NL1006770C2 - Parkeerbetalingssysteem. - Google Patents

Description

Parkeerbetalingssysteem

De onderhavige uitvinding betreft een parkeerbetalingssysteem voor het afrekenen per tijdseenheid van verschuldigde parkeertarieven 5 voor een voertuig in een bepaald gebied, waarbij de inrichting omvat invoermiddelen voor het invoeren van tariefgegevens, controlemiddelen teneinde controle door een parkeerwachter mogelijk te maken, middelen voor het uitwisselen van gegevens betreffende een tegoed op een saldo-kaart, en middelen voor het afwaarderen van het saldotegoed volgens 10 een bepaald tarief.

Een dergelijke inrichting is bekend als de zogenaamde Piaf-meter van het Franse bedrijf Innovatron Systemes Urbaines (ISU). Deze Piaf-meter omvat alle hierboven genoemde middelen in een enkele behuizing, welke tijdens bedrijf, dat wil zeggen tijdens het afwaarderen van het 15 saldotegoed volgens een bepaald tarief, aanwezig dient te zijn in het voertuig, met inbegrip van de saldokaart. De Piaf-meter dient daarbij geplaatst te zijn op een wijze, dat controle van controlegegevens, weergegeven op een weergeefscherm op de Piaf-meter, door de parkeerwachter mogelijk is. Daartoe kan de Piaf-meter bijvoorbeeld aan de 20 achteruitkijkspiegel gehangen worden, of op het dashboard achter de voorruit gelegd worden. Aangezien de Piaf-meter en de daarin aanwezige saldokaart een waarde vertegenwoordigt en duidelijk aanwezig is in het voertuig, bestaat een kans dat het voertuig opengebroken wordt teneinde de Piaf-meter met saldokaart (en eventueel andere in het voer-25 tuig aanwezige waardevolle zaken) te ontvreemden. Verzekeringsmaatschappijen zullen aanvoeren dat door het zichtbaar in het voertuig aanwezig zijn van waardevolle zaken, ontvreemding is uitgelokt, en zullen niet overgaan tot vergoeding van de geleden schade.

Doelstelling van de uitvinding is een parkeerbetalingssysteem van 30 de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de waarde van het zich in het voertuig bevindende gedeelte van het systeem zodanig laag is, dat er geen sprake van uitlokking tot ontvreemding kan zijn.

Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de inrichting omvat een meterinrichting, welke in het voertuig kan worden 35 aangebracht, en een laderinrichting, welke draagbaar is.

Door de splitsing van het parkeerbetalingssysteem is het mogelijk dat de laderinrichting, welke door de gebruiker meegenomen kan worden, de meest waardevolle gedeelten van het parkeerbetalingssysteem omvat, 1006770 2 in het bijzonder inclusief de saldokaart, zodat de in het voertuig achterblijvende meterinrichting zo min mogelijk ontvreemding uitlokt.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de invoermiddelen voor het invoeren van tariefgegevens en de middelen voor het uit-5 wisselen van gegevens betreffende een tegoed op een saldokaart ondergebracht in de laderinrichting. Hierdoor behoeft de saldokaart niet in het voertuig achter te blijven.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de laderinrichting verder tevens de afwaardeermiddelen. Indien de maximale 10 tijdsduur voor parkeren, bepaald door het aanwezige tegoed op de saldokaart, overschreden wordt, kan de gebruiker in dit geval simpel de lege saldokaart verwisselen voor een nieuwe saldokaart, op de plaats waar hij zich op dat moment bevindt, zonder terug te moeten gaan naar het geparkeerde voertuig.

15 De meterinrichting kan verder uitgerust zijn met een permanente, onuitwisbare identificatie, controleerbaar door de parkeerwachter, waardoor de meterinrichting waardeloos is, indien deze uit het voertuig verwijderd wordt. Deze identificatie kan de gebruiker identificeren, maar bijvoorbeeld ook het chassisnummer, het kenteken, de uitge-20 vende instantie en/of producent.

Voor het beveiligen van de uitwisseling van saldogegevens met de saldokaart, kan de laderinrichting verder een controleschakeling omvatten om met behulp van een Persoonlijk Identificatie Nummer (PIN) oneigenlijk gebruik van de saldokaart en de laderinrichting te voor-25 komen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kan indien de meterinrichting in bedrijf is (dat wil zeggen, wanneer er betaald geparkeerd wordt), deze slechts bediend worden door de laderinrichting waarmee de meterinrichting in bedrijf is gesteld, waarbij controle 30 plaatsvindt van de permanente identificatie of de persoonlijke identificatie. Dit heeft het voordeel, dat de in het voertuig achterblijvende meterinrichting geheel waardeloos is zonder de bijbehorende laderinrichting, waardoor nog minder ontvreemding uitgelokt wordt.

De controle van de parkeergegevens kan plaats hebben middels een 35 bekende, met de meterinrichting verbonden weergeefscherm. Echter volgens een verdere voorkeur hebbende uitvoeringsvorm omvat de meterinrichting verder een overdrachtsinrichting teneinde overdracht mogelijk te maken van controlegegevens van de meterinrichting naar een 1006770 3 leesinrichting, die zich in het bezit van de parkeerwachter bevindt. Volgens een verdere uitvoeringsvorm werkt de overdrachtsinrichting met infrarode, elektro-magnetische of ultrasone overdracht.

