NL1009547C2 - Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie. Download PDF

Info

Publication number
NL1009547C2
NL1009547C2 NL1009547A NL1009547A NL1009547C2 NL 1009547 C2 NL1009547 C2 NL 1009547C2 NL 1009547 A NL1009547 A NL 1009547A NL 1009547 A NL1009547 A NL 1009547A NL 1009547 C2 NL1009547 C2 NL 1009547C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foil
roller
printed
station
release coating
Prior art date
Application number
NL1009547A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Hendrikus Johanne Borne
Original Assignee
Borne B V Van De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Borne B V Van De filed Critical Borne B V Van De
Priority to NL1009547A priority Critical patent/NL1009547C2/nl
Priority to EP99202146A priority patent/EP0978325A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1009547C2 publication Critical patent/NL1009547C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41MPRINTING, DUPLICATING, MARKING, OR COPYING PROCESSES; COLOUR PRINTING
    • B41M1/00Inking and printing with a printer's forme
    • B41M1/26Printing on other surfaces than ordinary paper
    • B41M1/30Printing on other surfaces than ordinary paper on organic plastics, horn or similar materials
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41MPRINTING, DUPLICATING, MARKING, OR COPYING PROCESSES; COLOUR PRINTING
    • B41M7/00After-treatment of prints, e.g. heating, irradiating, setting of the ink, protection of the printed stock
    • B41M7/0027After-treatment of prints, e.g. heating, irradiating, setting of the ink, protection of the printed stock using protective coatings or layers by lamination or by fusion of the coatings or layers

