NL1010081C2 - Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1010081C2
NL1010081C2 NL1010081A NL1010081A NL1010081C2 NL 1010081 C2 NL1010081 C2 NL 1010081C2 NL 1010081 A NL1010081 A NL 1010081A NL 1010081 A NL1010081 A NL 1010081A NL 1010081 C2 NL1010081 C2 NL 1010081C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shield
chamber
cable
conical
exposed
Prior art date
Application number
NL1010081A
Other languages
English (en)
Inventor
Gert Droesbeke
Robert Verbeek
Eddy Creelle
Original Assignee
Framatome Connectors Belgium
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Framatome Connectors Belgium filed Critical Framatome Connectors Belgium
Priority to NL1010081A priority Critical patent/NL1010081C2/nl
Priority to EP99202973A priority patent/EP0986135B8/en
Priority to DE69938810T priority patent/DE69938810D1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1010081C2 publication Critical patent/NL1010081C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R9/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, e.g. terminal strips or terminal blocks; Terminals or binding posts mounted upon a base or in a case; Bases therefor
    • H01R9/03Connectors arranged to contact a plurality of the conductors of a multiconductor cable, e.g. tapping connections
    • H01R9/05Connectors arranged to contact a plurality of the conductors of a multiconductor cable, e.g. tapping connections for coaxial cables
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/40Securing contact members in or to a base or case; Insulating of contact members
    • H01R13/42Securing in a demountable manner
    • H01R13/428Securing in a demountable manner by resilient locking means on the contact members; by locking means on resilient contact members
    • H01R13/434Securing in a demountable manner by resilient locking means on the contact members; by locking means on resilient contact members by separate resilient locking means on contact member, e.g. retainer collar or ring around contact member
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/648Protective earth or shield arrangements on coupling devices, e.g. anti-static shielding  
    • H01R13/658High frequency shielding arrangements, e.g. against EMI [Electro-Magnetic Interference] or EMP [Electro-Magnetic Pulse]
    • H01R13/6591Specific features or arrangements of connection of shield to conductive members
    • H01R13/65912Specific features or arrangements of connection of shield to conductive members for shielded multiconductor cable
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/502Bases; Cases composed of different pieces
    • H01R13/512Bases; Cases composed of different pieces assembled by screw or screws
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/58Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable
    • H01R13/5804Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable comprising a separate cable clamping part
    • H01R13/5816Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable comprising a separate cable clamping part for cables passing through an aperture in a housing wall, the separate part being captured between cable and contour of aperture
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R9/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, e.g. terminal strips or terminal blocks; Terminals or binding posts mounted upon a base or in a case; Bases therefor
    • H01R9/03Connectors arranged to contact a plurality of the conductors of a multiconductor cable, e.g. tapping connections
    • H01R9/05Connectors arranged to contact a plurality of the conductors of a multiconductor cable, e.g. tapping connections for coaxial cables
    • H01R9/0518Connection to outer conductor by crimping or by crimping ferrule

Landscapes

  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
  • Multi-Conductor Connections (AREA)

