NL1008347C1 - Continu Variabele Transmissie. - Google Patents

Continu Variabele Transmissie. Download PDF

Info

Publication number
NL1008347C1
NL1008347C1 NL1008347A NL1008347A NL1008347C1 NL 1008347 C1 NL1008347 C1 NL 1008347C1 NL 1008347 A NL1008347 A NL 1008347A NL 1008347 A NL1008347 A NL 1008347A NL 1008347 C1 NL1008347 C1 NL 1008347C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transmission
pulley
pulleys
torque
force
Prior art date
Application number
NL1008347A
Other languages
English (en)
Inventor
Arjen Brandsma
Johannes Hendrikus Van Lith
Hendrikus Adrianus Arn Pelders
Adrianus Albertus Ant Heeswijk
Johannes Antonius Ad Ketelaars
Original Assignee
Doornes Transmissie Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Doornes Transmissie Bv filed Critical Doornes Transmissie Bv
Priority to NL1008347A priority Critical patent/NL1008347C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1008347C1 publication Critical patent/NL1008347C1/nl
Priority to JP04219099A priority patent/JP3394207B2/ja
Priority to US09/252,660 priority patent/US6106420A/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/66Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings
    • F16H61/662Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members
    • F16H61/66254Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members controlling of shifting being influenced by a signal derived from the engine and the main coupling
    • F16H61/66263Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing specially adapted for continuously variable gearings with endless flexible members controlling of shifting being influenced by a signal derived from the engine and the main coupling using only hydraulical and mechanical sensing or control means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control Of Transmission Device (AREA)
  • Transmissions By Endless Flexible Members (AREA)

