NL1006787C1 - Werkwijze en inrichting voor het vangen van stofdeeltjes. - Google Patents

Description

werkwijze en inrichting voor het vangen van stofdeeltjes

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vangen van stofdeeltjes die vrijkomen bij het verspanend bewerken, zoals boren, zagen, frezen, slijpen, hakken en dergelijke, van bouw-5 materialen, bijvoorbeeld beton, steen, kalkzandsteen en dergelijke. Daarnaast heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een stofvanginrichting welke wordt toegepast bij bewerkingsmachines in de bouw.

Bij het bewerken van verschillende materialen 10 in de bouw komen zeer fijne stofdeeltjes vrij, die long-toegankelijk zijn. Déze deeltjes kunnen bij voortdurende inademing stoflongen veroorzaken. Aan dit aspect wordt door de arbeidsinspectie in de verschillende Europese landen de laatste jaren veel aandacht geschonken.

15 Op de markt zijn voor sommige bewerkings machines stofafzuigsystemen beschikbaar. Deze zijn echter niet effectief: zij voldoen niet aan de wettelijke norm die onlangs door de arbeidsinspectie is ingesteld. Bij bewerkingen met behulp van diamantgereedschap wordt vaak 20 water als koeling gebruikt. Metingen hebben aangetoond dat het water niet in staat is om al het stof te vangen; ook in dit geval kan niet aan de norm worden voldaan. Aangezien tijdens het koelen veel water wordt gebruikt, wordt de omgeving van de bewerkingsplek aanzienlijk 25 bevuild.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een effectief stofvangsysteem te verschaffen wat algemeen toepasbaar is en bovengenoemde bezwaren ondervangt. Daartoe is een werkwijze voor het vangen van stofdeeltjes 30 verschaft waarbij een hoeveelheid afbreekbaar schuim wordt toegevoerd aan de bewerkingsplek.

Het schuim sluit de bewerkingsplek van de omgeving af en bindt het merendeel van de stofdeeltjes, J00678 7 2 waarbij verzekerd is dat bijna geen stofdeeltjes in de omringende lucht terechtkomen.

Om het schuim op zijn plaats te houden wordt volgens een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding 5 de bewerkingsplek afgeschermd. Dit afschermen kan op allerlei manieren worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld met behulp van een gasomhulling of een wand.

Nadat het schuim de stofdeeltjes heeft gevangen kan dit na het indrogen, d.w.z. afbreken, worden afge-10 voerd. Bij voorkeur wordt het schuim echter direct nadat de stofdeeltjes hierdoor zijn gevangen door middel van afzuigmiddelen afgevoerd. Op deze wijze wordt de omgeving van de bewerkingsplek schoongehouden.

De onderhavige uitvinding verschaft eveneens 15 een stofvanginrichting, welke wordt toegepast bij bewer-kingsmachines in de bouw en welke is gekenmerkt door een schuimgenerator met een naar het gereedschap leidende toevoerleiding. Tijdens het verspanend bewerken van bouwmaterialen wordt vanuit de schuimgenerator en door de 20 toevoerleiding heen schuim naar het gereedschap toe gebracht en dit aan de bewerkingsplek toegevoerd. Deze stofvanginrichting kan algemeen worden toegepast bij allerlei bewerkingen, zoals boren, zagen, frezen, slijpen, hakken enz., van allerlei bouwmaterialen, bijvoor-25 beeld beton, steen, kalkzandsteen, asfalt, hout, enz..

Bij voorkeur zijn op afstand rond het gereedschap afschermmiddelen aangebracht, waardoor een ruimte voor het schuim is gevormd waarin de toevoerleiding uitmondt. Met behulp van de afschermmiddelen, welke 30 kunnen zijn gevormd door een wand maar ook bijvoorbeeld door een gasomhulling, wordt het schuim op de bewerkingsplek gehouden.

Volgens een laatste kenmerk van de onderhavige uitvinding is de stofvanginrichting tevens voorzien van 35 in de ruimte uitmondende afzuigmiddelen. Nadat het schuim in de ruimte stofdeeltjes heeft gevangen, wordt dit direct met behulp van afzuigmiddelen van de bewerkings- i 006787 1 3 plek afgevoerd. De omgeving van de bewerkingsplek blijft schoon en stofvrij.

Hieronder zal onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening de onderhavige uitvinding nader worden 5 beschreven. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een sleuvenfreesmachine welke is uitgerust met een stofvanginrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een 10 sleuvenfreesmachine welke is uitgerust met een stofvang-inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een boormachine welke is uitgerust met een stofvanginrichting volgens de onderhavige uitvinding.

15 De in fig. 1 getoonde sleuvenfreesmachine 1 is op zichzelf bekend uit de stand van de techniek en zal daarom niet gedetailleerd worden beschreven. De sleuvenfreesmachine 1 is voorzien van een freeswiel 2 waarmee in de binnenmuren 3 van gebouwen sleuven 4 worden gemaakt 20 waarin PVC-elektriciteitsbuizen worden verwerkt.