Description

Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwij-zevoor het aansluiten van een connector op een afgeschermde kabel, welke kabel is voorzien van een aantal draden, een gemeenschappelijk afscherming en een buitenmantel, waarbij de 5 draden en de afscherming aan een uiteinde van de kabel worden blootgelegd, een eerste hulsvormig lichaam op de buitenmantel wordt geplaatst nabij de blootgelegde afscherming, de blootgelegde afscherming op het eerste lichaam wordt gelegd, een tweede hulsvormig lichaam van geleidend materiaal op het eer-10 ste lichaam wordt gemonteerd om de blootgelegde afscherming tussen beide lichamen vast te klemmen, waarbij de blootgelegde draden worden verbonden met contacten die zijn opgenomen in een isolerend huis en de lichamen in een kamer van eerste en tweede kapdelen worden gemonteerd. De uitvinding heeft 15 voorts betrekking op een kabelconnector met een afgeschermde kabel en op kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij de werkwijze.
Een dergelijke werkwijze, kabelconnector en kabelconnectoronderdelen worden bijvoorbeeld getoond in ΕΡ-Δ-0 694 20 989, fig. 5 en 6. Het eerste lichaam is een kunststof huls met een binnendiameter die voldoende is om de buitenmantel van de kabel op te nemen. De afscherming, die gewoonlijk is uitgevoerd als gevlochten metaaldraden, wordt geklemd tussen de kunststof huls en een tweede geleidend lichaam.
25 US-A-4 902 249 beschrijft een werkwijze voor het aansluiten van een connector op een afgeschermde kabel, waar- 1010081 2 bij een binnenring op de blootgelegde afscherming wordt gemonteerd, de afscherming op de binnenring wordt gelegd en de op de binnenring teruggelegde afscherming wordt bedekt door een geleidende laag, zoals een koperfolie.
5 De uitvinding beoogt een verbeterde werkwijze van het bovengenoemde type te verschaffen.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding heeft de werkwijze het kenmerk dat het eerste lichaam op de buitenmantel wordt gemonteerd door het krimpen van een axiale sec-10 tie van het eerste lichaam aan het van de blootgelegde afscherming afgekeerde uiteinde en dat het tweede lichaam is voorzien van een conisch deel dat op het eerste lichaam wordt gedrukt onder vastklemmen van de blootgelegde afscherming door de lichamen in de kamer van de kapdelen te monteren.
15 Op deze wijze wordt het eerste lichaam op zijn plaats op de buitenmantel bevestigd voordat het tweede lichaam wordt gemonteerd, terwijlhet conische deel van het tweede lichaam op het eerste lichaam wordt gedrukt, zodat een goede elektrische verbinding kan worden verkregen tussen het ~ 20 eerste en het tweede lichaam zonder hoge krachten op de kabel uit te oefenen. De krachten die op de kabel worden uitgeoefend voor het bevestigen van het binnenlichaam kunnen op nauwkeurige wijze worden bepaald voor het op zijn plaats bevestigen van het binnenlichaam en voor het verschaffen van 25 een gewenste trekontlasting van de kabel door het vergrendelen van het lichaam/de lichamen binnen een kap van de connector .
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een kabelconnector verschaft met een afgeschermde kabel die 30 is voorzien van een aantal draden, een afscherming en een buitenmantel, welke kabelconnector is voorzien van een huis van isolerend materiaal waarin een aantal met de draden ver- 'λ i 1010081 3 bonden contacten zijn aangebracht, en een kap van geleidend materiaal die is verbonden met de kabelafscheming, waarbij een eerste hulsvormig lichaam op de buitenmantel is aangebracht en een tweede hulsvormig lichaam van geleidend materi-5 aal op het eerste lichaam is gemonteerd, waarbij de kabel-scherming tussen beide lichamen is geklemd, met het kenmerk dat een van het isolerende huis afgekeerde axiale sectie van het eerste lichaam op de buitenmantel is gekrompen, dat het tweede lichaam een conisch deel heeft en dat de lichamen zijn 10 opgenomen in een kamer in elk van de kapdelen, waarbij tenminste één van de kamers een wand heeft, die aangrijpt op het conische deel van het tweede lichaam, waarbij de blootgelegde afscherming is geklemd tussen beide lichamen.
