NL1007455C2 - Huisinstallatie voorzien van een subverdeelinrichting, alsmede de subverdeelinrichting geschikt voor de huisinstallatie. - Google Patents

Description

Λ

Huisinstallatie voorzien van een subverdeelinrichting, alsmede de subverdeelinrichting geschikt voor de huisinstallatie.

5 De uitvinding heeft betrekking op een huisinstallatie voor het verdelen van energie over een aantal verbruikers, omvattende een centrale verdeelinrichting met een aantal groepen, waarvan een groep is ingericht voor het leveren van energie aan een aantal in een bepaalde ruimte van een perceel aan te brengen elektrische apparaten en is 10 verbonden met een subverdeelinrichting in die ruimte, die voorzien is van aansluitingen, waarop de genoemde apparaten aansluitbaar zijn.

Een dergelijke huisinstallatie is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 186.936. Hierin is een huisinstallatie beschreven, waarbij de laagspanningsverdeelinrichting daarvan in een meterkast is 15 ingebouwd en waarbij de verdeel- en beveiligingsfuncties centraal worden uitgevoerd. In het algemeen hebben dergelijke centrale verdeel-inrichtingen een aantal groepen en daarom wordt een deel van de verdeelinrichting ook wel groepenkasten genoemd.

In dergelijke huisinstallaties wordt dikwijls het probleem 20 ondervonden, dat bij wijzigingen van het soort elektrische apparaten of het toevoegen van dergelijke apparaten, de centrale verdeelinrichting of de elektrische installatie, bekabeling en pijpen, zoals deze in de muren, vloeren en plafonds is aangebracht, moet worden gewijzigd. Er zijn diverse uitbreidingsmogelijkheden van de centrale ver-25 deelinrichting op de markt, die het wijzigen enigszins vergemakkelijken.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een huisinstallatie van de in aanhef genoemde soort, waarbij de bovengenoemde problemen worden vermeden.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat de subverdeelinrichting een gemeenschappelijke lastscheider omvat, waarmee de gehele subverdeelinrichting kan worden in- of uitgeschakeld.

Volgens de uitvinding wordt een unieke groep in de centrale verdeelinrichting speciaal gedimensioneerd en ingericht voor een aan-35 tal in een bepaalde ruimte van een perceel, bijvoorbeeld een keuken, mogelijk aan te brengen elektrische apparaten. Deze apparaten kunnen 1 r> n -7 4 1- ~ 2 op flexibele wijze door middel van de subverdeelinrichting worden aangesloten.

De beveiliging in de subverdeelinrichting is zodanig dat deze "selectief" is ten opzichte van de beveiliging in de centrale meterkast. Dat wil zeggen dat een beveiliging in de subverdeelinrichting 5 aanspreekt bij een fout (kortsluiting of overbelasting) in een van de aangesloten apparaten, terwijl de centrale beveiliging "in" blijft. Hierdoor zijn andere gebruikers van de centrale huisinstallatie gevrijwaard van netuitval bij een fout in een van de afgaande groepen van de subverdeelinrichting.

10 De installatie is zeer flexibel, doordat voor uitbreiding in bijvoorbeeld een keuken er geen groepen in de centrale verdeelinrich-ting of groepenkast weer bijgemaakt moeten worden, zodat dure uitbreiding van de meterkast en dure bekabeling is vermeden. Er is geen extra bekabeling en buizen nodig van de centrale meterkast naar de te bevei-15 ligen apparatuur. De huisinstallatie is ook naderhand gemakkelijk uitbreidbaar doordat slechts de subverdeelinrichting behoeft te worden uitgebreid door het uitrusten van vooraf voorbereide groepen.

Voorts heeft de uitvinding het voordeel, dat bij de bouw van een huis het bepalen van de plaatsing en het aantal van te beveiligen 20 apparaten uitgesteld kan worden. Bij het plaatsen van keukens kan in bestaande bouw eenvoudig gebruik worden gemaakt van bestaande buizen of pijpen en/of bedrading.

Voorts kan met een relatief kleine huisinstallatie worden volstaan en is er geen dure bekabeling naar de keuken nodig. Bij het 25 plaatsen van keukens in bestaande gebouwen, kan eenvoudig gebruik gemaakt worden van bestaande buizen of pijpen en/of bedrading.