Description

CONTINU VARIABELE TRANSMISSIE
De huidige uitvinding heeft betrekking op een continu variabele transmissie zoals weergegeven in de aanhef van conclusie 1.
5 Een dergelijke transmissie is bekend, bijvoorbeeld uit de Europese octrooipublicatie EP-A-0451.887. In deze bekende transmissie wordt het overdragen van koppel conform de aanhef van conclusie 1 gerealiseerd door via de aangedreven ofwel secundaire poelie aangebrachte hydraulische druk met behulp van een zogenaamde "master-slave" regeling. De "master-slave" regeling baseert 10 zich erop dat de via een poelie opgelegde knijpkracht ten gevolge van de wigvormige aanligging van het eindloos element ofwel de band in een poelie, reactiekrachten veroorzaakt, welke door verdringing van de band resulteren in overeenkomstige knijpkracht in de aanligging van de band in de andere poelie.
Continu variabele transmissies van de onderhavige soort hebben het 15 inherente nadeel dat de overbrenging vatbaar is voor slip wanneer de straal van aanligging van het transmissie-element in een poelie klein is. Derhalve zijn soortgelijke transmissies bekend waarin de knijpkracht afhankelijk van de overbrengingsverhouding tijdens het bedrijf steeds afwisselend wordt opgelegd aan die poelie waarin de band aanligt met de kleinste aanligstraal. Dit type regeling heeft 20 het kenmerk dat de aansturing van de hydraulica zeer nauwkeurig dient plaats te vinden en dat de wisselingen tijdens het bedrijf, afhankelijk van de omstandigheden op de weg, zeer frequent kunnen voorkomen. Oplegging van knijpkracht volgens de regeling van de transmissie waarop de uitvinding betrekking heeft, namelijk uitsluitend, althans in principe vanaf de aangedreven, ofwel secundaire poelie 25 vermijdt dergelijke overgangen, en heeft onder meer als voordelen dat de middelen voor oplegging van de knijpkracht, in dit geval de hydraulica en zijn aansturing, relatief eenvoudig gehouden kunnen worden. In geval van de gebruikelijke knijpkracht oplegging door middel van hydraulische druk, kan opgebrachte pompdruk zonder tussenkomst van hydraulische stuurelementen aan de secundaire 30 poelie worden opgelegd, en kunnen relatief eenvoudige en voor hun functie geoptimaliseerde hydraulische stuurelementen in de regeling zijn opgenomen.
In de bekende transmissie wordt met behulp van een elektronisch uitgevoerd besturingssysteem bepaald welke knijpkracht aan de secundaire poelie opgelegd dient te worden om ook in de primaire poelie een sliploze overdracht van een over te 35 dragen koppel te realiseren. De grootte van het over te dragen koppel wordt in de 2 bekende transmissie onder meer vastgelegd op grond van de gedetecteerde gaskiepstand en de gedetecteerde voertuigsnelheid. De aldus bepaalde knijpkracht wordt ter voorkoming van energieverlies, echter onder inachtname van een veiligheidsmarge, zo laag mogelijk gehouden.
5 Testen en praktijkervaring met commercieel verkrijgbare voertuigen laten zien dat een dergelijke besturing van een variator onder draaiende omstandigheden volgens verwachting en op correcte wijze functioneert. Niettemin kunnen in de bekende transmissie ongewenst, sporen van kennelijk kortstondige slip op contactvlakken van de aandrijvende poelie en de band worden aangetroffen. Aan de 10 onderhavige uitvinding ligt het probleem ten grondslag een oorzaak van dergelijke slipsporen vast te stellen. De uitvinding heeft tot doel te komen tot een op de vastgestelde oorzaak aangepaste regeling onder behoud van het in energetisch opzicht gunstig karakter van de onderhavige regeling. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met de maatregel volgens het kenmerk van conclusie 1.
15 Overeenkomstig aan de uitvinding ten grondslag liggend inzicht worden de genoemde sporen althans deels veroorzaakt bij het in gang zetten van de transmissie, en bevindt de band zich bij het inschakelen van de transmissie in ongespannen toestand. Aan de uitvinding ten grondslag liggende metingen hebben aangetoond dat door de secundaire poelie aan de band opgelegde knijpkracht in 20 deze toestand niet resulteert in overeenkomstige reactiekrachten in de primaire poelie zodat de daar heersende knijpkracht onvoldoende is om slip te voorkomen. Een verder aan de uitvinding ten grondslag liggend probleem bestaat er dan ook uit in de beschreven toestand van de transmissie voldoende knijpkracht aan de aandrijvende poelie te realiseren. De onderhavige uitvinding omvat dan ook tevens 25 uit het in de besturing van de transmissie onderkennen van de toestand waarin de transmissie vanuit stilstand in gang gezet wordt, en welke voorafgaat aan het normale bedrijf van de transmissie. Conform een eerste bijzondere uitwerking van de oplossing van het aan de uitvinding ten grondslag liggend probleem is voomoemd onderscheid in toestand van de transmissie tot uiting gebracht door het in stilstand 30 wezenlijk verhogen van de opgelegde knijpkracht ten opzichte van de knijpkracht die op grond van een over te dragen koppel in draaiende toestand opgelegd zou zijn.
Een bijzonder voordeel van de constructie volgens de uitvinding is dat het spannen van de band ook in stilstand uitsluitend plaatsvindt op grond van het over te dragen koppel. Dit is van belang omdat het aanbrengen van knijpkracht gepaard 35 gaat aan vermogensverbruik en derhalve aan vermindering van de efficiency van de 10083 4 7- 3 transmissie. In de constructie volgens onderhavige uitvinding is gewaarborgd, dat bij afwezigheid van over te dragen koppel in stilstand niet onnodig spankracht wordt opgebracht. Een ander voordeel van de onderhavige oplossing is dat de reeds in de transmissie toegepaste regeling grotendeels onder behoud van de toegepaste regels 5 en in principe zonder noodzaak tot aanbrenging van additionele hardware kan worden geïmplementeerd.