Volgens een verder aspect van de uitvinding worden 15 kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding verschaft, omvattende een isolerend huis waarin een aantal contacten kan worden opgenomen, eerste en tweede kapdelen van geleidend materiaal, een eerste hulsvormig lichaam en een tweede hulsvormig lichaam, waarbij ten-20 minste het tweede lichaam van geleidend materiaal is gemaakt, met het kenmerk dat het eerste lichaam aan één uiteinde is voorzien van een radiale ring en dat het tweede lichaam een conisch deel omvat.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 25 hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de werkwijze en van de kabelconnector volgens de uitvinding schematisch zijn weergegeven.
Fig. 1-9 tonen opeenvolgende stappen bij een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voor het 30 aansluiten van een connector op een afgeschermde kabel, waarbij de fig. 6 en 7 perspectivische aanzichten van een kapdeel 1010081 4 van de connector tonen en fig. 9 de volledige, volgens de werkwijze verkregen connector met afgeschermde kabel toont.
Fig. 10 en 11 tonen opeenvolgende stappen bij een alternatieve uitvoering van de werkwijze volgens de uitvin-5 ding.
Fig. 12 toont een connectoronderdeel dat wordt toegepast bij de werkwijze volgens de fig. 10-11.
Fig. 13 en 14 tonen twee kapdelen van een connector die wordt toegepast bij een derde alternatieve uitvoering van 10 de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 15 en 16 tonen opeenvolgende stappen bij de derde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een afgeschermde kabel 1 met een aantal draden 2, een gemeenschappelijke afscherming 3 en een 15 buitenmantel 4. De afscherming is vervaardigd van gevlochten metaaldraden. Aan één uiteinde van de kabel 1 zijn de draden 2 en de afscherming 3 blootgelegd. Een eerste hulsvormig lichaam 5 dat van geleidend materiaal is vervaardigd, bijvoorbeeld een metalen ring, wordt op de buitenmantel 4 geschoven, 20 zodat één uiteinde van het lichaam 5 over een geringe afstand ^ uitsteekt voorbij de buitenmantel 4, zoals in fig. 2 is weer- ~ gegeven. Aan het andere uiteinde van het lichaam 5 is het li chaam in positie op de buitenmantel 4 bevestigd door een axiale sectie 6 op de buitenmantel 4 te krimpen. Op deze wijze 25 klemt de resterende sectie 7 niet op de buitenmantel 4 en blijft relatief flexibel.
Zoals in fig. 3 is weergegeven, wordt het blootgelegde deel 8 van de afscherming 3 op het binnenlichaam 5 gelegd, waarbij wordt gewaarborgd dat de afscherming 3 met het 30 binnenlichaam 5 in contact komt zowel aan het buitenomtreks-vlak als het voorbij de buitenmantel 4 uitstekende uiteinde. Wanneer het blootgelegde afschermingsdeel 8 op het binnenli- 1010081 5 chaam 5 is gelegd, wordt een tweede hulsvormig buitenlichaam 9 van geleidend materiaal op het binnenlichaam 5 geschoven, totdat een binnenwaarts gerichte schouder 10 aan het nabij de blootgelegde draden 2 liggende uiteinde tegen het blootgeleg-5 de afschermingsdeel 8 aanligt aan het betreffende uiteinde van het binnenlichaam 5. Vervolgens wordt een axiale sectie 11 aan het uiteinde van het buitenlichaam 9 nabij de blootgelegde draden 2 gekrompen op het blootgelegde afschermingsdeel 8 dat wordt ondersteund door de niet-gekrompen secties 7 van 10 het binnenlichaam 5. Op deze wijze wordt de afscherming 3 met een hoge klemkracht tussen de lichamen 5,9 geklemd zonder hoge krachten uit te oefenen op de kabel 1. Een goede elektrische verbinding tussen de lichamen 5,9 en de afscherming 3 wordt gewaarborgd.
15 Fig. 3 en 4 tonen voorts dat het tweede of buiten lichaam 9 een in hoofdzaak cilindrisch deel 12 heeft dat aansluit op de binnenwaarts gerichte schouder 10 en een conisch deel 13 met sleuven 14 die buitenwaarts uitlopende verende benen 15 verschaffen. Het doel van deze benen 15 zal hierna 20 worden toegelicht.
