NL1009117C1 - Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1009117C1 NL1009117C1 NL1009117A NL1009117A NL1009117C1 NL 1009117 C1 NL1009117 C1 NL 1009117C1 NL 1009117 A NL1009117 A NL 1009117A NL 1009117 A NL1009117 A NL 1009117A NL 1009117 C1 NL1009117 C1 NL 1009117C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- web
- printing
- roller
- material web
- path
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41J—TYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
- B41J11/00—Devices or arrangements of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, for supporting or handling copy material in sheet or web form
- B41J11/004—Platenless printing, i.e. conveying the printing material freely, without support on its back, through the printing zone opposite to the print head
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41J—TYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
- B41J15/00—Devices or arrangements of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, specially adapted for supporting or handling copy material in continuous form, e.g. webs
- B41J15/04—Supporting, feeding, or guiding devices; Mountings for web rolls or spindles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41J—TYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
- B41J15/00—Devices or arrangements of selective printing mechanisms, e.g. ink-jet printers or thermal printers, specially adapted for supporting or handling copy material in continuous form, e.g. webs
- B41J15/16—Means for tensioning or winding the web
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41J—TYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
- B41J2/00—Typewriters or selective printing mechanisms characterised by the printing or marking process for which they are designed
- B41J2/005—Typewriters or selective printing mechanisms characterised by the printing or marking process for which they are designed characterised by bringing liquid or particles selectively into contact with a printing material
- B41J2/01—Ink jet
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41J—TYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
- B41J3/00—Typewriters or selective printing or marking mechanisms characterised by the purpose for which they are constructed
- B41J3/407—Typewriters or selective printing or marking mechanisms characterised by the purpose for which they are constructed for marking on special material
- B41J3/4078—Printing on textile
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Treatment Of Fiber Materials (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het stapsgewijs bedrukken van een continue mater iaalbaan, in het bijzonder een tex-tielbaan, met behulp van een of meer spuitmondstukken van een drukstati-on.
5 Een dergelijke werkwijze is in het vak bekend. Bij de békende werkwijze wordt het te bedrukken substraat op een band (zonder einde) gekleefd met behulp van hars. Nadat met behulp van de spuitmondstukken van het drukstation de gewenste afbeelding en/of tekst op het substraat is gedrukt, wordt het substraat van de band losgetrokken. Stof van het 10 substraat, inktresten e.d. blijven daarbij in de hars achter. De hars wordt van de band gewassen een de band opnieuw te kunnen gebruiken. Het aldus verkregen afvalwater dient vanwege het gehalte aan voor het milieu schadelijke kleurstoffen als chemisch afval te worden beschouwd en als zodanig te worden af gevoerd. Als gevolg van deze noodzakelijke afvoer in 15 combinatie met de grote hoeveelheden afval zijn de bedrijfskosten hoog.
De onderhavige uitvinding heeft ten doel een werkwijze voor het stapsgewijs bedrukken van een mater iaalbaan, in het bijzonder textiel-baan, te verschaffen, waarbij geen hars en kleurstoffen bevattend afvalwater ontstaat, zodat de bedrijfskosten relatief laag zijn.
20 Verder heeft de onderhavige uitvinding ten doel een dergelijke werkwijze te verschaffen, waarbij geen afsroering van drukinkt e.d. op onderdelen van de voor de uitvoering van de werkwijze toegepaste inrichting optreedt.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een 25 inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, die in het bijzonder goed toegankelijk is voor onderhoudsdoeleinden.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een compacte inrichting, zodat bij het opspannen van een te bedrukken mate-riaalbaan weinig af val ontstaat.
