NL1008936C2 - Combination device for the care of garden, landscape or court. - Google Patents
Combination device for the care of garden, landscape or court. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1008936C2 NL1008936C2 NL1008936A NL1008936A NL1008936C2 NL 1008936 C2 NL1008936 C2 NL 1008936C2 NL 1008936 A NL1008936 A NL 1008936A NL 1008936 A NL1008936 A NL 1008936A NL 1008936 C2 NL1008936 C2 NL 1008936C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- housing
- combination device
- axis
- baffle
- work tool
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B45/00—Machines for treating meadows or lawns, e.g. for sports grounds
- A01B45/02—Machines for treating meadows or lawns, e.g. for sports grounds for aerating
- A01B45/026—Scarifiers comprising a knife reel actively driven around a substantially horizontal shaft
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
Description
tt
Combinatie-inrichting voor het verzorgen van tuin, landschap of hof.Combination device for the care of garden, landscape or court.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een combinatie-inrichting voor het verzorgen van tuin, landschap of 5 hof, welke inrichting een behuizing bezit met daaraan aangebrachte wielen waarmee de inrichting over een te bewerken oppervlak verrijdbaar is, waarbij aan de behuizing een ge-leidingsstang is aangebracht, die door een bedieningspersoon met de hand kan worden beetgepakt om de inrichting over het 10 oppervlak te verplaatsen en te geleiden, met een arbeids-werktuig dat permanent aan de behuizing is aangebracht en met een aan de behuizing bevestigde motor voor het aandrijven van het arbeidswerktuig.The present invention relates to a combination device for taking care of a garden, landscape or courtyard, which device has a housing with wheels mounted thereon, with which the device is movable over a surface to be worked, wherein a guide rod is attached to the housing mounted, which can be grasped manually by an operator to move and guide the device across the surface, with a work tool permanently mounted to the housing and with a motor attached to the housing for driving the housing. work tool.
In DE-A-39 30 123 is een combinatie-inrichting beschre-15 ven, waarbij als arbeidswerktuig een verticuteer-as, een veegrol of een beluchtings-as voor het beluchten van het gazon kan worden aangebracht. Voor het aandrijven van het betreffende arbeidswerktuig dient een aandrijfmotor, waarvan de riemschijf door middel van een drijfriem kan worden ver-20 bonden met een riemschijf, die aan het aan te drijven arbeidswerktuig is aangebracht. Bij het verwisselen van het arbeidswerktuig moet eerst een afdekking worden weggenomen, die het riem-aandrijfmechanisme bedekt. Daarna moet de riem van de, met het arbeidswerktuig verbonden, riemschijf worden 25 vrij gemaakt. Bij de inrichting is de hoofdbewegingsrichting de werkrichting. Aangezien de draairichting van bijvoorbeeld een veegrol bij een dergelijke gegeven hoofdbewegings-rich-ting tegengesteld is aan die van een messenas voor het ver-ticuteren, is op de veegrol aanvullend een omkeerdrijfwerk 3 0 aangebracht.DE-A-39 30 123 discloses a combination device in which a scarifying shaft, a sweeping roller or an aeration shaft for aerating the lawn can be applied as a working tool. A drive motor, the pulley of which can be connected by means of a drive belt to a pulley mounted on the work tool to be driven, serves for driving the respective work tool. When changing the work tool, a cover must first be removed, which covers the belt drive mechanism. The belt must then be released from the pulley connected to the work tool. In the device, the main direction of movement is the working direction. Since the direction of rotation of, for example, a sweeping roller in such a given main direction of movement is opposite to that of a knife shaft for verifying, a reversing gear 30 is additionally mounted on the sweeping roller.
Bij het verwisselen van de arbeidswerktuigen moet de bedieningspersoon ervoor zorgen, dat de riemaandrijving op de juiste wijze gemonteerd wordt en ook de afdekking weer volgens de voorschriften wordt aangebracht, anders wordt de 35 bedieningspersoon, of worden andere personen, die in de 1008936 2 buurt zijn, in gevaar gebracht. Aangezien er slechts één bevestigingspunt aanwezig is, moet gewaarborgd zijn, dat de bij de arbeidswerktuigen behorende as is aangebracht in houders, die de uit de verschillende draaicirkels van de ar-5 beidswerktuigen resulterende afstandsverschillen ten opzichte van het te bewerken oppervlak, kunnen compenseren.When changing work tools, the operator must ensure that the belt drive is installed correctly and the cover is properly reinstalled, otherwise the operator, or other persons in the vicinity, will be 1008936 2 , endangered. Since there is only one attachment point, it must be ensured that the shaft belonging to the work tools is arranged in holders which can compensate for the distance differences resulting from the different turning circles of the work tools with respect to the surface to be processed.
De uitvinding heeft nu als eerste tot doel een combina-tie-inrichting van het beschreven type te verschaffen, waarbij naast een permanent met de behuizing verbonden arbeids-10 werktuig een ander arbeidswerktuig naar keuze kan worden aangebracht en dat eenvoudig te bedienen is, dat wil zeggen, het aanbrengen op eenvoudige wijze mogelijk maakt.The first object of the invention is now to provide a combination device of the type described, wherein, in addition to a work tool permanently connected to the housing, another work tool of choice can be arranged and that it is simple to operate, that is to say say, makes it easy to apply.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt, doordat is voorzien in een aandrijftandwiel, dat 15 permanent met een aan de behuizing aangebracht wiel is verbonden, waarbij aan de behuizing opneemmiddelen zijn aangebracht voor het selectief vastzetten van een veegin-richting, welke tenminste een draaiend aandrijfbare veegrol omvat, die is voorzien van een tandwiel dat, bij het aan-20 brengen van de veeginrichting aan de behuizing, in aangrij-ping wordt gebracht met het aandrijf tandwiel voor het aandrijven van het tandwiel door middel van het wiel, dat is voorzien van het aandrijftandwiel, waarbij de geleidings-stang voor een eerste bewegings-richting bij het gebruik van 25 het arbeidswerktuig in een eerste stand ten opzichte van de behuizing kan worden vastgezet en de behuizing bij het gebruik van de veeginrichting kan worden verplaatst in een richting die tegengesteld is aan de eerste bewegings-richting, waartoe de geleidingsstang in een tweede stand ten 30 opzichte van de behuizing kan worden vastgezet.This object is achieved according to the present invention in that a drive gear is provided, which is permanently connected to a wheel arranged on the housing, wherein receiving means are provided on the housing for selectively securing a sweeping device, which rotates at least one drivable sweep roller comprising a gear wheel which, when the sweeper is fitted to the housing, is engaged with the drive gear wheel for driving the gear wheel by means of the wheel provided of the driving gear, wherein the guide rod for a first direction of movement can be fixed in a first position relative to the housing when the work tool is used and the housing can be moved in a direction which, when using the sweeper, is opposite to the first direction of movement, for which purpose the guide rod is in a second position relative to the housing can be secured.
Bij deze uitvoeringsvorm is het van voordeel, dat een veeginrichting kan worden gebruikt, die niet door de motor wordt aangedreven. Voor het gebruik van een veegrol is bijvoorbeeld een lager toerental en een gering vermogen nodig, 35 zodat hiervoor de aandrijving wordt afgetakt van de draaiende beweging van één van de wielen, welk wiel draait wanneer 1008936 3 de behuizing door de bedieningspersoon over het te bewerken oppervlak wordt verreden. De hiervoor beschreven uitvoering levert verder nog het voordeel op, dat bij het gebruik als veeginrichting de aandrijfmotor niet hoeft te worden geacti-5 veerd, dat wil zeggen, dat wanneer de inrichting is uitgerust met een benzinemotor, er geen belasting van het milieu plaats vindt en bij een inrichting met een elektromotor meer flexibiliteit wordt verkregen, daar geen kabelverbinding behoeft te worden gebruikt. Verder kan de inrichting beter 10 worden benut, omdat hij voor verschillende toepassingen kan worden gebruikt.In this embodiment, it is advantageous to use a sweeper that is not motor driven. For example, the use of a sweeping roller requires a lower speed and a low power, so that the drive is branched from the rotating movement of one of the wheels, which wheel rotates when the operator moves the housing over the surface to be processed. is being driven. The above-described embodiment furthermore offers the advantage that, when used as a sweeping device, the drive motor does not have to be activated, that is to say, when the device is equipped with a petrol engine, there is no burden on the environment. and more flexibility is obtained in a device with an electric motor, since a cable connection need not be used. Furthermore, the device can be better utilized, because it can be used for different applications.
Bij voorkeur bezit de behuizing een uitwerp-opening voor het door het motorisch aangedreven arbeidswerktuig van het oppervlak losgemaakte materiaal, terwijl de behuizing, 15 aan het einde waar zich de uitwerp-opening bevindt, is voorzien van een verzamelorgaan, welk einde is aangebracht bij het, van het aandrijftandwiel voorziene, wiel.Preferably, the housing has an ejection opening for the material detached from the surface by the motor-driven work tool, while the housing, at the end where the ejection opening is located, is provided with a collecting member, which end is arranged at the wheel provided with the drive gear.