Wanneer het tweede lichaam op het eerste lichaam is gekrompen om aldus het blootgelegde afschermingsdeel 8 vast te klemmen, kunnen de draden 2 van de kabel 1 worden aangesloten op contacten 16 van het IDC-type, die zijn opgenomen 25 in een isolerend huis 17 van een connector. De connector omvat voorts een kap met twee kapdelen 18, waarvan er één in de fig. 6 en 7 is weergegeven. De kapdelen 18 zijn vervaardigd van geleidend materiaal, waarbij een afdekplaat 19 aan één uiteinde van elk kapdeel 18 is gemonteerd. De afdekplaat 19 30 is vervaardigd van isolerend materiaal en bedekt de blootliggende delen van de contacten 16, wanneer het huis 17 in de kap is gemonteerd. Zoals in fig. 6 is weergegeven, is de af-
1Q1008T
6 dekplaat 19 op het kapdeel 18 bevestigd door middel van twee vleugeldelen 20 die een sleuf hebben welke aangrijpt op schuine randen 21 van het kapdeel 18 en twee nokken 22 die grijpen in openingen 23 van het kapdeel 18.
5 Elk kapdeel 18 is voorzien van een half- cilindrische kamer 24 voor het opnemen van het buitenlichaam 9. Deze kamer 24 is in axiale richting begrensd door een eerste schoudersectie 25 en een tweede schoudersectie 26. Wanneer de draden 2 zijn verbonden met de contacten 16, wordt 10 het isolerende huis 17 in het benedeneinde van het kapdeel 18 gemonteerd, waarbij het tweede lichaam 9 passend wordt opgenomen in de kamer 24. De diameter van deze kamer 24 is zodanig dat de verende benen 15 binnenwaarts zullen worden gedrukt om een goede elektrische verbinding te waarborgen tus-15 sen het buitenlichaam 9 en de kapdelen 18 en aldus tussen de afscherming 3 en de kapdelen 18. De axiale lengte van de kamer 24 is zodanig dat het tweede lichaam 9 in de kamer 24 is vergrendeld tussen de schoudersecties 25,26, zodat de lichamen 5,9 een trekontlasting voor de kabel 1 verschaffen. De 20 sterkte van de trekontlasting kan worden bepaald door de kracht die wordt toegepast om het eerste lichaam 5 op de buitenmantel 4 te krimpen.
Waneer het isolerende huis 17 en het tweede lichaam 9 zijn gemonteerd in het eerste kapdeel 18, wordt een iden-25 tiek tweede kapdeel 18 boven op het eerste kapdeel 18 geplaatst, waarbij de kapdelen 18 op elkaar worden bevestigd door middel van bijvoorbeeld klinknagels 27.
Zoals in de fig. 8 en 9 is weergegeven, worden voor het op elkaar bevestigen van de kapdelen 18 twee bouten 28 in 30 respectieve boutkamers 29 geplaatst, die zijn gevormd in vleugelsecties 30 van de kapdelen 18. De bouten 28 omvatten elk een kop 31, een schachtsectie 32 en een schroefdraadsec- ! 1010081 7 tie 33. De buitendiameter van de schachtsectie 32 is kleiner dan de buitendiameter van de kop respectievelijk de schroef-draadsectie 33. Elke boutkamer heeft een doorgang 34 die de schachtsectie 32 met speling opneemt, waarbij echter de dia-5 meter van de doorgang 34 kleiner is dan de buitendiameter van de kop 31 respectievelijk de schroefdraadsectie 33. Op deze wijze zijn de bevestigingsbouten 28 los gemonteerd zonder enige verdere speciale voorzieningen aan de kapdelen 18 of de bouten 28.
10 Fig. 10-12 tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze, connector en connector onderdelen van de uitvinding. Onderdelen die overeenkomen met de onderdelen van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1-9 zijn met dezelfde verwij-zingscijfers aangeduid.
15 In de fig. 10,11 zijn de afgeschermde kabel 1, de draden 2 en de afscherming 3 slechts schematisch getoond. Evenals bij de eerste uitvoeringsvorm zijn de draden 2 en de afscherming 3 aan een uiteinde van de kabel 1 blootgelegd. Voorts is het eerste lichaam of binnenring 5 op de buitenman-20 tel 4 van de kabel gemonteerd met een uiteinde dat voorbij de buitenmantel 4 uitsteekt. De binnenring 5 is op de kabel 1 bevestigd door het krimpen van de axiale sectie 6 op de buitenmantel 4. Bij de onderhavige uitvoering is de binnenring 5 voorzien van een radiaal uitstekende ring 35 aan het van de 25 blootliggende afscherming 3 afgekeerde uiteinde.
Wanneer de afscherming 3 op het buitenoppervlak van het binnenlichaam 5 wordt gelegd, wordt het tweede hulsvormige lichaam of buitenring 9 op het eerste lichaam 5 geschoven, totdat de binnenwaarts gerichte schouder 10 aangrijpt op het 30 overeenkomstige axiale uiteinde van het eerste lichaam 5. Bij deze uitvoeringsvorm is het tweede lichaam 9 voorzien van sleuven 14 die zich over het grootste deel van de axiale
1M008T
