NL1006723C2 - Pipe clip with resilient locking clip wings - Google Patents

Abstract

The pipe clip (1) has a foot (3) and resilient clip wings (13,14) made of injection molded plastics with pivot joints (10,11) made of a different plastics. The pivot joints are made and placed in the injection mold and a composite molding is produced with the foot and clip wings secured to the pivot joints. When pressed into the pipe clip the pipe (2) is held by the clip wings closing over the pipe and secured by latch hook ends (17,18) formed on the ends of the clip wings.

Description

Korte aanduiding: Pijpbeugel.Short designation: Pipe clamp.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1. Bij een dergelijke pijpbeugel zijn de zwenkverbindingen zodanig aan de beugelsegmenten aangebracht, dat de beugelsegmenten de 5 buis omsluiten en door middel van de haakorganen aan elkaar vasthaken wanneer de buis in de richting van het voetdeel in de pijpbeugel wordt gedrukt. Derhalve kan de buis snel en gemakkelijk in een groot aantal van dergelijke pijpbeugels worden bevestigd. Een dergelijke pijpbeugel is 10 bekend uit NL-B-174 294.The present invention relates to a pipe clamp according to the preamble of claim 1. In such a pipe clamp, the pivot connections are arranged on the clamp segments such that the clamp segments enclose the pipe and hook onto each other by means of the hook members when the pipe in the direction of the base part is pressed into the pipe clamp. Therefore, the tube can be quickly and easily mounted in a variety of such pipe brackets. Such a pipe clamp is known from NL-B-174 294.

De praktijk heeft aangetoond dat de verbinding tussen de haakorganen van de bekende pijpbeugel betrouwbaar is indien de buis vormvast is, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een koperen waterleidingbuis. Wanneer de buis echter 15 van een zacht materiaal is vervaardigd, of in het bijzonder indien een metalen buis is ommanteld met een thermische isolatiemantel van zacht kunststof schuimmateriaal, dan is het nodig een stevige ring, bijvoorbeeld een uit twee schaalhelften samenstelbare ring of een op één plaats 20 opengesneden ring, om de buis aan te brengen op de plaats waar de beugelsegmenten van de pijpbeugel de buis vasthouden. Als de stevige ring wordt weggelaten is waar te nemen dat, als met geringe kracht op het van het naar buiten gerichte haakorgaan voorziene beugelsegment van de 25 pijpbeugel wordt gedrukt, het aan de kop van het naar buiten gerichte haakorgaan aanwezige aanslagvlak tegen het tegenover liggende aanslagvlak van het naar binnen gerichte haakorgaan komt. Vervolgens glijden deze aanslagvlakken langs elkaar en komen de haakvlakken buiten eikaars 30 ingrijping en is de pijpbeugel open. Dit is ongewenst, omdat de buis zo gemakkelijk ongemerkt los kan raken uit een reeds gesloten pijpbeugel.Practice has shown that the connection between the hook members of the known pipe clamp is reliable if the pipe is dimensionally stable, as is the case, for example, with a copper water pipe. However, if the tube is made of a soft material, or in particular if a metal tube is sheathed with a thermal insulation jacket of soft plastic foam material, then it is necessary to have a sturdy ring, for example a ring that can be assembled from two shell halves or a one-to-one place 20 cut ring to place the pipe where the pipe clamp bracket segments hold the pipe. If the firm ring is omitted, it can be observed that, if little pressure is pressed on the bracket segment of the pipe bracket provided with the outwardly directed hook member, the stop surface present at the head of the outwardly directed hook member against the opposite stop surface. from the inward-facing hook member. These stop surfaces then slide past each other and the hook surfaces come out of each other's engagement and the pipe clip is open. This is undesirable, because the tube can so easily become unnoticed from an already closed pipe clamp.

Een verder nadeel van de bekende pijpbeugel is dat gebleken is dat de haakorganen van deze bekende pijpbeugel 35 kunnen ontkoppelen wanneer een in de pijpbeugel gehouden 1006723 - 2 - vormvaste buis met grote kracht in de richting van het voetdeel van de pijpbeugel wordt gedrukt.A further drawback of the known pipe clamp is that it has been found that the hook members of this known pipe clamp 35 can uncouple when a rigid pipe held in the pipe clamp is pressed with great force in the direction of the base part of the pipe clamp.