Al met al is het systeem eenvoudig te installeren en uit te breiden.

Opgemerkt wordt dat uit de octrooipublicatie ΖΔ-9602928 op 30 zichzelf een verdeelsysteem bekend is met gemonteerde standaardcon-tactdozen die in- respectievelijk uitgeschakeld kunnen worden met in het systeem ingebouwde schakelaars. Dit verdeelsysteem is echter niet gekoppeld aan een unieke groep van een centrale verdeelinrichting.

Voorts is uit het Amerikaanse octrooischrift US-557^622 op 35 zichzelf een mobiel systeem beschreven met een soortgelijke functie als beschreven in de hierboven genoemde publicatie, waarbij de mobiele eigenschappen benadrukt worden.

1007455 3

Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm verloopt een kabel vanaf de ingerichte groep van de centrale verdeelinrichting en eindigt in een wandcontactdoos, waarbij de subverdeelinrichting is voorzien van een aansluitkabel met een op de wandcontactdoos passende 5 contactstop. Door deze configuratie kan de subverdeelinrichting gemakkelijk in een kast in de hierboven genoemde ruimte, bijvoorbeeld een keukenkast, worden gemonteerd en zelfs wanneer de keuken nog niet is voorzien van de elektrische apparaten of daarover nog niet is beslist.

Bij voorkeur bestaat de subverdeelinrichting uit een kast, die 10 voorzien is van contactdozen en waarvan één zijde is voorzien vein uitsparingen, via welke de contactdozen toegankelijk zijn voor het insteken van contacts toppen op aansluitkabels vein de apparaten. Hierdoor is de subverdeelinrichting zogenaamd stekkerklaar, dat wil zeggen dat de elektrische apparaten achteraf met contactstoppen kunnen worden 15 aangesloten. De gebruiker van de elektrische apparaten is dus helemaal niet meer aan tijd gebonden bij de beslissing over welke apparaten hij wil aansluiten.

Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm heeft de subverdeelinrichting een in de kast losmaakbaar bevestigd frame voor 20 het monteren van bij de contactdozen behorende componenten, hierdoor kan het frame vooraf reeds in de fabriek worden afgemonteerd en zoveel mogelijk worden bedraad, wanneer reeds bekend is wat voor eisen aan energietoevoer en beveiliging worden gesteld.

Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn in de volgcon-25 clusies omschreven.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen. In de tekeningen tonen: fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm van een huisinstallatie volgens de uitvinding; 30 fig. 2 een uitvoeringsvorm van een subverdeelinrichting in een kast; fig. 3 de aansluitmogelijkheden aan één zijde van de kast; en fig. 4 een doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van een subverdeelinrichting volgens de uitvinding.

35 De uitvinding zal aan de hand van een uitvoeringsvorm voor een keukeninstallatie worden beschreven, echter is de huisinstallatie volgens de uitvinding ook bruikbaar in bijvoorbeeld een garage, zolder, kelder of magazijn, en wel overal waar plaatselijk apparatuur 1 OÜ 74.ζ 4 moet worden opgesteld, die van energie moet worden voorzien en worden beveiligd.

In fig. 1 is geïllustreerd, dat de huisinstallatie bestaat uit een centrale verdeelinrichting 1, die is onderverdeeld in een hoofd-5 veilighedenkast 2, die op de voedings- of stijgkabel 5 van het energiebedrijf is aangesloten. Op de hoofdveilighedenkast 2 is een ver-bruiksmeter 3 aangesloten die op zijn beurt is verbonden met de groe-penkast 4. Drie groepen van deze groepenkast 4 worden gebruikt voor het beveiligd toevoeren van energie aan diverse afneempunten in het 10 perceel; te weten via de bedradingen 6, 7 en 8. Eén unieke groep van de groepenkast is speciaal gedimensioneerd en ingericht voor het aansluiten en beveiligen van elektrische apparaten in een keukeninstalla-tie.