Het gaat daarbij om een inrichting, die als verticu-teerder of maaier is uitgevoerd en ten aanzien van de bewe-20 gingsrichting van een dergelijke inrichting om de uitworp aan de achterkant. Eén van de wielen, die bij dit einde van de behuizing is aangebracht, hoort bij het aandrijftandwiel.This is a device which is designed as a scarifier or a mower and with regard to the direction of movement of such a device around the rear discharge. One of the wheels mounted at this end of the housing is associated with the drive gear.
Om een gesloten en goed werkende constructie-eenheid te verkrijgen, is de veegrol ten dele afgedekt door een afdek-25 kap, die een uittree-opening bezit, waarop een verzamelorgaan kan worden aangesloten.In order to obtain a closed and well-functioning construction unit, the sweeping roller is partly covered by a cover cap, which has an exit opening to which a collecting member can be connected.
Daarbij wordt bij voorkeur een verzamelorgaan gebruikt, dat identiek is aan het verzamelorgaan dat voor het motorisch aangedreven arbeidswerktuig wordt gebruikt. Dit wordt 30 gewoonlijk aan de behuizing aangebracht. Het vastzetten vindt bijvoorbeeld plaats door ophanging aan geschikte middelen van de behuizing.Preferably, a collecting member is used here, which is identical to the collecting member used for the motor-driven work tool. This is usually applied to the housing. The fixing takes place, for example, by suspension from suitable means of the housing.
De veegrol kan op een as zijn vastgezet en het tandwiel kan op deze as zijn bevestigd.The sweeper roller can be secured to an axle and the gear wheel can be attached to this axle.
35 Verder wordt voorgesteld, dat de veeginrichting behalve de veegrol ook een draaiend aandrijfbare zijbezem omvat, die 1008936 4 via een riemaandrijving aandrijfbaar met de as is verbonden.It is further proposed that, in addition to the sweeper roller, the sweeping device also comprises a rotatably drivable side brush, which is connected to the shaft by a belt drive.
Bij gebruik draait de zijbezem om een in hoofdzaak verticaal geplaatste as. Dienovereenkomstig is de riemaandrij-ving gekruist, aangezien de as, waarop de veegrol zit, hori-5 zontaai is gericht.The side brush rotates about a substantially vertically arranged axis during use. Accordingly, the belt drive is crossed since the shaft on which the sweeper roller sits is oriented horizontally.
Om een dragende constructie-eenheid te verkrijgen, is voorzien in een staafvormig draagelement, waaraan via lagers de as is gelagerd die de veegrol draagt en waarbij aan het draagelement de afdekkap en een houder voor de zijbezem zijn 10 vastgezet.In order to obtain a supporting construction unit, a rod-shaped supporting element is provided, on which the shaft bearing the sweeping roller is mounted via bearings, and the cover element and a holder for the side broom are fixed to the supporting element.
Om de uitwerp-opening van de behuizing en de middelen voor het aanbrengen van het verzamelorgaan, zoals deze voor het gebruik van de inrichting bijvoorbeeld als verticuteer-apparaat zijn gedacht, te kunnen gebruiken, kan de op deze 15 behuizing aangebrachte geleidingsstang worden verzwenkt tussen twee bedrijfsstanden. Daaruit resulteert een veranderde bewegingsrichting voor het gebruik van de inrichting als veeginrichting. Bij het gebruik met uitworp aan de achterkant ligt ook het aangrijpingspunt en daarmee het handgreep-20 gebied van de geleidingsstang aan de kant van het op de achterkant aangebrachte verzamelorgaan. De geleidingsstang wordt voor het gebruik van de inrichting als veegmachine naar de tegenovergestelde zijde verzwenkt. Het verzamelorgaan ligt dan voorop als gezien in de rijrichting. De ach-25 terkant wordt dus voorkant. Bij voorkeur wordt als een met de veeginrichting uit te rusten apparaat, een apparaat gekozen waarvan het arbeidswerktuig wordt gevormd door een messen-as voor het verticuteren.In order to be able to use the ejection opening of the housing and the means for arranging the collecting member, such as these have been thought for the use of the device, for example as a scarifier, the guide rod arranged on this housing can be pivoted between two operating modes. This results in a changed direction of movement for the use of the device as a sweeping device. When used with rear ejection, the point of engagement and thus the handle-bar area of the guide rod is also on the side of the collector mounted on the rear. The guide rod is pivoted to the opposite side before using the device as a sweeper. The collecting member is then in front as seen in the direction of travel. The back will therefore be the front. Preferably, as a device to be equipped with the sweeper, a device is chosen, the work tool of which is formed by a knife shaft for scarifying.
Er kan in worden voorzien dat de opneemmiddelen worden 30 gevormd door opneemsleuven in de zijwanden van de behuizing. Daarbij kunnen deze zodanig hellend zijn uitgevoerd, dat de as, die de veegrol draagt, met zijn tandwiel zodanig geleid wordt, dat de tanden ervan in aangrijping worden gebracht met de tanden van het aandrijftandwiel.It is possible to provide that the receiving means are formed by receiving slots in the side walls of the housing. In addition, they can be inclined such that the shaft, which carries the sweeping roller, is guided with its gear wheel in such a way that its teeth are brought into engagement with the teeth of the drive gear.
35 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een combina- tie-inrichting voor het verzorgen van tuin, landschap of 1008936 5 hof, welke inrichting een behuizing bezit met daaraan aangebrachte wielen waarmee de inrichting over een te bewerken oppervlak verrijdbaar is, waarbij aan de behuizing een ge-leidingsstang is aangebracht, die door een bedieningspersoon 5 met de hand kan worden beetgepakt om de inrichting over het oppervlak te verplaatsen en te 'geleiden, met een arbeids-werktuig en met een aan de behuizing bevestigde motor voor het aandrijven van het arbeidswerktuig. In het bijzonder is nu daarbij het arbeidswerktuig losneembaar aangebracht aan 10 twee eerste legerplaatsen van een coulisse met twee zich op afstand van elkaar bevindende armen, die bij het ene einde verzwenkbaar zijn aangebracht in de behuizing op een gemeenschappelijke draaias, die haaks op de langsas van de behuizing staat en evenwijdig loopt aan de as van tenminste één 15 der wielen, waarbij verder tweede legerplaatsen aanwezig zijn voor het selektief opnemen van een veeginrichting in de vorm van een veegrol, welke tweede bevestigingspunten op een andere afstand dan de eerste bevestigingspunten ten opzichte van de draaias zijn aangebracht en verder de draaias van de 20 coulisse samenvalt met de draaias van een, het aandrijftandwiel bezittend, wiel en het tandwiel in aangrijping kan worden gebracht met het aandrijf tandwiel en verder de aan de behuizing aangebrachte geleidingsstang in twee verschillende standen kan worden vastgezet.The invention also relates to a combination device for taking care of a garden, landscape or garden, which device has a housing with wheels mounted thereon, with which the device can be moved over a surface to be worked, wherein a housing is attached to the housing. a guide rod is provided which can be grasped manually by an operator 5 to move and guide the device over the surface, with a work tool and with a motor attached to the housing for driving the work tool. In particular, the work tool is now detachably mounted on two first bearing positions of a baffle with two spaced-apart arms, which are pivotally mounted at one end in the housing on a common axis of rotation, which is perpendicular to the longitudinal axis of the housing is positioned and parallel to the axis of at least one of the wheels, wherein further bearing positions are provided for selectively accommodating a sweeper in the form of a sweeping roller, the second attachment points being at a different distance from the first attachment points with respect to the pivot axis are arranged and further the pivot axis of the baffle coincides with the pivot axis of a wheel having the drive gear and the gear can be brought into engagement with the drive gear and further the guide rod arranged on the housing can be adjusted in two different positions secured.
25 Daarbij kan bij de coulisse een stelorgaan zijn aange bracht, dat dient voor het verstellen ervan naar die stand die overeenkomt met de bedri jfsstand van het in gebruik zijnde arbeidswerktuig.In addition, an adjusting member can be arranged at the baffle, which serves to adjust it to that position which corresponds to the operating position of the work tool in use.
Het stelorgaan voor het verstellen van de coulisse 30 omvat bij voorkeur een draadstang, een op één van de armen van de coulisse om een evenwijdig aan de draaias lopende stel-as verzwenkbaar vastgezette stelmoer, een contraleger, een aan de behuizing bevestigd arreteerelement met tenminste twee arreteerpunten voor ondersteuning van het contraleger 35 en een bedieningselement voor het draaibaar verstellen van de draadstang.The adjusting element for adjusting the baffle 30 preferably comprises a threaded rod, an adjusting nut pivotally secured on one of the arms of the baffle about a adjusting shaft running parallel to the axis of rotation, a counter bearing, a locking element fixed to the housing with at least two detent points for supporting the counter bearing 35 and an operating element for rotatable adjustment of the threaded rod.
