NL1009980C2

NL1009980C2 - Storage rack.

Info

Publication number: NL1009980C2
Application number: NL1009980A
Authority: NL
Inventors: Bernardus Henrikus Jo Westhoff; Gerrit Jan Massink
Original assignee: Wanders Henricus Andreas
Priority date: 1998-09-01
Filing date: 1998-09-01
Publication date: 2000-03-02
Also published as: EP0983736B1; EP0983736A1; ATE240669T1; DE69908043D1

Abstract

A storage rack comprising uprights and supports, the uprights each comprising at least one flange in which at least one series of vertically spaced openings are provided, each support, adjacent at least one free end thereof, comprising a mounting plate fixedly connected with the support, which mounting plate extends substantially perpendicularly to the longitudinal direction of the support, each mounting plate comprising at least one opening, and the storage rack comprising loose hooking elements, while in a mounted condition of the storage rack, of each support at least one mounting plate is disposed against a flange of an upright, such that the at least one opening in the mounting plate in question is disposed against a corresponding opening in the upright, with a loose hooking element extending through the two openings and forming the connection between the upright in question and the support in question. <IMAGE>

Description

VO 2239VO 2239

Titel: OpslagstellingTitle: Storage rack

De uitvinding heeft betrekking op een opslagstelling voorzien van staanders die zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken en dragers die zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekken waarbij de staanders elk 5 zijn voorzien van ten minste één flens waarin ten minste één reeks boven elkaar gelegen openingen is aangebracht, waarbij de openingen zijn bestemd voor het met behulp van ten minste één haak verbinden van een drager met een staander.The invention relates to a storage rack comprising uprights extending substantially in vertical direction and carriers extending substantially in horizontal direction, the uprights each having at least one flange in which at least one series of openings are situated one above the other the openings being intended for connecting a carrier to an upright by means of at least one hook.

10 Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0 361 291 en EP-A-0 519 316. Oorspronkelijk werd de verbinding tussen een drager en een staander tot stand gebracht met behulp van een haak die vast was verbonden aan het uiteinde van de 15 drager en die in een opening in een flens van de staander kon worden gehaakt. De hoogte van de opening was daarbij zodanig klein dat de staander vanuit een schuin omhoog gerichte positie met de haak in de opening moest worden gebracht waarna de drager vervolgens door het naar beneden 20 kantelen daarvan in een horizontale stand in de opening werd vastgehaakt. Het bezwaar van een dergelijke manier van bevestigen van een drager aan een staander was dat er voldoende afstand tussen de boven elkaar gelegen dragers moest worden behouden om het inhaken van de dragers 25 mogelijk te maken. Met behulp van de voorstellen die bekend zijn uit de genoemde octrooiaanvragen werd het mogelijk om door middel van een opsluitelement dat aan de van de drager afgekeerde zijde van de flens van de staander tussen de haak en de flens werd ingeklemd, een veilige verbinding 30 tussen de drager en de staander tot stand te brengen. Wanneer de drager van de staander dient te worden losgenomen behoeft slechts het opsluitelement te worden verwijderd waarna de drager in horizontale richting van de staander kan worden losgetrokken. Een bezwaar van de uit de 10099 80 2 genoemde publicaties beschreven voorstellen is dat de dragers relatief kostbaar zijn vanwege de daarmee door lassen verbonden haken. Bovendien bestaat het gevaar dat de opsluitelementen naar boven schuiven, bijvoorbeeld wanneer 5 een drager per ongeluk door een vorkheftruck enigszins wordt opgelicht, en dat daarbij de haken van de drager uit de openingen in de staander schieten, zodat de drager naar beneden valt. Nog een bezwaar van de uit de publicaties bekende opslagstellingen is dat het bovenvlak van een 10 drager niet ononderbroken doorloopt tot aan de flens van de staander waarmee de drager is verbonden. Wanneer op de dragers bijvoorbeeld planken worden gelegd, zullen deze planken zich op enige afstand van de flenzen van de drager bevinden, hetgeen het opslagoppervlak van de planken bij 15 een bepaalde lengte van de dragers verkleint.Such a device is for instance known from European patent application EP-A-0 361 291 and EP-A-0 519 316. Originally the connection between a carrier and an upright was established by means of a hook which was fixedly connected to the end of the carrier and which could be hooked into an opening in a flange of the upright. The height of the opening was so small that the upright had to be brought into the opening with the hook from an obliquely upward position, after which the carrier was hooked into the opening in a horizontal position by tilting it downwards. The drawback of such a manner of attaching a carrier to an upright was that sufficient distance had to be maintained between the superposed carriers to allow the carriers 25 to be hooked on. With the aid of the proposals known from the aforementioned patent applications, it became possible to secure a connection between the hook and the flange on the side of the flange of the upright facing away from the carrier, between the hook and the flange. carrier and upright. When the carrier is to be detached from the upright, only the retaining element need be removed, after which the carrier can be pulled away from the upright in a horizontal direction. A drawback of the proposals described in the 10099802 publications described is that the carriers are relatively expensive because of the hooks connected to them by welding. Moreover, there is a risk that the locking elements slide upwards, for instance when a carrier is accidentally lifted slightly by a forklift truck, and that the hooks of the carrier shoot out of the openings in the upright, so that the carrier falls down. Another drawback of the storage racks known from the publications is that the top surface of a carrier does not continue uninterrupted up to the flange of the upright to which the carrier is connected. When planks are placed on the carriers, for example, these planks will be at some distance from the flanges of the carrier, which reduces the storage area of the planks at a certain length of the carriers.