In een tweede bijzondere uitwerking van de oplossing van het aan de uitvinding ten grondslag liggend probleem wordt de gespannen toestand van de band in stilstand bereikt met het opleggen van knijpkracht via de primaire poelie. 10 Buitenwaartse, dat wil zeggen radiale beweging van het banddeel in de primaire poelie blijkt in stilstand reeds onder aanbrenging van relatief zeer geringe knijpkracht op de primaire poelie bewerkstelligd te kunnen worden. Niettemin dient ook bij deze uitvoering knijpkracht aan secundaire zijde te worden opgelegd ten einde schakelen van de transmissie ofwel verandering van de overbrengingsverhouding te 15 voorkomen. De aan de aangedreven poelie opgelegde knijpkracht kan bij deze bijzondere oplossing voordeligerwijze geringer zijn dan voor het overdragen van een overeenkomstig koppel door het besturingssysteem in de opvolgende draaiende omstandigheden via de aangedreven poelie wordt opgelegd, mogelijk omdat de wrijvingskracht tussen band en secundaire poelie in dit geval ten gunste van het 20 beoogde effect werkt.
In een voorkeursuitvoering van de uitvinding vindt overschakeling naar een knijpkracht grootte behorend bij draaiende omstandigheden niet plaats voor ten minste één omwenteling van de aangedreven poelie. Ofschoon uit rendementsoverwegingen een zo spoedig mogelijke omschakeling naar een lager 25 knijpkracht niveau gewenst is, vormt deze maatregel een op basis van proeven verkregen veiligheidsmaatregel. Gebleken is namelijk dat de in de primaire poelie gewenste reactie krachten na een dergelijke omwenteling corresponderen met de in de secundaire poelie opgelegde knijpkracht, wanneer de poelie vanuit opgespannen toestand van de band in beweging wordt gezet. In tussentijd bouwt zich de 30 reactiekracht in de primaire poelie sprongsgewijs op van nul naar vrijwel honderd procent van de secundaire oplegging verwachte knijpkracht.
Een derde bijzondere uitwerking van de oplossing van het aan de uitvinding ten grondslag liggend probleem bestaat er dan ook uit dat de transmissie is voorzien van een zogenaamde DNR-set voor het mogelijk maken van het omkeren van de 35 rijrichting, hiertoe voorzien van een koppeling en gekoppeld met de secundaire as, r 4 en waarbij de transmissie zodanig wordt gestuurd dat slippen van deze koppeling optreedt gedurende stilstand en ten minste een aantal aanvankelijke omwentelingen van de primaire poelie.
In een verdere voorkeursuitvoering wordt de knijpkracht gedurende enkele 5 omwentelingen volgens de regeling bij stilstaande poelies aangestuurd, zodat in plaats van bijvoorbeeld een encoder voor het detecteren van draaiing, een relatief voordelige snelheidssensor kan worden toegepast. Een andere voorkeursuitvoering betreft een transmissie met rotatie afhankelijke contactelementen welke de aan- of afwezigheid van een gedeeltelijke dan wel van ten minste een volledige rotatie 10 aangeven.
De uitvinding omvat als bijzondere oplossingen voorts een transmissie waarbij tijdens de initiële stilstand omvattende fase van omwenteling van de primaire poelie, de door een in de primaire as ondergebrachte wegrijkoppeling overgedragen koppel wezenlijk geringer is dan tijdens de onmiddellijk daaropvolgende fase. Hiertoe zijn in 15 de koppeling ophoudmiddelen aangebracht. Bij voorkeur zijn deze middelen elektronisch geregeld.
Volgens weer een andere bijzondere oplossing volgens de uitvinding in de transmissie voorzien van anti-slip detectie en besturingsmiddelen, en tevens van signaleringsmiddelen ten behoeve voor het kunnen signaleren van het 20 besturingssysteem van een motor waarmee de transmissie is of zal zijn gekoppeld. Een dergelijke anti-slip detectie en besturingssysteem is bekend door de internationale octrooipublicatie W095/27159. Dit systeem kan onvoldoende werkzaam zijn wanneer de bron van de knijpkracht, hier de pomp 21 van de transmissie om economische redenen in capaciteit beperkt wordt tot de tijdens 25 bedrijf maximaal te leveren druk. In een dergelijk geval wordt volgens de uitvinding het ontwerp van een aandrijflijn er voordeligerwijze door gekenmerkt dat in de initiële fase het maximaal over te dragen koppel wordt afgestemd op het maximaal op grond van de beschikbare knijpkracht ofwel pompdruk overdraagbaar koppel. Om deze oplossing te kunnen realiseren is het anti-slip systeem volgens de uitvinding voorzien 30 van de genoemde signaleringsmiddelen.
Volgens nog een andere bijzondere oplossing is volgens de uitvinding een continu variabele transmissie van de onderhavige soort opgenomen in of geschikt voor opname in een aandrijflijn met een aandrijfeenheid zoals een verbrandingsmotor en is de besturing hiervan zodanig dat het maximaal over te 5 dragen koppel in de genoemde initiële fase beperkt wordt tot een maximum zolang het voertuig dan wel de primaire poelie geringer is dan een bepaalde snelheid.
De uitvinding omvat verder tevens alle mogelijke combinaties van de beschreven bijzondere oplossingen. Een bijzondere combinatie bestaat er volgens 5 de uitvinding uit dat de secundaire knijpkracht gedurende de initiële fase verhoogd wordt en het ingrijpen van op de motor of koppeling slechts dan plaatsvindt wanneer op grond van het door het besturingssysteem gedetecteerd over te dragen koppel de beschikbare secundaire knijpkracht het geval in zogenaamde stall-condities waarbij het motorvermogen onder bediening van de voertuigrem tot een maximum wordt 10 opgevoerd.
