 1, it may be desirable to control the drive means 23 so that the elevator car 18 remains at the same height and does not contain persons or goods. tensile stress V: -5 'Γ *; - 6 - in the cables 15, so that the operation of the crane 1 is not adversely affected by any too high tensile stress in the cables 15.

De in een kabel 15 optredende trekspanning kan gemeten 5 worden door middel van een spanningsopnemer 24, die verbonden is met een meet- en stuurketen 25 voor het sturen van de aandrijfmiddelen 23.The tensile stress occurring in a cable 15 can be measured by means of a tension sensor 24, which is connected to a measuring and control circuit 25 for controlling the drive means 23.

De stuurmiddelen 25 kunnen tevens verbonden zijn met opnemers voor het meten van klimatologische omstandigheden, 10 zoals een windsnelheidsopnemer 26, een windrichtingsopnemer 27 en een temperatuuropnemer 28. De stuurketen 25 kan geschikt zijn om bij het sturen van de aandrijfmiddelen 23 rekening te houden met een of meer van met de opnemers 26, 27, 28 verkregen meetsignalen.The control means 25 can also be connected to sensors for measuring climatic conditions, such as a wind speed sensor 26, a wind direction sensor 27 and a temperature sensor 28. The control circuit 25 can be suitable for taking one or more factors into account when controlling the drive means 23. more of measurement signals obtained with the sensors 26, 27, 28.

15 Door toepassing van instelbare spanmiddelen 16 en een of meer van de opnemers 24 tot en met 28 in combinatie met de aandrij fmiddelen 23 en de stuurketen 25, is het stelsel geschikt om de spanning in de kabels 15 te variëren, bijvoorbeeld ter voorkoming van spanningsverschillen tussen de 20 kabels 15, het tegengaan van oscillaties in de kabels 15 en het anticiperen op weersinvloeden.By using adjustable tensioning means 16 and one or more of the sensors 24 to 28 in combination with the driving means 23 and the control circuit 25, the system is suitable for varying the tension in the cables 15, for instance to prevent voltage differences between the 20 cables 15, counteracting oscillations in the cables 15 and anticipating weather influences.

Hoewel het liftkooigeleidingsstelsel volgens de uitvinding hiervoor toegelicht is voor gebruik van spanmiddelen 16 en spanningsopnemers 24 per kabel 15 is het als alterna-25 tief mogelijk gemeenschappelijke spanmiddelen 16 en een gemeenschappelijke spanningsopnemer 24 voor meerdere kabels 15 te gebruiken. Dit kan mogelijk gemaakt worden door de kabels 15 op geschikte plaatsen (in fig. 2 en 3 onder de kooi 18) met elkaar te verbinden.Although the elevator car guide system according to the invention has been explained above for the use of tensioning means 16 and tension sensors 24 per cable 15, it is alternatively possible to use common tensioning means 16 and a common tension sensor 24 for several cables 15. This can be made possible by connecting the cables 15 to each other at suitable places (in fig. 2 and 3 under the cage 18).

30 Het hiervoor, voor toepassing bij een bouwkraan 1 toegelichte liftkooigeleidingsstelsel volgens de uitvinding kan tevens toegepast worden in schachten van gebouwen of torens die over de verplaatsingshoogte van de liftkooi 18 onvoldoende mogelijkheden bieden voor het bevestigen van 35 permanente geleidingsrails en/of waar in verband met het weinige gebruik van de liftkooi 18 de kosten tot een minimum beperkt moeten worden. Dergelijke torens zijn bijvoorbeeld torens van moderne windmolens, die hoger dan 50 m kunnen 10 1 0 3 0 8 i - 7 - zijn, een diameter van meer dan 4 m kunnen hebben en waarin op verschillende hoogten enkele platforms aangebracht zijn. Bij gebruik van een liftkooi moet deze met weinig tussenruimte door in de platforms gevormde gaten geleid kunnen 5 worden. Door middel van het geleidingsstelsel volgens de uitvinding wordt dit mogelijk gemaakt.The elevator cage guiding system according to the invention, explained above for use with a construction crane 1, can also be applied in shafts of buildings or towers which, over the displacement height of the elevator cage 18, do not offer sufficient possibilities for attaching permanent guide rails and / or where in connection with the little use of the elevator car 18 the costs must be kept to a minimum. Such towers are, for example, towers of modern windmills, which may be higher than 50 m, have a diameter of more than 4 m and in which several platforms are arranged at different heights. When using an elevator car, it must be possible to pass it through holes formed in the platforms with little space. This is made possible by means of the guide system according to the invention.