De uitvinding beoogt een opslagstelling te verschaffen van het hierboven beschreven type zonder de : genoemde nadelen. Volgens de uitvinding wordt de opslagstelling van het in de aanhef beschreven type hiertoe 20 gekenmerkt doordat elke drager aan ten minste één vrij uiteinde is voorzien van een vast met de drager verbonden montageplaat die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting van de drager uitstrekt, waarbij in elke ~ montageplaat ten minste één opening is aangebracht, waarbij 25 de opslagstelling is voorzien van losse haakelementen, waarbij in een gemonteerde toestand van de opslagstelling van elke drager ten minste één montageplaat aanligt tegen een flens van een staander, zodanig dat de ten minste ene opening in de betreffende montageplaat aanligt tegen een 30 daarmee corresponderende opening in de staander, waarbij een los haakelement zich uitstrekt door de beide openingen en de verbinding tussen de betreffende staander en de betreffende drager vormt. Alhoewel de uitvinding met name bestemd is voor het vervaardigen van opslagstellingen 35 waarvan de dragers slechts aan één uiteinde met een staander zijn verbonden, kan bij de opslagstelling volgens i 1009980 3 de uitvinding een drager ook aan beide uiteinden met een staander worden verbonden, mits de drager aan beide uiteinden is voorzien van een montageplaat. Bij de uit de bovengenoemde publicaties bekende opslagstellingen is dat 5 niet mogelijk aangezien een drager niet tussen twee staanders kan worden gebracht in verband met de vast met de dragers verbonden haken.The object of the invention is to provide a storage rack of the type described above without the drawbacks mentioned. According to the invention, the storage rack of the type described in the preamble is characterized for this purpose in that each carrier is provided at at least one free end with a mounting plate fixedly connected to the carrier, which extends substantially perpendicular to the longitudinal direction of the carrier, wherein in each mounting plate is provided with at least one opening, the storage rack being provided with loose hook elements, wherein in an assembled state of the storage rack of each carrier, at least one mounting plate bears against a flange of a post, such that the at least one opening abuts in the respective mounting plate against a corresponding opening in the upright, a loose hook element extending through the two openings and forming the connection between the relevant upright and the relevant carrier. Although the invention is particularly intended for the manufacture of storage racks, the carriers of which are connected to one upright at one end only, in the storage rack according to 1009980 3 the invention can also be connected to a upright at both ends, provided that the carrier on both ends is provided with a mounting plate. This is not possible in the storage racks known from the above publications, since a carrier cannot be placed between two uprights because of the hooks fixedly connected to the carriers.

Een voordeel van de opslagstelling volgens de uitvinding is verder dat er geen gebruik gemaakt behoeft te 10 worden van losse opsluitelementen om een zekere verbinding, tussen de drager en de staander tot stand te brengen. Bij de opslagstelling volgens de uitvinding zijn er slechts twee mogelijkheden: - geen verbinding tussen een drager en een staander, 15 namelijk wanneer de losse haakelementen nog niet zijn aangebracht, of - een zekere verbinding tussen de drager en de staander, namelijk wanneer de losse haakelementen wel zijn aangebracht.An advantage of the storage rack according to the invention is further that it is not necessary to use loose confining elements to establish a secure connection between the carrier and the upright. In the storage rack according to the invention, there are only two possibilities: - no connection between a carrier and an upright, namely when the loose hook elements have not yet been fitted, or - a certain connection between the carrier and the upright, namely when the loose hook elements have been applied.

20 Bij de uit de genoemde publicaties bekende opslagstellingen is het mogelijk een drager met een staander te verbinden zodanig dat de drager ongeveer een horizontale stand aanneemt, terwijl deze verbinding niet zeker is doordat het afsluitelement nog niet is 25 aangebracht. Bij de bekende stellingen is er derhalve een derde verbindingsmogelijkheid, namelijk een onzekere of niet door een opsluitelement geborgde verbinding. Dit brengt een zeker gevaar met zich mee dat bij de opslagstelling volgens de uitvinding niet kan optreden.In the storage racks known from the aforementioned publications it is possible to connect a carrier to an upright such that the carrier assumes approximately a horizontal position, while this connection is not certain because the closing element has not yet been arranged. In the known racks, there is therefore a third connection option, namely an insecure connection or one that is not secured by a retaining element. This entails a certain risk that the storage rack according to the invention cannot occur.