De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van een tekening:
Figuur 1 is een schematische weergave van een elektronisch geregelde 15 continu variabele transmissie;
Figuur 2 is een schematische weergave van de aanligging van een duwband in de primaire poelie tijdens het in ongespannen toestand van de band in gang zetten van de transmissie.
Figuur 3 is een schematische weergave conform figuur 2 van de gewenste, in 20 draaiende toestand voorkomende aanligging.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een elektronisch geregelde continu variabele transmissie. De transmissie 1 omdat een primaire ofwel aandrijvende as 2, waarop een primaire poelie in de vorm van conisch gevormde schijven ofwel 25 primaire poelie-helften 3 en 4 zijn aangebracht, waarvan de poelie-helft 3 vast op de primaire as 2 is bevestigd, en waarvan de primaire poelie-helft 4 over de as 2 verplaatsbaar is. In de weergegeven uitvoeringsvorm van de transmissie 1 is de axiaal verschuifbare poelie 4 verplaatsbaar door het uitoefenen van een hydraulische druk in een cilinderruimte 5. De regeling van de druk in de cilinderruimte 5 vindt 30 plaats door op de cilinderruimte 5 aangesloten primaire elektronische regelmiddelen 6, waarvan de functie is door het regelen van de druk in de cilinderruimte 5 instellen van de omloopstraal van een tussen de poelie-helften 3 en 4 aangebrachte drijfriem 7. De drijfriem 7 is van het zogenaamde duwband type, dat wil zeggen, is voorzien van één of meer pakketten metalen ringen omsluitende dwarselementen, via welke 35 duwband tussen de twee poelies duwkracht kan worden overgebracht.
10 CS" 6
De transmissie 1 omvat voorts een secundaire ofwel aangedreven as 8, waarop een poeiie is aangebracht, die secundaire poeliehelften 9 en 10 bezit, waarvan de poelie-helft 9 vast op de as 8 is aangebracht. De axiaal op de as verschuifbare poeliehelft 10 wordt verschoven door het uitoefenen van druk in een 5 cilinderruimte 11, welke is verbonden met secundaire elektronische regelmiddelen 12.
De regelmiddelen 6 respectievelijk 12 zijn door middel van leidingen 13 respectievelijk 14 met de cilinderruimte 5 respectievelijk 11 verbonden. De spanning in de drijfriem 7, welke voorts tussen de secundaire poelie-helften 9 en 10 is gelegd, 10 wordt gehandhaafd door het uitoefenen van een passende druk in de cilinderruimte 11 door de secundaire elektronische regelmiddelen 12.
Met behulp van de regelmiddelen 6 respectievelijk 12 vindt een beïnvloeden van de transmissieverhouding respectievelijk de spankracht in de drijfriem 7 op hydraulische wijze plaats. Hiertoe bevatten de regelmiddelen 6 en 12 nog nader toe 15 te lichten primaire en secundaire verplaatsingsmiddelen. Deze verplaatsingsmiddelen behoeven niet noodzakelijkerwijze uitgevoerd te zijn voor het op hydraulische wijze beïnvloeden van de transmissieverhouding en de spankracht, doch het is denkbaar dat deze verplaatsingsmiddelen elektronisch van aard zijn, en daartoe passende elektro-mechanische omzettere bevatten, teneinde door het 20 verplaatsen van de poelie-helften 4 respectievelijk 10 het beïnvloeden van de transmissieverhouding respectievelijk de spankracht in de drijfriem 7 mogelijk te maken. De aldus elektromechanisch uitgevoerde primaire en secundaire verplaatsingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een in rotatie te brengen wormwiel bevatten, waarmede de poelie-helften 4 en 10 axiaal worden verplaatst. In het 25 hiernavolgende zal de hydraulische uitvoering van de primaire en secundaire verplaatsingsmiddelen nader worden toegelicht.
De transmissie 1 is bestemd voor aankoppeling op de primaire as 2 van een aandrijvende motor 15, welke wordt bediend met behulp van een niet weergegeven gaspedaal gekoppelde gasklep 16 welke via op zichzelf bekende wijze een 30 elektronisch signaal van de primaire elektronische regelmiddelen 6 ontvangt.
De transmissie 1 bevat voorts verdere elektronische regelmiddelen 17, welke via klem (Tpr) met de secundaire elektronische regelmiddelen 12 zijn verbonden.
Het uitgangssignaal van de verdere regelmiddelen 17 wordt via een commando-ingang (C) naar met de secundaire as 8 gekoppelde koppelingsmiddelen 18 geleid. 35 De koppelingsmiddelen 18 brengen het uiteindelijk door de transmissie geregelde 7 koppel via een gedeeltelijk weergegeven as 19 over naar de niet weergegeven wielen van een voertuig. De koppelings- of (lock-up) middelen 18 worden in-respectievelijk uitge-schakeld door middel van een signaal op de commando-ingang (C), dat door de verdere elektronische regelmiddelen 17 wordt afgeleid uit een 5 signaal op klem (Tpr), dat op zijn beurt aan de regelmiddelen 12 is te ontnemen.
In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de koppelings- of lock-up middelen 18 (b.v. een koppelomvormer) in aandrijfrichting na de secundaire poelie aangebracht. De middelen 18 kunnen zonder bezwaar in een andere configuratie of op een andere positie in de transmissie, b.v. op de primaire as, zijn aangebracht. In 10 het kader van de onderhavige uitvinding zal van de laatste uitvoering worden uitgegaan. In een niet weergegeven uitvoeringsvorm is de primaire as onderbroken door een op zichzelf bekende koppelomvormer en is de secundaire as onderbroken door een eveneens op zichzelf bekende, zogenaamde DNR-set voor het kunnen omkeren van de rijrichting. Een dergelijke DNR-set is hiertoe voorzien van 15 koppelingen.
In figuur 1 zijn als ingangssignalen voor de elektronische regelmiddelen voorts aangegeven: λ = positie gaspedaal van het voertuig waarin de transmissie moet worden ondergebracht; 20 β = positie van de gaskiepstand;