De unieke groep is via een speciale kabel of leiding verbonden 15 met een wandcontactdoos die schematisch is aangegeven met het verwij-zingsnummer 10. De leiding kan bestaan uit 5 geleiders van 4 mm2, t.w. 2 fase-geleiders, 2 nulgeleiders en 1 aardgeleider. Hiervoor kan een 5-aderige kabel worden gebruikt of 5 draden van 4 mm2 in een buis met diameter van 19 mm of groter. De wandcontactdoos kan van het type 20 Perilex van 25 A zijn. De unieke speciale groep van de groepenkast is (verplicht) voorzien van beveiligingsmiddelen. Deze groep kan bijvoorbeeld een automaat van 20 A, 4-p zijn. De subverdeelinrichting 13 is voorzien van een aansluitkabel 11 met aan het uiteinde een op de wandcontactdoos 10 passende conctactstop 12. Bij voorkeur is de subver-25 deelinrichting 13 voorzien van een hoofdschakelaar 14. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de subverdeling een kookgroep 15 en vier gelijksoortige groepen 16 tot en met 19, bijvoorbeeld vier vermogenschake-laars of aardfoutautomaten 16 A, 30 tnA. De vermogenschakelaars of aardfoutautomaten in de subverdeelinrichting zijn selectief ten op-30 zichte van de centrale vermogenschakelaar in de centrale verdeelinrichting. Rechts onderaan de figuur is schematisch de aansluiting van de elektrische apparaten op de subverdeelinrichting 13 weergegeven; namelijk de aansluitkabel 20 van de kookplaat/oven, de aansluitkabel 21 naar boiler, de aansluitkabel 22 naar een magnetron, aansluitkabel 35 23 naar een koelkast en eventueel contactdozen en de aansluitkabel 24 naar een vaatwasser en verlichting van de keukeninstallatie.

In fig. 2 is een voorbeeld van een in een kast van een keuken aangebrachte subverdeelinrichting volgens de uitvinding getoond. De 1007455 5 subverdeelinrichting 13 is door middel van een frame 46, 47 aan de kast bevestigd. De bedieningsorganen van de subverdeelinrichting zijn aan de voorzijde zichtbaar en toegankelijk. De aansluitkabels voor de diverse elektrische apparaten worden via de kabelgoot 25 en het daarop 5 losmaakbaar bevestigde deksel 26 onzichtbaar naar de achterzijde van de kast van de keukeninstallatie gevoerd, waarbij aan de bovenzijde weer de wandcontactdoos 10 en de contactstop 12 zichtbaar en toegankelijk zijn.

In fig. 3 is de onderzijde van de subverdeelinrichting 13 10 zichtbaar. In de onderzijde van de subverdeelinrichting 13 zijn uitsparingen aangebracht, waarachter contactdozen 27~31 zijn gemonteerd. Deze contactdozen zijn via de uitsparingen in de onderzijde van de subverdeelinrichting 13 toegankelijk voor het insteken van daarbij behorende contactstoppen, waarvan overzichtelijkshalve slechts de 15 contactstoppen 32-34 en de daarbij behorende kabels 35~37 zijn weergegeven .

Voorts is ook de aansluitkabel 11 van de subverdeelinrichting 13 weergegeven. Deze aansluitkabel 11 is door middel van de in deze figuur niet getoonde contactstop aan te sluiten op de wandcontactdoos 20 10 van fig. 1 of 2.

Om ruimte te besparen wordt gebruik gemaakt van platte smalle meerpolige contactdozen in plaats van contactdozen die passen bij de gewone eurocontactstoppen die bijvoorbeeld bij een lamp of koelkast worden toegepast.

25 Opgemerkt wordt dat de subverdeelinrichting zodanig uitgevoerd kan zijn dat de contactdozen ook via de achterzijde van de subverdeelinrichting toegankelijk zijn en wel binnen de omtrek van de hierboven genoemde kabelgoot 25 met afneembaar deksel 26. De aansluitkabels zijn dan nog beter weggewerkt.