30 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het bijzonder gunstig wanneer de losse haakelementen zodanig zijn uitgevoerd dat de verbinding tussen een drager en een staander kan worden verbroken zonder dat de drager over een aanzienlijke hoek in het verticale vlak omhoog 35 behoeft te worden gezwenkt. Bovendien verdient het de voorkeur wanneer de losse haakelementen handmatig 10099 8° 4 plaatsbaar en wegneembaar zijn, zodat de opslagstelling geheel zonder toepassing van gereedschap monteerbaar is. Daarbij is het bijzonder gunstig wanneer de losse haakelementen zelfborgend zijn.According to a further elaboration of the invention, it is particularly favorable when the loose hook elements are designed in such a way that the connection between a carrier and an upright can be broken without the carrier having to be swung upwards through a considerable angle in the vertical plane. In addition, it is preferable if the loose hook elements can be placed and removed manually 10099 8 ° 4, so that the storage rack can be mounted entirely without the use of tools. In addition, it is particularly favorable when the loose hook elements are self-locking.

5 Het verdient volgens een nadere uitwerking van de uitvinding de voorkeur wanneer de openingen in een genoemde staander en een genoemde montageplaat alsmede de uitvoering van de losse haakelementen zodanig op elkaar zijn afgestemd dat de betreffende drager enige bewegingsmogelijkheid heeft 10 ten opzichte van de staander. Hierdoor wordt verhinderd dat de verbinding tussen de staander en de drager wordt verbroken doordat bijvoorbeeld een vorkheftruck een drager even aanraakt of onbedoeld oplicht.According to a further elaboration of the invention, it is preferable if the openings in a said upright and a said mounting plate as well as the design of the loose hook elements are coordinated with each other in such a way that the carrier in question has some possibility of movement relative to the upright. This prevents the connection between the upright and the carrier from being broken because, for example, a forklift truck touches a carrier briefly or lifts it unintentionally.

Bij voorkeur zijn de losse haakelementen zodanig 15 uitgevoerd dat in een gemonteerde toestand van een drager geen delen van de haakelementen zich, aan de naar de drager toegekeerde zijde van de flens van de staander, boven de drager uitstrekken, zodat op de drager te plaatsen elementen, zoals bijvoorbeeld planken, tot tegen de 20 staander kunnen worden aangeschoven.Preferably, the loose hook elements are designed such that in a mounted condition of a carrier no parts of the hook elements extend above the carrier on the side of the flange of the upright facing the carrier, so that elements to be placed on the carrier , such as planks, can be pushed up to 20 uprights.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een los 5 haakelement dat bestemd is voor gebruik bij een opslagstelling volgens de uitvinding, welk haakelement wordt gekenmerkt door een lijfdeel dat een eerste ankerdeel 25 met een tweede ankerdeel verbindt, waarbij zowel het eerste ankerdeel als het tweede ankerdeel zich boven en onder het lijfdeel uitstrekken, waarbij het tweede ankerdeel is voorzien van afrondingen en/of afschuiningen die het mogelijk maken dat het tweede ankerdeel beweegbaar is door 30 een opening met een hoogte die kleiner is dan de hoogte van het tweede ankerdeel, waarbij de hoogte van het eerste ankerdeel zodanig is dat het eerste ankerdeel de openingen niet kan passeren. Aldus uitgevoerde losse haakelementen kunnen slechts op zeer speciale wijze in de bij de 35 haakelementen behorende openingen worden geplaatst doordat de opening een hoogte heeft die kleiner is dan de hoogte :i i 1009980 5 van de ankerdelen. Met name de wijze waarop de haakelementen onder draaiing door twee tegen elkaar gelegen openingen 4, 7, respectievelijk 4', 7', moet worden gestoken, is speciaal.The invention also relates to a loose hook element which is intended for use in a storage rack according to the invention, which hook element is characterized by a body part connecting a first anchor part 25 to a second anchor part, wherein both the first anchor part and the second anchor part are extend above and below the body part, the second anchor part being provided with roundings and / or chamfers allowing the second anchor part to be movable through an opening with a height less than the height of the second anchor part, the height of the first anchor part is such that the first anchor part cannot pass through the openings. Loose hook elements designed in this way can only be placed in a very special manner in the openings associated with the hook elements, in that the opening has a height which is less than the height of the anchor parts. The manner in which the hook elements are to be inserted through two opposing openings 4, 7 and 4 ', 7', respectively, is particularly special.

5 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van en uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.Further elaborations of the invention are described in the subclaims and will be further elucidated hereinafter on the basis of an exemplary embodiment, with reference to the drawing.

Figuur 1 toont een schematisch perspectiefaanzicht 10 van een staander en een daarmee verbonden drager; figuur 2 toont een bovenaanzicht van de verbinding tussen een staander en een drager; figuur 3 toont een doorsnede-aanzicht over lijn III-III uit figuur 2; 15 figuur 4 toont een rechterzij-aanzicht van de in figuur 3 aangegeven verbinding tussen de staander en de drager; figuur 5 toont een zij-aanzicht van een los haakelement; en 20 figuur 6 toont een bovenaanzicht van het in figuur 5 weergegeven losse haakelement.Figure 1 shows a schematic perspective view 10 of an upright and an associated carrier; Figure 2 shows a top view of the connection between an upright and a support; Figure 3 shows a cross-sectional view along line III-III from Figure 2; Figure 4 shows a right side view of the connection between the upright and the carrier shown in Figure 3; Figure 5 shows a side view of a loose hook element; and figure 6 shows a top view of the loose hook element shown in figure 5.