1008936 61008936 6
Hierdoor is het mogelijk, om de coulisse overeenkomstig de eisen te verstellen. Dit kan plaatsvinden, doordat de draadstang om de stel-as van de stelmoer naar de verschillende arreteerpunten kan worden verzwenkt. Daarbij wordt nog 5 een fijn-instelling via de draadstang geboden. Hierdoor is het mogelijk om de messen-as of wel de veegrol in de optimale arbeidsstand te brengen voor het bewerken van het oppervlak dan wel in een arbeidsstand en een uitlichtstand voor de messen-as voor het realiseren van een snelle verstelling. 10 Voor het geval dat op de coulisse selectief de veegrol kan worden aangebracht, kunnen de aandrijforganen voor de door de motor aan te drijven arbeidswerktuigen een riemaan-drijving omvatten.This makes it possible to adjust the baffle in accordance with the requirements. This can take place because the threaded rod can be pivoted about the adjusting axis of the adjusting nut to the different locking points. In addition, a further fine adjustment via the threaded rod is provided. This makes it possible to bring the knife shaft or the sweeping roller into the optimum working position for working the surface or in a working position and a lifting position for the knife shaft for realizing a quick adjustment. In the event that the sweeping roller can be selectively provided on the baffle, the drive members for the work tools to be driven by the motor may comprise a belt drive.
Bij deze uitvoering volgens de onderhavige uitvinding 15 kan een op de behuizing aangebrachte geleidingsstang tussen twee arbeidsstanden verzwenkbaar zijn zodat de behuizing, in afhankelijkheid van het gebruik het zij verticuteren of vegen, in twee tegengestelde richtingen volgens de langsas kan worden verreden. Daarbij is van voordeel, dat het verzamel-20 orgaan slechts op één punt van de behuizing behoeft te worden aangebracht. Hierdoor wordt bereikt, dat zowel de messen van de verticuteer-as als ook de borstels van de veegrol met dezelfde draairichting kunnen roteren om het materiaal in het verzamelorgaan te brengen. Het verstellen van de coulis-25 se bij het gebruik van een veegrol, die via het tandwiel van één van de wielen wordt aangedreven, is gewaarborgd doordat de zwenk-as van de coulisse in lijn ligt met de draaias van het wiel dat van het tandwiel is voorzien, zodat de coulisse om die as wordt verzwenkt. Dienovereenkomstig beweegt de 30 coulisse met het tandwiel dat de veegrol aandrijft ook om de draaias van het aan het wiel aangebrachte tandwiel. Bij gelijke hoofdbewegingsrichting van de behuizing zouden de draairichtingen bijvoorbeeld van een messen-as voor het verticuteren en een veegrol tegengesteld aan elkaar gericht 35 zijn. Door het feit, dat de bewegingsrichting van de inrichting kan worden veranderd, zodat de hoofdbewegingsrichting 1008936 7 voor de bewerking van het oppervlak bij de betreffende arbeidswerktuigen ontkeert, ontstaan draairichtingen, die gelijkgericht zijn. Daardoor wordt een optimale benutting van het verzamelorgaan mogelijk gemaakt. Voor het geval, dat 5 alleen de messen-as op de coulisse wordt aangebracht, kan ook een opstelling worden gemaakt, waarbij de zwenk-as van de coulisse samenvalt met de draaias van het wiel dat het aandrijftandwiel bezit, of met de aandrijfas van de motor.In this embodiment according to the present invention, a guide rod mounted on the housing can be pivotable between two working positions, so that the housing can be moved in two opposite directions along the longitudinal axis, depending on the use. It is advantageous here that the collecting member need only be arranged at one point of the housing. This ensures that both the blades of the scarifying shaft and the brushes of the sweeping roller can rotate with the same direction of rotation to bring the material into the collecting member. Adjusting the baffle-25 se when using a sweeping roller, which is driven via the gear wheel of one of the wheels, is ensured because the swivel axis of the baffle line is in line with the axis of rotation of the wheel that of the gear wheel is provided, so that the backstage is pivoted about that axis. Accordingly, the cog wheel with the gear driving the sweeping roller also moves about the axis of rotation of the gear mounted on the wheel. With the same main direction of movement of the housing, the directions of rotation of a knife shaft for scarifying and a sweeping roller would for instance be opposite to each other. Due to the fact that the direction of movement of the device can be changed, so that the main direction of movement 1008936 7 for the working of the surface is reversed in the respective work tools, directions of rotation are created which are rectified. This makes optimal use of the collecting member possible. In the event that only the blade shaft is mounted on the baffle, an arrangement can also be made in which the pivot axis of the baffle coincides with the axis of rotation of the wheel having the drive gear, or with the drive shaft of the engine.
Om de beweegbaarheid van de behuizing voor het gebruik 10 als veegmachine te verbeteren, is aan de behuizing aan het van de uitwerp-opening afgekeerde einde een om een rechtstandige as draaiend verstelbaar en in de langsas van de behuizing liggend spoorwiel losneembaar aangebracht. Dit kan worden neergelaten, zodat bij contact met het oppervlak de 15 andere, bij dit einde aangebrachte wielen buiten aanraking met het oppervlak worden gebracht en gehouden.In order to improve the movability of the housing for use as a sweeper, a track wheel which is rotatable about an upright axis and detachably mounted in the longitudinal axis of the housing is mounted on the housing at the end remote from the discharge opening. This can be lowered so that on contact with the surface the other wheels arranged at this end are brought out of contact with the surface and kept.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden die schematisch zijn weergegeven in de tekening.The invention is further elucidated on the basis of exemplary embodiments which are schematically shown in the drawing.
20 Daarin toont:20 It shows:
Fig. l een eerste langsdoorsnede en gedeeltelijk zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een combinatie-inrichting bij gebruik als verticuteer-inrichting, echter met uitgelichte positie van de messen-as alsmede zonder 25 verzamelorgaan en geleidingsstang;Fig. 1 a first longitudinal section and partial side view of a first embodiment of a combination device when used as a scarifier, but with the knife shaft in the elevated position, as well as without a collecting member and guide rod;
Fig. 2 een tweede langsdoor snede van de inrichting van fig. l?Fig. 2 a second longitudinal section of the device of FIG.
Fig. 3 een zijaanzicht van de combinatie-inrichting volgens fig. 1 met geleidingsstang en er aan gehangen verza-30 melorgaan;Fig. 3 is a side view of the combination device according to FIG. 1 with a guide rod and a collecting member suspended therefrom;
Fig. 4 een zijaanzicht van de combinatie-inrichting van fig. 1 in gebruik als veeginrichting;Fig. 4 is a side view of the combination device of FIG. 1 in use as a sweeper;
Fig. 5 een zijaanzicht van de veeginrichting als afzonderlijk onderdeel op vergrote schaal; 35 Fig. 6 een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de combinatie-inrichting, gedeeltelijk in doorsnede; 100 8936 8Fig. 5 is an enlarged side view of the sweeper as a separate part; FIG. 6 is a side view of a second embodiment of the combination device, partly in section; 100 8936 8
Fig. 7 een doorsnede, op vergrote schaal, van de coulisse met de stelmiddelen;Fig. 7 is an enlarged cross-section of the baffle with the adjusting means;
Fig. 8 een aanzicht en gedeeltelijke doorsnede, op vergrote schaal, van een detail van de uitvoering van de 5 stelmiddelen, waarbij een messen-as voor het verticuteren als arbeidswerktuig in gebruik is en de coulisse zich in de voor dit arbeidswerktuig vereiste bedrijfsstand bevindt; enFig. 8 is an enlarged view and partial cross-section of a detail of the embodiment of the adjusting means, in which a knife shaft is used for scarifying as a work tool and the baffle is in the operating position required for this work tool; and
Fig. 9 een aanzicht overeenkomstig fig. 8, waarbij echter de coulisse zich in de uitgelichte, dat wil zeggen 10 niet werkzame stand voor de messen-as bevindt.Fig. 9 is a view similar to FIG. 8, but the baffle is in the lifted-out, i.e. inoperative, position for the knife shaft.