Landscapes

  • Coating Apparatus (AREA)
  • Application Of Or Painting With Fluid Materials (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie, ook aangeduid met de term "tape". Hiermee wordt bedoeld een dunne baan van een materiaal, doorgaans kunststof, zoals bijvoorbeeld 5 PVC, PP, PE, etc., waarbij één hoofdoppervlak van die baan is voorzien van een laag van een zelfklevend materiaal, zoals bijvoorbeeld lijm, gom, etc. Deze laag zal in het hiernavolgende worden aangeduid met de term "lijmlaag".
Een dergelijke zelfklevende folie is onder meer 10 bruikbaar als verpakkingsmateriaal voor diverse . toepassingen. Aan verpakkingsmateriaal wordt in het algemeen de eis gesteld dat dit zo goedkoop mogelijk dient te zijn, en daarom dient het productieproces voor het verpakkingsmateriaal zo eenvoudig mogelijk te zijn.
15 Onder meer met het oog op het gebruik als verpakkingsmateriaal bestaat er behoefte aan bedrukte zelfklevende folie, dat wil zeggen zelfklevende folie met tekst en/of afbeeldingen, bij voorkeur in full-colour, op het niet van lijm voorziene hoofdoppervlak daarvan. Het is 20 gebruikelijk om de bijvoorbeeld voor verpakkingsdoeleinden bestemde zelfklevende folie op te wikkelen tot een rol. Daarbij doet zich het probleem voor dat de bedrukte zijde van een foliewikkeling in contact komt met de lijmlaag van de daaropvolgende foliewikkeling. Wanneer later de 25 zelfklevende folie wordt afgewikkeld, is de kans groot dat het op de folie aangebrachte drukwerk wordt vernield door het verwijderen van de daarmee in contact zijnde wikkeling, doordat de inkt of dergelijke wordt meegenomen door de lijmlaag van die andere foliewikkeling.
30 Dit probleem blijkt in de praktijk dermate ernstig te zijn, dat reeds is voorgesteld om de lijmlaag aan te brengen na het bedrukken. Eerst wordt een lijmloze folie, 1009547 2 dat wil zeggen een folie waarbij genoemde lijmlaag afwezig is, bedrukt en de aldus bedrukte lijmloze folie wordt opgewikkeld op een rol; vervolgens wordt, ter plaatse van de toepassing, de folierol afgewikkeld en wordt lijm of een 5 dergelijk kleefmateriaal aangebracht op het bedrukte oppervlak van de folie, waarna de aldus gevormde bedrukte en belijmde folie wordt gebruikt voor de desbetreffende toepassing.
De uitvinding beoogt daarentegen een werkwijze te 10 verschaffen waarbij wordt uitgegaan van een van een lijmlaag voorziene folie, omdat dit een goed verkrijgbaar standaardproduct is, terwijl de stap van het aanbrengen van lijm ook weer allerlei problemen met zich meebrengt.
Als alternatieve benadering voor het oplossen van het 15 eerder genoemde probleem, dat de lijmlaag de neiging heeft de inkt van.een vorige wikkeling los te trekken, is reeds voorgesteld om over het drukwerk een afwerklaag aan te brengen, die ook wordt aangeduid met de term "release-coating", waarvan de samenstelling zodanig is gekozen, dat 20 de lijmlaag daar niet of nauwelijks aan hecht.
Bekende machines voor het aanbrengen van die release-coating hebben echter het nadeel, dat zij de kwaliteit van het drukwerk aantasten. Hierbij spelen twee factoren een belangrijke rol. Een eerste factor is, dat voor de release-25 coating een oplosmiddel wordt gebruikt waarin de inkt van het drukwerk enigszins oplost. Een tweede factor is, dat de belijmde folie in dergelijke machines onderhevig is aan trekspanningen, waardoor in de folie rek zal optreden. Deze trekspanningen, en daardoor genoemde rek, zullen in de tijd 30 fluctueren als gevolg van variaties in de door de lijmlaag veroorzaakte wrijvingskrachten zoals onder andere veroorzaakt door adhesie- en cohesiekrachten. De release-coating wordt aangebracht met behulp van een wals, die wordt aangedreven om te roteren met een voorafbepaalde 35 snelheid. Vanwege de genoemde rek en rek-variaties komt die voorafbepaalde snelheid niet steeds overeen met de werkelijke snelheid waarmee de folie de wals passeert. Dit 1009547 3 betekent, dat er een variërende verschilsnelheid is tussen de folie en het walsoppervlak (slip). Als gevolg daarvan kan de dikte van de release-coating plaatselijk onvoldoende zijn om het drukwerk te beschermen tegen de lijmlaag van 5 een volgende wikkeling. Een ander gevolg, dat samenhangt met het feit dat de inkt enigszins kan oplossen in het oplosmiddel van de release-coating, is dat de inkt van het drukwerk ("dots") enigszins kan worden uitgesmeerd in de lengterichting (transportrichting) van de folie, waardoor 10 de scherpte van het drukwerk vermindert. Dit is in het bijzonder onacceptabel bij vierkleurendruk, waar de te bereiken scherpte een noodzaak is voor het verkrijgen van een realistische afbeelding met dieptewerking. Ook is het onacceptabel bij meerkleurendruk voor het verkrijgen van 15 een realistisch resultaat door rasteropbouw van kleuren, zoals bijvoprbeeld full-colours.
