NL1006723C2 - Pijpbeugel. - Google Patents

Pijpbeugel. Download PDF

Info

Publication number
NL1006723C2
NL1006723C2 NL1006723A NL1006723A NL1006723C2 NL 1006723 C2 NL1006723 C2 NL 1006723C2 NL 1006723 A NL1006723 A NL 1006723A NL 1006723 A NL1006723 A NL 1006723A NL 1006723 C2 NL1006723 C2 NL 1006723C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hook
hook member
pipe
bracket
stop
Prior art date
Application number
NL1006723A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Van Walraven
Original Assignee
Walraven J Van Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walraven J Van Bv filed Critical Walraven J Van Bv
Priority to NL1006723A priority Critical patent/NL1006723C2/nl
Priority to AU87519/98A priority patent/AU8751998A/en
Priority to PCT/NL1998/000446 priority patent/WO1999008032A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1006723C2 publication Critical patent/NL1006723C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/12Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/1203Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing with a pair of arms moved automatically to closed position by overcenter spring

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)

Description

Korte aanduiding: Pijpbeugel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1. Bij een dergelijke pijpbeugel zijn de zwenkverbindingen zodanig aan de beugelsegmenten aangebracht, dat de beugelsegmenten de 5 buis omsluiten en door middel van de haakorganen aan elkaar vasthaken wanneer de buis in de richting van het voetdeel in de pijpbeugel wordt gedrukt. Derhalve kan de buis snel en gemakkelijk in een groot aantal van dergelijke pijpbeugels worden bevestigd. Een dergelijke pijpbeugel is 10 bekend uit NL-B-174 294.
De praktijk heeft aangetoond dat de verbinding tussen de haakorganen van de bekende pijpbeugel betrouwbaar is indien de buis vormvast is, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een koperen waterleidingbuis. Wanneer de buis echter 15 van een zacht materiaal is vervaardigd, of in het bijzonder indien een metalen buis is ommanteld met een thermische isolatiemantel van zacht kunststof schuimmateriaal, dan is het nodig een stevige ring, bijvoorbeeld een uit twee schaalhelften samenstelbare ring of een op één plaats 20 opengesneden ring, om de buis aan te brengen op de plaats waar de beugelsegmenten van de pijpbeugel de buis vasthouden. Als de stevige ring wordt weggelaten is waar te nemen dat, als met geringe kracht op het van het naar buiten gerichte haakorgaan voorziene beugelsegment van de 25 pijpbeugel wordt gedrukt, het aan de kop van het naar buiten gerichte haakorgaan aanwezige aanslagvlak tegen het tegenover liggende aanslagvlak van het naar binnen gerichte haakorgaan komt. Vervolgens glijden deze aanslagvlakken langs elkaar en komen de haakvlakken buiten eikaars 30 ingrijping en is de pijpbeugel open. Dit is ongewenst, omdat de buis zo gemakkelijk ongemerkt los kan raken uit een reeds gesloten pijpbeugel.
Een verder nadeel van de bekende pijpbeugel is dat gebleken is dat de haakorganen van deze bekende pijpbeugel 35 kunnen ontkoppelen wanneer een in de pijpbeugel gehouden 1006723 - 2 - vormvaste buis met grote kracht in de richting van het voetdeel van de pijpbeugel wordt gedrukt.