> Λ ,.· \ *.· * '> Λ,. · \ *. · * '

Claims (8)

1. Liftstelsel, omvattende een liftkooi (18), naast de liftkooi aangebrachte langwerpige, slappe, verticale geleide -organen waarvan bovenste uiteinden met stationaire punten boven de liftkooi verbonden zijn, houdorganen die op de 5 liftkooi aangebracht zijn en die in combinatie met de langwerpige geleide-organen een geleidefunctie vervullen, en hijsmiddelen die met de liftkooi en een stationair punt boven de liftkooi verbonden zijn, met het kenmerk dat de langwerpige geleide-organen geleidekabels (15) zijn, de 10 geleidekabels vrij van de hijsmiddelen zijn, de onderste uiteinden van de geleidekabels met stationaire punten onder de liftkooi verbonden zijn en tussen de geleidekabels en stationaire punten spanmiddelen (16) verbonden zijn die geschikt zijn voor het tijdens gebruik van de liftkooi 15 zodanig spannen van de geleidekabels dat de vloer (20) van de liftkooi in hoofdzaak horizontaal gehouden wordt.Elevator system, comprising an elevator car (18), elongated, slack, vertical guide members disposed adjacent the elevator car, upper ends of which are connected to stationary points above the elevator car, holding members mounted on the elevator car and which in combination with the elongated guide members perform a guiding function, and hoisting means connected to the elevator car and a stationary point above the elevator car, characterized in that the elongated guide members are guide cables (15), the guide cables are free from the hoisting means, the lower ends of the guide cables are connected to stationary points under the lift cage and tension means (16) are connected between the guide cables and stationary points which are suitable for tensioning the guide cables during use of the lift cage 15 such that the floor (20) of the lift cage is kept essentially horizontal. 2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de houdorganen (19) verspreid over de hoogte van de liftkooi 20 (18) aangebracht zijn.System according to claim 1, characterized in that the holding members (19) are arranged over the height of the elevator car 20 (18). 3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat een verticale afstand tussen de houdorganen (19) in hoofdzaak gelijk is aan de hoogte van de liftkooi (18). 25System according to claim 1 or 2, characterized in that a vertical distance between the holding members (19) is substantially equal to the height of the elevator car (18). 25 4. Stelsel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de hijsmiddelen op een gedeelte (21) van de liftkooi (18) tussen de kabels (15) aangrijpen.System according to claim 2 or 3, characterized in that the hoisting means engage on a part (21) of the elevator car (18) between the cables (15). 5. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanmiddelen (16) instelbaar zijn voor het door middel van een extern commando veranderen van de op ten minste één kabel (15) uitgeoefende trekkracht.System according to any one of the preceding claims, characterized in that the tensioning means (16) are adjustable for changing the tensile force exerted on at least one cable (15) by means of an external command. 6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de spanmiddelen (16) geschikt zijn om door middel van een 10 1 0 9 0 8 i extern commando verschillende trekkrachten op de kabels (15) uit te oefenen. - 9 -System according to claim 5, characterized in that the tensioning means (16) are suitable for exerting different tensile forces on the cables (15) by means of an external command. - 9 - 7. Stelsel volgens conclusie 5 of 6, gekenmerkt door 5 meetmiddelen (24) voor het meten van actueel in de kabels (15) optredende trekspanningen en stuurmiddelen (25) voor het afhankelijk van een verschil tussen de actuele trek-spanning en een gewenste trekspanning voor een kabel (15) sturen van de spanmiddelen (16) voor het minimaliseren van 10 het verschil.System according to claim 5 or 6, characterized by 5 measuring means (24) for measuring tensile stresses currently occurring in the cables (15) and control means (25) depending on a difference between the current tensile stress and a desired tensile stress for a cable (15) controlling the tensioning means (16) to minimize the difference. 8. Stelsel volgens conclusie 7, gekenmerkt door middelen • (26, 27, 28) voor het meten van een of meer klimatologische omgevingsfactoren en voor het op basis daarvan bepalen van 15 de gewenste trekspanningen. r; ηSystem according to claim 7, characterized by means • (26, 27, 28) for measuring one or more climatic environmental factors and for determining the desired tensile stresses on the basis thereof. r; η