In figuur 1 is duidelijk een perspectiefaanzicht weergegeven van een staander 1 en een daaraan bevestigde drager 2. De staander 1 is in dit geval uitgevoerd als een 25 I-profiel met flenzen 3. Ook de drager 2 is in het, in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een I-profiel 2. Het spreekt vanzelf dat ook andere profielen, zoals bijvoorbeeld T-profielen, C-profielen en dergelijke tot de mogelijkheden behoren om een 30 opslagstelling volgens de uitvinding uit op te bouwen. In het algemeen zal de opslagstelling bestaan uit een aantal op afstand van elkaar opgestelde staanders 1, welke staanders 1 elk een aantal boven elkaar gelegen dragers 2 dragen. Veelal zullen de dragers 2 slechts aan één uiteinde 35 met een staander 1 zijn verbonden. De uitvinding is hiertoe echter niet beperkt. Dat wil zeggen, opslagstellingen, juObü ój 6 waarbij de dragers 2 aan twee uiteinden met een staander 1 zijn verbonden vallen tevens binnen het raam van de onderhavige uitvinding. Alhoewel niet weergegeven in figuur 1, zijn de flenzen 3 van de staanders 1 voorzien van ten 5 minste één reeks boven elkaar gelegen openingen 4, 41. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is elke flens 3 van de staander 1 voorzien van twee van dergelijke naast elkaar gelegen reeksen openingen 4, 4'. De drager 2 is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld aan een vrij uiteinde 10 voorzien van een vast met de drager 2 verbonden montageplaat 6 die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting van de drager 2 uitstrekt. In elke montageplaat 6 is ten minste één opening 7, 7' aangebracht. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn dit twee 15 openingen 7, 7'. Ter verbinding van een drager 2 met een staander 1 is de opslagstelling voorzien van losse haakelementen 5. In een gemonteerde toestand van de opslagstelling ligt van elke drager 2 ten minste één montageplaat 6 aan tegen een flens 3 van een staander 1, 20 zodanig dat de openingen 7, 7' in de betreffende montageplaat 6 aanliggen tegen de daarmee corresponderende ~ openingen 4, 4' in de staander 1. Verder strekt zich door elk paar openingen 4, 7, resp. 4', 7' een los haakelement 5, resp. 5' uit. Deze losse haakelementen 5, 5' vormen de 25 verbinding tussen de betreffende staander 1 en de betreffende drager 2. Figuren 2-4 geven de diverse onderdelen van een verbinding tussen een drager 2 en een staander 1 vanuit verschillende aanzichten duidelijk weer. De losse haakelementen 5, 5' zijn zodanig uitgevoerd dat de 30 verbinding tussen een drager 2 en een staander 1 kan worden verbroken zonder dat de drager 2 over een aanzienlijke hoek in het verticale vlak omhoog behoeft te worden verzwenkt.Figure 1 clearly shows a perspective view of an upright 1 and a carrier 2 attached thereto. The upright 1 is in this case designed as an I-profile with flanges 3. The carrier 2 is also in the exemplary embodiment shown in Figure 1. designed as an I-profile 2. It goes without saying that other profiles, such as for instance T-profiles, C-profiles and the like, are also possible to build up a storage rack according to the invention. In general, the storage rack will consist of a number of uprights 1 arranged at a distance from each other, which uprights 1 each bear a number of carriers 2 situated one above the other. The carriers 2 will often only be connected to a post 1 at one end. However, the invention is not limited to this. That is to say, storage racks, in which the carriers 2 are connected at two ends to an upright 1, also fall within the scope of the present invention. Although not shown in figure 1, the flanges 3 of the uprights 1 are provided with at least one series of openings 4, 41 situated one above the other. In the present exemplary embodiment, each flange 3 of the upright 1 is provided with two such juxtaposed series of openings 4, 4 '. In the present exemplary embodiment, the carrier 2 is provided at a free end 10 with a mounting plate 6 fixedly connected to the carrier 2, which extends substantially perpendicular to the longitudinal direction of the carrier 2. At least one opening 7, 7 'is provided in each mounting plate 6. In the present exemplary embodiment, these are two openings 7, 7 '. For the connection of a carrier 2 with an upright 1, the storage rack is provided with loose hook elements 5. In an assembled state of the storage rack, at least one mounting plate 6 of each support 2 rests against a flange 3 of an upright 1, 20 such that the openings 7, 7 'in the respective mounting plate 6 abut the corresponding openings 4, 4' in the upright 1. Furthermore, through each pair of openings 4, 7 and 4 respectively. 4 ', 7' a loose hook element 5, respectively. 5 'out. These loose hook elements 5, 5 'form the connection between the relevant upright 1 and the relevant carrier 2. Figures 2-4 clearly show the various parts of a connection between a carrier 2 and a upright 1 from different views. The loose hook elements 5, 5 'are designed in such a way that the connection between a carrier 2 and an upright 1 can be broken without the carrier 2 having to be pivoted upwards by a considerable angle in the vertical plane.