De voorkeur hebbende uitvoeringsvormen volgens de uitvinding 5 worden hierna met verwijzing naar de figuren beschreven.

Fig. 1 toont een blokschema van een voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 2 toont een blokschema van een verdere voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

10 Fig. 3 toont een blokschema van een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de controlemiddelen verder uitgewerkt zijn.

In Fig. 1 wordt het parkeerbetalingssysteem getoond, omvattende een meterinrichting 2 en een laderinrichting 4. Het parkeerbetalingssysteem is bedoeld voor het betalen van verschuldigde parkeergelden, 15 die afhankelijk zijn van een bepaald parkeertarief per tijdseenheid voor dat gebied.

De meterinrichting 2 dient in het voertuig aangebracht te worden, dat geparkeerd is in een bepaald gebied, waardoor parkeergelden verschuldigd zijn. De meterinrichting 2 is daarbij zodanig in het voer-20 tuig gemonteerd, dat geen uitlokking tot ontvreemding ontstaat. De laderinrichting 4 is een inrichting die de gebruiker bij zich dient te houden en die losmaakbaar kan worden gekoppeld met de meterinrichting 2.

De laderinrichting 4 omvat invoermiddelen 6, die gebruikt worden 25 om gegevens in te voeren met betrekking tot het gewenste tarief, overeenkomend met het tarief dat geldt in het gebied waar het voertuig geparkeerd wordt en het over te hevelen saldo van de saldokaart 10. Deze invoermiddelen 6 kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een toetsenbord met een weergeefscherm ter controle van de ingevoerde gegevens. De 30 ingevoerde gegevens worden doorgegeven aan de hierna te bespreken afwaardeermiddelen 12.

De laderinrichting 4 omvat verder middelen 8 voor het uitwisselen van gegevens betreffende een tegoed op een saldokaart 10. De saldokaart 10 is een bekende kaart die door betaling van een bepaald bedrag 35 verkregen kern worden bij een daartoe aangewezen instantie, waarop in elektronische vorm het tegoed is vastgelegd. De saldokaart 10 kan bijvoorbeeld een bekende kaart zijn met een magneetstrip, of een kaart met een halfgeleiderschakeling waarin de saldogegevens vastgelegd zijn 1006770 4 (’smart card’). Door de gebruiker wordt de saldokaart 10 ingevoerd in de laderinrichting 4 en via de invoermiddelen 6 wordt ingevoerd hoeveel saldo van de saldokaart 10 overgebracht moet worden naar de middelen 8 voor saldo-uitwisseling. De instantie die de saldokaarten 5 uitgeeft en de controle uitvoert kan bepalen of de gebruiker een bepaald gewenst saldo kan aangeven, of dat telkens een vast saldo wordt overgebracht. Tevens kan de instantie bepalen of het op de saldokaart aanwezige saldo tevens het maximumsaldo is wat overgebracht kan worden, of dat er een hogere of geen limiet wordt gesteld aan het over te 10 brengen saldo. In het laatste geval moet de gebruiker achteraf het saldo overbrengen naar de middelen 8 voor saldo-uitwisseling. Het verdient dan aanbeveling het parkeerbetalingssysteem zo te programmeren, dat een volgende parkeerperiode slechts dan kan aanvangen, als de voorgaande parkeerperiode betaald is. Na afloop van de parkeerperiode 15 kern een eventueel aanwezig positief saldo door de middelen 8 voor saldo-uitwisseling teruggeboekt worden op de saldokaart 10.

De gegevens met betrekking tot het parkeertarief en het ingevoerde saldotegoed, worden overgebracht naar de afwaardeermiddelen 12, die zich volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevinden in de 20 meterinrichting 2. De afwaardeermiddelen verminderen het saldotegoed met het parkeertarief voor het betreffende gebied per tijdseenheid.

Gegevens met betrekking tot het ingevoerde tariefgebied (of het overeenkomstige parkeergebied), het tijdstip van aanvang van parkeren en een indicatie dat saldotegoed resteert en afgewaardeerd wordt, 25 worden door de afwaardeereenheid doorgegeven aan de controlemiddelen 1^, die zich bevinden in de meterinrichting 2. In een voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding, worden deze gegevens zodanig weergegeven, dat een parkeerwachter deze kan controleren. Dit kan bijvoorbeeld geschieden met een weergeefscherm dat achter de voorruit 30 van het voertuig wordt geplaatst.

Een verdere voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt getoond in Fig. 2. Hierbij omvat de laderinrichting 4 en niet de meterinrichting 2 de afwaardeermiddelen 12. Hierdoor kan de in het voertuig gemonteerde meterinrichting 2, verder verkleind worden, waar-35 door deze nog minder kostbaar wordt en dientengevolge nog minder tot diefstal zal uitnodigen. Verder kan de gebruiker een saldokaart 10, waarvan het tegoed is opgebruikt, wisselen met een saldokaart 10 met tegoed op de plaats waar de gebruiker zich op dat moment bevindt, en 1006770 5 behoeft hij niet naar het geparkeerde voertuig terug te gaan. In deze uitvoeringsvorm wordt asm de controlemiddelen 14 niet een indicatie gegeven dat saldotegoed resteert en afgewaardeerd wordt, maar een indicatie van de maximale resterende parkeertijd.