In EP 0 352 438 is een pijpbeugel met zwenkbare beugelsegmenten beschreven die op dezelfde wijze 5 funktioneert als de pijpbeugel volgens NL-B- 174 294. Bij de pijpbeugel volgens EP 0 352 438 is elk beugelsegment aan het vrije einde daarvan voorzien van een groot aantal haaktanden, te weten één rij naar buiten gerichte haaktanden en één rij naar binnen gerichte haaktanden. Bij 10 deze pijpbeugel is het onmogelijk de ingrijping van de haaktanden op te heffen door op de pijpbeugel te drukken, waardoor het bovengenoemde nadeel niet optreedt. Het is bij deze pijpbeugel echter ook moeilijk om de ingrijping van de haaktanden op te heffen als men de buis met opzet uit de 15 beugel wil nemen, hetgeen bij het aanleggen van buizen regelmatig gewenst is. Verder vereist deze bekende pijpbeugel kostbare matrijzen voor het spuitgieten.
De onderhavige uitvinding beoogt de pijpbeugel volgens NL-B- 174 294 zodanig te verbeteren dat de 20 betrouwbaarheid van het in elkaar haken van de haakorganen groter wordt, in het bijzonder zonder daarbij afbreuk te doen aan het feit dat de haakorganen in elkaar haken als een buis in de pijpbeugel wordt gedrukt. In het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een pijpbeugel te 25 verschaffen die geschikt is voor het vasthouden van met een zacht kunststofschuim ommantelde buizen zonder dat een aparte ring tussen de buis en de beugelsegmenten van de pijpbeugel hoeft te worden geplaatst.
De onderhavige uitvinding verschaft een pijpbeugel 30 volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt, doordat de aanslagvlakken zo zijn opgesteld dat het bij het naar binnen gekeerde haakorgaan behorende aanslagvlak een aanslag vormt voor het daar tegen liggende andere aanslagvlak in de richting evenwijdig aan de haakvlakken, 35 zodat, wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan een 1006723 - 3 - evenwijdig aan de haakvlakken naar buiten gerichte component heeft.
De onderhavige uitvinding voorziet er derhalve in dat wanneer het naar buiten gerichte haakorgaan ten 5 opzichte van het naar binnen gerichte haakorgaan naar binnen wil bewegen, waardoor de haakvlakken zouden ontkoppelen, de samenwerking van de aanslagvlakken een reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan uitoefent, die zodanig is gericht dat daardoor deze 10 relatieve beweging wordt tegengegaan. Hierdoor is de ingrijping van de beide haakorganen ook betrouwbaar als de buis gemakkelijk vervormbaar is of een vormvaste buis is ommanteld is met een gemakkelijk samendrukbaar isolatiemateriaal.
15 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de pijpbeugel volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en de navolgende beschrijving.
De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van twee 20 voorkeursuitvoeringsvormen van de pijpbeugel volgens de uitvinding. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de pijpbeugel volgens van de uitvinding in de geopende stand, fig. 2 in zijaanzicht de 25 pijpbeugel van fig. 1 in de gesloten stand, fig. 3 in zijaanzicht een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de pijpbeugel volgens van de uitvinding in de geopende stand, en fig. 4 in zijaanzicht de pijpbeugel van fig. 3 in de 30 gesloten stand.
De in de figuren 1 en 2 weergegeven kunststof pijpbeugel 1, die door spuitgieten is vervaardigd, dient voor het bevestigen van een cilindrische buis 2 of 35 dergelijke aan een drager, bijvoorbeeld een wand of een ondersteuningsconstructie.