30 De drukwerkwijze volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt doordat de ma ter iaalbaan vrijhangend vanaf onder naar boven toe langs genoemde een of meer spuitmondstukken wordt geleid onder een in hoofdzaak constante baanspanning. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt de ma ter iaalbaan onder een bepaalde constante baanspanning vanaf 10 0. : : 7 2 onder naar boven langs de spuitmondstukken van het drukstation geleid, terwijl de materiaalbaan op die positie niet wordt ondersteund. De baan-spanning zal afhankelijk zijn van het type materiaal, waaruit het te bedrukken substraat is vervaardigd. Het drukken wordt op een positie 5 uitgevoerd, waar de materiaalbaan niet wordt ondersteund, omdat anders vervuiling van tegendrukrollen e.d. zou kunnen optreden als gevolg van door het substraat heengaande inktdruppeltjes. Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt geen steunlaag toegepast, waarop de te bedrukken materiaalbaan wordt gekleefd, zodat een wasbewerking van de steunlaag na 10 het drukken onbreekt met alle gunstige gevolgen daarvan voor de kosten van de bedrijfsvoering, in het bijzonder van de werkwijze zelf en voor het milieu.
i Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de materiaalbaan verticaal langs de spuitmondstukken geleid, die roet voor-15 deel loodrecht op de materiaalbaan staan. Bij de toegepaste spuitmondstukken worden zeer veel druppeltjes - in de orde van grootte van 625 000 per seconde - uit een spuitroondstuk geperst, die langs een oplaad-elektrode worden geleid, waar de druppeltjes elektrisch worden opgela-j den, en vervolgens langs afbuigelektroden, zodat de druppeltjes in de 20 gewenste richting worden af gebogen. Onjuist opgeladen druppeltjes, die j zodoende niet in de gewenste richting worden af gebogen, worden met be- i hulp van een "mes" opgevangen, dat tussen de drukkop en de materiaalbaan is opgesteld. Wanneer een dergelijke drukkop boven een horizontaal bewegend substraat zou worden opgesteld, is het moeilijk een die onjuist op-25 geladen druppels op te vangen en af te voeren. Drukken van onderaf geeft hetzelfde probleem en daarnaast het gevaar van verstopping van een spuitroondstuk. Derhalve wordt bij de uitvinding bij voorkeur de te bedrukken materiaalbaan in hoofdzaak verticaal langs loodrecht daarop opgestelde spuitmondstukken geleid. Enige afwijking van de verticaal is 30 echter toelaatbaar.
Verder wordt met voordeel de afstand tussen spuitmondstukken en te bedrukken materiaalbaan constant gehouden, zodat variaties van de dikte van de materiaalbaan geen invloed op de drukkwaliteit hebben. Wanneer de afstand kleiner zou worden, treedt namelijk een verscherping in vertica-35 le richting op bij horizontaal opgestelde spuitmondstukken, waarlangs het substraat verticaal wordt geleid.
Het drukken volgens de uitvinding wordt stapsgewijs uitgevoerd, l 1 0 0 9 'i 1 7 3 dwz dat bij het opbouwen van het beeld na iedere gedrukte strook daarvan de materiaalbaan een kleine stap (bijvoorbeeld ongeveer 8 ram) verder zal worden bewogen roet behulp van geschikte baantransportmiddelen, die hieronder in meer detail zullen worden toegelicht.
5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan, in het bijzonder een textielbaan, welke inrichting een baantransportstelsel, omvattende een toevoereenheid voor het toevoeren van de te bedrukken materiaalbaan en een af voer eenhe id voor het afvoeren van de bedrukte materiaalbaan 10 omvat, alsmede een drukstation met een of meer spuitmondstukken voor het bedrukken van de materiaalbaan en middelen voor het constant houden van de baanspanning, waarbij in de inrichting een baandoorvoertrajeet voor het doorvoeren van de materiaalbaan is gedefinieerd, waarbij het baandoorvoertra j eet een vrij druktraject vanaf onder naar boven langs de 15 spuitmondstukken van het drukstation omvat.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn in de afhankelijke inrichtingsconclusies gedefinieerd.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bij-gevoegde tekening, waarin: 20 Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding toont;
Fig. 2 een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is; en
Fig. 3 een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de 25 uitvinding is.