5 Fig. 3 toont een detailuitwerking van de controlemiddelen 14, welke omvat worden door de meterinrichting 2. In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm omvatten de controlemiddelen 14 een weergeefscherm (niet getoond), welke de controlegegevens weergeeft, hetzij in integrale vorm, hetzij in een sequentiële vorm. In een verdere uit-10 voeringsvorm van de uitvinding omvatten de controlemiddelen 14 over-drachtsmiddelen 16 en een leesinrichting 18. Hierbij is de lees-inrichting 18 fysiek gescheiden van de meterinrichting 2, en in het bezit van een parkeerwachter. De overdrachtsmiddelen 16 transformeren de controlegegevens en zenden deze naar de leesinrichting 18. Dit kan 15 bijvorrbeeld geschieden middels overdracht met infrarode signalen, waarbij de overdrachtsmiddelen 16 tenminste een infraroodzender omvatten en de leesinrichting 18 tenminste een infraroodontvanger. De overdracht kan als alternatieven plaatsvinden via elektro-magnetische of ultrasone golven.

20 In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de meter inrichting 2 verder een niet-uitwisbare identificatie, zoals bijvoorbeeld het kenteken van het voertuig, het chassisnummer, de gebruiker, de uitgevende instantie en/of de producent, waarbij de identificatie als deel van de controlegegevens door de parkeerwachter gecontroleerd 25 kan worden.

In een nog verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de laderinrichting 4 verder een controleschakeling om met behulp van een Persoonlijk Identificatie Nummer (PIN) oneigenlijk gebruik van de saldokaart 10 en de laderinrichting 4 te voorkomen.

30 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de meterinrich ting 2, indien deze in bedrijf is gesteld (dat wil zeggen, wanneer betaald geparkeerd wordt) alleen te bedienen door de laderinrichting 2 waarmee deze in bedrijf gesteld is. Zowel de niet-uitwisbare identificatie als de PIN kunnen gebruikt worden om dit te controleren. Deze 35 maatregel maakt tevens de meterinrichting 2 nog minder geschikt voor gebruik na ontvreemding.

Uiteraard zijn andere uitvoeringsvormen van de uitvinding af te leiden door een deskundige.

1006770

Claims (9)

1. Parkeerbetalingssysteem voor het per tijdseenheid afrekenen van verschuldigde parkeertarieven voor een voertuig in een bepaald gebied, waarbij het systeem omvat: 5 invoermiddelen voor het invoeren van tariefgegevens; controlemiddelen teneinde controle door een parkeerwachter mogelijk te maken; middelen voor het uitwisselen van gegevens betreffende een tegoed op een saldokaart; en 10 middelen voor het afwaarderen van het saldotegoed volgens een bepaald tarief, met het kenmerk dat het systeem is verdeeld over: een meterinrichting (2), welke in het voertuig kan worden aangebracht, en 15 een laderirrichting (4), welke draagbaar is.

2. Parkeerbetalingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de invoermiddelen (6) voor het invoeren van tariefgegevens en de middelen (8) voor het uitwisselen van gegevens betreffende een tegoed 20 op een saldokaart (10) zijn ondergebracht in de laderinrichting (4).

3. Parkeerbetalingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de meterinrichting (2) en de laderinrichting (4) zijn voorzien van middelen voor de overdracht van de tariefgegevens naar de meterinrich- 25 ting (2).

4. Parkeerbetalingssysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de middelen (12) voor het afwaarderen van het saldotegoed volgens een ingevoerd tarief zich bevinden in de laderinrichting (4). 30

5. Parkeerbetalingssysteem volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk dat de meterinrichting (2) voorzien is van een permanente identificatie.

6. Parkeerbetalingssysteem volgens een van de conclusies 1 tot en met 5. met het kenmerk dat de laderinrichting (4) verder een schakeling omvat ter controle van een persoonlijke identificatie voor het uitwisselen van saldotegoedgegevens met de saldokaart (10). 1006770

7. Parkeerbetalingssysteem volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat indien de meterinrichting (2) in bedrijf is, deze slechts te bedienen is door de laderinrichting (4) waarmee de meterinrichting (2) in bedrijf is gesteld, waarbij controle plaatsvindt van de perma- 5 nente identificatie of de persoonlijke identificatie.

8. Parkeerbetalingssysteem volgens een van de conclusies 1 tot en met 7. met het kenmerk dat de controlemiddelen (14) teneinde controle door een parkeerwachter mogelijk te maken, een overdrachtsmodule (16) 10 in de meterinrichting (2) en een draagbare leesinrichting (18) omvatten.

9. Parkeerbetalingssysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de leesinrichting (18) de controlegegevens van de meterinrichting 15 (2) verkrijgt middels infrarode, elektro-magnetische of ultrasone overdracht. 7006770