De losse haakelementen 5, 5' zijn bovendien handmatig plaatsbaar en wegneembaar en zijn zelfborgend. Bovendien 35 zijn de openingen 4, 4', 7, 7' in de genoemde staander 1 en de genoemde montageplaat 6 alsmede de uitvoering van de i | 1009980 7 losse haakelementen 5, 5' zodanig op elkaar afgestemd dat de betreffende drager 2 enige bewegingsmogelijkheid heeft ten opzichte van de staander 1. Deze bewegingsmogelijkheid is aanwezig zonder dat het gevaar bestaat dat de verbinding 5 tussen de drager 2 en de staander 1 onbedoeld losschiet. Verder blijkt uit figuur 3 duidelijk dat de losse haakelementen 5 zodanig zijn uitgevoerd dat in een gemonteerde toestand van de drager geen delen van de haakelementen 5 zich aan de naar de drager 2 toegekeerde 10 zijde van de flens 3 van de staander 1 boven de drager 2 uitstrekken. Op de drager 2 te plaatsen elementen, zoals bijvoorbeeld planken, kunnen derhalve tot tegen de staander 1 worden aangeschoven.In addition, the loose hook elements 5, 5 'can be placed and removed manually and are self-locking. In addition, the openings 4, 4 ', 7, 7' in said post 1 and said mounting plate 6 are also the embodiment of the frame. 1009980 7 loose hook elements 5, 5 'coordinated with each other in such a way that the carrier 2 in question has some possibility of movement with respect to the upright 1. This possibility of movement is present without the danger of the connection 5 between the carrier 2 and the upright 1 accidentally slipping. . It is furthermore clear from Figure 3 that the loose hook elements 5 are designed such that in an assembled condition of the carrier no parts of the hook elements 5 are located on the side of the flange 3 of the upright 1 above the carrier 2 facing the carrier 2. stretch out. Elements to be placed on the carrier 2, such as for instance boards, can therefore be pushed up to the upright 1.

De dragers 2 van het onderhavige 15 uitvoeringsvoorbeeld zijn aan ten minste één, van een montageplaat 6 voorzien vrij uiteinde voorzien van ten minste één vast met de drager 2 verbonden borghaak 8, 8'.The carriers 2 of the present exemplary embodiment are provided on at least one free end provided with a mounting plate 6 with at least one locking hook 8, 8 'fixedly connected to the carrier 2.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn aan het weergegeven vrije uiteinde van de drager 2 twee borghaken 20 8, 8' aangebracht. De borghaken 8, 8' strekken zich in een op een staander 1 gemonteerde toestand van de drager 2 uit door openingen 4, 4' in de flens 3 van de betreffende staander 1. De borghaken 8, 8' hebben geen dragende functie maar een borgfunctie, zodat een zonder meer lostrekken van 25 de drager 2 van het ten minste ene losse haakelement 5, 5' wordt verhinderd. Bovendien kan bij het monteren van een drager 2 aan een staander 1, tijdens het plaatsen van de losse haakelementen 5, 5' de drager 2 tijdelijk met de borghaken 8, 8' in openingen 4, 4' rusten, zodat niet het 30 gehele gewicht van een drager 2 behoeft te worden getild tijdens het aanbrengen van de losse haakelementen 5, 5'. Verder wordt op die wijze gemakkelijk een juiste positionering van de openingen 7, 7' voor de openingen 4, 4' bewerkstelligd. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 35 strekken de borghaken 8, 8' zich door die openingen 4, 4' 1009330 8 uit die zijn gelegen onder de openingen 4, 4' waardoorheen de losse haakelementen 5, 5' zijn aangebracht.In the present exemplary embodiment, two locking hooks 8, 8 'are arranged at the shown free end of the carrier 2. The locking hooks 8, 8 'extend in a condition of the carrier 2 mounted on a post 1 through openings 4, 4' in the flange 3 of the relevant post 1. The locking hooks 8, 8 'have no supporting function but a locking function so that the carrier 2 is simply pulled away from the at least one loose hook element 5, 5 '. Moreover, when mounting a carrier 2 on an upright 1, while placing the loose hook elements 5, 5 ', the carrier 2 can temporarily rest with the locking hooks 8, 8' in openings 4, 4 ', so that the entire weight is not has to be lifted from a carrier 2 during the provision of the loose hook elements 5, 5 '. Furthermore, in this way a correct positioning of the openings 7, 7 'for the openings 4, 4' is easily achieved. In the present exemplary embodiment 35, the locking hooks 8, 8 'extend through those openings 4, 4' 1009330 8 which are located under the openings 4, 4 'through which the loose hook elements 5, 5' are arranged.