De pijpbeugel 1 omvat een voetdeel 3, dat is 1006723 - 4 - ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel 1 aan de drager. In de weergegeven uitvoering is een uitsparing 5 voorzien, die zich uitstrekt tussen de onderzijde 6 en de bovenzijde 7 van het voetdeel 3, en een dwarssleuf 8, die 5 zich dwars op de uitsparing 5 uitstrekt. De dwarssleuf 8 is ingericht voor het opnemen van een plaatvormige moer (niet weergeven), waarvan het schroefgat dan in het verlengde van de uitsparing 5 ligt. Door de uitsparing 5 kan een aan de wand of ondersteuningsconstructie aangebrachte bout worden 10 gestoken, die in de plaatvormige moer kan worden geschroefd.
Het voetdeel 3 draagt aan de bovenzijde twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen 10, 11 met in hoofdzaak aan elkaar evenwijdige zwenkassen, die hier 15 loodrecht op het vlak van de tekening liggen. Elk van de zwenkverbindingen 10, 11 verbindt het voetdeel 3 zwenkbaar met een beugelsegment, respectievelijk 13, 14 van de pijpbeugel 1. De zwenkverbindingen 10, 11 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een zachtere kunststof dan het voetdeel 3 20 en de beugelsegmenten 13, 14. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door de pijpbeugel 1 met behulp van de twee componenten-spuitgiettechniek te vervaardigen.
Elk beugelsegment 13, 14 heeft een in hoofdzaak half-cirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd 25 buisaanlegvlak, respectievelijk 15, 16 voor de buis 2.
De beugelsegmenten 13, 14 zijn van elkaar vandaan en naar elkaar toe zwenkbaar voor het tussen hen in plaatsen van de buis 2. In het bijzonder is er op op zich bekende wijze in voorzien dat de beugelsegmenten 13, 14 zodanig aan 30 de zwenkverbindingen 10, 11 zijn aangebracht, dat de beugelsegmenten 13, 14 automatisch de buis 2 omsluiten wanneer de buis 2 in de richting van het voetdeel 3 in de pijpbeugel 1 wordt gedrukt.
In de figuren 1 en 2 is te herkennen dat het 35 beugelsegment 13 aan het van het voetdeel 3 afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar buiten gericht haakorgaan 17 en dat het andere beugelsegment 14 1006723 - 5 - aan het van het voetdeel 3 afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar binnen gericht haakorgaan 18. Elk van de haakorganen 17, 18 heeft een bijbehorend haakvlak, respectievelijk 17a en 18a, waarmee de 5 haakorganen 17, 18 aan elkaar vast kunnen haken, zodat de door beugelsegmenten 13, 14 omringde buis 2 is geborgd. In figuur 2 is te herkennen dat het uit elkaar bewegen van de beide beugelsegmenten 13, 14 in hoofdzaak wordt verhinderd door de aanligging van haakvlak 17a tegen haakvlak 18a.
10 In de figuur 2 is te herkennen dat de lijn door de aanliggende haakvlakken 17a, 18a in hoofdzaak radiaal is gericht ten opzichte van het hart 20 van de cirkel die wordt begrensd door de beugelsegmenten 13, 14. Deze ligging is voordelig voor het automatisch aan elkaar haken van de 15 beide haakorganen 17, 18, met name indien de buis 2 onvervormbaar is. Verder zijn de haakvlakken 17a en 18a bij voorkeur zo opgesteld dat in de gesloten stand van de pijpbeugel 1 de haakvlakken 17a en 18a zich aan de zijde van het beugelsegment 13 bevinden ten opzichte van de 20 loodlijn "1", die door het hart 20 van de buis 2 gaat en loodrecht op de lijn door de zwenkassen 10, 11 loopt.
Elk van de haakorganen 17,18 heeft verder een aanslagvlak, respectievelijk 17b, 18b, dat aanligt tegen het aanslagvlak van het andere haakorgaan in de gesloten 25 stand van de pijpbeugel 1. Het naar buiten gekeerde haakorgaan 17 is zo uitgevoerd dat het vormsluitend in het naar binnen gekeerde haakorgaan 18 past.