De uitvinding beoogt de genoemde problemen op te lossen.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige 20 uitvinding wordt daartoe de release-coating zodanig aangebracht, dat een op de inkt werkende wrijvingskracht in de lengterichting van de folie wordt vermeden.
Dit kan door de release-coating contactloos aan te brengen. Volgens een ander aspect van de onderhavige 25 uitvinding wordt de release-coating aangebracht met behulp van een wals, waarvan de rotatiesnelheid zodanig wordt gestuurd, dat deze steeds gelijk is aan de momentane snelheid van de folie, waardoor de verschilsnelheid tussen de folie en het walsoppervlak in hoofdzaak is geëlimineerd. 30 In een vanwege de eenvoud de voorkeur genietende uitvoeringsvorm wordt de genoemde wals althans mede aangedreven door de passerende folie.
De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden 35 verduidelijkt door de hiernavolgende gedetailleerde bespreking van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening, waarin: 1009547 4 figuur 1 schematisch een inrichting voor het bedrukken van zelfklevende folie volgens de onderhavige uitvinding toont; figuur 2 schematisch een dwarsdoorsnede toont van een deel van een zelfklevende film; 5 figuur 3 schematisch een dwarsdoorsnede toont van een deel van een zelfklevende, bedrukte en gecoate folie; en figuur 4 schematisch een coating-aanbrengstation illustreert.
10 Thans wordt verwezen naar figuur 1, waar het verwijzingscijfer 1 een inrichting aanduidt voor het vervaardigen van bedrukte zelfklevende folie. De inrichting omvat een voorraadstation 10 voor het opnemen van een voorraadrol 11 van folie 12. De folie 12 is een baan van 15 een velvormig kunststof materiaal zoals bijvoorbeeld PVC, PP, PE, etc., hoewel andere materialen ook mogelijk zijn.
' De folie 12 heeft een eerste hoofdoppervlak 13 dat in het weergegeven voorbeeld is voorzien van een kleeflaag 14 van lijm, gom of dergelijk geschikt materiaal, en heeft een 20 tweede hoofdoppervlak 15.
De inrichting 1 heeft een printstation 20 voor het aanbrengen van een afbeelding en/of tekst op het tweede hoofdoppervlak 15 van de folie 12. Het printstation 20 omvat een aantal achter elkaar geplaatste printeenheden 21, 25 22, 23, 24, 25, etc., in het weergegeven voorbeeld vijf stuks, die worden aangestuurd door een stuurinrichting 60, waarbij elke printeenheid is ingericht voor het aanbrengen van inkt, verf, pasta of dergelijke van één bepaalde kleur of samenstelling. Voor het aanbrengen van een afbeelding in 30 "full-colour" zijn vier printeenheden nodig: drie printeenheden voor het aanbrengen van drie verschillende kleuren, en een vierde printeenheid voor het aanbrengen van zwart. De vijfde printeenheid dient om desgewenst in staat te zijn een zogenaamde "steunkleur" aan te brengen.
35 Eventuele meerdere kleuren kunnen in-line gedrukt worden.
De bedrukte folie zal in het hiernavolgende worden aangeduid met het verwijzingscijfer 16; de aangebrachte 1009547 5 inkt, verf pasta en dergelijke zal in het hiernavolgende worden aangeduid met het verwijzingscijfer 26.
Na elke printeenheid 21-25 kan een droogstation aanwezig zijn, om in staat te zijn de zojuist aangebrachte 5 inkt te drogen; deze droogstations kunnen zijn gebaseerd op het blazen van warme of koude lucht. Ter wille van de eenvoud zijn in de figuur echter de droogstations niet weergegeven.
De inrichting 1 is voorzien van transportmiddelen 100 10 om de folie 12 af te wikkelen van de voorraadrol 11 en te transporteren langs de printeenheden 21 t/m 25, welke transportmiddelen 100 in de weergegeven voorkeurs-uitvoeringsvorm een transporttrommel 101 omvatten, waarbij genoemde printeenheden 21 t/m 25 zijn opgesteld langs de 15 omtrek van de transporttrommel 101. Om de folie 12 binnen de inrichting 1 te geleiden, omvatten de transportmiddelen 100 geleiderollen 102, waarvan er in figuur 1 meerdere zijn weergegeven.
Bij een positie tussen de voorraadrol 11 en het 20 printstation 20 omvat de inrichting 1 een viltbed 34, en eventueel een primer-aanbrengstation 30 voor het aanbrengen van een geschikte primer 33 op het tweede hoofdoppervlak 15 van de folie 12. Het primer-aanbrengstation 30 omvat middelen 31 voor het aanbrengen van de primer 33, en 25 middelen 32 voor het drogen van de primer 33 nadat deze op het tweede hoofdoppervlak 15 is aangebracht.