In EP 0 352 438 is een pijpbeugel met zwenkbare beugelsegmenten beschreven die op dezelfde wijze 5 funktioneert als de pijpbeugel volgens NL-B- 174 294. Bij de pijpbeugel volgens EP 0 352 438 is elk beugelsegment aan het vrije einde daarvan voorzien van een groot aantal haaktanden, te weten één rij naar buiten gerichte haaktanden en één rij naar binnen gerichte haaktanden. Bij 10 deze pijpbeugel is het onmogelijk de ingrijping van de haaktanden op te heffen door op de pijpbeugel te drukken, waardoor het bovengenoemde nadeel niet optreedt. Het is bij deze pijpbeugel echter ook moeilijk om de ingrijping van de haaktanden op te heffen als men de buis met opzet uit de 15 beugel wil nemen, hetgeen bij het aanleggen van buizen regelmatig gewenst is. Verder vereist deze bekende pijpbeugel kostbare matrijzen voor het spuitgieten.EP 0 352 438 discloses a pipe clip with pivotable clip segments which functions in the same way as the pipe clip according to NL-B-174 294. With the pipe clip according to EP 0 352 438, each clip segment at its free end is provided with a large number of hook tines, namely one row of outwardly directed hook tines and one row of inwardly directed hook tines. With this pipe clamp it is impossible to release the engagement of the hook tines by pressing on the pipe clamp, so that the above-mentioned drawback does not occur. However, it is also difficult with this pipe bracket to release the engagement of the hook teeth if one wishes to remove the tube from the bracket deliberately, which is regularly desired when laying tubes. Furthermore, this known pipe clamp requires expensive molds for injection molding.

De onderhavige uitvinding beoogt de pijpbeugel volgens NL-B- 174 294 zodanig te verbeteren dat de 20 betrouwbaarheid van het in elkaar haken van de haakorganen groter wordt, in het bijzonder zonder daarbij afbreuk te doen aan het feit dat de haakorganen in elkaar haken als een buis in de pijpbeugel wordt gedrukt. In het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een pijpbeugel te 25 verschaffen die geschikt is voor het vasthouden van met een zacht kunststofschuim ommantelde buizen zonder dat een aparte ring tussen de buis en de beugelsegmenten van de pijpbeugel hoeft te worden geplaatst.The present invention aims to improve the pipe clamp according to NL-B-174 294 in such a way that the reliability of the hooking of the hook members together is increased, in particular without detracting from the fact that the hook members hook together as a tube is pressed into the pipe clamp. In particular, the present invention contemplates providing a pipe clip suitable for holding pipes covered with a soft plastic foam without having to place a separate ring between the pipe and the bracket segments of the pipe clip.

De onderhavige uitvinding verschaft een pijpbeugel 30 volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt, doordat de aanslagvlakken zo zijn opgesteld dat het bij het naar binnen gekeerde haakorgaan behorende aanslagvlak een aanslag vormt voor het daar tegen liggende andere aanslagvlak in de richting evenwijdig aan de haakvlakken, 35 zodat, wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan een 1006723 - 3 - evenwijdig aan de haakvlakken naar buiten gerichte component heeft.The present invention provides a pipe clamp 30 according to the preamble of claim 1, characterized in that the stop surfaces are arranged such that the stop surface associated with the inward-facing hook member forms a stop for the abutting other stop surface in the direction parallel to the hook surfaces, so that when the bracket segment associated with the outwardly facing hook member is pressed inward, the reaction force on the outwardly directed hook member has a 1006723-3 - component parallel to the hook faces.

De onderhavige uitvinding voorziet er derhalve in dat wanneer het naar buiten gerichte haakorgaan ten 5 opzichte van het naar binnen gerichte haakorgaan naar binnen wil bewegen, waardoor de haakvlakken zouden ontkoppelen, de samenwerking van de aanslagvlakken een reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan uitoefent, die zodanig is gericht dat daardoor deze 10 relatieve beweging wordt tegengegaan. Hierdoor is de ingrijping van de beide haakorganen ook betrouwbaar als de buis gemakkelijk vervormbaar is of een vormvaste buis is ommanteld is met een gemakkelijk samendrukbaar isolatiemateriaal.The present invention therefore provides that when the outwardly directed hook member wants to move inwards relative to the inwardly directed hook member, whereby the hook surfaces would disengage, the cooperation of the stop surfaces exerts a reaction force on the outwardly directed hook member. is oriented so as to counteract this relative movement. As a result, the engagement of the two hook members is also reliable if the tube is easily deformable or a form-retaining tube is sheathed with an easily compressible insulating material.