Np = toerental van de primaire as 2; NS = toerental van de secundaire as 8, corresponderend met de voertuigsnelheid; Nm = toerental van de motor
De elektronische middelen kunnen allen zijn ondergebracht in een zogenaamde 25 elektronische regeleenheid zoals een microcomputer, van waaruit de diverse aanwezige elektromechanische regelmiddelen zoals hydraulische schuiven kunnen worden bediend. Voor het overige, en voor zover in het voorgaande niet anders is weergegeven komt een mogelijke uitvoering van de onderhavige uitvinding overeen met de weergegeven uitvoering in de octrooipublicatie NL-A- 9000860, 30 overeenstemmend met EP-A-0451.887.
Figuur 2 is een illustratie van de aanligging van de band 7 in de gewenste gespannen toestand in de primaire poelie P en in de secundaire poelie 5 in de low-positie van de transmissie. In deze positie ligt de band met de kleinst mogelijke straal aan in de primaire poelie en met de grootst mogelijke straal in de primaire 35 poelie en met de grootst mogelijke straal in de secundaire poelie S. Hiermee is 4 f·· r μ o 7 8 tevens het voor de overdracht van de betreffende poelie op de band 7 opgebouwd uit ten minste één ringvormige snaar 25 en een hoeveelheid schakels 24 beschikbare oppervlak aan primaire zijde aanzienlijk geringer dan aan secundaire zijde.
5 Figuur 3 illustreert schematisch de regeling van de transmissie waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft en vormt met het samenstel van poelies P, S en band 7 een zogenaamde variator. In figuur 3 is weergegeven een oliepomp 21 die transmissieolie tapt uit het reservoir 20, en deze via leiding 13, op voordelige wijze, d.w.z. zonder tussenkomst van enig hydraulisch ventiel, toevoert aan de 10 hydraulische cilinder van de secundaire poelie P. De in de secundaire cilinder 11 heersende druk wordt bepaald door de stand van een regelventiel 22. Deze druk resulteert, bepaald door het oppervlak van de primaire cilinder in een knijpkracht Fs op de als evenwichtsbalk 7' weergegeven band. Door regelventiel 22 afgevoerde olie komt na omleiding via een koelings- en smeercircuit terug in het reservoir 22.
15 De pomp kan verder zoals in de weergegeven stand, in verbinding staan met de primaire cilinder 5 via het driewegventiel 23. In een tweede stand is de verbinding tussen pomp en primaire cilinder 5 afgesloten. De derde stand ventiel 23 maakt het terugvloeien van olie naar het reservoir mogelijk. Het ventiel 23 wordt in één van de drie standen gebracht al naar gelang verhoging/vertaging of aanhouding van de druk 20 in het primaire ventiel gewenst is. De weergegeven uitlegging is bij uitstek geschikt voor de onderhavige master-slave-regeling, waarbij uitsluitend de secundaire poelie als "master" optreedt.
De factor K representeert een van de geometrie van een samenstel van band en poelie afhankelijke, en met de ratio en het over te dragen koppel variërende 25 transmissie-eigenschap. De factor K is een maat voor de verhouding tussen de aangebrachte knijpkrachten Fp en Fs, waarbij de band zich in een evenwichtstoestand verblijft, dat wil zeggen waarin de band niet schakelt, ofwel waarbij geen ratioverandering optreedt. In de onderhavige transmissie is elders de hoogte van de door Fp en Fs uitgeoefende knijpkracht bepalend voor het 30 overdraagbaar koppel, terwijl de verhouding tussen beide knijpkrachten bepalend is voor de overbrengingsverhouding.
In de bekende transmissies van het voren beschreven type vindt in sommige gevallen slip plaats. Niettemin is de regeling voor het aanbrengen van knijpkracht afgestemd op momentaan over te dragen koppel. Dit heeft het voordeel dat 35 energieverlies ten gevolge van onnodig hard knijpen vermeden wordt. Voorkomen 9 van slip door het verhogen van de knijpkracht vormt derhalve een onaantrekkelijke oplossing, te meer daar de regeling van de transmissie doorgaans goed functioneert.
Volgens de uitvinding vindt de genoemde slip vooral plaats bij het van uit stilstand van de variator aanbrengen van koppel, bijvoorbeeld door het sluiten van 5 een tussen motor 15 en ingaande transmissie as 2 aangebrachte koppeling 18. In de nieuwe regeling is dan ook onderscheid gemaakt in een strategie geschikt voor stilstand of quasi stilstand van de poelies en de gebruikelijke strategie welke tijdens het bedrijf de eerstgenoemde nieuwe strategie opvolgt, en welke verhoudingsgewijs slechts kortstondig en bij zeer geringe voertuigsnelheden actief is, en welke ook bij 10 stadsverkeer en file rijden slechts bij wegrijden vanuit stilstand doorlopen wordt. Doordat de koppeling in deze fase doorgaans nog geopend is, ofwel nog niet in de "lock-up"stand is gebracht, blijven eventuele effecten voor de bestuurder vrijwel onopgemerkt. De oplossing volgens de onderhavige uitvinding behoudt derhalve de gunstige eigenschappen van de onderhavige master-slave regeling en leidt niet 15 noodzakelijkerwijs tot een gecompliceerde uitlegging van de transmissie of tot een gecompliceerde regeling. In de bijzondere oplossing waarbij in stilstand hydraulische druk op de primaire poelie wordt afgeregeld, kan bijvoorbeeld vanuit de aanwezige elektronica, de electro-hydraulische schuif 23 kortstondig bediend worden. De benodigde mate en tijd van opening en de afregeling van de druk in de secundaire 20 poelie door bediening van ventiel 22 kunnen voor elk transmissie ontwerp vooraf bepaald worden.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het voorgaande, maar heeft ook betrekking op alle details in de figuren en op de inhoud van de navolgende conclusies.
25 φ * . r. f- 1 ·/ i l' w . i