In de figuren 1 tot 4 is een eerste uitvoeringsvorm van een combinatie-inrichting te zien, omvattende een behuizing 1, die op vier op afstand van elkaar aangebrachte wielen 2, 3 kan worden bewogen over een te bewerken oppervlak 4. De 15 wielen 2, 3 zijn zodanig aangebracht, dat hun draai-assen 7, 8 evenwijdig aan elkaar lopen. Bij voorkeur zijn bijvoorbeeld beide in de richting van de pijl A voor gelegen wielen 2 aan de zijkant van de behuizing 1 aangebracht en bezitten zij een gemeenschappelijke draaias 7. Hetzelfde geldt voor 20 de in richting van de pijl B voor gelegen wielen 3 met de draaias 8. Voor het geleiden en verrijden van de behuizing 1 over het oppervlak 4 is daarop een geleidingsstang 5 aangebracht. Deze dient om door een bedieningspersoon met de hand te worden vastgepakt. Zoals te zien is, is de geleidings-25 stang 5 door middel van een scharnier 6 tussen twee standen verzwenkbaar en vastzetbaar aangebracht. Voor het bewegen van de behuizing 1 door middel van de wielen 2, 3 over het oppervlak 4 in de richting van de pijl A bevindt zich de geleidingsstang 5 in de stand, zoals deze in de figuren 1 30 tot 3 is weergegeven. De behuizing 1 wordt dus in de richting van de pijl A verreden. Om de behuizing 1 in in de -richting van de pijl B te kunnen verrijden, kan de geleidingsstang 5 na het losmaken van de bevestiging door middel van het scharnier 6 naar rechts worden verzwenkt naar de in 35 figuur 4 getoonde stand. Het scharnier 6 kan worden geblok- tOO8936 9 keerd om de geleidingsstang 5 in de betreffende posities vast te zetten.Figures 1 to 4 show a first embodiment of a combination device, comprising a housing 1, which can be moved on a surface to be worked on four spaced-apart wheels 2, 3. 3 are arranged such that their pivot axes 7, 8 run parallel to each other. Preferably, for example, both wheels 2 in the direction of the arrow A are arranged on the side of the housing 1 and have a common pivot axis 7. The same applies to the wheels 3 in the direction of the arrow B with the pivot axis. 8. A guide rod 5 is arranged thereon for guiding and moving the housing 1 over the surface 4. It is used to be hand-held by an operator. As can be seen, the guide rod 5 is pivotable and fixable between two positions by means of a hinge 6. For moving the housing 1 by means of the wheels 2, 3 over the surface 4 in the direction of the arrow A, the guide rod 5 is in the position as shown in Figures 1 to 3. The housing 1 is thus driven in the direction of the arrow A. In order to be able to move the housing 1 in the direction of the arrow B, the guide rod 5 can be pivoted to the right by means of the hinge 6 by means of the hinge 6 to the position shown in figure 4. The hinge 6 can be blocked to lock the guide rod 5 in the respective positions.
Aan de behuizing 1 bevindt zich een coulisse 9, die verzwenkbaar is om de zwenk-as 10, die samenvalt met de 5 draaias van de motorische aandrijving en die haaks op de langsas staat. De coulisse 9 omvat twee op afstand van elkaar aangebrachte evenwijdige armen, waarvan alleen de arm 11 is te zien. De armen zijn door middel van een, ten opzichte van de zwenk-as 8 versprongen staande, koppelstang 12 10 met elkaar verbonden. Beide armen bezitten bevestigingsmiddelen 13. Deze dienen voor het opnemen van een messen-as 15 voor het verticuteren van een oppervlak 4 in de vorm van een gazonoppervlak.On the housing 1 there is a baffle 9, which is pivotable about the pivot axis 10, which coincides with the axis of rotation of the motor drive and which is perpendicular to the longitudinal axis. The baffle 9 comprises two spaced apart parallel arms, of which only the arm 11 can be seen. The arms are connected to each other by means of a coupling rod 12, which is offset from the pivot axis 8. Both arms have fasteners 13. These serve to receive a knife shaft 15 for scarifying a surface 4 in the form of a lawn surface.
De motor 17 is een elektromotor en dient voor het aan-15 drijven van de messen-as in draairichting N voor de hoofdbewegingsrichting A, om het van het oppervlak 4, dat wil zeggen het gazon, afgesneden materiaal in het, ten opzichte van de hoofdbewegingsrichting A achter op de behuizing 1 aangebrachte, verzamelorgaan 26 te slingeren. Om de messen-as 15 20 te kunnen aandrijven, is aan de motor 17 een eerste riem-schijf 18 en aan de messen-as een tweede riemschijf 19 aangebracht. Beide zijn via een riem 20, bijvoorbeeld een V-snaar, met elkaar verbonden.The motor 17 is an electric motor and serves to drive the blade shaft in the direction of rotation N for the main direction of movement A, in order to move the material cut off from the surface 4, i.e. the lawn, with respect to the main direction of movement A collector 26 disposed at the rear of the housing 1. In order to be able to drive the knife shaft 15, a first pulley 18 is mounted on the motor 17 and a second pulley 19 is mounted on the knife shaft. Both are connected to each other via a belt 20, for example a V-belt.
Voor het verstellen naar de neergelaten bedrijfsstand 25 en opgetilde ruststand van de messen-as 15 dienen stelmidde-len. Op de coulisse 9 is, zoals in de figuren 1 en 2 te zien is, een veer 27 aangebracht, die is uitgevoerd als trekveer en enerzijds aangrijpt op één van de beide armen 11 en anderzijds op de behuizing 1 en die de coulisse 9 met de mes-30 sen-as 15 naar een opgetilde stand toe drukt, dat wil zeggen om de zwenk-as 8 in rechtsomgaande richting naar boven toe verzwenkt weg van het oppervlak 4. De messen-as 15 omvat een as 29, dienende ter verbinding met de legermiddelen 13. Hij omvat verder aan de as 29 aangebrachte messen 28 die onder-35 ling evenwijdig lopen en op afstand van elkaar zijn aangebracht .Adjusting means serve for adjusting to the lowered operating position 25 and the raised rest position of the knife shaft 15. As shown in Figures 1 and 2, a spring 27 is provided on the baffle 9, which is designed as a tension spring and on the one hand engages on one of the two arms 11 and on the other hand on the housing 1 and which connects the baffle 9 with the knife-30 axis 15 pushes towards a raised position, i.e. pivots about the pivot axis 8 in a clockwise direction upwards away from the surface 4. The blade axis 15 comprises a shaft 29 serving to the bearing means 13. It further comprises blades 28 arranged parallel to the shaft 29, which are mutually parallel and spaced apart.
1008936 101008936 10
De coulisse 9 wordt in de standen die zijn getoond in de figuren 1 en 2 door de kracht van de veer 27 vastgehouden door stelmiddelen 30. Deze stelxniddelen 30 omvatten een draadstang 31, die door een stelmoer 33 heen loopt, die om 5 een stel-as 32 verzwenkbaar aan de arm 11 is gemonteerd. De draadstang 31 bezit een verlengstuk, waarop een contra-leger 34 zit, dat tegen een demper en een arreteer-element steunt. Dit contra-leger 34 werkt samen met een arreteer-element 35, dat is vastgezet aan de behuizing 1 en boogvormige uitspa-10 ringen bezit, die twee arreteerpunten 42, 43 vormen. Op het verlengstuk is verder een bedieningselement 40 aangebracht in de vorm van een bedieningsknop, waardoor de draadstang 31 door draaien kan worden versteld, zodat de afstand tussen de stelmoer 33 en het contra-leger 34 wordt gewijzigd. Hierdoor 15 kan een f i jn-instel ling van de bedri jfsstand van de coulisse 9 worden gerealiseerd zodat de buitenomtrek van de messen-as 15 ten opzichte van het te bewerken oppervlak nauwkeurig kan worden ingesteld. Hierdoor kan bijvoorbeeld de noodzakelijke indringdiepte van de messen 28 in een gazonoppervlak worden 20 ingesteld. Moet de messen-as 15 nu worden overgebracht naar een inactieve stand, dan kan dit plaatsvinden door middel van een snelverstelling. Zo kan bijvoorbeeld op het bedieningselement 40 een naar beneden naar het oppervlak 4 toe gerichte kracht worden uitgeoefend, die het contra-leger 34 25 buiten werkverbinding ten opzichte van het arreteerpunt 42 brengt. Wordt nu op het bedieningselement 40 een kracht uitgeoefend in de zin van een verzwenking naar rechts om de stel-as 32 van de stelmoer 33, dan komt het contra-leger 34 in het gebied van de zich wigvormig versmallende geleiding 30 van het arreteer-element 35 terecht, zodat het naar het arreteerpunt 43 wordt gebracht. Nu ligt dit arreteerpunt 43 op een grotere verticale afstand van het oppervlak 4 dan het arreteerpunt 42, zodat de coulisse 9 onder inwerking van de veer 27 naar boven wordt verzwenkt. De veer 27 zorgt ervoor, 35 dat het contra-leger 34 steeds met één van de beide arreteerpunten 42, 43 in aanraking blijft. Het inregelen van de 1008936 11 messen-as 15, om deze in contact met het oppervlak 4 te brengen, kan via het bedieningselement 40 plaatsvinden, doordat de stang 31 wordt verdraaid zodanig dat de afstand tussen het contra-leger 34 en de stelmoer 33 groter wordt.The baffle 9 is held in the positions shown in Figures 1 and 2 by the force of the spring 27 by adjusting means 30. These adjusting means 30 comprise a threaded rod 31, which passes through an adjusting nut 33, which extends around an adjusting shaft 32 is pivotally mounted on arm 11. The threaded rod 31 has an extension, on which sits a counter bearing 34, which rests against a damper and a detent element. This counter-bearing 34 cooperates with a detent element 35, which is fixed to the housing 1 and has arcuate recesses, which form two detent points 42, 43. An operating element 40 is further arranged on the extension piece in the form of an operating knob, whereby the threaded rod 31 can be adjusted by rotating, so that the distance between the adjusting nut 33 and the counter bearing 34 is changed. As a result, a fine adjustment of the operating position of the baffle 9 can be realized, so that the outer circumference of the knife shaft 15 can be accurately adjusted relative to the surface to be processed. This allows, for example, the necessary penetration depth of the blades 28 to be set in a lawn surface. If the knife shaft 15 now has to be transferred to an inactive position, this can be done by means of a quick adjustment. For example, a force directed downwards towards the surface 4 can be exerted on the operating element 40, which brings the counter bearing 34 out of the working connection with respect to the detent point 42. If a force is now exerted on the operating element 40 in the sense of a pivoting to the right about the adjusting axis 32 of the adjusting nut 33, the counter bearing 34 enters the region of the wedge-tapering guide 30 of the locking element. 35 rightly so that it is brought to the detent point 43. This detent point 43 now lies at a greater vertical distance from the surface 4 than the detent point 42, so that the baffle 9 is pivoted upwards under the action of the spring 27. The spring 27 ensures that the counter bearing 34 always remains in contact with one of the two detent points 42, 43. The adjustment of the 1008936 11 knife shaft 15, in order to bring it into contact with the surface 4, can take place via the operating element 40, by turning the rod 31 such that the distance between the counter bearing 34 and the adjusting nut 33 is greater. is going to be.