In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een drukinrichting volgens de uitvinding in zijn geheel met verwijzingscijfer 1 aangeduid. De drukinrichting 1 cravat een baantransportsysteem, omvattende een door een stappenmotor (niet weergegeven) aangedreven eerste toevoerwals 2 en een 30 eveneens aangedreven tweede afvoerwals 3. De walsen 2 en 3 zijn bijvoorbeeld uit aluminium vervaardigd, dat voldoende vrijvingsweerstand heeft era een materiaalbaan 4 mee te nemen, waarvan de bewegingsrichting met pijlen is aangeduid. Indien de wr ij vingsweer stand onvoldoende is, en zodoende het substraat over een dergelijke wals slipt, kan de wals van 35 een geschikte bekleding, bijvoorbeeld rubber, worden voorzien. De materiaalbaan 4 wordt vanaf een voorraadrol 5 voor desgewenst voorbehandeld substraat af gewikkeld, en over een vlakstr ijker 6 en vervolgens breed- 1 Π Π π 1 *t 7 ' V U C.· i t i 4 houders 7 geleid. Een vlakstrijker omvat in het algemeen een draaibare as met daarop vanaf het midden in tegengestelde richting verlopende spiraalvormige groeven (wormen). Bij een breedhouder zijn alleen de uiteinden van dergelijke groeven voorzien. Bij de eerste aangedreven wals 2 is 5 een nippenwals 8 opgesteld. Een drukstation 9 met horizontale spuitmon-den is tussen de walsen 2 en 3 gelegen. Het druktraject 10 van het door de materiaalbaan af te leggen baandoorvoertraj eet in de inrichting 1 verloopt verticaal, zodat de mater iaalbaan 4 van beneden naar boven langs het drukstation 9 wordt geleid. Opgemerkt wordt dat de term "baan-10 doorvoertraject" wordt gebruikt cm het pad van een mater iaalbaan vanaf de ingang door de inrichting heen naar de uitgang daarvan aan te duiden. | Aan beide uiteinden van het druktraject 10 zijn afstandswalsen 11 opge steld, waarlangs de mater iaalbaan 4 op de aangegeven wijze wordt geleid, j zodat de afstand tussen drukkop 9 en substraat 4 altijd gelijk is, zelfs 15 indien in de inrichting substraten met verschillende dikten dienen te worden bedrukt of wanneer een en hetzelfde substraat geen uniforme dikte bezit. Door de aanwezigheid van de afstandswalsen kunnen de aangedreven Ί walsen 2, respectievelijk 3 en het drukstation 9 op een vaste positie zijn opgesteld, die niet behoeft te worden veranderd wanneer de materi-20 aalbaan wordt gewisseld. De afstand van de bovenste afstandswals 11 tot de drukpositie zal zodanig worden gekozen, dat bij een gegeven druk- en I baantransportsnelheid (in de orde van grootte van ongeveer 12 m/uur bij I een drukbreedte van 1,7 m) er voldoende droogtijd is om de bedrukte ma- teriaalbaan te laten drogen, voordat deze de bovenste wals 11 bereikt. 25 Bij de hierboven vermelde baantransportsnelheid is een hart-op-hart-af-stand van 30 cm tussen de beide afstandswalsen voldoende. De wals 3 geeft een constante baanspanning over het druktraject 10 door middel van een koppel. Een nippenwals 12 bij de wals 3 zorgt in samenwerking daarmee voor verder transport van de mater iaalbaan 4, bijvoorbeeld naar een 30 wikke lrol 13, waarop de bedrukte mater iaalbaan wordt gewikkeld. Een nevenvoordeel van de opstelling van de walsen 2 en 3 boven elkaar is dat ook de onderste wals 2, indien nodig, goed toegankelijk is, bijvoorbeeld voor onderhoudswerkzaamheden.
Om de materiaalbaan in de inrichting in te voeren wordt gebruik 35 gemaakt van een baandoorvoerstelsel, dat bestaat uit een baanopnemer voor het daarop bevestigen van een uiteinde van de materiaalbaan, alsmede geleidingsmiddelen voor de baanopnemer, bijvoorbeeld rails, die langs 1 0 0 311 7 5 het baardoorvoertrajeet door de inrichting zijn opgesteld. Bij het invoeren van de materiaalbaan in de inrichting zullen de breedhouders, nippenwalsen en afstandswalsen in een vrijloqpstand worden gehouden, terwijl de materiaalbaan wel in aanraking wordt gebracht met de vlak-5 strijker cm de materiaalbaan zo glad mogelijk in te voeren cm materiaal-verlies te beperken. Tijdens het invoeren zijn alle assen van de verschillende onderdelen van de inrichting vrij draaibaar. Nadat het invoeren van de materiaalbaan is voltooid, worden alle onderdelen geactiveerd.