De genoemde primer 33 kan een willekeurig geschikte, op zich bekende primer zijn.
De middelen 31 voor het aanbrengen van de primer 30 kunnen op zich bekende middelen voor het aanbrengen van primer zijn, zoals bijvoorbeeld een rasterwals.
De middelen voor het drogen van de primer kunnen willekeurig geschikte, op zich bekende droogmiddelen zijn, zoals bijvoorbeeld een warme of koude luchtstroom.
35 Het viltbed 34 dient voor het schoonmaken van het te bedrukken oppervlak 13 van de folie 12. De primer 33 dient om het oppervlak 13 van de folie 12 bedrukbaar te maken, 1009547 6 als dit nodig blijkt te zijn. Als alternatief kan de folie 12 worden behandeld met een corona in een corona-behandelstation 35. Bij voorkeur omvat de inrichting 1 zowel een corona-behandelstation 35 als een primer-5 aanbrengstation 30, zodat de gebruiker van de inrichting 1 kan kiezen welke voorbehandeling hij toepast, afhankelijk van het te bedrukken materiaal.
Voor het verkrijgen van een nauwkeurige full-colour afbeelding op de folie 12 is het van belang, dat de vijf 10 deelafbeeldingen door de vijf printeenheden bijzonder nauwkeurig worden aangebracht op de folie 12. Daartoe dienen de vijf printeenheden 21-25 bijzonder nauwkeurig te zijn, en in het bijzonder dienen zij vrij te zijn van spelingen. Door axiale verdraaiing van de assen in 15 combinatie met vertandingen onder een bepaalde hoek kunnen door spelingen veroorzaakte registerverschuivingen worden gecorrigeerd.
De inrichting 1 omvat voorts een coating-aanbreng-20 station 400 voor het aanbrengen van een release-coating 41 op het bedrukte tweede hoofdoppervlak 15 van de folie 16. Deze release-coating bestaat uit een dunne, in hoofdzaak transparante laag van een geschikt gekozen materiaal waaraan de lijmlaag 14 van de folie niet of nauwelijks zal 25 hechten. In de meeste toepassingsgevallen zal een op siliconenbasis vervaardigde coating goed voldoen. Een dergelijke coating is op zich bekend.
In het hiernavolgende zal de zelfklevende, bedrukte, en van een release-coating voorziene folie worden aangeduid 30 met het verwijzingscijfer 17.
De inrichting 1 omvat voorts een opwikkelstation 50 voor het op een rol 51 opwikkelen van de bedrukte zelfklevende folie 17. In de praktijk wordt de van een lijmlaag 14 voorziene folie 17 aangeleverd als baan met een 35 relatief grote breedte, dat wil zeggen dat de voorraadrol 11 een relatief grote axiale lengte heeft, bijvoorbeeld in de orde van ongeveer 150 mm. Het is mogelijk dat de Ί 1009547 7 bedrukte folie 17 integraal wordt opgewikkeld op de genoemde rol 51. Het is echter ook mogelijk dat de brede folie 17 in de lengterichting wordt doorgesneden voor verschaffen van meerdere banen naast elkaar, elk met een 5 gereduceerde breedte, in welk geval de rol 51 in feite meerdere rollen omvat. Daartoe kan desgewenst vóór het opwikkelstation 50 een snij station 70 zijn geplaatst, dat één of meerdere snijmessen 71 omvat voor het in de lengterichting doorsnijden van de dat station 70 passerende 10 folie 17.
Voorafgaand aan het opwikkelen van de folie 17 moet de release-coating drogen en moet de folie 17 afkoelen tot een zo laag mogelijke temperatuur. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen. In de eerste plaats zal een warme 15 folie onderhevig zijn aan meer rek. In de tweede plaats heeft warme lijm de neiging om zich te hechten aan de snijmessen 71. Derhalve is het door de folie 17 in de inrichting 1 af te leggen traject 42 tussen het coating-aanbrengstation 400 en het opwikkelstation 50 relatief 20 lang, waarbij de folie 17 diverse geleiderollen 102 en een ventilator 43 kan passeren. In figuur 1 is schematisch weergegeven, dat het droog- en afkoeltraject 42 zich bevindt vóór het snij station 70.
Doordat de folie 17 thans een release-coating 41 25 omvat, zal bij het afwikkelen van de rol 51 de lijmlaag 14 van een wikkeling niet of nauwelijks hechten aan de onderliggende wikkeling, zodat het drukwerk intact blijft.
Thans wordt verwezen naar figuur 4, waar enkele 30 details van een coating-aanbrengstation 400 zijn geïllustreerd. Daarbij toont figuur 4A schematisch een zijaanzicht, en toont figuur 4B schematisch een bovenaanzicht van het station 400.
In figuur 4 is met het verwijzingscijfer 410 een 35 rasterwals aangeduid, die in aanraking is met het bedrukte tweede hoofdoppervlak 15 van de folie 16. Naast de rasterwals 410 is een hulpwals 420 opgesteld, bij voorkeur 1009547 8 stroomopwaarts van de rasterwals 410, welke hulpwals 420 in aanraking is met het belijmde eerste hoofdoppervlak 13 van de folie 16. De hulpwals 420 is zodanig opgesteld ten opzichte van de rasterwals 410, dat deze walsen de folie 16 5 dwingen een Z-vormig traject af te leggen, waarbij de folie 16 steeds in contact is met een substantieel hoekgedeelte van het manteloppervlak van genoemde walsen.