8 lengte van het tweede lichaam 9 uitstrekken, zoals in fig. 12 is weergegeven, zodat flexibele benen 36 zijn verkregen die buitenwaarts zijn gericht zoals in fig. 10 is te zien.
De kapdelen 18 zijn voorzien van een opneemkamer 24 5 voor de buitenring 9, waarbij aan één uiteinde een sleuf 37 is gevormd voor het opnemen van de ring 35 van de binnenring 5. De diameter Ά van de kamer 24 nabij de sleuf 37 is kleiner dan de buitendiameter B van de flexibele benen 36, zodat wan-: neer de lichamen 5,9 in de kamer 24 worden gemonteerd, de 10 flexibele benen 36 van het buitenlichaam 9 tegen het binnen-lichaam 5 worden gedrukt, waardoor het blootgelegde afscher-mingsdeel 8 wordt vastgeklemd tussen beide lichamen 5,9. De ring 35 wordt opgenomen in de sleuf 37, zodat het eerste en tweede lichaam 5,9 zijn vergrendeld in de kapdelen 18 en een 15 gewenste trekontlasting wordt verkregen.
Het zal duidelijk zijn dat de draden 2 op dezelfde wijze als bij de eerste uitvoering volgens de fig. 1-9 kunnen worden aangesloten op IDC-contacten 16 die in een isolerend huis 17 zijn gelegen.
20 Fig. 13-16 tonen een derde uitvoeringsvorm van de werkwijze, connector en connectoronderdelen volgens de uitvinding. Overeenkomstige onderdelen zijn met dezelfde verwij-zingscijfers aangeduid. De afgeschermde kabel 1, de draden 2, de afscherming 3 en de buitenmantel 4 zijn sterk schematisch 25 in de fig. 15 en 16 weergegeven. Op dezelfde wijze als bij de eerste en tweede uitvoeringsvormen zijn de draden 2 en de afscherming 3 aan één uiteinde van de kabel 1 blootgelegd en dezelfde binnenring 5 met een radiale ring 35 aan een van de blootliggende afscherming 3 afgekeerde uiteinde is gemonteerd 30 op de buitenmantel 4 door het krimpen van een axiale sectie 6 op de buitenmantel 4. In dit geval ligt een uiteinde van de binnenring 5 in lijn met het uiteinde van de buitenmantel 4.
1010081 9
Het blootgelegde afschermingsdeel 8 wordt op het buitenoppervlak van de binnenring 5 geplaatst.
Bij de derde uitvoeringsvorm wordt een tweede hulsvormig lichaam of buitenring 38 met een conische vorm toege-5 past. In dwarsdoorsnede neemt de diameter van de buitenring 38 vanaf een radiaal binnenwaarts gerichte schouder 39 aan het nabij de blootliggende draden 2 gelegen uiteinde toe in de richting van het van de blootgelegde draden afgekeerde uiteinde. De binnendiameter van de buitenring 38 nabij de 10 schouder 39 komt ongeveer overeen met de buitendiameter van de binnenring 5.
Bij deze derde uitvoeringsvorm worden twee kapdelen 40 en 41 toegepast die zijn weergegeven in fig. 13 respectievelijk 14. Het kapdeel 40 is voorzien van een cilindrische 15 opneemkamer 42 met een buitendiameter A die groter is dan de grootste buitendiameter B van de buitenring 38. Een schouder 43 van het kapdeel 40 verschaft een aanslag voor de ring 35 van de binnenring 5. Wanneer de draden 2 zijn verbonden met de contacten 16 van het isolerende huis 17 (niet weergege-20 ven), worden de binnen- en buitenlichamen of -ringen 5,38 in de opneemkamer 42 van het kapdeel 40 geplaatst, zoals in fig. 15 is weergegeven. Het tweede kapdeel 41 is voorzien van een opneemkamer 44 en een sleuf 45 voor het opnemen van de ring 35 van de buitenring 5. De opneemkamer 44 heeft een conische 25 vorm die overeenkomt met de conische vorm van de buitenring 38, waarbij de grootste diameter van de opneemkamer 44 nabij de sleuf 45 overeenkomt met de grootste diameter van buitenring 38. Wanneer het tweede kapdeel 41 op het eerste kapdeel 40 wordt geplaatst, zal de conische opneemkamer 42 de buiten-30 ring 38 in de richting van de sleuf 45 drukken, zodat het blootgelegde afschermingsdeel 8 van de afscherming 3 zal worden vastgeklemd tussen het buitenlichaam 38 en het binnenli- '10100/? f 10 chaam 5. De binnen- en buitenlichamen 5,38 worden in de kap-delen 40,41 vergrendeld, doordat de ring 35 wordt opgenomen in de sleuf 45 en aangrijpt op de schouder 43 van het eerste kapdeel 40. Op deze wijze wordt een trekontlasting verkregen.
5 Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen die op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd binnen het kader der conclusies.
1010081