Op afstand rond het freeswiel 2 zijn afscherm-middelen 5 aangebracht. De bakvormige afschermmiddelen 5 zijn ten opzichte van de sleuvenfreesmachine 1 scharnier-baar om een hartlijn 6 aangebracht. De afschermmiddelen 5 25 vormen een ruimte 7 waarin het freeswiel 2 en de aandrijfas 8 hiervan is opgenomen. In de ruimte 7 mondt een aanvoerleiding 9 uit, welke is aangesloten op een niet in de tekening getoonde schuimgenerator, door middel waarvan schuim in de ruimte 7 wordt gebracht.

30 De door de afschermiddelen 5 gevormde ruimte 7 met het daarin aanwezige schuim 10 schermt de bewerkingsplek volledig van de omgeving af. Doordat de bakvormige afschermmiddelen 5 scharnierbaar zijn aangebracht, is bij elke stand van de sleuvenfreesmachine l tegen de muur 3 35 verzekerd dat de bewerkingsplek van de omgeving afgeschermd blijft.

1006787 4

Nadat de stofdeeltjes zijn gevangen door het schuim kan dit door de sleuf 4 naar beneden sijpelen en na het indrogen worden verwijderd.

In fig. 2 wordt een met fig. 1 overeenkomstige 5 sleuvenfreesmachine 1 getoond. Gelijke onderdelen zijn met gelijke cijfers aangeduid. In een andere uitvoeringsvorm van de stofvanginrichting zijn afzuigmiddelen (niet getoond) via een afvoerleiding 10 op de ruimte 7 aangesloten. Nadat het schuim de stofdeeltjes heeft gevangen, 10 wordt dit met behulp van de afzuigmiddelen door de afvoerleiding 10 de ruimte 7 uitgevoerd. Tegelijkertijd wordt "vers" schuim toegevoerd om opnieuw stofdeeltjes te vangen, waarna dit weer van de bewerkingsplek 4 wordt af-gevoerd. Het toe- en afvoeren van schuim kan continu of 15 discontinu plaatsvinden, als maar verzekerd is dat, wanneer er bewerkt wordt, schuim in de ruimte 7 aanwezig is.

In fig. 3 wordt een ander uit de stand van de techniek bekende bewerkingsmachine, namelijk een boorma-20 chine 11, getoond. Op de kop 12 van de boormachine 11 en op afstand rond het gereedschap 13, het boorijzer, is een huls 14 aangebracht. De huls 15 is meegaand, in dit geval telescopisch, uitgevoerd om bij elke stand van het boorijzer 13 in de muur 3 te verzekeren, dat de huls 15 de 25 bewerkingsplek van de omgeving afschermt.

Door de huls 15 is om het boorijzer 13 een ruimte 7 voor het schuim gevormd. In de ruimte 7 monden de toevoerleiding 9, welke is verbonden met een in de tekening niet getoonde schuimgenerator, en een afvoer-30 leiding 10 uit. Op de afvoerleiding 10 zijn afzuigmiddelen (niet getoond) aangesloten om het schuim, nadat de stofdeeltjes hierdoor zijn gevangen, uit de ruimte 7 te verwijderen.

Met behulp van de stofvanginrichting volgens de 35 onderhavige uitvinding wordt een hoeveelheid afbreekbaar schuim toegevoerd aan de bewerkingsplek. De bewerkingsplek wordt afgeschermd van de omgeving zodat al het vrijgekomen stof door het schuim kan worden gevangen.

10 0 67 8 7 5

Nadat het schuim de stofdeeltjes heeft gevangen wordt het door afzuigmiddelen afgevoerd. Het is tevens mogelijk om het schuim met de opgevangen stofdeeltjes op de grond te laten liggen, bijvoorbeeld nadat het langs een reeds 5 gevormde sleuf uit de ruimte van de sleuvenfreesmachine naar beneden is gegleden, zodat dit na het indrogen, d.w.z. afbreken, van het schuim kan worden verwijderd.

De werkwijze en de stofvanginrichting volgens de onderhavige uitvinding is algemeen toepasbaar bij 10 allerlei bewerkingsmachines in de bouw, waarmee is verzekerd dat alle stofdeeltjes door het schuim worden gevangen en bijna geen stofdeeltjes in de lucht terechtkomen.

1Ü06787

Claims (6)

1. Werkwijze voor het vangen van stofdeeltjes die vrijkomen bij het verspanend bewerken, zoals boren, zagen, frezen, slijpen, hakken en dergelijke, van bouwmaterialen, bijvoorbeeld beton, steen, kalkzandsteen en 5 dergelijke, met het kenmerk, dat een hoeveelheid afbreekbaar schuim wordt toegevoerd aan de bewerkingsplek.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bewerkingsplek wordt afgeschermd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 10 kenmerk, dat het schuim met de opgevangen stofdeeltjes door middel van afzuigmiddelen wordt afgevoerd.

4. Stofvanginrichting toegepast bij bewerkings-machines in de bouw, gekenmerkt door een schuimgenerator met een naar het gereedschap leidende toevoerleiding.

5. Stofvanginrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door op afstand rond het gereedschap aangebrachte afschermmiddelen, waardoor een ruimte voor het schuim is gevormd waarin de toevoerleiding uitmondt.

6. Stofvanginrichting volgens conclusie 4 of 5, 20 gekenmerkt door in de ruimte uitmondende afzuigmiddelen. ; 'j 0 6 ! 8 7