De montageplaten 6 strekken zich met een deel 6a vanaf het vrije uiteinde van een drager 2 in neerwaartse 5 richting uit. Onder de drager 2 is een schraag 9 voorzien die enerzijds is verbonden met de onderzijde van de drager 2 en anderzijds met het zich in neerwaartse richting uitstrekkende deel 6a van de montageplaat 6. De schraag 9 dient ter versteviging van de verbinding tussen de staander 10 1 en de drager 2. Daarbij is het uit vervaardigingstechnisch oogpunt bijzonder gunstig wanneer de borghaken 8, 8' een integraal onderdeel uitmaken van de genoemde schraag 9. Bij een dergelijke uitvoering dient in de montageplaat 6 ten behoeve van elke borghaak 8, 81 een _ 15 opening 10,10' te zijn aangebracht waardoorheen de borghaken 8, 8' zich uitstrekken.The mounting plates 6 extend in a downward direction with a part 6a from the free end of a carrier 2. Under the carrier 2 a trestle 9 is provided which is connected on the one hand to the underside of the carrier 2 and on the other hand to the downwardly extending part 6a of the mounting plate 6. The trestle 9 serves to strengthen the connection between the upright 10 1 and the carrier 2. In addition, it is particularly advantageous from a manufacturing engineering point of view if the locking hooks 8, 8 'form an integral part of the said trestle 9. In such an embodiment, in the mounting plate 6 for each locking hook 8, 81 a 15 opening 10, 10 'through which the locking hooks 8, 8' extend.

Eventueel kunnen op de drager 2 draagplanken zijn geplaatst. Noodzakelijk is dit echter niet. De opslagstelling kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt voor 20 het opslaan van lang staafmateriaal of dergelijke, waarbij het gebruik van planken niet noodzakelijk is.Optionally, 2 supporting boards can be placed on the carrier. However, this is not necessary. The storage rack can for instance also be used for storing long rod material or the like, whereby the use of shelves is not necessary.

Figuur 5 toont in detail nogmaals een zij-aanzicht van een los haakelement 5. Figuur 6 toont een bovenaanzicht van het in figuur 5 weergegeven losse haakelement 5. Het 25 losse haakelement 5 is voorzien van een lijfdeel 1 dat een eerste ankerdeel 12 met een tweede ankerdeel 13 verbindt. Zowel het eerste ankerdeel 12 als het tweede ankerdeel 13 strekken zich boven en onder het lijfdeel 11 uit. De hoogte H2 van het eerste ankerdeel 12 is zodanig dat het eerste 30 ankerdeel 12 de openingen 4, 4', 7, 7' niet kan passeren. Het tweede ankerdeel 13 is voorzien van afrondingen en/of afschuiningen 14, 15, 16 die het mogelijk maken dat het ' tweede ankerdeel 13 beweegbaar is door een opening 4, 4', j 1,1' met een hoogte Hl die kleiner is dan de hoogte H3 van 35 het tweede ankerdeel 13.Figure 5 shows in detail again a side view of a loose hook element 5. Figure 6 shows a top view of the loose hook element 5 shown in Figure 5. The loose hook element 5 is provided with a body part 1 which comprises a first anchor part 12 with a second anchor part 13 connects. Both the first anchor part 12 and the second anchor part 13 extend above and below the body part 11. The height H2 of the first anchor part 12 is such that the first anchor part 12 cannot pass through the openings 4, 4 ', 7, 7'. The second anchor part 13 is provided with roundings and / or chamfers 14, 15, 16 which allow the 'second anchor part 13 to be movable through an opening 4, 4', j 1,1 'with a height H1 smaller than the height H3 of the second anchor part 13.

1009980 91009980 9

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo kunnen de dragers enigszins omhoof of omlaag zijn 5 gericht, bijvoorbeeld voor opslag van ronde buis- of staafelementen teneinde te verhinderen dat deze wegrollen. Eventueel kan de montageplaat met borghaken en schraag zijn uitgevoerd als een ééndelig gietstuk of op andere uit vervaardigingstechnisch oogpunt voordelige wijze.It is clear that the invention is not limited to the described exemplary embodiment, but that various modifications are possible within the scope of the invention. For example, the carriers can be slightly upward or downward, for example for storing round tube or bar elements in order to prevent them from rolling away. The mounting plate with locking hooks and trestle can optionally be designed as a one-piece casting or in another advantageous manner from a production engineering point of view.

