NL1010840C2 - Inrichting voor het overslaan van goederen, meer in het bijzonder van op pallets geladen goederen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het overslaan van goederen, meer in het bijzonder van op pallets geladen goederen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het overslaan van goederen van/naar een schip, omvattende een voor verplaatsing langs een kade ingericht draaggestel met een daarvan uitstekende lastarm, waarlangs een loopkat 5 met hijsmiddelen beweegbaar is, waarbij middelen aanwezig zijn voor het overdekken van de laad/losplaats (=luikgat).

Dergelijke inrichtingen, ook wel "brugkraan" genoemd, zijn algemeen bekend. Het gaat daarbij in het algemeen om zware, railgebonden draaggestellen met eveneens zware, op 10 een grote, vaste hoogte daarvan uitstekende lastarmen, welke veelal opklapbaar zijn uitgevoerd om bij langsver-plaatsingen van het draaggestel obstakels te kunnen ontwijken. De uit het scheepsruim opgenomen last wordt daarbij , vanaf de loopkat onderaan de lastarm vrij naar bene-15 den hangend, naar de afzetplaats aan de wal getransporteerd. De middelen voor het overdekken van het luikgat worden daarbij gevormd door een als balg uitgevoerde kap, die door een tweede loopkat wordt gedragen, terwijl de lastarm van boven dwars door de kap heenreikt. Het gaat 20 hier om een betrekkelijk zware constructie, welke afbreuk doet aan de manoeuvreerbaarheid van de lastarm.

Een nadeel van de bekende inrichting (kraan) is, dat het lastpunt van de loopkat, bij stationair draaggestel, slechts in dwarsscheepse richting verplaatsbaar is. Voor 25 bewegingen in langsscheepse richting dient de gehele kraan te worden verreden. Een ander bezwaar is het gevaar voor neervallende delen van de lading in het traject tussen het schip en de wal.

De uitvinding nu beoogt een inrichting van de in de 30 aanhef omschreven soort te verschaffen, die meer in het bijzonder geschikt is voor de overslag van op pallets geladen goederen, daardoor lichter van constructie kan zijn en die de bovengenoemde nadelen van de bekende in- H 010840 2 richting mist.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de loopkat hoog bovenin de als kokerligger uitgevoerde lastarm hangt, welke kokerligger aan zijn vrije einde van 5 onderen open is en tot een de laad/losplaats overdekkende overkapping is verbreed c.q. verbreedbaar is, waarbij de loopkat is voorzien van een zwenkarm, waarvan het vrije einde de hijsmiddelen draagt.

Door de loopkat hoog bovenin de als kokerligger 10 uitgevoerde lastarm te hangen, kan de lading, zoals een beladen pallet, door de opening aan het vrije liggereinde heen tot binnen de ligger worden gehesen, waarna de loopkat tezamen met de (aan de dwarsscheeps gerichte zwenkarm hangende) lading in horizontale richting door de rondom 15 gesloten ligger naar een punt boven de afzetplaats kan worden getransporteerd. Het gevaar voor vallende lading (delen) is daarmede opgeheven.

Door toepasing van de zwenkarm, is voor de aan het vrije einde daarvan aangebrachte hijsmiddelen (vrijwel) 20 elk punt van het betreffende luikgat en de ruimte daaronder bereikbaar geworden. Daardoor is meer vrijheid verkregen ten aanzien van het positioneren (nauwkeurigheid van aanbieden) van de te lossen goederen, alsook ten aanzien van het plaatsen van de goederen met behulp van de inrich-25 ting (kraan) volgens de uitvinding.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de kokerligger in verticale richting verstelbaar in het steunframe gemonteerd. Hierdoor kan de afstand, waarover de lading moet worden gehesen om binnen de door de ligger 30 begrensde ruimte te geraken, in elk voorkomend geval tot een minimum worden beperkt en wel door de ligger op een zodanige hoogte in te stellen, dat de laad/losopening van de ligger juist boven het luikgat komt te liggen.

Voor een juiste dwarsscheepse positionering van de 35 laad/losopening van de ligger ten opzichte van het luikgat van schepen van uiteenlopende dwarsafmetingen dient de ligger in dwarsscheepse richting te kunnen worden ver- »1 010840 3 plaatst, bijvoorbeeld door het de ligger steunende draag-gestel in dwarsrichting te verplaatsen, waartoe het de ligger steunende draaggestel in dwarsrichting verrijdbaar kan zijn uitgevoerd.

5 Een praktische manier om de reeds aanwezige verrijd- baarheid in langsrichting te combineren met verrijdbaar-heid in dwarsrichting bestaat volgens een verder kenmerk van de uitvinding daarin, dat de het draaggestel steunende wielstellen om verticale assen zwenkbaar zijn uitgevoerd. 10 Om verticale assen zwenkbare en derhalve niet aan rails gebonden wielstellen hebben bovendien het voordeel, dat de gehele inrichting (kraan) zonder belemmeringen over een kade of weg is te verplaatsen.