15 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de pijpbeugel volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en de navolgende beschrijving.Further advantageous embodiments of the pipe clamp according to the invention are described in the subclaims and the following description.

De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening van twee 20 voorkeursuitvoeringsvormen van de pijpbeugel volgens de uitvinding. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de pijpbeugel volgens van de uitvinding in de geopende stand, fig. 2 in zijaanzicht de 25 pijpbeugel van fig. 1 in de gesloten stand, fig. 3 in zijaanzicht een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de pijpbeugel volgens van de uitvinding in de geopende stand, en fig. 4 in zijaanzicht de pijpbeugel van fig. 3 in de 30 gesloten stand.The present invention will be explained in more detail below with reference to the drawing of two preferred embodiments of the pipe clip according to the invention. In the drawing: Fig. 1 shows in side view a first preferred embodiment of the pipe clamp according to the invention in the opened position, Fig. 2 shows in side view the pipe clamp of Fig. 1 in the closed position, Fig. 3 shows in side view a second preferred embodiment of the pipe clip according to the invention in the opened position, and fig. 4 shows in side view the pipe clip of fig. 3 in the closed position.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven kunststof pijpbeugel 1, die door spuitgieten is vervaardigd, dient voor het bevestigen van een cilindrische buis 2 of 35 dergelijke aan een drager, bijvoorbeeld een wand of een ondersteuningsconstructie.The plastic pipe clamp 1 shown in Figures 1 and 2, which is manufactured by injection molding, serves for attaching a cylindrical pipe 2 or the like to a carrier, for instance a wall or a supporting construction.

De pijpbeugel 1 omvat een voetdeel 3, dat is 1006723 - 4 - ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel 1 aan de drager. In de weergegeven uitvoering is een uitsparing 5 voorzien, die zich uitstrekt tussen de onderzijde 6 en de bovenzijde 7 van het voetdeel 3, en een dwarssleuf 8, die 5 zich dwars op de uitsparing 5 uitstrekt. De dwarssleuf 8 is ingericht voor het opnemen van een plaatvormige moer (niet weergeven), waarvan het schroefgat dan in het verlengde van de uitsparing 5 ligt. Door de uitsparing 5 kan een aan de wand of ondersteuningsconstructie aangebrachte bout worden 10 gestoken, die in de plaatvormige moer kan worden geschroefd.The pipe bracket 1 comprises a foot part 3, which is 1006723-4, adapted for attaching the pipe bracket 1 to the carrier. In the shown embodiment, a recess 5 is provided, which extends between the bottom 6 and the top 7 of the foot part 3, and a transverse slot 8, which extends transversely of the recess 5. The transverse slot 8 is adapted to receive a plate-shaped nut (not shown), the screw hole of which is then in line with the recess 5. Through the recess 5 a bolt 10 mounted on the wall or supporting construction can be inserted, which screw can be screwed into the plate-shaped nut.

Het voetdeel 3 draagt aan de bovenzijde twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen 10, 11 met in hoofdzaak aan elkaar evenwijdige zwenkassen, die hier 15 loodrecht op het vlak van de tekening liggen. Elk van de zwenkverbindingen 10, 11 verbindt het voetdeel 3 zwenkbaar met een beugelsegment, respectievelijk 13, 14 van de pijpbeugel 1. De zwenkverbindingen 10, 11 zijn bij voorkeur vervaardigd uit een zachtere kunststof dan het voetdeel 3 20 en de beugelsegmenten 13, 14. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door de pijpbeugel 1 met behulp van de twee componenten-spuitgiettechniek te vervaardigen.The foot part 3 carries on the top side two spaced-apart pivot joints 10, 11 with substantially parallel pivot axes, which here lie perpendicular to the plane of the drawing. Each of the pivot joints 10, 11 pivotally connects the foot part 3 to a bracket segment, 13, 14 respectively of the pipe bracket 1. The pivot joints 10, 11 are preferably made of a softer plastic material than the foot part 3 and the bracket segments 13, 14. This can be done, for example, by manufacturing the pipe clamp 1 using the two-component injection molding technique.