Claims (18)

1. Continue variabele transmissie voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven poelie, elk met ten minste één axiaal verplaatsbare schijf voor het 5 tussen de schijven van een poelie kunnen knijpen van een eindloos transmissie-element, aangebracht voor het overbrengen van koppel tussen de poelies, waarbij de transmissie ten minste tijdens volledige beweging van de poelies op zodanige wijze wordt bestuurd, dat de knijpkracht van de aandrijvende poelie afhankelijk is van aan het transmissie-element via de secundaire poelie opgelegde knijpkracht, en 10 waarbij de opgelegde knijpkracht ten minste voor een deel wordt bepaald in afhankelijkheid van een over te dragen koppel, met het kenmerk dat de transmissie zodanig is aangepast dat ten minste tijdens stilstand van de poelies of tijdens de initiële omwentelingen van de aangedreven poelie, voorafgaand aan de genoemde besturingswijze bij volledige beweging, de transmissie wordt bestuurd op een 15 onderscheidenlijke wijze welke de aanwezigheid van knijpkracht in de primaire poelie effectueert.
2. Continue variabele tranmissie, in het bijzonder volgens conclusie 1, voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven poelie, elk met ten minste een 20 axiaal verplaatsbare schijf voor het tussen de schijven van een poelie kunnen knijpen van een eindloos transmissie-element, aangebracht voor het overbrengen van koppel tussen de poelies, waarbij de transmissie ten minste tijdens volledige beweging van de poelies op zodanige wijze wordt bestuurd, dat de knijpkracht van de aandrijvende poelie afhankelijk is van aan het transmissie-element via de 25 secundaire poelie opgelegde knijpkracht, en waarbij de opgelegde knijpkracht ten minste voor een deel wordt bepaald in afhankelijkheid van een over te dragen koppel, met het kenmerk dat ten minste tijdens stilstand van de poelies en voorafgaand aan de genoemde besturingswijze, de transmissie zodanig wordt bestuurd dat de opgelegde knijpkracht ten minste wezenlijk groter is dan de 30 knijpkracht opgelegd voor het overbrengen van een overeenkomstig koppel bij besturing van de transmissie volgens de genoemde besturingswijze tijdens volledige beweging.
3. Transmissie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat in stilstaande 35 toestand van de poelies de knijpkracht van de aangedreven poelie overeenstemt met ten minste anderhalf keer de knijpkracht opgelegd in de toestand van volledige beweging van de poelies.
4. Continue variabele transmissie, in het bijzonder volgens een der voorgaande 5 conclusies, voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven poelie, elk met ten minste een axiaal verplaatsbare schijf voor het tussen de schijven van een poelie kunnen knijpen van een eindloos transmissie-element, aangebracht voor het overbrengen van koppel tussen de poelies, waarbij de transmissie ten minste tijdens volledige beweging van de poelies op zodanige wijze wordt bestuurd, dat de 10 knijpkracht van de aandrijvende poelie afhankelijk is van aan het transmissie-element via de secundaire poelie opgelegde knijpkracht, en waarbij de opgelegde knijpkracht ten minste voor een deel wordt bepaald in afhankelijkheid van een over te dragen koppel, met het kenmerk dat bij stilstand van de poelies, en voorafgaande aan de genoemde besturingswijze de overdracht van een over te dragen koppel 15 wordt gerealiseerd onder aanbrenging van knijpkracht bij de aandrijvende poelie.
5. Transmissie volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de opgelegde knijpkracht overeenstemt met de knijpkracht benodigd voor het over brengen van het over te dragen koppel. 20
6. Transmissie volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat in de stilstaande toestand van de poelies, de knijpkracht uitgeoefend door de secundaire poelie proportioneel is met de knijpkracht benodigd voor het behoud van een gewenste overbrengingsverhouding bij een gegeven knijpkracht van de aandrijvende poelie. 25
7. Transmissie volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk dat mechanische hulpmiddelen zijn voorzien voor het voorkomen van schakeling van de transmissie tijdens stilstand en initiële omwenteling van genoemde poelies.
8. Transmissie volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de hulpmiddelen inwerken op de aangedreven poelie.
9. Continue Variabele Transmissie, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven 35 poelie, elk met ten minste één axiaal verplaatsbare schijf voor het tussen de schijven