De inrichting 1 omvat een motor 2 voor het aandrijven van de transportmiddelen 100. Bij conventionele 10 inrichtingen drijft de motor 2 rechtstreeks de rasterwals 410 aan. Bij het geïllustreerde uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding drijft de motor 2 de hulpwals 420 aan, onder tussenkomst van een slipkoppeling 421, en is de hulpwals 420 via een vaste 15 koppeling 430 gekoppeld met de rasterwals 410, zoals later uitgebreider zal worden uitgelegd. Deze vaste koppeling 430 is zodanig ontworpen, dat de omtrekssnelheid van het manteloppervlak van de rasterwals 410 in hoofdzaak gelijk is aan de omtrekssnelheid van het manteloppervlak van de 20 hulpwals 420.
De werking is als volgt. Onder normale omstandigheden roteert de hulpwals 420 met een snelheid die wordt bepaald door de motor 2, dat wil zeggen dat de slipkoppeling 421 niet slipt. Indien, om welke reden dan ook, de snelheid van 25 de folie 16 afwijkt van de motorsnelheid, zal steeds de hulpwals 420 een omtrekssnelheid houden die gelijk is aan de snelheid van de folie 16 en die dus afwijkt van de door de motor 2 bepaalde snelheid, waarbij de slipkoppeling 421 dan slipt. Hierbij speelt een belangrijke rol, dat de folie 30 16 met zijn belijmde hoofdoppervlak 13 in contact is met de hulpwals 421, zodat er in hoofdzaak geen slip optreedt tussen de folie 16 en de hulpwals 421. Aangezien bovendien, zoals vermeld, de omtrekssnelheid van het manteloppervlak van de rasterwals 410 in hoofdzaak gelijk is aan de 35 omtrekssnelheid van het manteloppervlak van de hulpwals 420, wordt dus verzekerd, dat te allen tijde de omtrekssnelheid van het manteloppervlak van de rasterwals 410 in 1009547 9 hoofdzaak gelijk is aan de snelheid van de passerende folie 16, en is meer in het bijzonder slip tussen de folie 16 en de rasterwals 410 in hoofdzaak geëlimineerd.
Figuur 4B illustreert enkele details van een 5 mogelijke uitvoeringsvorm van de koppelingen 421 en 430. De hulpwals 420 is roteerbaar gemonteerd op een vast in een (ter wille van de eenvoud niet weergegeven) frame van de inrichting 1 gemonteerde as 422. Een eerste tandwiel 431 is vast verbonden met de hulpwals 420. Het eerste tandwiel 431 10 is, eventueel onder tussenkomst van een ter wille van de eenvoud niet weergegeven tandwielstelsel, gekoppeld met een tweede tandwiel 432 dat vast is verbonden met de rasterwals 410, zoals geïllustreerd door de stippellijn 430. Op de genoemde as 422 is voorts een poelie 423 roteerbaar 15 bevestigd, die door middel van een ter wille van de eenvoud niet weergegeven tandriem is gekoppeld met de motor 2, zoals geïllustreerd door de stippellijn 424. Tussen de poelie 423 en de combinatie van de hulpwals 420 en het eerste tandwiel 431 is een wrijvingskoppeling of 20 slipkoppeling 421 opgenomen, bij voorbeeld in de vorm van één of meerdere ringvormige koppelingsplaten, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn. In figuur 4B is de slipkoppeling 421 weergegeven tussen de poelie 423 en het eerste tandwiel 431; uiteraard kan de slipkoppeling 421 ook 25 zijn gepositioneerd tussen de poelie 423 en de hulpwals 420 zelf.
De coating-aanbrenginrichting 400 is voorts voorzien van middelen om de poelie 423 en de combinatie van de hulpwals 420 en het eerste tandwiel 431 tegen elkaar te 30 drukken met een vooraf instelbare kracht, om aldus de maximaal door de wrijvingskoppeling 421 overdraagbare kracht (slipdrempel) te definiëren. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de poelie 423 in axiale richting gefixeerd, terwijl de hulpwals 420 in axiale richting 35 verschuifbaar is op de as 422. Naast de hulpwals 420, aan de van de poelie 423 af gekeerde zijde, is een drukveer 425 om de as 422 geplaatst. De drukveer 425 drukt met zijn ene 1009547 10 uiteinde tegen de hulpwals 420, en drukt met zijn andere uiteinde tegen een zitting 426, die vast is gemonteerd op de as 422. Met voordeel is de axiale positie van de zitting 426 instelbaar, bij voorbeeld doordat de zitting 426 is 5 uitgevoerd als een moer die kan worden geschroefd op een op de as 422 aangebrachte schroefdraad.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn, dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de 10 in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het tandwiel 431 een geïntegreerd 15 deel is van de hulpwals 420; hetzelfde geldt voor het tandwiel 432 en de rasterwals 410.
1009547