30 In fig. 4 is een doorsnede van een uitvoeringsvorm van de sub verdeelinrichting volgens de uitvinding getoond. Deze subverdeelinrichting 13 bestaat uit een rechthoekige kast met een bodem 38, achterzijde 39 en bovenzijde 40 en niet zichtbare verdere zijden. In de kast van de subverdeelinrichting 13 is een frame 4l aanwezig, dat aan 35 de achterwand 39 kan worden vastgeklikt of op andere wijze daaraan kan worden bevestigd, bijvoorbeeld met een enkele schroefverbinding. De snelle montage van het frame is hierbij uiteraard van belang. Op dit losmaakbaar bevestigde of inklikbare frame worden bij de contactdozen 1 007455 6 behorende componenten gemonteerd, bijvoorbeeld op zogenaamde hoedpro-fielen 42, 43· Op de hoedprofiel 43 is een gemeenschappelijke last-scheider 44 geklikt, die in verbinding staat met de aansluitkabel 11 van de subverdeelinrichting 13 (zie de figuren 1-3). Deze lastscheider 5 44 is via vermogens- of aardfoutschakelaars verbonden met de contact- dozen 27-3I (zie fig. 3)· Eén aardfoutschakelaar 45 is getoond, die op het hoedprofiel 43 is geklikt. De onderlinge bedrading van de aansluitkabel 11 van de subverdeelinrichting 13, de lastscheider, de vermogens- of aardfoutschakelaars en de contactdozen is niet getoond, 10 aangezien deze bedrading voor een deskundige voor de hand ligt.

De componenten 44, 45 van de subverdeelinrichting 13 zijn aan de voorzijde via uitsparingen in een bij voorkeur losmaakbaar bevestigd frontdeksel zichtbaar en voor bediening toegankelijk.

De subverdeelinrichting volgens de uitvinding heeft in nieuw-15 bouwprojecten de volgende voordelen.

Ten behoeve van consument - geen problemen met deadline ten aanzien van keuzebepaling - afhankelijk van toe te passen apparatuur en aanpassingen van 20 leidingen, direct prijsvoordeel - bij latere uitbreiding apparatuur géén aanpassingen nodig voor elektra (prijsvoordeel én gemak) - communicatie met één partij: (geen moeizaam overleg met aannemer, foute informatie etc.).

25

Ten behoeve van aannemer c.a. projectontwikkelaar - aanzienlijk vereenvoudiging koperskeuze traject (administratieve rompslomp) - voorkoming coördinatieproblemen c.q. fouten 30 - consumentvriendelijke presentatie - commercieel aantrekkelijk

Ten behoeve van keukenleverancier - betere spreiding in showroom (geen deadline) 35 - betere score door lagere installatiekosten - geen coördinatieproblemen met aannemer/installateur

Ten behoeve van installateur 1 007455

Claims (7)

1. Huisinstallatie voor het verdelen van energie over een aan tal verbruikers, omvattende een centrale verdeelinrichting met een aantal groepen, waarvan een groep is ingericht voor het leveren van energie aan een aantal in een bepaalde ruimte van een perceel aan te brengen elektrische apparaten en is verbonden met een subverdeelin-10 richting in die ruimte, die voorzien is van aansluitingen, waarop de genoemde apparaten aansluitbaar zijn, met het kenmerk, dat de subver-deelinrichting een gemeenschappelijke lastscheider omvat, waarmee de gehele subverdeelinrichting kan worden in- of uitgeschakeld.

2. Huisinstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 tussen de lastscheider en de aansluitingen voor de apparaten vermogen-of aardfoutschakelaars zijn geschakeld.

3· Huisinstallatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vermogenschakelaars of aardfoutautomaten in de subverdeelinrichting selectief zijn ten opzichte van de centrale vermogenschakelaar in de 20 centrale verdeelinrichting.

4. Huisinstallatie volgens een van de conclusies 1-3. met het kenmerk, dat de na plaatsing van de kast van de subverdeelinrichting zichtbare zijde daarvan is voorzien van uitsparingen voor de componenten. 25

5· Huisinstallatie volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een kabelgoot aanwezig is voor het opnemen van de aansluitkabel van de subverdeelinrichting voor het aansluiten daarvan op de wandcontactdoos.

6. Huisinstallatie volgens een van de conclusies 1-5. met het 30 kenmerk, dat de subverdeelinrichting een in de kast losmaakbaar bevestigd frame omvat voor het monteren van bij de aansluitingen voor de apparaten behorende componenten.

7· Subverdeelinrichting geschikt voor de toepassing in een huisinstallatie volgens één van de voorafgaande conclusies. 35 «»*«**«# 10 07458