Het aanslagvlak 18b omvat een eerste vlakdeel 18b-I, dat zich hier in hoofdzaak evenwijdig aan het bijbehorende 30 haakvlak 18a uitstrekt, en verder een tweede vlakdeel 18b-II, dat zich onder een hoek ten opzichte van het haakvlak 18a uitstrekt. In onvervormde toestand van het haakorgaan 18 is de kleinste opening tussen het haakvlak 18a en de uitstekende rand 18b kleiner dan de grootste afmeting, in 35 dezelfde richting gezien, van het gedeelte van het haakorgaan 17 dat in het haakorgaan 18 komt te liggen.
Het tweede vlakdeel 18b-II vormt door zijn 1006723 - 6 - opstelling een aanslag voor het daar tegen liggende andere aanslagvlak 17b in de richting evenwijdig aan de haakvlakken 17a,18a, zodat, wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan 17 behorende beugelsegment 13 naar 5 binnen wordt gedrukt, de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan 17 een evenwijdig aan de haakvlakken 17a, 18a naar buiten gerichte component heeft.
Dit krachtenspel is in figuur 2 te herkennen doordat de loodlijn op het tweede vlakdeel 18b-I een hoek kleiner dan 10 90° insluit met een zich in de richting van het hart 20 uitstrekkende lijn door het bijbehorende haakvlak 18a.
Het naar buiten gerichte haakorgaan 17 is vormvast en het naar binnen gerichte haakorgaan 18 is zodanig elastisch vervormbaar, dat wannneer de buis 2 in de 15 pijpbeugel 1 wordt gedrukt, het naar binnen gerichte haakorgaan 18 elastisch vervormd, waarbij het haakorgaan 18 dan naar buiten uitbuigt, waardoor de afstand tussen het haakvlak 18a en de rand van het tweede vlakdeel 18b-II groter wordt en het haakorgaan 17 kan passeren.
20 Voor het ontkoppelen van de beide haakorganen 17, 18 is aan het kopse einde van het beugelsegment 14 een uitstekende rand 19 gevormd, die in de gesloten toestand van de pijpbeugel 1 op geringe afstand boven het buitenvlak van het andere beugelsegment 13 ligt, zodat een 25 schroevendraaier of dergelijke onder de rand 19 kan worden gestoken.
Indien de buis 2, anders dan in de figuren 1 en 2 is getoond, een dunne buis is met een mantel van gemakkelijk samendrukbaar schuimmateriaal, en indien naast het 30 haakorgaan 17 op het beugelsegment 13 wordt gedrukt, bewerkstelligt het tweede vlakdeel 18b-II, dat de haakorganen 17, 18 in elkaar gehaakt blijven als een van de beugelsegmenten naar binnen wordt gedrukt.
De figuren 3 en 4 tonen pijpbeugel 30, die 35 grotendeels gelijk is aan de pijpbeugel 1 die is beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2. Derhalve zijn in de navolgende beschrijving en in de figuren 3 en 4 dezelfde 1006723 - 7 - onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers en wordt voor een gedetailleerde beschrijving verwezen naar het bovenstaande.
Het verschil tussen de pijpbeugel 30 en de 5 pijpbeugel 1 betreft de uitvoering van de beide haakorganen. Het naar buiten gekeerde haakorgaan is aangeduid met het verwijzingscijfer 31, het naar binnen gekeerde haakorgaan met het verwijzingscijfer 32. Elk van de haakorganen 31, 32 heeft een bijbehorend haakvlak, 10 respectievelijk 31a en 32a, waarmee de haakorganen 31, 32 aan elkaar vast kunnen haken, zodat een door beugelsegmenten 13, 14 omringde buis is geborgd. In figuur 4 is te herkennen dat het uit elkaar bewegen van de beide beugelsegmenten 31, 32 in hoofdzaak wordt verhinderd door 15 de aanligging van haakvlak 31a tegen haakvlak 32a.