Claims (10)

1. Werkwijze voor het verschaffen van een bedrukte, zelfklevende folie (17), omvattende de volgende stappen: a) het verschaffen van een folie (12) met een eerste hoofdoppervlak (13) en een tweede hoofdoppervlak 5 (15), en een op het eerste hoofdoppervlak aangebracht kleefmateriaal (14); b) het op het tweede hoofdoppervlak (15) aanbrengen van één of meerdere lagen inkt, verf, pasta of dergelijke (26), in de vorm van een gewenste tekst en/of 10 afbeelding; c) het vervolgens aanbrengen van een release-coating (41) over de genoemde laag of lagen inkt, verf, pasta of dergelijke (26), ten behoeve van de bescherming van het drukwerk, waarbij het materiaal van de 15 release-coating (41) zodanig is gekozen, dat de lijmlaag (14) daar niet of nauwelijks aan zal hechten; waarbij tijdens stap (c) de release-coating zodanig wordt aangebracht, dat op de genoemde laag of lagen inkt, verf, 20 pasta of dergelijke (26) werkende wrijvingskrachten in de lengterichting van de folie in hoofdzaak worden vermeden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de releasecoating wordt aangebracht met behulp van een wals (410), 25 waarvan de rotatiesnelheid zodanig wordt gestuurd, dat de omtrekssnelheid daarvan steeds in hoofdzaak gelijk is aan de momentane snelheid van de folie (16).
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de wals (410) 30 althans mede wordt aangedreven door de passerende folie.
4. Werkwijze voor het aanbrengen van een release-coating (41) op een bedrukte, zelfklevende folie (16), zodanig dat wrijvingskrachten in de lengterichting van de folie in 35 hoofdzaak worden vermeden. 1009647
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de releasecoating wordt aangebracht met behulp van een wals (410), waarvan de rotatiesnelheid zodanig wordt gestuurd, dat de omtrekssnelheid daarvan steeds in hoofdzaak gelijk is aan 5 de momentane snelheid van de folie (16).
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de wals (410) althans mede wordt aangedreven door de passerende folie.
7. Coating-aanbrengstation (400) voor het aanbrengen van een release-coating (41) op een bedrukt tweede hoofdoppervlak (15) van een folie (16), welke folie (16) voorts een belijmd eerste hoofdoppervlak (13) bezit, omvattende: een coating-aanbrengende rasterwals (410); 15. aandrijfmiddelen (2, 423, 431, 432) voor het aandrijven van de rasterwals (410); - detectiemiddelen (420) voor het detecteren van de momentane snelheid van passerende folie (16); waarbij de detectiemiddelen (420) zijn gekoppeld met 20 de aandrijfmiddelen (2, 423, 431, 432) voor het regelen van de rotatiesnelheid van de rasterwals (410) in overeenstemming met de momentane snelheid van de passerende folie.
8. Coating-aanbrengstation volgens conclusie 7, waarbij 25 genoemde detectiemiddelen (420) een hulpwals (420) omvatten, die via een vaste koppeling (430) is gekoppeld met de rasterwals (410), en die is ingericht om in contact te zijn met het belijmde eerste hoofdoppervlak (13) van de folie (16). 30
9. Coating-aanbrengstation volgens conclusie 8, waarbij de hulpwals (420) via een wrijvingskoppeling (421) is gekoppeld met een motor (2). 1009547
10. Inrichting (1) voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie (17), omvattende: een voorraadstation (10) voor het opnemen van een voorraadrol (11) van folie (12); 5 een printstation (20) voor het aanbrengen van een afbeelding en/of tekst op een hoofdoppervlak (15) van de folie (12) ; een coatingaanbrengstation (400) volgens één der conclusies 7-9 voor het aanbrengen van een release-coating 10 (41) op het bedrukte hoofdoppervlak (15) van de folie (16); en een opwikkelstation (50) voor het op een rol (51) opwikkelen van de bedrukte zelfklevende folie (17); en transportmiddelen (100) om de folie (12) af te wikkelen van de voorraadrol (11) en te transporteren naar 15 het printstation (20), naar het coatingaanbrengstation (400), en naar het opwikkelstation (50). Ό05547
NL1009547A 1998-07-03 1998-07-03 Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie. NL1009547C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009547A NL1009547C2 (nl) 1998-07-03 1998-07-03 Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie.
EP99202146A EP0978325A1 (en) 1998-07-03 1999-07-01 Method and device for providing a printed, self-adhesive foil