5 De behuizing 1 bezit voor de bewegingsrichting A aan de achterkant een uitwerp-opening 44, die door een veerbelaste klep 45 kan worden afgesloten. Deze toestand is in de figuren 1 en 2 getoond. Verder bezit de behuizing 1 inhangmid-delen 46 voor het vastzetten van een verzamelorgaan 26 voor 10 het opnemen van de door de messen 28 van de messen-as 15 uitgesneden materiaal, waartoe eerst de klep 45 moet worden opgetild, zoals blijkt uit figuur 3.The housing 1 has a discharge opening 44 for the direction of movement A at the rear, which can be closed by a spring-loaded valve 45. This state is shown in Figures 1 and 2. Furthermore, the housing 1 has suspension means 46 for securing a collecting member 26 for receiving the material cut out by the knives 28 from the knife shaft 15, for which purpose the valve 45 must first be lifted, as can be seen from figure 3.
Voor het aanbrengen van een veeginrichting zijn opneem-sleuven 47 in de zijwanden van de behuizing 1 aanwezig. Deze 15 lopen naar de wielen 2 toe.For the provision of a sweeping device, receiving slots 47 are provided in the side walls of the housing 1. These 15 run towards the wheels 2.
Voor het gebruik als veeginrichting komt de bewegingsrichting overeen met de pijl B, waartoe de geleidingsstang 5 in het scharnier wordt verzwenkt naar de stand getoond in figuur 4. Voor het aandrijven van de hierna nog nader toege-20 lichte veeginrichting 16 is, zoals blijkt uit figuur 4, bij het wiel 2 een aandrijf tandwiel 24 aangebracht. Dit zal draaien wanneer de behuizing 1 over het oppervlak 4 wordt verreden. Voor de veeginrichting 16 wordt voorzien in een hoofd-bewegingsrichting volgens de pijl B.For use as a sweeper, the direction of movement corresponds to the arrow B, for which the guide rod 5 is pivoted in the hinge to the position shown in figure 4. For driving the sweeper 16, which is further explained hereinafter, is shown Figure 4, a drive gear 24 is arranged at the wheel 2. This will rotate when the housing 1 is moved over the surface 4. A main direction of movement according to arrow B is provided for the sweeper 16.
25 De veeginrichting 16 omvat een as 48, waarop een veeg- rol 49 is bevestigd. De veegrol 49 is samen met de as 48 opgenomen in de opneemsleuven 47 van de behuizing l. Daarbij steekt de as 48 buiten tenminste één van de zijwanden uit. Op het uitstekende einde is een tandwiel 25 bevestigd, dat 30 bij het inschuiven van de as 48 in de opneemsleuven 47 met het aandrijf tandwiel 24 van het wiel 2 in aangrijping komt. Verder omvat de veeginrichting 16 een staafvormig draagele-ment 50 met twee benen, waarop lagers 51 zijn aangebracht, die dienen voor het lageren van de as 48. Eén van de benen 35 van het draagelement 50 is verlengd en afgebogen, waarbij aan het af gebogen einde 52 een zijbezem 53 door middel van 1008936 12 een houder is bevestigd. Voor het aandrijven van de zijbezem 35 is deze via een riemaandrijving 54 met de as 48 verbonden. Verder is aan het draagelement 50 een afdekking 55 vastgezet, waardoor heen een deel van de veegrol 49 naar 5 beneden en naar buiten toe steekt en die bovendien naar de zijkant toe een uitwerp-opening 56 vrij laat. Nadat de klep 45 is opgetild, kan eerst de veeginrichting 16 worden opgehangen. Vervolgens kan het voor het verticuteren eveneens aanwezige verzamelorgaan 26 aan de behuizing 1 worden opge-10 hangen. Wordt nu de behuizing 1 met de hand door een bedie-ningspersoon door het vastpakken van de geleidingsstang 5, die in de naar links verzwenkte stand werd vastgezet, over het oppervlak 4 in de richting van de pijl B verreden, dan wordt de veegrol 49 aangedreven door het wiel 2 resp. het 15 ermee verbonden aandrijftandwiel 24, waarin het tandwiel 25 grijpt. Daarbij wordt de veegrol 49 in de draairichting NI aangedreven. Het van het oppervlak 4 opgenomen materiaal wordt dan via de uitwerp-opening 56 van de veeginrichting 16 overgebracht naar het verzamelorgaan 26. Om de inrichting 20 gemakkelijker manoeuvreerbaar te maken, is in het gebied tussen de beide van het verzamelorgaan 26 afgekeerde wielen 3 een spoorwiel 57 aangebracht, dat door het met de voet bedienen van de hefboom 58 naar beneden toe kan worden gebracht, waarbij de wielen 3 van het oppervlak 4 worden 25 getild. Het spoorwiel 57 kan om een vertikale as worden verzwenkt en van de behuizing 1 worden losgemaakt. Voor het gebruik als veeg-apparaat wordt de behuizing 1 dienovereenkomstig op de beide wielen 2 en het spoorwiel 57 verreden. Door middel van de zijbezem 53 wordt het van het oppervlak 4 30 opgenomen materiaal zijdelings in de richting van de behuizing 1 verplaatst, zodat het materiaal terecht komt bij de veegrol 49.The sweeper 16 comprises a shaft 48 on which a sweeper roller 49 is mounted. The sweeping roller 49, together with the shaft 48, is received in the receiving slots 47 of the housing 1. The shaft 48 protrudes beyond at least one of the side walls. A gear 25 is mounted on the protruding end, which meshes with the drive gear 24 of the wheel 2 when the shaft 48 is inserted into the receiving slots 47. Furthermore, the sweeper 16 comprises a rod-shaped support element 50 with two legs, on which bearings 51 are provided, which serve to bear the shaft 48. One of the legs 35 of the support element 50 is elongated and bent, whereby it is bent off end 52, a side broom 53 is secured by a holder. For driving the side brush 35 it is connected to the shaft 48 via a belt drive 54. Furthermore, a cover 55 is fixed to the support element 50, through which part of the sweeping roller 49 protrudes downwards and outwards and which furthermore leaves an ejection opening 56 to the side. After the valve 45 has been lifted, the sweeper 16 can first be suspended. The collecting member 26, which is also present for scarifying, can then be suspended on the housing 1. If the housing 1 is now manually moved over the surface 4 in the direction of the arrow B by the operator by grasping the guide rod 5, which was secured in the left pivoted position, the sweeping roller 49 is driven by the wheel 2 resp. the drive gear 24 connected thereto, into which the gear wheel 25 engages. The sweeping roller 49 is then driven in the direction of rotation N1. The material picked up from the surface 4 is then transferred via the ejection opening 56 from the sweeper 16 to the collecting member 26. In order to make the device 20 easier to maneuver, in the area between the two wheels 3 facing away from the collecting member 26 there is a track wheel 57, which can be lowered by operating the lever 58 with the foot, the wheels 3 being lifted from the surface 4. The track wheel 57 can be pivoted about a vertical axis and released from the housing 1. For use as a sweeper, the housing 1 is accordingly driven on both wheels 2 and the track wheel 57. By means of the side brush 53, the material picked up from the surface 4 is moved laterally in the direction of the housing 1, so that the material ends up at the sweeping roller 49.
In de figuren 6 tot 9 is een tweede uitvoeringsvorm van een combinatie-inrichting te zien, waarbij met de eerste 35 uitvoeringsvorm overeenkomende onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers, echter met een accent, zijn voorzien.Figures 6 to 9 show a second embodiment of a combination device, in which parts corresponding to the first embodiment are provided with the same reference numbers, but with an accent.