10 Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt bij voorkeur het baandoorvoertraj eet zo kort mogelijk gehouden om substraatverlies te beperken bij het opstarten van de inrichting. De hierboven beschreven inrichting kan bijvoorbeeld een baandoorvoertrajeet met een totale lengte van ongeveer 1 meter bezitten, waarbij de afstand vanaf het druksta-15 tion 9 tot aan de nippenwals 12 ongeveer 40 cm bedraagt, d.w.z. het substraatverlies (niet bedrukte materiaalbaan) bedraagt eveneens 40 cm. De gehele inrichting is derhalve compact.
Met voordeel zijn op strategische posities, zoals aan het begin en eind van het baandoorvoertrajeet, detectiemiddelen voor het bepalen van 20 de aanwezigheid van een materiaalbaan opgesteld. Deze detectiemiddelen worden toegepast voor de besturing van de inrichting, waarbij bijvoorbeeld de detectie van de aanwezigheid van de materiaalbaan na het invoeren daarvan de inrichting vrijgeeft voor het drukken zelf.
Teneinde door het substraat gaande verf- of inktdruppeltjes tegen 25 te houden en (¾) te vangen is aan de achterzijde van het substraat een niet-weergegegen opvanghouder opgesteld.
In fig. 2 is een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarin onderdelen, die met onderdelen in fig. l overeenkomen, met hetzelfde verwijzingscijfer + 20 daarbij opgeteld 30 zijn aangeduid. Bij deze uitvoeringsvorm zijn bij de aangedreven walsen 22 en 23 geen nippenwalsen opgesteld, en is een afzonderlijk baanspan-ningsmechanisme 34 voorzien tussen de voorraadrol 25 en de vlakstrijker 26. Dergelijke baanspanningsmechanismen zijn in het vak bekend, zodat van een gedetailleerde beschrijving wordt afgezien. Na de tweede wals 23 35 is een extra vlakstrijker 35 opgesteld en een nippenwals 36.
De werking van beide inrichtingen is voor het drukken gelijk. Een materiaalbaan wordt in een verticaal druktraject langs de spuitmondstuk- 1009117 6 ken van het drukstation geleid. Op die plaats wordt de materiaaLbaan niet ondersteund, maar onder een constante baanspanning gehouden zoals in fig. 1 en 2 is aangegeven. Af smering van inkt op onderdelen van de inrichting kan niet plaatsvinden. En er ontstaat geen afvalbron, zoals 5 in de stand van de techniek, waarbij grote hoeveelheden afvalwater dienen te worden afgevoerd, dat vanwege de zich daarin bevindende stoffen als chemisch afval wordt beschouwd. Verder is de inrichting volgens de uitvinding compact, zodat onnodig substraatverlies is beperkt. De druk-positie tussen de twee walsen geeft een goede toegankelijkheid tot de 10 gehele inrichting.
Fig. 3 illustreert een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarin onderdelen gelijk aan die van fig. 1 met gelijke verwij2ingscijfers + 40 zijn aangeduid. De materiaalbaan 44 wordt continu af gewikkeld van de aangedreven rol 45 en vervolgens naar 15 een in zijn geheel met verwijzingscijfer 60 aangeduid buf f er systeem geleid. Het buff er systeem 60 bestaat uit een niet-aangedreven hulpwals 61, een zogeheten danserwals 62 en een vlakstrijker (strijkwals) 63 met vanuit het midden naar elk uiteinde van de wals lopende schroefdraad c*n de s materiaalbaan 44 glad te strijken. De danserwals 62 beweegt tijdens het 1 . .