In de figuur 4 is te herkennen dat de lijn door de aanliggende haakvlakken 31a, 32a in hoofdzaak radiaal is gericht ten opzichte van het hart 20 van de cirkel die wordt begrensd door de beugelsegmenten 13, 14. Deze ligging 20 is voordelig voor het automatisch aan elkaar haken van de beide haakorganen 31, 32, met name indien de buis onvervormbaar is. Verder zijn de haakvlakken 31a en 32a bij voorkeur zo opgesteld dat in de gesloten stand van de pijpbeugel 30 de haakvlakken 31a en 32a zich aan de zijde 25 van het beugelsegment 13 bevinden ten opzichte van de loodlijn "1", die door het hart 20 gaat en loodrecht op de lijn door de zwenkassen 10, 11 loopt.
Elk van de haakorganen 31, 32 heeft verder een aanslagvlak, respectievelijk 31b, 32b, welke aanslagvlakken 30 31b, 32b in de in figuur 4 getoonde gesloten stand van de pijpbeugel 30 op een kleine afstand van elkaar liggen.
In onvervormde toestand van het haakorgaan 32 is de kleinste opening tussen het haakvlak 32a en de rand van het aanslagvlak 32b in hoofdzaak gelijk aan de grootste 35 afmeting, in dezelfde richting gezien, van het gedeelte van het haakorgaan 31 dat in het haakorgaan 32 komt te liggen. Hierdoor kan het haakorgaan 31 in het haakorgaan 32 komen 1006723 - 8 - zonder dat het haakorgaan 32 hoeft te vervormen.
Wanneer, met de pijpbeugel 30 in de gesloten toestand om een buis met een zachte ommanteling, het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan 31 behorende 5 beugelsegment 13 naar binnen wordt gedrukt of wanneer het andere beugelsegment 14 naar binnen wordt gedrukt, schuift platte bovenzijde 35 van het haakorgaan 31 langs plat begrenzingsvlak 36 van het naar binnen gerichte haakorgaan 32 totdat de aanslagvlakken 31b en 32b tegen elkaar komen 10 te liggen. Doordat het aanslagvlak 32b zodanig is gericht dat het een aanslag vormt voor het andere aanslagvlak 31b in de richting evenwijdig aan de haakvlakken 31a,32a, wordt bereikt dat de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan 31 een evenwijdig aan de haakvlakken 31a, 32a en 15 naar buiten gerichte component heeft. Dit krachtenspel is in figuur 4 te herkennen doordat de loodlijn op het aanslagvlak 32b een hoek kleiner dan 90° insluit met een zich in de richting van het hart 20 uitstrekkende lijn door het bijbehorende haakvlak 32a.
20 In vergelijking met de uitvoering van de haakorganen bij de uit NL-B- 174 294 bekende pijpbeugel, lopen de aanslagvlakken dus niet evenwijdig aan de haakvlakken maar staan onder een naar buiten openende hoek daarmee. Door deze technisch eenvoudig te realiseren maatregel, wordt de 25 betrouwbaarheid van de inhaking van de haakorganen 31, 32 aanzienlijk vergroot en kan de pijpbeugel 30 worden toegepast voor het houden van ommantelde buizen zonder dat een aparte harde schaal tussen de buis en de pijpbeugel moet worden geplaatst.
30 De figuren 3 en 4 tonen verder dat op begrenzingsvlak 35 een naar buiten gericht grendeluitsteeksel 37 is aangebracht en dat in begrenzingsvlak 36 een bijbehorende grendelverdieping 38 is voorzien. Het grendeluitsteeksel 37 en de grendelverdieping 35 38 zijn bijvoorbeeld respectievelijk een in omtreksrichting van de pijpbeugel gelegen ribbe en een overeenkomstige sleuf. Het grendeluitsteeksel 37 en de grendelverdieping 38 1006723 - 9 - zijn zodanig uitgevoerd dat de beide in elkaar gehaakte haakorganen 31 en 32 niet in dwarsrichting ten opzichte van elkaar kunnen schuiven, welke dwarsrichting overeenkomt met lengterichting van de door de pijpbeugel op te nemen buis.
5 Deze borging verkleint de kans op het ongewenst van elkaar losraken van de beide haakorganen aanzienlijk en vormt derhalve op zich een verbetering van de in de NL-B- 174 294 beschreven bekende pijpbeugel.
1006723