1008936 131008936 13
In de figuren 6 en 7 is de behuizing 1' getoond, die op vier op afstand van elkaar aangebrachte wielen 2', 3' kan worden verreden over een te bewerken oppervlak 4'. De wielen 2', 3' zijn zodanig aangebracht, dat hun draaiassen 7', 8' 5 evenwijdig aan elkaar lopen. Bij voorkeur zijn bijvoorbeeld beide in de richting van de pijl A voor gelegen wielen 2' aan de zijkant van de behuizing 1' aangebracht en bezitten zij een gemeenschappelijke draaias 7'. Hetzelfde geldt voor de in de richting van de pijl B voor gelegen wielen 3' met 10 de draaias 8'. Voor het geleiden en verrijden van de behui zing 1' over het oppervlak 4' is daarop een geleidingsstang 5' aangebracht. Deze dient om door een bedieningspersoon met de hand te worden vastgepakt. Zoals te zien is, is de geleidingsstang 5' door middel van een scharnier 6' tussen twee 15 standen verzwenkbaar en vastzetbaar aangebracht. Voor het verrijden van de behuizing 1' door middel van de wielen 2', 3' over het oppervlak 4' in de richting van de langsas in de richting van de pijl A bevindt zich de geleidingsstang 5' in de stand zoals deze in figuur 6 met dik getrokken lijnen is 20 getoond. De behuizing 1' wordt dus in de richting van de pijl A verreden. Om de behuizing l' in de richting van de pijl B te kunnen verrijden, kan de geleidingsstang 5' na het losmaken van de bevestiging door middel van het scharnier 6' naar links worden verzwenkt naar de met streeppuntlijnen 25 aangegeven stand. Daarna kan het scharnier 6' worden geblokkeerd om de geleidingsstang 5' in de getoonde stand vast te zetten.Figures 6 and 7 show the housing 1 ', which can be moved on a surface 4' to be worked on four wheels 2 ', 3' which are spaced apart from each other. The wheels 2 ', 3' are arranged such that their pivot axes 7 ', 8' 5 run parallel to each other. Preferably, for example, both wheels 2 'located in the direction of the arrow A are arranged on the side of the housing 1' and have a common pivot axis 7 '. The same applies to the wheels 3 'situated in the direction of the arrow B with the axis of rotation 8'. A guide rod 5 'is provided thereon for guiding and moving the housing 1' over the surface 4 '. It is used to be hand-held by an operator. As can be seen, the guide rod 5 'is pivotable and fixable between two positions by means of a hinge 6'. For moving the housing 1 'by means of the wheels 2', 3 'over the surface 4' in the direction of the longitudinal axis in the direction of the arrow A, the guide rod 5 'is in the position as shown in figure 6 20 is shown with bold lines. The housing 1 'is thus moved in the direction of the arrow A. In order to be able to move the housing 1 'in the direction of the arrow B, the guide rod 5' can be pivoted to the left by means of the hinge 6 'after releasing the fastening to the position indicated by dashed lines 25. Thereafter, the hinge 6 'can be locked to secure the guide rod 5' in the position shown.
Met de behuizing 1' is een coulisse 9' verzwenkbaar verbonden en wel door middel van een zwenk-as, die gelijk-30 tijdig de draaias 8' van tenminste één van de wielen 3' vormt en haaks op de langsas X staat. De coulisse 9' omvat twee op afstand van elkaar en evenwijdig aan elkaar lopende armen ll', die bij hun op afstand van de as 8' gelegen einden door middel van een koppelstang 12' met elkaar zijn ver-35 bonden. Beide armen 11' bezitten twee bevestigingspunten, die er bij behorende bevestigingsmiddelen 13', 14 omvatten.A baffle 9 'is pivotally connected to the housing 1' by means of a pivot axis, which simultaneously forms the pivot axis 8 'of at least one of the wheels 3' and is perpendicular to the longitudinal axis X. The baffle 9 'comprises two arms 11' spaced apart and parallel to each other, which are joined together at their ends remote from the shaft 8 'by means of a coupling rod 12'. Both arms 11 'have two attachment points, which include associated attachment means 13', 14.
1008938 141008938 14
De middelen 14 zijn dichter bij de as 8' aangebracht dan de bevestigingsmiddelen 13'. De bevestigingsmiddelen 13', 14' dienen voor het opnemen van verschillende arbeidswerktuigen, die alternatief op de behuizing 1' resp. de coulisse 9' 5 kunnen worden aangebracht.The means 14 are arranged closer to the shaft 8 'than the fastening means 13'. The fastening means 13 ', 14' serve for receiving different work tools, which alternatively on the housing 1 'or 14'. the baffle 9 '5 can be applied.
Bij de in de figuren 6 tot 9 getoonde uitvoeringsvorm is de coulisse 9' gevormd voor het opnemen van een arbeids-werktuig en een veeginrichting, waarbij deze gelijktijdig op de behuizing 1' aangebracht zijn weergegeven. Bij het feite-10 lijk gebruik zal er echter slechts één van beide worden aangebracht. Als arbeidswerktuig is een motorisch aangedreven messen-as 15' voor het verticuteren van een oppervlak 4' in de vorm van een gazonoppervlak aan de bevestigingsmiddelen 13' aangebracht. Zoals getoond kan verder aan de coulisse 9' 15 een veeginrichting 16' in de vorm van een veegrol worden aangebracht. De veeginrichting 16' is opgenomen door de bevestigingsmiddelen 14. De bevestigingsmiddelen 13', 14 kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door snelsluitingen, waarmee de bij de messen-as 15' resp. veeginrichting 16' 20 behorende assen verbonden kunnen worden, om deze enerzijds draaibaar te ondersteunen of om deze, zoals in het onderstaande beschreven, aan te drijven.In the embodiment shown in Figures 6 to 9, the baffle 9 'is formed to receive a work tool and a sweeper, and these are simultaneously mounted on the housing 1'. However, in actual use, only one of them will be applied. As a working tool, a motorized blade shaft 15 'for scarifying a surface 4' in the form of a lawn surface is mounted on the fasteners 13 '. As shown, a sweeping device 16 'in the form of a sweeping roller can further be arranged on the baffle 9' 15. The sweeping device 16 'is received by the fastening means 14. The fastening means 13', 14 can for instance be formed by quick-release fasteners, with which the knives shaft 15 'and 14'. sweepers 16 '20 associated shafts can be connected, on the one hand to rotatably support them or to drive them, as described below.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld is de met de bevestigingsmiddelen verbonden messen-as 15' bestemd om te worden aange-25 dreven door een motor 17', die een draairichting N in combinatie met een hoofd-bewegingsrichting A vereist, om het van het oppervlak 4', dat wil zeggen het gazon, verwijderde materiaal in het, ten opzichte van de hoofdbewegingsrichting A aan de achterkant van de behuizing 1' aangebrachte, verza-30 melorgaan 26' te slingeren. Om de messen-as 15' te kunnen aandrijven, is buiten, dat wil zeggen tussen een zijwand van de behuizing 1' en een arm 11' van de coulisse 9', aan de bevestigingsmiddelen 13' een tweede riemschijf 19' aangebracht. Aan de uitgaande as van de motor 17', bijvoorbeeld 35 in de vorm van een elektromotor, is een eerste riemschijf 18' aangebracht, die door middel van een riem 20', zoals 1008939 15 bijvoorbeeld een V-snaar, met de tweede riemschijf 19' is verbonden. De riem 20' is verder geleid over een, nabij de eerste riemschijf 18' aangebrachte, omkeerrol 21 en een tussen de omkeerrol 21 en de tweede riemschijf 19' aange-5 brachte spanrol 22. De spanrol 22 is aangebracht op een zwenkbaar gemonteerde hefboom 23 om de aandrijvende verbinding tussen de eerste riemschijf 18' en de tweede riemschijf 19', bij de verschillende verzwenkte standen van de coulisse 9' resp. de armen 11' ervan om de zwenk-as 18', in 10 stand te houden. De door een wijziging van de stand veroorzaakte afstandsverandering tussen de beide riemschijven 18', 19' wordt via de spanrol 22 en de hefboom 23 gecompenseerd, zodat de riem 20' steeds gespannen blijft. Bij het gebruik als veegapparaat, met een veeginrichting 16' in de vorm van 15 een veegrol, wordt om het opgenomen materiaal in het verza-melorgaan 26' te brengen, zodanig met de hand gewerkt, dat de bewegingsrichting overeenkomt met de pijl B terwijl aan het ene van de beide wielen 3', waarvan de draaias samenvalt met de zwenk-as 8' voor de coulisse 9', een aandrijf tandwiel 20 24' is aangebracht. Dit draait, wanneer de behuizing 1' over het oppervlak 4 wordt verreden. De veeginrichting 16', in de vorm van de veegrol, zal dus een beweging uitvoeren in de richting van de langsas volgens de pijl B. Om de behuizing 5' in deze richting te kunnen verrijden, wordt de gelei-25 dingsstang 5' in de naar links verzwenkte en met streeppunt-lijnen aangegeven stand gebracht. Verder is het verzamelor-gaan 26' dan in bewegingsrichting B naar voren toe aangebracht. Dit behoudt zijn positie ten opzichte van het gebruik in combinatie met de messen-as 15'. Daarbij is van 30 voordeel, dat de behuizing slechts één uitwerp-opening en slechts de middelen hoeft te bezitten, die dienen voor het aanbrengen van het verzamelorgaan 26'. Aan de veeginrichting 