100 Gj 4 7* van een poelie kunnen knijpen van een eindloos transmissie-element aangebracht, voor het overbrengen van koppel tussen de poelies, waarbij de transmissie ten minste tijdens volledige beweging van de poelies op zodanige wijze wordt bestuurd, dat de knijpkracht van de aandrijvende poelie afhankelijk is van aan het transmissie-5 element via de secundaire poelie opgelegde knijpkracht, en waarbij de opgelegde knijpkracht ten minste voor een deel wordt bepaald in afhankelijkheid van een over te dragen koppel, met het kenmerk dat de transmissie is voorzien van een zogenaamde DNR set voor het mogelijk maken van de omkering van de rijrichting, welke hiertoe is voorzien van een koppelingsinrichting, en welke gekoppeld is met de 10 secundaire as, en waarbij de transmissie zodanig wordt bestuurd dat slippen van de DNR koppeling wordt geëffectueerd tijdens stilstand van het voertuig waarin de transmissie is of dient te worden geïnstalleerd en gedurende tenminste een aantal initiële omwentelingen van de primaire poelie.
10. Transmissie volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de transmissie afgestemd is op een wijze van wegrijden met behulp van een wegrijkoppeling welke met de primaire as is verbonden.
11. Transmissie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 20 transmissie wordt bestuurd als zijnde in stilstaande toestand tot aan een minimum van één omwenteling van de aangedreven as.
12. Transmissie volgens eender voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de transmissie wordt bestuurd als in stilstaande toestand, uiteindelijk totdat de 25 aangedreven as, of het voertuig waarin de transmissie kan zijn toegepast een minimum snelheid heeft bereikt.
13. Transmissie volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat contactmiddelen verbonden zijn met tenminste een van de aandrijvende en de 30 aangedreven poelie voor het detecteren of de poelies zich in stilstaande of bewegende toestand bevinden.
14. Continue Variabele Transmissie, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven 35 poelie, elk met ten minste één axiaal verplaatsbare schijf voor het tussen de schijven van een poelie kunnen knijpen van een eindloos transmissie-element, aangebracht voor het overbrengen van koppel tussen de poelies, waarbij de transmissie ten minste tijdens volledige beweging van de poelies op zodanige wijze wordt bestuurd, dat de knijpkracht van de aandrijvende poelie afhankelijk is van aan het transmissie-5 element via de secundaire poelie opgelegde knijpkracht, en waarbij de opgelegde knijpkracht ten minste voor een deel wordt bepaald in afhankelijkheid van een over te dragen koppel, met het kenmerk dat de transmissie een koppelingsinrichting bevat verbonden met de primaire as, zodanig ontworpen of bestuurd dat tijdens stilstand van de poelies en gedurende de initiële omwentelingen van de primaire poelie het 10 door de primaire en secundaire poelie over te dragen koppel gedurende de initiële toestand wezenlijk geringer is dan vervolgens overgedragen dient te worden.
15. Transmissie volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de koppelinrichting is voorzien van elektronische besturingsmiddelen verbonden met de 15 besturingsmiddelen voor het samenstel van poelies en band.
16. Continue Variabele Transmissie, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een aandrijvende poelie en een aangedreven poelie, elk met ten minste één axiaal verplaatsbare schijf voor het tussen de schijven 20 van een poelie kunnen knijpen van een eindloos transmissie-element, aangebracht voor het overbrengen van koppel tussen de poelies, waarbij de transmissie ten minste tijdens volledige beweging van de poelies op zodanige wijze wordt bestuurd, dat de knijpkracht van de aandrijvende poelie afhankelijk is van aan het transmissie-element via de secundaire poelie opgelegde knijpkracht, en waarbij de opgelegde 25 knijpkracht ten minste voor een deel wordt bepaald in afhankelijkheid van een over te dragen koppel, met het kenmerk dat de transmissie is voorzien van antislip detectie en besturingsmiddelen en van signaleringsmiddelen geschikt voor elektronische terugkoppeling naar een elektronisch bestuurde aandrijfbron, bijvoorbeeld een verbrandingsmotor. 30
17. Aandrijflijn omvattende een aandrijfeenheid, bijvoorbeeld een verbrandingsmotor, en een Continue Variabele Transmissie, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de aandrijfeenheid zodanig is geregeld dat het maximum koppel afgegeven door de eenheid beperkt wordt tot een vooraf bepaald maximum tot aan een gedetecteerd, vooraf bepaalde snelheid van het voertuig of de secundaire as.
18. Transmissie en aandrijflijn volgens een combinatie van twee of meer der 5 conclusies 1, 2, 4, 9, 14, 16 en 17 onderling, danwel één of meer van deze conclusies met één der overige conclusies. • ' * 7 i o w v ’
NL1008347A 1998-02-19 1998-02-19 Continu Variabele Transmissie. NL1008347C1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008347A NL1008347C1 (nl) 1998-02-19 1998-02-19 Continu Variabele Transmissie.
JP04219099A JP3394207B2 (ja) 1998-02-19 1999-02-19 連続可変トランスミッション
US09/252,660 US6106420A (en) 1998-02-19 1999-02-19 Continuously variable transmission