20 bedrukken van de materiaalbaan 44 omlaag (d.w.z. bij stilstand van de | hieronder te bespreken wals 48) en beweegt tijdens het verder doorvoeren van de materiaalbaan 44 omhoog. Na het buffersysteem 60 wordt de materiaalbaan 44 via een niet-aangedreven wals 48 en een aangedreven wals 42 geleid, en verder via een geleideplaat 64 voor de drukkop 49 langs in 25 het druktraject 50. De geleideplaat 64, die zich over de gehele breedte „ van de materiaalbaan 44 uitstrékt, is star en glad en bijvoorbeeld uit aluminium vervaardigd. De bedrukte materiaalbaan wordt na het druktraject 50 cm een aangedreven wals 43 en niet-aangedreven wals 52 geleid, welke beide walsen zijn voorzien van een rubberen deklaag. Tenslotte 30 wordt de materiaalbaan op een aangedreven en slippende wals 53 gewikkeld.
Ten opzichte van de inrichting volgens fig. 1 is bij de inrichting volgens fig. 3 de functie van de rollen 11, die de afstand tussen de materiaalbaan 4 en de drukkop 9 bepalen, overgencmen door de wals 43 35 samen met de geleideplaat 64, die de materiaalbaan 44 zo dicht mogelijk bij de drukkop 49 strak laten hangen. Uit het oogpunt van koeten is de inrichting volgens fig. 3 voordeliger dan die volgens fig. 1 en 2. De « 100S 11 7 7 geleideplaat 64 dient naast bovengenoemde functie om kreukels uit de materiaalbaan te verwijderen c.q. te voorkomen, voorafgaande aan het bedrukken daarvan. De geleideplaat 64 heeft een bepaalde kromming, waardoor een zéker gedeelte van de materiaalbaan tegen deze plaat 64 aan-5 ligt.
Ten opzichte van het baanspanningsmechanisme 34 volgens fig. 2 wordt de materiaalbaan 44 in fig. 3 op spanning gehouden door de combinaties van de walsen 42, 48, respectievelijk 43, 52.
1 0 0 9 1 1 7
Claims (15)
1. Werkwijze voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materi-aalbaan (4; 24; 44), in het bijzonder een textielbaan, met behulp van een of meer spuitmondstukken van een drukstation (9; 29; 49), met het kenmerk dat de materiaalbaan (4; 24; 44) vrijhangend vanaf onder naar 5 boven toe langs genoemde een of meer spuitmondstukken wordt geleid onder een in hoofdzaak constante baanspanning.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de materiaal-baan (4; 24; 44) verticaal langs genoemde een of meer spuitmondstukken 10 wordt geleid.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de afstand tussen de materiaalbaan (4; 24; 44) en genoemde een of meer spuitmondstukken constant wordt gehouden. 15
4. Drukinrichting (l) voor het stapsgewijs bedrukken van een continue = materiaalbaan (4; 24; 44), in het bijzonder een textielbaan, welke in- = richting een baantransportstelsel, omvattende een toevoereeriheid voor ] het toevoeren van de te bedrukken materiaalbaan (4; 24; 44) en een af- j 20 voereenheid voor het afvoeren van de bedrukte materiaalbaan omvat, als mede een drukstation (9; 29; 49) met een of meer spuitmondstukken voor het bedrukken van de materiaalbaan (4; 24; 44) en middelen voor het constant houden van de baanspanning (3; 34; 42, 48, 43, 52), waarbij in de inrichting een baandoorvoertraj eet voor het doorvoeren van de materiaal-25 baan (4; 24; 44) is gedefinieerd, met het kenmerk dat het baandoorvoer-.. traject een vrij druktraject (10; 50) vanaf onder naar boven langs de spuitmondstukken van het drukstation (9; 29; 49) omvat.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het vrije 30 druktraject (10; 50) verticaal verloopt.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat voor en na het druktraject (10; 50) afstandsmiddelen voor het constant houden van de afstand tussen spuitmondstukken en de materiaalbaan (4; 44) zijn 35 opgesteld. li r. 1 o G S i 1 7 m "lïEBS
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat genoemde af- standsmiddelen zijn gekozen uit afstandswalsen (11), geleideplaten (64) of combinaties daarvan.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 4-7, met het kenmerk dat toevoer eenheid een aangedreven toevoerwals (2; 22; 42) omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de toevoerwals 10 (2; 22; 42) wordt aangedreven door een stappenmotor.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 4-9, met het kenmerk dat de afvoereenheid een tweede aangedreven afvoerwals (3) met koppel voor de instelling van de baanspanning omvat. 15
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 4-9, met het kenmerk dat voor de toevoerwals (22) een baanspanningsmechanisme (34) is opgesteld.