16', die een centrale as bezit, is een tandwiel 25' aangebracht, waarmee het aandrijftandwiel 24' in aangrijping is. 35 Daar de as van de coulisse 9' in lijn ligt met de as 8' van het wiel 3' en dus met het aandri jftandwiel 24', blijft het 1008936 16 tandwiel 257 ook bij verschillende verzwenkte standen van de coulisse 97 in aangrijping met het aandrijftandwiel 24'.In the exemplary embodiment, the knife shaft 15 'connected to the fasteners is intended to be driven by a motor 17', which requires a direction of rotation N in combination with a main direction of movement A, in order to move it from the surface 4 ', ie, the lawn, to swing removed material into the collector 26 'disposed relative to the main direction of movement A at the rear of the housing 1'. In order to be able to drive the knife shaft 15 ', a second pulley 19' is mounted on the fastening means 13 'outside, i.e. between a side wall of the housing 1' and an arm 11 'of the baffle 9'. A first pulley 18 'is mounted on the output shaft of the motor 17', for example 35 in the form of an electric motor, which is connected to the second pulley 19 by means of a belt 20 ', such as 1008939 15, for example a V-belt. ' is connected. The belt 20 'is further guided over a reversing roller 21 disposed near the first pulley 18' and a tensioning roller 22 arranged between the reversing roller 21 and the second pulley 19 '. The tensioning roller 22 is mounted on a pivotally mounted lever 23 to determine the driving connection between the first pulley 18 'and the second pulley 19', at the different pivoted positions of the baffle 9 'or its arms 11 'to hold pivot axis 18'. The change in distance between the two pulleys 18 ', 19' caused by a change of position is compensated via the tensioner roller 22 and the lever 23, so that the belt 20 'always remains tensioned. When used as a sweeper, with a sweeper 16 'in the form of a sweeper roller, the material is introduced into the collector 26' by hand so that the direction of movement corresponds to the arrow B while one of the two wheels 3 ', the axis of rotation of which coincides with the pivot axis 8' for the baffle 9 ', a drive gear 20 24' is arranged. This rotates when the housing 1 'is moved over the surface 4. The sweeper 16 ', in the form of the sweeper roller, will thus perform a movement in the direction of the longitudinal axis according to the arrow B. In order to be able to move the housing 5' in this direction, the guide rod 5 'is inserted in the swiveled to the left and positioned with dashed lines. Furthermore, the collecting member 26 'is then arranged forward in the direction of movement B. This maintains its position in relation to use in combination with the cutter shaft 15 '. An advantage of this is that the housing only has to have one ejection opening and only the means which serve for mounting the collecting member 26 '. A gear 25 'is mounted on the sweeper 16', which has a central shaft, with which the drive gear 24 'engages. Since the axis of the baffle 9 'is in line with the axis 8' of the wheel 3 'and thus with the drive gear 24', the 1008936 16 gear 257 also remains in engagement with the swivel position of the baffle 97 drive gear 24 '.
In de figuren 6 en 7 is de uitgelichte stand van de arbeidswerktuigen getoond.Figures 6 and 7 show the illustrated position of the work tools.
5 De stelmiddelen voor het instellen van de basispositie van de beide arbeidswerktuigen 15', 16', ten opzichte van het te bewerken oppervlak 47, worden aan de hand van de figuren 7 tot 9 nader toegelicht. Daaruit blijkt, dat aan de coulisse 97 een veer 27' is aangebracht, die is uitgevoerd 10 als trekveer en enerzijds aangrijpt op de behuizing 1 en anderzijds op de koppelstang 12', die de beide armen van de coulisse 9' met elkaar verbindt. Daardoor wordt de coulisse 97, die het arbeidswerktuig draagt, naar een opgetilde, dat wil zeggen vanaf het oppervlak 4' om de as 8' in rechtsom-15 gaande richting naar boven toe verzwenkte stand getrokken.The adjusting means for adjusting the basic position of the two working tools 15 ', 16', relative to the surface 47 to be processed, are explained in more detail with reference to Figures 7 to 9. This shows that a spring 27 'is provided on the baffle 97, which is designed as a tension spring and on the one hand engages on the housing 1 and on the other hand on the coupling rod 12', which connects the two arms of the baffle 9 '. Thereby, the baffle 97, which carries the work tool, is pulled upwards, i.e. from the surface 4 'about the axis 8' in the clockwise direction, upwardly pivoted.
In de figuren 7 tot 9 is met getrokken lijnen in contouren de opstelling van de messen-as 15' voor het verticu-teren getoond, tezamen met de bevestigingsmiddelen 13. Daarbij omvat deze een as 29' omvat, dienende voor het verbinden 20 ervan met de bevestigingsmiddelen 137. Hij omvat verder aan de as 297 bevestigde en tezamen daar mee draaiende messen 287 die onderling evenwijdig en opstand van elkaar staan. De coulisse 9' bevindt zich in de in figuur 7 getoonde stand, overeenkomstig die volgens figuur 8, nabij het oppervlak 47. 25 Hij wordt tegen de kracht van de veer 27' in vastgehouden door stelmiddelen 307 . Deze stelmiddelen 307 omvatten een draadstang 31', die door een stelmoer 337 loopt, die om een stel-as 32' verzwenkbaar aan de arm 11' is gemonteerd. Hiertoe bezit de stelmoer 337 een verlengstuk, dat door de arm 30 117 heen loopt en door middel van een moer 39 daaraan is bevestigd, zodanig dat zwenkbewegingen om de stel-as 327 heen kunnen worden uitgevoerd. De draadstang 317 bezit een verlengstuk 41, waarop een contraleger 34' zit, dat tegen een moer 38 steunt, die op de schroefdraad van de draadstang 35 317 verstelbaar geleid wordt. Het contraleger is uitgevoerd in de vorm van een pen, die een dwarsboring bezit, waarmee 1008936 17 hij op het verlengstuk zit. Dit contraleger 34' werkt samen met een arreteer-element 35', dat buiten aan de behuizing 1' is bevestigd en twee platen omvat, waarin boogvormige uitsparingen zijn aangebracht, die twee arreteerpunten 42', 43' 5 vormen. Aangezien twee evenwijdig aan elkaar aangebrachte wanden 36, 37 van plaat aanwezig zijn, die zijdelings van de draadstang zijn opgesteld, wordt het contraleger 34' aan de beide einden stabiel ondersteund. Aan het verlengstuk 41 is verder een bedieningselement 40' in de vorm van een bedie-10 ningsknop aangebracht, door middel waarvan de draadstang 31' kan worden verdraaid, zodat de afstand tussen de stelmoer 33' en het contraleger 34' verandert. Hierdoor kan een fijn-instelling van de positie van de coulisse 9' worden verkregen, waardoor de stand van de buitenomtrek van de arbeids-15 werktuigen ten opzichte van het te bewerken oppervlak nauwkeurig kan worden ingesteld. Hierdoor kan bijvoorbeeld de vereiste indringdiepte van de messen 28' van een messen-as 15' in een gazon-oppervlak worden verkregen. Wanneer nu de messen-as 15' naar een inactieve stand moet worden gebracht, 20 dan kan dit geschieden door middel van een snelverstelling. Zo kan bijvoorbeeld op het bedieningselement 40' een naar beneden naar het oppervlak 4' gerichte kracht worden uitgeoefend, die het contraleger 34' buiten werkzame verbinding met het arreteerpunt 42' brengt. Wordt nu op het bedienings-25 element 40' een kracht in de richting van verzwenking naar rechts om de stel-as 32' van de stelmoer 33' uitgeoefend, dan komt het contraleger 34' in het gebied van de zich wigvormig versmallende geleiding van het arreteer-element 35', zodat het naar het arreteerpunt 43' wordt geleid. Gelijktij-30 dig ligt dit arreteerpunt 43' op een grotere verticale afstand van het oppervlak 4' dan het arreteerpunt 42', zodat de coulisse 9' onder de werking van de veer 27' naar boven wordt ver zwenkt. De veer 27' zorgt er ook voor, dat het contraleger 34' steeds met een van de beide arreteerpunten 35 42', 43' in contact blijft. Daarbij bevindt de coulisse 9' en daarmee de messen-as 15' zich in een ten opzichte van het 1008936 18 oppervlak 47 opgeheven stand. Hij is dan buiten aanraking met het oppervlak 47. Deze positie, dat wil zeggen de stand waarbij het contraleger 34' in contact is met het arreteer-punt 43', is gelijktijdig de basispositie voor het gebruik 5 van de veeginrichting 167 in de vorm van een veegrol. Deze is in figuur 7 met streeppuntlijnen in contour weergegeven. Hij bevindt zich nog in een iets opgetilde positie ten opzichte van het oppervlak 4'. Het inregelen, om hem met het oppervlak 47 in contact te brengen, kan plaatsvinden via het 10 bedieningselement 407 , doordat de stang 317 wordt verdraaid en de afstand tussen het contraleger 347 en de stelmoer 337 wordt vergroot.Figures 7 to 9 show the arrangement of the knife shaft 15 'for scarifying together with drawn lines in contours, together with the fastening means 13. In this case it comprises a shaft 29' serving for connecting it 20 to the fasteners 137. It further includes blades 287 mounted and jointly