Claims (16)

1. Werkwijze voor het aansluiten van een connector op een afgeschermde kabel, welke kabel is voorzien van een aantal draden, een gemeenschappelijk afscherming en een buitenmantel, waarbij de draden en de afscherming aan een uit- 5 einde van de kabel worden blootgelegd, een eerste hulsvormig lichaam op de buitenmantel wordt geplaatst nabij de blootgelegde afscherming, de blootgelegde afscherming op het eerste lichaam wordt gelegd, een tweede hulsvormig lichaam van geleidend materiaal op het eerste lichaam wordt gemonteerd om 10 de blootgelegde afscherming tussen beide lichamen vast te klemmen, waarbij de blootgelegde draden worden verbonden met contacten die zijn opgenomen in een isolerend huis en de lichamen in een kamer van eerste en tweede kapdelen worden gemonteerd, met het kenmerk, dat het eerste lichaam op de bui-15 tenmantel wordt gemonteerd door het krimpen van een axiale sectie van het eerste lichaam aan het van de blootgelegde afscherming afgekeerde uiteinde en dat het tweede lichaam is voorzien van een conisch deel dat op het eerste lichaam wordt gedrukt onder vastklemmen van de blootgelegde afscherming 20 door de lichamen in de kamer van de kapdelen te monteren.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het tweede lichaam is voorzien van flexibele benen die tenminste gedeeltelijk het conische deel verschaffen, waarbij de benen op het eerste lichaam worden gedrukt onder vastklemmen van de 25 blootgelegde afscherming door het monteren van de lichamen in de kamer van de kapdelen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de flexibele benen van het tweede lichaam op het eerste lichaam worden gedrukt op een deel van de niet-gekrompen sectie daar- 30 van. 1010081
4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij het tweede lichaam is voorzien van een binnenwaarts gerichte schouder aan een uiteinde, waarbij het tweede lichaam op het eerste lichaam wordt geplaatst met zijn schouder tegen de af- 5 scheming die op het eerste lichaam is gelegd.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het tweede lichaam een conische huls omvat waarvan de grootste diameter is gelegen aan het tegenover de blootgelegde draden gelegen uiteinde en waarvan de kleinste binnendiameter althans 10 nagenoeg gelijk is aan of kleiner is dan de buitendiameter van het eerste lichaam, waarbij het tweede lichaam axiaal wordt verplaatst ten opzichte van het eerste lichaam om de blootgelegde afscherming tussen de lichamen te klemmen door samenwerking van het conische tweede lichaam met de kamer in 15 tenminste één van de kapdelen.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het eerste kapdeel een kamer heeft met een half-cilindrische vorm die aan één uiteinde door een schouder word begrensd en waarbij het tweede kapdeel een conische vorm heeft overeenkomende 20 met de conische vorm van het tweede lichaam, waarbij het tweede lichaam met speling in de kamer van het eerste kapdeel wordt geplaatst, waarbij het tweede kapdeel op het eerste kapdeel wordt bevestigd, waardoor het tweede lichaam in axiale richting wordt weggedrukt van de blootgelegde draden door 25 samenwerking tussen de conische vormen van de kamer en het lichaam.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het tweede kapdeel is voorzien van een sleuf aan het uiteinde van de conische kamer met de grootste diameter, waarbij het eerste 30 lichaam is voorzien van een radiale ring aan zijn uiteinde tegenover de blootgelegde draden, waarbij deze ring wordt op- '1 ] 1 010081 genomen in de sleuf voor het vergrendelen van de lichamen in de kapdelen.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste lichaam op de buitenmantel wordt gemon- 5 teerd met een uiteinde van het eerste lichaam in lijn met of bij voorkeur uitstekend voorbij de buitenmantel aan het uiteinde dat grenst aan de blootgelegde afscherming.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij tenminste één bevestigingsbout wordt geplaatst in een 10 bijbehorende boutkamer die is aangebracht in het grensvlak van het eerste en tweede kapdeel, waarbij elke bout een schachtsectie heeft tussen boutkop en een schroefdraadsectie met een diameter die kleiner is dan de schroefdraadsectie, waarbij elke boutkamer een doorgang heeft voor het opnemen 15 van de schachtsectie, waarbij de diameter van de doorgang kleiner is dan de diameter van de schroefdraad en de kop van de bout.
10. Kabelconnector met een afgeschermde kabel die een aantal draden, een afscherming en een buitenmantel heeft, 20 welke kabelconnector is voorzien van een huis van isolerend materiaal met een aantal contacten die zijn verbonden met de draden, en een kap van geleidend materiaal die is verbonden met de kabelafscheming, waarbij een eerste hulsvormig lichaam is aangebracht op de buitenmantel en een tweede huls-25 vormig lichaam van geleidend materiaal op het eerste lichaam is gemonteerd, waarbij de kabelafscherming tussen beide lichamen is geklemd, met het kenmerk, dat een van het isolerende huis afgekeerde axiale sectie van het eerste lichaam op de buitenmantel is gekrompen, dat het tweede lichaam een conisch 30 deel heeft en dat de lichamen zijn opgenomen in een kamer in elk van de kapdelen, waarbij tenminste één van de kamers een wand heeft, die aangrijpt op het conische deel van het tweede 101008T lichaam, waarbij de blootgelegde afscherming is geklemd tussen beide lichamen.
11. Kabelconnector volgens conclusie 10, waarbij het tweede lichaam flexibele benen heeft die tenminste ge- 5 deeltelijk het conische deel vormen, waarbij de lichamen zijn opgenomen in de kamers van de kapdelen die een aanslag hebben welke samenwerkt met tenminste één van de lichamen om de lichamen in de kap te vergrendelen, waarbij de binnendiameter van de kamer kleiner is dan de buitendiameter van de flexibe-10 le benen, zodat in gemonteerde toestand de benen van het tweede lichaam op het eerste lichaam worden gedrukt tenminste op een deel van de niet-gekrompen sectie daarvan onder in-klemming van de blootgelegde afscherming.
12. Kabelconnector volgens conclusie 11, waarbij 15 het eerste lichaam aan het van de blootgelegde draden afgekeerde uiteinde is voorzien van een radiale ring, welke ring is opgenomen in een sleuf die is gevormd in tenminste één van de kamers van de kapdelen.
13. Kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij de 20 werkwijze volgens één der conclusies 1-9, voorzien van een isolerend huis met een aantal contacten, eerste en tweede kapdelen van geleidend materiaal, een eerste hulsvormig lichaam en een tweede hulsvormig lichaam, waarbij tenminste het tweede lichaam is vervaardigd van geleidend materiaal, met 25 het kenmerk, dat het eerste lichaam aan één uiteinde is voorzien van een radiale ring en dat het tweede lichaam een conisch deel omvat.
14. Kabelconnectoronderdelen volgens conclusie 13, waarbij het conische deel van het tweede lichaam een aantal 30 axiale sleuven heeft, welke sleuven aan één uiteinde open zijn om een aantal verende benen te verschaffen. 1010081
15. Kabelconnectoronderdelen volgens conclusie 13 of 14, waarbij het tweede lichaam is voorzien van een binnenwaarts gerichte schouder aan het tegenover de conische sectie gelegen uiteinde, waarbij de axiale sleuven zich vanaf het 5 tegenoverliggende uiteinde uitstrekken tot nabij het andere uiteinde.
16. Kabelconnectoronderdelen volgens conclusie 13, waarbij het tweede lichaam een conische huls omvat, waarbij het eerste kapdeel een half-cilindrische kamer heeft en het 10 tweede kapdeel een conische kamer heeft. 1010081
NL1010081A 1998-09-14 1998-09-14 Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze. NL1010081C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010081A NL1010081C2 (nl) 1998-09-14 1998-09-14 Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze.
EP99202973A EP0986135B8 (en) 1998-09-14 1999-09-13 Shielded cable connector and method for connecting a shielded cable to it
DE69938810T DE69938810D1 (de) 1998-09-14 1999-09-13 Abgeschirmter Kabelstecker und Verfahren um daran ein abgeschirmtes Kabel zu verbinden