Een voorkeursuitvoering voor een dwarsscheeps ver-15 plaatsbare ligger bestaat nochtans daarin, dat de ligger (bovendien) in dwarsscheepse richting verschuifbaar op (in) het draaggestel is gemonteerd. Deze uitvoering schept de mogelijkheid de ligger (vrijwel) geheel in te trekken en aldus bij langsscheepse verplaatsingen van het draagge-20 stel obstakels te ontwijken.

Een praktische uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt voorts daardoor gekenmerkt, dat de verbreding van het vrije liggereinde tot een de laad/losopening overdekkende overkapping wordt gevormd 25 door tenminste één zijdelings op het vrije liggereinde aansluitend kapelement.

In een voorkeursuitvoering heeft het kapelement de vorm van een markies. Dit biedt de mogelijkheid het verbrede liggereinde door het op/intrekken van het (de) 30 markiesvormige kapelement(en) tot binnen de dwarsdoorsne-debreedte van de ligger te versmallen, zodat de ligger ook in een tot binnen het draaggestel neergelaten positie geheel, d.w.z. met het (de) ingeklapte klapelement(en) tot binnen het draaggestel, kan worden ingetrokken.

35 De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

Fig. 1 is een schematisch aanzicht in perspectief van »•1 0 10 8 4 0 4 de inrichting volgens de uitvinding, met de lastarm in zijn hoogste en geheel uitgeschoven positie; fig. 2 toont een schematisch zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1 in een positie, waarin de last-5 arm zijn hoogste positie inneemt en de lastarm maximaal over de kaderand heenreikt; fig. 3 is een eindaanzicht van de inrichting, gezien van rechts in fig. 2; fig. 4 is een schematisch zijaanzicht van de inrich-10 ting volgens fig. 1, met de lastarm in zijn onderste positie en met het draaggestel op geruime afstand van de kaderand en fig. 5 is een eindaanzicht, gezien van rechts in fig.

4.

15 De in bedrijf langs een kade K opgestelde inrichting bestaat uit een draaggestel A en een daarvan uitstekende lastarm B.

Het draaggestel A is samengesteld uit een van loopwielen 2 voorzien basisframe 1 met twee daarvan opstaande, 20 door kolommen begrensde zijframes 3. Het basisframe 1 is voorzien van zijdelings uitschuifbare armen 4 met aan de vrije einden daarvan aangebrachte, verticaal uitzetbare voetsteunen 5 met behulp waarvan het draaggestel A op zijn standplaats kan worden gestabiliseerd, zoals het geval is 25 in fig. l.

De loopwielen 2 zijn om verticale assen zwenkbaar, teneinde het draaggestel daarmede, na intrekken van de steunvoeten 5, in de lengterichting over de kade K te kunnen verplaatsen.

30 In het basisframe 1 bevindt zich een transporteur C

voor het aanvoeren resp. af voeren van daarvan op te nemen resp. daarop af te zetten lading.

De lastarm B bestaat uit een kokerligger of holle-vakwerkligger, waarvan de bovenliggende vakwerkzijde 6 en 35 de beide uiteinden 7 en 8 met bijvoorbeeld zeildoek of dergelijk materiaal zijn afgedekt. Ook de staande vakwerk-zijden 9 kunnen worden afgedekt met zeildoek, dat in fig.

p1 010 8 4 0 5 1 in opgerolde vorm is weergegeven. De ligger B is aan zijn vrije einde van onderen over een lengte 1 geheel open. Ter plaatse is dus geen bodemvakwerk aanwezig. Over de lengte 1 is het vrije einde van de ligger B voorts 5 verbreed c.q. verbreedbaar door middel van een tweetal markiesvormige kapelementen 10, die zijdelings op de ligger B aansluiten. Het op de voorgrond liggende kapele-ment 10 is daarbij in opgetrokken c.q. samengevouwen toestand weergegeven. Daarbij is te zien dat ook de op-10 staande zijwanden van de ligger B over de lengte 1 geheel open zijn. Het boven de openingen in de bodem en opstaande zijwanden van de ligger B gelegen gedeelte van de bovenliggende vakwerkzijde 6 zal, om de ligger zijn buigstijf-heid te laten behouden, kunnen worden versterkt, bijvoor-15 beeld door dit gedeelte op zich als vakwerkligger uit te voeren.

De onderkant van de ligger B is voor het overige, tenminste tot aan het draaggestel A, geheel dicht.

Aan de onderzijde van de bovenliggende vakwerkzijde 20 zijn rails aangebracht, waaraan een loopkat 11 in de lengterichting van de ligger B verrijdbaar is opgehangen.

De loopkat 11 is voorzien van een om een verticale as zwenkbare arm 12, aan het vrije einde waarvan hijsmiddelen zijn aangebracht, in fig. 1 in de vorm van een aan hijska-25 beis hangende pallethaak 13. In fig. 1 is de arm 12 in een naar buiten gezwenkte, d.w.z. tot buiten de langsbegren-zing van de ligger B reikende positie weergegeven.