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008347 1998-02-19
NL1008347A NL1008347C1 (nl) 1998-02-19 1998-02-19 Continu Variabele Transmissie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008347C1 true NL1008347C1 (nl) 1998-03-16

Family

ID=19766566

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008347A NL1008347C1 (nl) 1998-02-19 1998-02-19 Continu Variabele Transmissie.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US6106420A (nl)
JP (1) JP3394207B2 (nl)
NL (1) NL1008347C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107036898A (zh) * 2017-01-09 2017-08-11 湘潭大学 一种金属带式无级变速器带轮轴向变形测量试验台

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19909348A1 (de) * 1998-03-19 1999-09-23 Luk Getriebe Systeme Gmbh Drehmomentfühler
DE19943332A1 (de) * 1999-09-10 2001-03-15 Zahnradfabrik Friedrichshafen Verfahren zur Regelung der Fahrzeugbeschleunigung für ein Kraftfahrzeug mit einem stufenlosen Automatgetriebe
JP3750488B2 (ja) * 2000-05-23 2006-03-01 トヨタ自動車株式会社 車両用無段変速機の制御装置
JP4072988B2 (ja) * 2000-10-02 2008-04-09 株式会社ハドソン デジタルコンテンツデータ生成システム
JP2008045576A (ja) * 2006-08-10 2008-02-28 Yamaha Motor Co Ltd 無段変速装置

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107036898A (zh) * 2017-01-09 2017-08-11 湘潭大学 一种金属带式无级变速器带轮轴向变形测量试验台
CN107036898B (zh) * 2017-01-09 2023-06-06 湘潭大学 一种金属带式无级变速器带轮轴向变形测量试验台

Also Published As

Publication number Publication date
JP3394207B2 (ja) 2003-04-07
US6106420A (en) 2000-08-22
JPH11315900A (ja) 1999-11-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2202479C2 (ru) Автомобиль
JP4313850B2 (ja) 変速機の変速比シフト装置および変速機の変速比シフト方法
JP3910122B2 (ja) 車両用変速システムのエンジン出力トルク制御装置
JPH03200433A (ja) 無段変速機の制御装置
NL1022243C2 (nl) Werkwijze voor het bedienen van een continu variabele transmissie.
JPH06265006A (ja) 無段変速機の制御装置
NL1008347C1 (nl) Continu Variabele Transmissie.
JP2003074682A (ja) 無段変速機の制御装置
JP2747803B2 (ja) ベルト式自動変速機
CN101778750B (zh) 用于控制自动的多级变速器的方法
NL8104001A (nl) Transmissie, in het bijzonder voor een motorvoertuig.
JP2781902B2 (ja) 無段変速機のライン圧制御装置
JP3910123B2 (ja) 車両用変速システムのエンジン出力トルク制御装置
EP0937914B1 (en) Continuously variable transmission
JPH08312741A (ja) 無段自動変速機の制御装置
US6220985B1 (en) Speed change ratio controller for stepless automatic transmission
JP3821764B2 (ja) ベルト式無段変速機のベルト滑り防止システム
US6135916A (en) Process for controlling the pressure of a CVT during a standing start
JPS6216346B2 (nl)
KR20030091706A (ko) 자동 변속기에 배치된 클러치 슬립 조절 방법
JP4200698B2 (ja) 発進クラッチ制御装置
JP6794062B2 (ja) 車両制御装置および車両制御方法
JP2000283282A (ja) 自動変速機の減速時制御方法
JP6821267B2 (ja) 車両制御装置および車両制御方法
US20040107771A1 (en) Reverse torque input detection system for V-belt type continuously variable transmission

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Discontinued due to expiration of the term of protection

Effective date: 20040219