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1010081 1998-09-14
NL1010081A NL1010081C2 (nl) 1998-09-14 1998-09-14 Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1010081C2 true NL1010081C2 (nl) 2000-03-15

Family

ID=19767810

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1010081A NL1010081C2 (nl) 1998-09-14 1998-09-14 Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0986135B8 (nl)
DE (1) DE69938810D1 (nl)
NL (1) NL1010081C2 (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1014236C2 (nl) 2000-01-31 2001-08-01 Fci Mechelen N V Kabelconnector.
US6669502B1 (en) * 2002-09-19 2003-12-30 Tyco Electronics Corporation High-speed axial connector
JP4151510B2 (ja) * 2003-08-07 2008-09-17 株式会社豊田自動織機 シールドケーブル及び該シールドケーブルの製造方法並びに該シールドケーブルを用いたコンプレッサユニット
NL1026451C2 (nl) * 2004-06-18 2005-12-20 Framatome Connectors Int Kabelconnector en werkwijze voor het assembleren van een kabel en een dergelijke kabelconnector.
WO2007112771A1 (en) * 2006-04-04 2007-10-11 Fci Retention ferrule for cable connector
EP2343783A1 (en) * 2008-11-06 2011-07-13 Hon Hai Precision Industry Co., Ltd. Cable end connector assembly
DE202009014109U1 (de) * 2009-10-16 2011-03-03 Jean Müller GmbH Elektrotechnische Fabrik Berührschutz für eine elektrische Geräteanordnung
JP5622307B2 (ja) * 2010-07-05 2014-11-12 矢崎総業株式会社 シールドコネクタ
JP6129714B2 (ja) * 2013-10-25 2017-05-17 株式会社フジクラ 編組シールドの端末処理構造
DE102015001389B4 (de) 2014-02-17 2023-05-04 Lear Corporation Endenabschluss-Vorrichtung für elektromagnetische Abschirmung
CN110190452B (zh) * 2018-11-30 2021-01-29 中航光电科技股份有限公司 线缆屏蔽层安装方法、连接器及其尾部附件
US10756471B1 (en) * 2019-06-04 2020-08-25 Te Connectivity Corporation Shield grounding electrical connectors
WO2021146395A1 (en) * 2020-01-14 2021-07-22 John Mezzalingua Associates, LLC Clamp assembly for rf compression connector
EP3905443A1 (de) 2020-04-30 2021-11-03 Rosenberger Hochfrequenztechnik GmbH & Co. KG Aussenleiterkontaktelement, steckverbinderanordnung und montageverfahren für eine steckverbinderanordnung
JP7435338B2 (ja) * 2020-07-27 2024-02-21 住友電装株式会社 シールド電線の端末構造およびスリーブ