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 4-9, met het kenmerk dat de middelen voor het constant houden van de baanspanning een eerste paar van een aangedreven wals (42) en een daarmee samenwerkende vrije wals (48), die voor het druktraject (50) zijn opgesteld, en een tweede paar van een aangedreven wals (43) en een daarmee samenwerkende 25 vrije wals (52), die na het druktraject (50) zijn opgesteld, omvat.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 4-12, met het kenmerk dat stroomopwaarts van de toevoerwals (2; 22; 42) een of meer breedhoudwalsen (7; 27) en vlakstrijkwalsen (6; 26; 63) zijn opgesteld. 30
14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 4-13, met het kenmerk dat tegenover de een of meer spuitmonden van het drukstation (9; 29; 49) een opvanghouder voor het opvangen van doorgaande dnqppels is opgesteld. 35
15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van detectoren voor het detecteren 1 0091 1"? van de aanwezigheid van een materiaalbaan in de inrichting. a r\ ? ï * j / ; ” > 1 ί 31
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1009117A NL1009117C1 (nl) | 1998-01-30 | 1998-05-08 | Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. |
AU23017/99A AU2301799A (en) | 1998-01-30 | 1999-01-28 | Method and device for stepwise printing of a continuous material web |
CN 99802447 CN1289294A (zh) | 1998-01-30 | 1999-01-28 | 步进印刷连续卷材的方法和装置 |
IDW20001447A ID25484A (id) | 1998-01-30 | 1999-01-28 | Metode dan alat untuk pencetakan bertahap tenunan material yang kontinyu |
BR9908147-4A BR9908147A (pt) | 1998-01-30 | 1999-01-28 | Método e dispositivo para impressão progressiva de um lençol de material contìnuo |
EP99902929A EP1051300A1 (en) | 1998-01-30 | 1999-01-28 | Method and device for stepwise printing of a continuous material web |
PCT/NL1999/000049 WO1999038699A1 (en) | 1998-01-30 | 1999-01-28 | Method and device for stepwise printing of a continuous material web |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1008175 | 1998-01-30 | ||
NL1008175A NL1008175C2 (nl) | 1998-01-30 | 1998-01-30 | Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. |
NL1009117 | 1998-05-08 | ||
NL1009117A NL1009117C1 (nl) | 1998-01-30 | 1998-05-08 | Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1009117C1 true NL1009117C1 (nl) | 1999-08-02 |
Family
ID=26642738
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1009117A NL1009117C1 (nl) | 1998-01-30 | 1998-05-08 | Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1051300A1 (nl) |
CN (1) | CN1289294A (nl) |
AU (1) | AU2301799A (nl) |
BR (1) | BR9908147A (nl) |
ID (1) | ID25484A (nl) |
NL (1) | NL1009117C1 (nl) |
WO (1) | WO1999038699A1 (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP6051874B2 (ja) * | 2013-01-10 | 2016-12-27 | セイコーエプソン株式会社 | プリンター |
JP6119344B2 (ja) * | 2013-03-21 | 2017-04-26 | セイコーエプソン株式会社 | 画像形成装置、記録媒体のテンション制御方法 |
JP6295731B2 (ja) * | 2014-03-05 | 2018-03-20 | セイコーエプソン株式会社 | 画像記録装置およびシート搬送方法 |
CN109291642A (zh) * | 2018-09-28 | 2019-02-01 | 浙江昱荣数码喷印技术有限公司 | 张紧送料机构及喷墨打印机 |