Claims (9)

1. Pijpbeugel (1;30) voor het bevestigen van een buis (2) of dergelijk voorwerp aan een drager, omvattende een voetdeel (3), dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel aan de drager en dat twee op een afstand van 5 elkaar gelegen zwenkverbindingen (10,11) draagt met in hoofdzaak aan elkaar evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen (10,11) het voetdeel (3) zwenkbaar verbindt met een beugelsegment (13,14) van de pijpbeugel, waarbij elk beugelsegment (13,14) een in hoofdzaak half-10 cirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd aanlegvlak (15,16) heeft voor de buis, en waarbij een van de beugelsegmenten (13) aan het van het voetdeel afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar buiten gericht haakorgaan (17;31) en het andere beugelsegment (14) 15 aan het van het voetdeel (3) afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een naar binnen gericht haakorgaan (18;32), waarbij elk haakorgaan een haakvlak heeft dat kan samenwerken met het haakvlak van het andere haakorgaan, welke haakvlakken zo zijn aangebracht dat deze aan elkaar 20 vasthaken wanneer een buis in de richting van het voetdeel tussen de beugelsegmenten wordt gedrukt, waarbij elk van de haakorganen (17,18;31,32) verder een aanslagvlak (17b,18b;31b,32b) heeft aanligt tegen het aanslagvlak van het andere haakorgaan wanneer het bij het naar buiten 25 gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, met het kenmerk, dat het bij het naar binnen gekeerde haakorgaan behorende aanslagvlak (18b-II;32b) een zich in een richting dwars op het bijbehorende haakvlak 30 uitstrekkende aanslag vormt voor het andere aanslagvlak (17b;31b) wanneer de aanslagvlakken tegen elkaar liggen, zodat, wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan een 35 evenwijdig aan de haakvlakken naar buiten gerichte 1006723 - 11 - component heeft.
2. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij het naar buiten gekeerde haakorgaan (17) en het naar binnen gekeerde 5 haakorgaan (18) vormsluitend in elkaar passen, en waarbij het naar buiten gerichte haakorgaan (17) vormvast is en het naar binnen gerichte haakorgaan (18) elastisch vervormbaar is, zodat bij het in elkaar haken en losnemen van de beide haakorganen het naar binnen gerichte haakorgaan elastisch 10 vervormd.
3. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij de aanslagvlakken (31b,32b) op een afstand van elkaar liggen wanneer de haakvlakken tegen elkaar liggen, welke afstand 15 zodanig is dat het naar buiten gerichte haakorgaan (31) in hoofdzaak zonder vervorming van het naar binnen gerichte haakorgaan (32) met dat naar binnen gerichte haakorgaan (32) kan worden ingehaakt of ontkoppeld.
4. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de haakvlakken (17a,18a;31a,32a) zich in aan elkaar gehaakte toestand in hoofdzaak radiaal ten opzichte van het midden (20) van de door de beugelsegmenten (13,14) gevormde cirkel uitstrekken. 25
5. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het naar binnen gerichte haakorgaan (18;32) een plat begrenzingsvlak (25/35) heeft, dat aan een einde daarvan onder een scherpe hoek aansluit op het 30 bijbehorende haakvlak (18a;32a) en aan het andere einde op het bijbehorende aanslagvlak (18b;32b).
6. Pijpbeugel volgens conclusie 5, waarbij het aanslagvlak (32b) zich als een plat vlak uitstrekt tussen 35 het begrenzingsvlak (35) en het half-cirkelvormige aanlegvlak (16). 1006723 - 12 -
7. Pijpbeugel volgens conclusie 6, waarbij het aanslagvlak (18b) een zich in hoofdzaak evenwijdig aan het bijbehorende haakvlak (18a) uitstrekkend eerste vlakdeel (18b-I) omvat, welk eerste vlakdeel (18b-I) aansluit op het 5 begrenzingsvlak, en verder een tweede vlakdeel, dat aansluit op het eerste vlakdeel en dat zodanig is gericht dat de loodlijn op het tweede vlakdeel een hoek kleiner dan 90° insluit met een zich in de richting van het midden uitstrekkende lijn door het bijbehorende haakvlak. 10
8. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een van de haakorganen (31) is voorzien van een grendeluitsteeksel (37) en het andere haakorgaan (32) is voorzien van een bijbehorende grendelverdieping 15 (38) voor het verhinderen van een onderlinge verschuiving van de in elkaar gehaakte haakorganen (31,32) in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de door de pijpbeugel op te nemen buis.
9. Pijpbeugel (30) voor het bevestigen van een buis of dergelijk voorwerp aan een drager, omvattende een voetdeel (3), dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel aan de drager en dat twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen (10,11) draagt met in hoofdzaak aan 25 elkaar evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen (10,11) het voetdeel (3) zwenkbaar verbindt met een beugelsegment (13,14) van de pijpbeugel, waarbij elk beugelsegment (13,14) een in hoofdzaak halfcirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd 30 aanlegvlak (15,16) heeft voor de buis, en waarbij een van de beugelsegmenten (13) aan het van het voetdeel afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar buiten gericht haakorgaan (31) en het andere beugelsegment (14) aan het van het voetdeel (3) afgekeerde uiteinde daarvan is 35 voorzien van een naar binnen gericht haakorgaan (32), waarbij elk haakorgaan een haakvlak heeft dat kan samenwerken met het haakvlak van het andere haakorgaan, 1006723 - 13 - welke haakvlakken zo zijn aangebracht dat deze aan elkaar vasthaken wanneer een buis in de richting van het voetdeel tussen de beugelsegmenten wordt gedrukt, waarbij elk van de haakorganen (31,32) verder een aanslagvlak (31b,32b) heeft 5 aanligt tegen het aanslagvlak van het andere haakorgaan wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, met het kenmerk, dat een van de haakorganen (31) is voorzien van een grendeluitsteeksel (37) en het andere haakorgaan (32) 10 is voorzien van een bijbehorende grendelverdieping (38) voor het verhinderen van een onderlinge verschuiving van de in elkaar gehaakte haakorganen (31,32) in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de door de pijpbeugel op te nemen buis. 1006723
NL1006723A 1997-08-05 1997-08-05 Pijpbeugel. NL1006723C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006723A NL1006723C2 (nl) 1997-08-05 1997-08-05 Pijpbeugel.
AU87519/98A AU8751998A (en) 1997-08-05 1998-08-03 Pipe clip
PCT/NL1998/000446 WO1999008032A1 (nl) 1997-08-05 1998-08-03 Pipe clip