rotating therewith with the blades 287 mutually parallel and upright. The baffle 9 'is in the position shown in Figure 7, similar to that of Figure 8, near the surface 47. It is held by adjusting means 307 against the force of the spring 27'. These adjusting means 307 comprise a threaded rod 31 'passing through an adjusting nut 337, which is pivotally mounted on an adjusting axis 32' to the arm 11 '. To this end, the adjusting nut 337 has an extension which extends through the arm 30 117 and is attached thereto by means of a nut 39, such that pivoting movements about the adjusting shaft 327 can be performed. The threaded rod 317 has an extension 41 on which a counter bearing 34 'sits, which rests against a nut 38, which is guided on the screw thread of the threaded rod 317. The counter-bearing is in the form of a pin, which has a transverse bore, with which it sits on the extension. This counter-bearing 34 'cooperates with a detent element 35', which is mounted on the outside of the housing 1 'and comprises two plates, in which arcuate recesses are formed, which form two detent points 42', 43 '. Since there are two parallel walls 36, 37 of plate disposed laterally of the threaded rod, the counter bearing 34 'is stably supported at both ends. An operating element 40 'in the form of an operating knob is further arranged on the extension piece 41, by means of which the threaded rod 31' can be rotated, so that the distance between the adjusting nut 33 'and the counter bearing 34' changes. As a result, a fine adjustment of the position of the baffle 9 'can be obtained, whereby the position of the outer circumference of the working tools relative to the surface to be processed can be accurately adjusted. Thus, for example, the required penetration depth of the blades 28 'of a blade shaft 15' into a lawn surface can be obtained. If now the knife shaft 15 'has to be brought to an inactive position, this can be done by means of a quick adjustment. For example, a force directed downwards towards the surface 4 'can be exerted on the actuating element 40', which causes the counter bearing 34 'to become out of active connection with the detent point 42'. When a force in the direction of pivoting to the right about the adjusting shaft 32 'of the adjusting nut 33' is now exerted on the operating element 40 ', the counter bearing 34' enters the region of the wedge-tapering guide of the detent element 35 'so that it is guided to detent point 43'. At the same time, this detent point 43 'is a greater vertical distance from the surface 4' than the detent point 42 ', so that the baffle 9' is pivoted upwards under the action of the spring 27 '. The spring 27 'also ensures that the counter bearing 34' always remains in contact with one of the two detent points 35 42 ', 43'. The baffle 9 'and thus the knife shaft 15' is then in a position raised relative to the surface 47 989. It is then out of contact with the surface 47. This position, i.e. the position in which the counter bearing 34 'is in contact with the detent point 43', is simultaneously the basic position for the use of the sweeper 167 in the form of a sweeping roller. This is shown in dashed lines in figure 7 in contour. It is still in a slightly raised position relative to the surface 4 '. Adjustment, in order to bring it into contact with the surface 47, can take place via the operating element 407, by turning the rod 317 and increasing the distance between the counter bearing 347 and the adjusting nut 337.
Uit figuur 7 blijkt verder, dat bij de beide verschillende posities van de coulisse 97 ook een standverandering 15 van de draadstang 307 ten opzichte van de coulisse 97 heeft plaatsgevonden, dat wil zeggen, deze is iets om de stel-as 327 naar rechts verzwenkt. Dit wordt mogelijk gemaakt door de scharnierende verbinding van de stelmoer 337 aan de arm 117 van de coulisse 97.Figure 7 further shows that at the two different positions of the baffle 97 there has also been a change of position of the threaded rod 307 relative to the baffle 97, that is to say, it is pivoted slightly about the adjusting axis 327 to the right. This is made possible by the hinged connection of the adjusting nut 337 to the arm 117 of the baffle 97.
20 Bij bedrijf van de inrichting met de veeginrichting 16 draait deze eveneens in de richting van de pijl N, dus in dezelfde richting als de messen-as 157. De bewegingsrichting van de behuizing l7 is echter tegengesteld gericht aan die bij het gebruik van de messen-as 157.When the device with the sweeper 16 is operated, it also rotates in the direction of the arrow N, i.e. in the same direction as the knife shaft 157. However, the direction of movement of the housing 17 is opposite to that of the use of the knives. -as 157.
25 - conclusies - 100893625 - conclusions - 1008936
Claims (15)
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| DE1997131108 DE19731108C2 (en) | 1997-07-19 | 1997-07-19 | Combination device for garden, landscape or yard maintenance |
| DE19731108 | 1997-07-19 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL1008936C2 true NL1008936C2 (en) | 1999-01-21 |
Family
ID=7836292
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL1008936A NL1008936C2 (en) | 1997-07-19 | 1998-04-21 | Combination device for the care of garden, landscape or court. |
Country Status (4)
| Country | Link |
|---|---|
| DE (1) | DE19731108C2 (en) |
| FR (1) | FR2766218A1 (en) |
| GB (1) | GB2327329B (en) |
| NL (1) | NL1008936C2 (en) |
Families Citing this family (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| EP1208728B1 (en) | 2000-11-23 | 2005-11-02 | Al-Ko Kober Ag | Combined tool for garden, landscape or yard care |
| ES1059626Y (en) | 2004-10-21 | 2005-12-16 | Rodriguez Arturo Perez | ELECTRIC ALTERNATOR OF FIXED INDUCTOR COIL AND IRON MOVING INDUCTOR. |
| CN106759008B (en) * | 2015-11-25 | 2018-06-05 | 桃江县扬洋机电科技有限公司 | A kind of cleaning besom on Environmental sanitation cleaning vehicle |
Family Cites Families (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE1769855U (en) * | 1957-12-23 | 1958-07-10 | Konrad Voigt | HAND SWEEPER. |
| DE3930123A1 (en) * | 1989-09-09 | 1991-03-21 | Ernst Rumpold | Gardening machine for use on lawns - has mobile chassis housing electric motor and interchangeable tool shafts which are belt-driven |
| GB2268385B (en) * | 1992-07-04 | 1996-05-29 | Frederick Percy Jukes | Improvements in or relating to lawn servicing machines |
| DE19601064C2 (en) * | 1996-01-13 | 1997-11-27 | Sabo Maschinenfabrik Gmbh | Combination device for garden, landscape or yard processing or maintenance |
-
1997
- 1997-07-19 DE DE1997131108 patent/DE19731108C2/en not_active Expired - Fee Related
-
1998
- 1998-04-21 NL NL1008936A patent/NL1008936C2/en not_active IP Right Cessation
- 1998-06-24 GB GB9813477A patent/GB2327329B/en not_active Expired - Fee Related
- 1998-07-16 FR FR9809091A patent/FR2766218A1/en active Pending
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| GB2327329B (en) | 1999-08-11 |
| FR2766218A1 (en) | 1999-01-22 |
| DE19731108C2 (en) | 2000-05-18 |
| GB2327329A (en) | 1999-01-27 |
| GB9813477D0 (en) | 1998-08-19 |
| DE19731108A1 (en) | 1999-01-28 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US4922694A (en) | Wheeled support for line trimmer | |
| US3879866A (en) | Mechanism for adjusting deflector for discharge chute of snow removal machine | |
| US3057411A (en) | Edger attachment | |
| CA1077208A (en) | Industrial floor or walk sweeper | |
| CA2668348C (en) | Combination device for snow throwing, mowing, scarifying, soil breaking or the like | |
| US5560189A (en) | Edging and trimming lawn mower assembly | |
| EP1782671A1 (en) | Variable width mower deck | |
| US6256970B1 (en) | Lawn maintenance apparatus with multi-attachment, multi-adjustable | |
| US4602400A (en) | Sweeping apparatus | |
| NL1008936C2 (en) | Combination device for the care of garden, landscape or court. | |
| US2721432A (en) | Power lawn edger and trimmer | |
| US4316356A (en) | Lawn mower for cutting on an inclined surface | |
| US3457574A (en) | Cleaning device | |
| US5125764A (en) | Vehicle for applying and spreading surface coating material to roadway surfaces | |
| KR100889370B1 (en) | Device for covering vinyl | |
| US6123611A (en) | Blade sharpening apparatus | |
| US4420925A (en) | Multi-blade lawnmower attachment | |
| NL8300709A (en) | Ground working implement - has outwardly extending prongs covering the whole working width of the machine | |
| NL1004908C2 (en) | Combination device for garden, landscape or court cultivation or maintenance. | |
| US5465563A (en) | Lawn mower with rotatable wheels | |
| BE1010249A3 (en) | Lawn edge cutter. | |
| GB1573501A (en) | Cleaning device | |
| US1308909A (en) | Mower | |
| JP3125088B2 (en) | Rail-running tea garden management device | |
| US6572448B1 (en) | Combination blade sharpener and curved or straight edge blade |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20041101 |