US11981522B2 (en) | 2020-03-12 | 2024-05-14 | Cryovac, Llc | Systems and methods for handling a flexible web |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3446226A1 (de) * | 1984-12-19 | 1986-06-19 | Olympia Werke Ag, 2940 Wilhelmshaven | Matrixdrucker mit einem auf einem bewegbaren traeger angeordneten druckkopf |
JPH0796749B2 (ja) * | 1989-09-13 | 1995-10-18 | セーレン電子株式会社 | インクジェット方式の捺染方法 |
US5294946A (en) * | 1992-06-08 | 1994-03-15 | Signtech Usa, Ltd. | Ink jet printer |
JPH06220781A (ja) * | 1993-01-28 | 1994-08-09 | Kanebo Ltd | 捺染方法および装置 |
JP2672767B2 (ja) * | 1993-05-13 | 1997-11-05 | キヤノン株式会社 | プリント方法及び装置及びそのプリント物及び加工品 |
-
1998
- 1998-05-08 NL NL1009117A patent/NL1009117C1/nl not_active IP Right Cessation
-
1999
- 1999-01-28 EP EP99902929A patent/EP1051300A1/en not_active Withdrawn
- 1999-01-28 WO PCT/NL1999/000049 patent/WO1999038699A1/en not_active Application Discontinuation
- 1999-01-28 ID IDW20001447A patent/ID25484A/id unknown
- 1999-01-28 BR BR9908147-4A patent/BR9908147A/pt not_active Application Discontinuation
- 1999-01-28 AU AU23017/99A patent/AU2301799A/en not_active Abandoned
- 1999-01-28 CN CN 99802447 patent/CN1289294A/zh active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1051300A1 (en) | 2000-11-15 |
ID25484A (id) | 2000-10-05 |
BR9908147A (pt) | 2000-11-28 |
WO1999038699A1 (en) | 1999-08-05 |
CN1289294A (zh) | 2001-03-28 |
AU2301799A (en) | 1999-08-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
TW394741B (en) | Linerless label applicator | |
CA2341628C (en) | Ticket dispensing mechanism | |
US4707211A (en) | Linerless thermal label printer and applicator | |
DE69511083T2 (de) | Vorrichtung zum drucken von trennfolienfreien materialien mit einer klebeschicht | |
US9073356B2 (en) | Liquid treatment agent coating device for inkjet printer, method of operating liquid treatment agent coating device, and image forming system | |
US20070187501A1 (en) | Method of and apparatus for treating defective labels, in particular rfid label printer | |
TWI458661B (zh) | 標籤退出裝置 | |
AU676336B2 (en) | Printing system for linerless labels | |
KR870009855A (ko) | 윤전인쇄기의 가이드로울러 세정방법 및 장치 | |
NL1009117C1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. | |
US6652173B1 (en) | Ticket dispensing mechanism | |
DE602005005764T2 (de) | Bogenausgabesystem | |
JPH10226059A (ja) | プリント装置 | |
US8562097B2 (en) | Transport apparatus for flat materials to be printed with aligned support bar system | |
US7810810B2 (en) | Apparatus for pressing flat materials onto a transport module | |
CN208255910U (zh) | 一种新型标签打印*** | |
NL1008175C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het stapsgewijs bedrukken van een continue materiaalbaan. | |
NL8403057A (nl) | Gecombineerde separatie-, scheidings- en sorteerinrichting voor een meervoudige kettingformulierenbaan. | |
DE10022152A1 (de) | Etikettendrucker | |
US6224280B1 (en) | Tape storing and feeding mechanism for mailing machines | |
DE4042486C2 (de) | Druckvorrichtung mit Thermodruckkopf | |
US11325383B2 (en) | Liquid collecting device, liquid ejecting apparatus, and method for controlling liquid ejecting apparatus | |
US20130276654A1 (en) | Conveyor belt cleaning method and apparatus | |
NL1027001C2 (nl) | Inkjet printer. | |
GB2290262A (en) | Paper handling in ink jet printer. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20031201 |