10039 8010039 80

Claims

1. O O O O Λ1. O O O O Λ

1. Opslagstelling voorzien van staanders (1) die zich in hoofdzaak in verticale richting uitstrekken en dragers (2) die zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekken, waarbij de staanders (1) elk zijn voorzien' van 5 ten minste één flens (3) waarin ten minste één reeks boven elkaar gelegen openingen (4, 4') is aangebracht, waarbij de openingen zijn bestemd voor het met behulp van ten minste -één haak (5, 5') verbinden van een drager (2) met een staander (1), met het kenmerk, dat elke drager (2) aan ten 10 minste één vrij uiteinde is voorzien van een vast met de drager (2) verbonden montageplaat (6) die zich in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting van de drager(2) uitstrekt, waarbij in elke montageplaat (6) ten minste één opening (7, 7') is aangebracht, waarbij de opslagstelling is voorzien 15 van losse haakelementen (5), waarbij, in een gemonteerde toestand van de opslagstelling van elke drager (2) ten minste één montageplaat (6) aanligt tegen een flens (3) van een staander (1) zodanig dat de ten minste ene opening (7, 7') in de betreffende montageplaat (6) aanligt tegen een 20 daarmee corresponderende opening (4, 4') in de staander (1) , waarbij een los haakelement (5, 5') zich uitstrekt . door de beide openingen (4, 4', 7, 7') en de verbinding tussen de betreffende staander (1) en de betreffende drager (2) vormt.1. Storage rack comprising uprights (1) extending substantially vertically and carriers (2) extending substantially horizontally, the uprights (1) each having at least one flange (3) in which at least one series of openings (4, 4 ') situated one above the other is arranged, the openings being intended for connecting a carrier (2) to an upright (at least one hook (5, 5')) 1), characterized in that each support (2) is provided at at least one free end with a mounting plate (6) fixedly connected to the support (2), which is substantially perpendicular to the longitudinal direction of the support (2) at least one opening (7, 7 ') is provided in each mounting plate (6), the storage rack being provided with loose hook elements (5), wherein, in an assembled state, the storage rack of each carrier (2) at least one mounting plate (6) bears against a flange (3) of n a post (1) such that the at least one opening (7, 7 ') in the relevant mounting plate (6) rests against a corresponding opening (4, 4') in the post (1), wherein a loose hook element (5, 5 ') extends. through the two openings (4, 4 ', 7, 7') and forms the connection between the respective upright (1) and the respective carrier (2).

2. Opslagstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de losse haakelementen (5, 5') zodanig zijn uitgevoerd dat de verbinding tussen een drager (2) en een staander (1) kan worden verbroken zonder dat de drager (2)over een aanzienlijke hoek in het verticale vlak omhoog behoeft te 30 worden verzwenkt.Storage rack according to claim 1, characterized in that the loose hook elements (5, 5 ') are designed such that the connection between a carrier (2) and an upright (1) can be broken without the carrier (2) a considerable angle in the vertical plane needs to be pivoted upwards.

3. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de losse haakelementen (5, 5') handmatig plaatsbaar en wegneembaar zijn. 1009980Storage rack according to one of the preceding claims, characterized in that the loose hook elements (5, 5 ') can be placed and removed manually. 1009980

4. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de losse haakelementen (5, 5') zelfborgend zijn.Storage rack according to any one of the preceding claims, characterized in that the loose hook elements (5, 5 ') are self-locking.

5. Opslagstelling volgens één der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat de openingen (4, 4', 7, 7. in een genoemde staander (1) en een genoemde montageplaat (6) alsmede de uitvoering van de losse haakelementen (5) zodanig op elkaar zijn afgestemd dat de betreffende drager (2) enige bewegingsmogelijkheid heeft 10 ten opzichte van de staander (1).Storage rack according to one of the preceding 5 claims, characterized in that the openings (4, 4 ', 7, 7. in a said upright (1) and a said mounting plate (6) as well as the design of the loose hook elements (5 ) are adapted to each other in such a way that the carrier (2) concerned has some possibility of movement relative to the upright (1).

6. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de losse haakelementen (5) zodanig zijn uitgevoerd dat in een gemonteerde toestand van een drager (2) geen delen van de haakelementen (5) zich, aan de 15 naar de drager (2) toegekeerde zijde van de flens (3) van de staander (1), boven de drager (2) uitstrekken, zodat op de drager (2) te plaatsen elementen, zoals bijvoorbeeld planken, tot tegen de staander (1) kunnen worden aangeschoven.Storage rack according to one of the preceding claims, characterized in that the loose hook elements (5) are designed such that in an assembled condition of a carrier (2) no parts of the hook elements (5) adhere to the carrier. (2) facing the side of the flange (3) of the upright (1), extend above the support (2), so that elements to be placed on the support (2), such as, for example, planks, can be placed against the upright (1) joined.

7. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staanders (1) zijn voorzien ten minste één flens (3) die twee, naast elkaar gelegen reeksen boven elkaar gelegen openingen (4, 4',), waarbij elke montageplaat (6) is voorzien van twee naast 25 elkaar gelegen openingen (7, 7'), waarbij de verbinding van een uiteinde van een drager (2) met een staander (1) met behulp van telkens twee losse haakelementen (5, 5') is gevormd.Storage rack according to any one of the preceding claims, characterized in that the uprights (1) are provided with at least one flange (3) comprising two adjacent rows of superposed openings (4, 4 '), each mounting plate (6) is provided with two juxtaposed openings (7, 7 '), the connection of one end of a carrier (2) with an upright (1) using two separate hook elements (5, 5') each is formed.

8. Opslagstelling volgens één der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat elke drager (2) aan ten minste één, van een montageplaat (6) voorzien vrij uiteinde voorzien van ten minste één vast met de drager (2) verbonden borghaak (8, 8') die zich in een op een staander (l) gemonteerde toestand van de drager (2) uitstrekt door 35 een opening (4, 4') in de flens (3) van de betreffende staander (1), waarbij de borghaak (8, 8') geen dragende s 0099èC functie heeft maar een borgfunctie, zodat een zonder meer lostrekken van de drager (2) van het ten minste ene losse haakelement (5, 5') wordt verhinderd.Storage rack according to one of the preceding claims, characterized in that each carrier (2) has at least one free end provided with a mounting plate (6) with at least one locking hook (8) fixedly connected to the carrier (2). , 8 ') which extends in a position of the carrier (2) mounted on an upright (1) through an opening (4, 4') in the flange (3) of the relevant upright (1), wherein the locking hook (8, 8 ') does not have a load-bearing s 0099èC function, but has a locking function, so that a simple detachment of the carrier (2) from the at least one loose hook element (5, 5') is prevented.