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0094312A1 (fr) * 1982-05-06 1983-11-16 RADIALL INDUSTRIE, Société Anonyme dite: Connecteur coudé pour câble coaxial
WO1993005547A1 (en) * 1991-09-05 1993-03-18 Lrc Electronics, Inc. A manually installable coaxial cable connector
US5342216A (en) * 1992-10-01 1994-08-30 The Whitaker Corporation Jackscrew mechanism
DE19528234A1 (de) * 1995-08-01 1997-02-06 Siemens Ag Anordnung zur Verbindung der Abschirmung eines Kabels mit dem Gehäuse eines elektrischen Verbinders und/oder Zugentlastung des mit dem elektrischen Verbinder verbundenen Kabels

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0094312A1 (fr) * 1982-05-06 1983-11-16 RADIALL INDUSTRIE, Société Anonyme dite: Connecteur coudé pour câble coaxial
WO1993005547A1 (en) * 1991-09-05 1993-03-18 Lrc Electronics, Inc. A manually installable coaxial cable connector
US5342216A (en) * 1992-10-01 1994-08-30 The Whitaker Corporation Jackscrew mechanism
DE19528234A1 (de) * 1995-08-01 1997-02-06 Siemens Ag Anordnung zur Verbindung der Abschirmung eines Kabels mit dem Gehäuse eines elektrischen Verbinders und/oder Zugentlastung des mit dem elektrischen Verbinder verbundenen Kabels

Also Published As

Publication number Publication date
EP0986135A1 (en) 2000-03-15
EP0986135B8 (en) 2008-07-16
EP0986135B1 (en) 2008-05-28
DE69938810D1 (de) 2008-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1010081C2 (nl) Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze.
DE69812262T2 (de) Elektrischer Kabelsteckverbinder
US6137056A (en) Construction for processing a shield layer of a shielded cable
US5871371A (en) High density circular connector
US6083034A (en) Connecting structure for coaxial cable connector and method for connecting the same
US5062804A (en) Metal housing for an electrical connector
US4963104A (en) Shielded connector assembly
EP1744409B1 (en) A shielded connector and method of connecting it with a shielded cable
EP1019983A2 (en) Connector and method of operation
DE60001437T2 (de) Elektrische Verbinderanordnung mit Abschirmung zur unmittelbaren Befestigung an Geräte
WO2011006154A1 (en) High strength electrical connector
US6019627A (en) Plug connector having a connecting cable
WO1998042048A1 (en) Connector with integral cable clamp
US11201437B2 (en) Insulating connector for an electrical cable
US20040137789A1 (en) Device for connecting coaxial conductors to a plug-in connector
NL1010080C2 (nl) Werkwijze voor het aansluiten van een afgeschermde kabel op een connector, kabelconnector met een afgeschermde kabel en kabelconnectoronderdelen voor toepassing bij deze werkwijze.
EP2731206B1 (de) Verbinder und Verfahren zur Montage
EP0295154A2 (en) Electrical shielding
KR950012473B1 (ko) 동축 케이블용 분기 커넥터
EP0962039B1 (en) Electrical connector for shielded cable
US6162095A (en) Electrical connection
CN107732563B (zh) 线缆连接器组件
EP0652617A1 (en) Electric cable for connector and its production method and apparatus
US5061208A (en) Conductive shell for clamping onto a shielded electrical connector
CA2177446C (en) Electrical device having adjustable clamping mechanism

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401