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006723 1997-08-05
NL1006723A NL1006723C2 (nl) 1997-08-05 1997-08-05 Pijpbeugel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006723C2 true NL1006723C2 (nl) 1999-02-08

Family

ID=19765456

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006723A NL1006723C2 (nl) 1997-08-05 1997-08-05 Pijpbeugel.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1006723C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3432129A (en) * 1967-08-09 1969-03-11 Kenneth E Santucci Saddle clip
NL7702656A (nl) * 1976-03-15 1977-09-19 Egli Fischer & Co Buisklem.
US4624432A (en) * 1983-06-29 1986-11-25 Super Glue Corporation Heavy duty clamping system
EP0352438A1 (de) * 1988-07-18 1990-01-31 Egli, Fischer & Co. AG Rohrschelle
DE4123430C1 (nl) * 1991-07-15 1992-06-17 Trw United-Carr Gmbh & Co Kg, 6753 Enkenbach-Alsenborn, De

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3432129A (en) * 1967-08-09 1969-03-11 Kenneth E Santucci Saddle clip
NL7702656A (nl) * 1976-03-15 1977-09-19 Egli Fischer & Co Buisklem.
US4624432A (en) * 1983-06-29 1986-11-25 Super Glue Corporation Heavy duty clamping system
EP0352438A1 (de) * 1988-07-18 1990-01-31 Egli, Fischer & Co. AG Rohrschelle
DE4123430C1 (nl) * 1991-07-15 1992-06-17 Trw United-Carr Gmbh & Co Kg, 6753 Enkenbach-Alsenborn, De

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4942271A (en) Hinged plastic duct for conduit
US7387282B2 (en) Hinged clip having a retainer
US8833706B2 (en) Conduit clip
US20050205722A1 (en) Pipe and tube support
NL1015823C2 (nl) Haaksluiting en pijpbeugel voorzien van een dergelijke haaksluiting.
CA1293492C (en) Mounting device for supporting tubing of different diameters
CA2033542C (en) Scaffold couplers
US7497718B2 (en) Routing clip elements with a living hinge and interlocking closure
US4291855A (en) Pipe clamp
US5333822A (en) Attachment system
US20050121911A1 (en) Coupling device constitute two halves
US4829145A (en) Corrugated plastic conduit system
US5161759A (en) Wire bundle retainer
NL1006723C2 (nl) Pijpbeugel.
US5697585A (en) Pipe clamp
US20240093710A1 (en) Improvements in or relating to hangers and hanger systems
EP2588788A1 (en) Pipe clip
CA2164479C (en) A pipe clamp
US20120013119A1 (en) Split gxr collar front mounted clamp assembly
US20040068846A1 (en) Ring part comprising at least two partial rings and method for joining the partial rings to form a closed ring part
US5478033A (en) Pipe clamp
US6079081A (en) Door mount assembly for storage rack
NL2004811C2 (en) Fastening unit.
EP1087066B1 (fr) Agencement de fixation d'un élément encastrable dans une ouverture d'emplacement d'une plaque de support
EP4160069B1 (en) Plastic pipe clip

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020301