De ligger B is in de hoogterichting verstelbaar en is daartoe bijvoorbeeld gemonteerd op een hulpframe 14, dat 30 langs de vier als geleidekolommen fungerende kolommen van de zij frames 3 op en neer beweegbaar is. De details hiervan zijn niet nader weergegeven. De ligger B is voorts in dwarsscheepse richting verstelbaar en kan daartoe in de lengterichting verschuifbaar op het hulpframe 14 zijn 3 5 gemonteerd.

De lengte 1 is gekozen in overeenstemming met de grootste dwarsscheepse afmeting van een luikgat, die bij p1 010840 6 het lossen/laden moet worden overdekt om de lading tegen weersinvloeden te beschermen. De totale breedte van het verbrede uiteinde van de ligger (met inbegrip van de beide uitgeklapte kapelementen 10) correspondeert met de groot-5 ste langsscheepse afmeting van een te overdekken luikgat.

Fig. 2 en 3 tonen de situatie, waarin het draaggestel A met de ligger B in de hoogste positie tot nabij de kade-rand is gereden, zodat het verbrede liggereinde met de beide kapelementen 10 juist boven een betrekkelijk ver van 10 de kade gelegen luikgat 15 van een betrekkelijk hoog schip S is komen te liggen. Het lossen van de op verschillende niveaus in het scheepsruim aanwezige gepallettiseerde lading geschiedt verder in hoofdzaak op bekende wijze, waarbij echter de zwenkarm 12 de manoeuvreerbaarheid van 15 de hijsmiddelen (met pallethaak c.q. -kooi) aanzienlijk vergroot, waardoor minder voorbereidende werkzaamheden in het scheepsruim behoeven te worden uitgevoerd.

Bij het lossen wordt telkens een beladen pallet tot binnen de ligger B gehesen en de zwenkarm in een dwars-20 scheepse positie geplaatst, waarna de loopkat tezamen met de lading door de ligger heen naar een losplaats binnen het draaggestel wordt gereden om het pallet op de transporteur C af te zetten. De over het gedeelte x dichte bodemwand van de ligger beschermt de ruimte daaronder 25 tegen vallende lading(delen).

Voor het positioneren van het verbrede liggeruiteinde boven een volgend luikgat dient het draaggestel A in langsscheepse richting te worden verplaatst. Daartoe worden de loopwielen 2 over 90° gezwenkt, waarna de voets-30 teunen 5 worden opgetrokken en de langsscheepse verplaatsing kan plaatsvinden. Daarbij kan het gewenst zijn eerst de ligger naar links (gezien in fig. 2) te bewegen om bij de langsscheepse verplaatsing eventuele obtakels te vermijden.

35 Fig. 4 en 5 tonen de situatie, waarin het te lossen schip met het betreffende luikhoofd juist boven kadeniveau en op korte afstand van de kade is gelegen. Om ook in deze *1 0 10 8 4 0 7 situatie de ligger met zijn open uiteinde juist boven het luikgat 15 te positioneren is het draaggestel A over een afstand in dwarsscheepse richting vanaf de kaderand naar links verplaatst, terwijl de ligger B in zijn laagste 5 positie is neergelaten.

De beschreven inrichting kan worden beschouwd als een betrekkelijk lichte, compacte brugkraan, die in het bijzonder op het verwerken van gepallettiseerde lading is ingericht.

10 *1 010840

Claims (8)

1. Inrichting voor het overslaan van goederen van/naar een schip, omvattende een voor verplaatsing langs een kade ingericht draaggestel met een daarvan uitstekende lastarm, 5 waarlangs een loopkat met hijsmiddelen beweegbaar is, waarbij middelen aanwezig zijn voor het overdekken van de laad/losplaats (=luikgat), met het kenmerk, dat de loopkat hoog bovenin de als kokerligger uitgevoerde lastarm hangt, welke kokerligger aan zijn vrije einde van onderen open is 10 en tot een de laad/losplaats overdekkende overkapping is verbreed c.q. verbreedbaar is, waarbij de loopkat is voorzien van een zwenkarm, waarvan het vrije einde de hijsmiddelen draagt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de kokerligger in verticale richting verstelbaar in het steunframe is gemonteerd.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het de ligger steunende draaggestel tevens in dwars-richting verrijdbaar is uitgevoerd.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het draaggestel is uitgerust met wielstellen, die om verticale assen zwenkbaar zijn uitgevoerd.

5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de ligger in dwarsscheepse richting verschuifbaar op 25 (in) het draaggestel is gemonteerd.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de verbreding van het vrije liggereinde tot een de laad/losopening overdekkende overkapping wordt gevormd door tenminste één zijdelings op het vrije liggereinde 30 aansluitend kapelement.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het kapelement op- resp. intrekbaar is uitgevoerd.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het kapelement markiesvormig is uitgevoerd. 35 *1 0 108 4 0