9. Opslagstelling volgens conclusie 7 en 8, met het 5 kenmerk, dat de elke drager (2) aan elk vrij uiteinde is voorzien van twee vast met de drager verbonden borghaken (8,8') die elk op een zodanige afstand onder de openingen (7, 7') in de montageplaat (6) zijn aangebracht, dat in een gemonteerde toestand van de drager (2) de borghaken (8, 8') 10 zich uitstrekken door die openingen (4, 4') in de reeks boven elkaar gelegen openingen (4, 4') in de flens (3) van de staander (1) die zijn gelegen onder de openingen (4, 4') waar doorheen de losse haakelementen (5, 5') zijn aangebracht.Storage rack according to claims 7 and 8, characterized in that the each carrier (2) is provided at each free end with two locking hooks (8,8 ') fixedly connected to the carrier, each of which is spaced such a distance below the openings. (7, 7 ') in the mounting plate (6), that in an assembled condition of the carrier (2) the locking hooks (8, 8') 10 extend through said openings (4, 4 ') in the series above mutually spaced openings (4, 4 ') in the flange (3) of the upright (1) located below the openings (4, 4') through which the loose hook elements (5, 5 ') are arranged.

10. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke montageplaat (6) zich met een deel (6a) vanaf het vrije uiteinde van een drager (2) in neerwaartse richting uitstrekt, waarbij onder de drager (2) een schraag (9) is voorzien die is verbonden met 20 de onderzijde van de drager (2) en het zich in neerwaartse richting uitstrekkende deel (6a) van de montageplaat (6).Storage rack according to any one of the preceding claims, characterized in that each mounting plate (6) extends in a downward direction with a part (6a) from the free end of a carrier (2), a trestle under the carrier (2) (9) is provided which is connected to the bottom side of the carrier (2) and the downwardly extending part (6a) of the mounting plate (6).

11. Opslagstelling volgens conclusie 8 of 9 en conclusie 10, met het kenmerk, dat de ten minste ene borghaak (8, 8') integraal onderdeel uitmaakt van de genoemde schraag (9), 25 waarbij in een montageplaat (6) ten behoeve van elke borghaak (8, 8') een opening (10, 10') is voorzien waar doorheen de borghaak (8, 8') zich uitstrekt.Storage rack according to claim 8 or 9 and claim 10, characterized in that the at least one locking hook (8, 8 ') forms an integral part of said trestle (9), wherein in a mounting plate (6) for the purpose of each locking hook (8, 8 ') has an opening (10, 10') through which the locking hook (8, 8 ') extends.

12. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de staanders (1) T- of I- 30 profielen zijn.Storage rack according to one of the preceding claims, characterized in that the uprights (1) are T- or I-30 profiles.

13. Opslagstelling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dragers (2) T- of I-profielen zijn.Storage rack according to any one of the preceding claims, characterized in that the carriers (2) are T or I profiles.

14. Opslagstelling volgens één der voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat op de dragers (2) draagplanken zijn geplaatst. iStorage rack according to one of the preceding claims, characterized in that supporting shelves are placed on the carriers (2). i

15. Los haakelement bestemd voor gebruik bij een opslagstelling volgens één der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat het haakelement (5) is voorzien van een lijfdeel (11) dat een eerste ankerdeel (12) met een tweede 5 ankerdeel (13) verbindt, waarbij het zowel het eerste ankerdeel (12) als het tweede ankerdeel (13) zich boven en onder het lijfdeel (11) uitstrekken, waarbij het tweede ankerdeel (13) is voorzien van afrondingen en/of afschuiningen (14, 15, 16) die het mogelijk maken dat het 10 tweede ankerdeel (13) beweegbaar is door een opening (4, 4', 7, 7') met een hoogte (Hl) die kleiner is dan de hoogte (H3) van het tweede ankerdeel (13), waarbij de hoogte (H2) van het eerste ankerdeel (12) zodanig is dat het eerste ankerdeel (12) de openingen (4, 4', 7, 7') niet kan 15 passeren.Loose hook element intended for use in a storage rack according to any one of claims 1-14, characterized in that the hook element (5) is provided with a body part (11) comprising a first anchor part (12) with a second anchor part (13). ), wherein both the first anchor part (12) and the second anchor part (13) extend above and below the body part (11), the second anchor part (13) being provided with roundings and / or chamfers (14, 15, 16) that allow the second anchor portion (13) to be movable through an opening (4, 4 ', 7, 7') with a height (H1) less than the height (H3) of the second anchor portion ( 13), the height (H2) of the first anchor portion (12) being such that the first anchor portion (12) cannot pass through the openings (4, 4 ', 7, 7').