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009547A NL1009547C2 (nl) 1998-07-03 1998-07-03 Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie.
NL1009547 1998-07-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009547C2 true NL1009547C2 (nl) 2000-01-07

Family

ID=19767416

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009547A NL1009547C2 (nl) 1998-07-03 1998-07-03 Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0978325A1 (nl)
NL (1) NL1009547C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0387916A2 (en) * 1981-12-15 1990-09-19 John Waddington PLC Self adhesive labels
EP0579423A1 (en) * 1992-07-13 1994-01-19 Moore Business Forms, Inc. Linerless labels
EP0605126A1 (en) * 1992-12-28 1994-07-06 Moore Business Forms, Inc. Window label
EP0702344A1 (en) * 1994-09-14 1996-03-20 Petter Co., Ltd. Label continuum and producing method thereof

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0387916A2 (en) * 1981-12-15 1990-09-19 John Waddington PLC Self adhesive labels
EP0579423A1 (en) * 1992-07-13 1994-01-19 Moore Business Forms, Inc. Linerless labels
EP0605126A1 (en) * 1992-12-28 1994-07-06 Moore Business Forms, Inc. Window label
EP0702344A1 (en) * 1994-09-14 1996-03-20 Petter Co., Ltd. Label continuum and producing method thereof

Also Published As

Publication number Publication date
EP0978325A1 (en) 2000-02-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1067634C (zh) 无衬标签印刷和传送装置
US5656116A (en) Refinements in method and apparatus for manufacturing linerless labels
US7819597B2 (en) Printing method and printer having a printing head and thermal activation head
US5713679A (en) Apparatus for selectively dispensing liner-type and linerless-type labels
EP1354718B1 (en) Thermal activator for heat sensitive adhesive sheet and printer apparatus utilizing the thermal activator
KR20060041278A (ko) 라이너리스 라벨 테이프를 취급하는 장치 및 방법
US6769466B2 (en) Laminating apparatus and method for manufacturing laminated article
CA2377641A1 (en) Method of applying and removing a protective film to the surface of a handrail of an escalator or moving walkway
US5779370A (en) Apparatus for printing labels and a self-releasing print roller therefor
JP3066389B2 (ja) プリンタ用融着装置
EP1672606B1 (en) Thermal activation apparatus and printer including the same
NL1009547C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verschaffen van bedrukte, zelfklevende folie.
JP4223623B2 (ja) 台紙なしラベル
US6006669A (en) Apparatus for affixing removable notes to a moving web
JP3703573B2 (ja) ラベルプリンタ
JP4824226B2 (ja) 台紙無しラベル連続体
EP1669296A1 (en) Thermal activation apparatus
EP4168507A1 (en) Direct coating and drying patterned adhesive on direct thermal face
JPH11170483A (ja) 熱転写プリンタ装置
US20080232893A1 (en) Method and Device For Printing on the Surface of a Strip-Type Medium
NL7903945A (nl) Laminator.
CA2389125A1 (en) Method of and apparatus for removing a protective film applied to the surface of a handrail for an escalator or moving walkway

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201