Elk beugelsegment 13, 14 heeft een in hoofdzaak half-cirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd 25 buisaanlegvlak, respectievelijk 15, 16 voor de buis 2.Each bracket segment 13, 14 has a substantially semi-circular tube contact surface and 15, 16 for the tube 2 remote from the other bracket segment.

De beugelsegmenten 13, 14 zijn van elkaar vandaan en naar elkaar toe zwenkbaar voor het tussen hen in plaatsen van de buis 2. In het bijzonder is er op op zich bekende wijze in voorzien dat de beugelsegmenten 13, 14 zodanig aan 30 de zwenkverbindingen 10, 11 zijn aangebracht, dat de beugelsegmenten 13, 14 automatisch de buis 2 omsluiten wanneer de buis 2 in de richting van het voetdeel 3 in de pijpbeugel 1 wordt gedrukt.The bracket segments 13, 14 can be pivoted away from each other and towards each other for placing the tube 2 between them. In particular, it is known in known manner that the bracket segments 13, 14 are attached to the pivot connections 10 in such a manner. 11, the bracket segments 13, 14 automatically enclose the tube 2 when the tube 2 is pressed into the pipe bracket 1 in the direction of the base part 3.

In de figuren 1 en 2 is te herkennen dat het 35 beugelsegment 13 aan het van het voetdeel 3 afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar buiten gericht haakorgaan 17 en dat het andere beugelsegment 14 1006723 - 5 - aan het van het voetdeel 3 afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar binnen gericht haakorgaan 18. Elk van de haakorganen 17, 18 heeft een bijbehorend haakvlak, respectievelijk 17a en 18a, waarmee de 5 haakorganen 17, 18 aan elkaar vast kunnen haken, zodat de door beugelsegmenten 13, 14 omringde buis 2 is geborgd. In figuur 2 is te herkennen dat het uit elkaar bewegen van de beide beugelsegmenten 13, 14 in hoofdzaak wordt verhinderd door de aanligging van haakvlak 17a tegen haakvlak 18a.In figures 1 and 2 it can be recognized that the bracket segment 13 at the end thereof remote from the foot part 3 is provided with a single outwardly directed hooking member 17 and that the other bracket segment 14 1006723-5 facing away from the foot part 3. end thereof is provided with a single inwardly directed hooking member 18. Each of the hooking members 17, 18 has an associated hooking surface, 17a and 18a, respectively, with which the 5 hooking members 17, 18 can hook together, so that the bracket segments 13, 14 surrounding tube 2 is secured. It can be recognized in figure 2 that the moving of the two stirrup segments 13, 14 apart is substantially prevented by the abutment of hook surface 17a against hook surface 18a.

10 In de figuur 2 is te herkennen dat de lijn door de aanliggende haakvlakken 17a, 18a in hoofdzaak radiaal is gericht ten opzichte van het hart 20 van de cirkel die wordt begrensd door de beugelsegmenten 13, 14. Deze ligging is voordelig voor het automatisch aan elkaar haken van de 15 beide haakorganen 17, 18, met name indien de buis 2 onvervormbaar is. Verder zijn de haakvlakken 17a en 18a bij voorkeur zo opgesteld dat in de gesloten stand van de pijpbeugel 1 de haakvlakken 17a en 18a zich aan de zijde van het beugelsegment 13 bevinden ten opzichte van de 20 loodlijn "1", die door het hart 20 van de buis 2 gaat en loodrecht op de lijn door de zwenkassen 10, 11 loopt.It can be recognized in figure 2 that the line through the adjacent hook surfaces 17a, 18a is directed substantially radially with respect to the center 20 of the circle bounded by the bracket segments 13, 14. This position is advantageous for automatically hooking the two hook members 17, 18 together, in particular if the tube 2 is undeformable. Furthermore, the hook surfaces 17a and 18a are preferably arranged such that in the closed position of the pipe bracket 1, the hook surfaces 17a and 18a are on the side of the bracket segment 13 with respect to the perpendicular "1", which passes through the center 20 of the tube 2 passes through the pivot axes 10, 11 perpendicular to the line.

Elk van de haakorganen 17,18 heeft verder een aanslagvlak, respectievelijk 17b, 18b, dat aanligt tegen het aanslagvlak van het andere haakorgaan in de gesloten 25 stand van de pijpbeugel 1. Het naar buiten gekeerde haakorgaan 17 is zo uitgevoerd dat het vormsluitend in het naar binnen gekeerde haakorgaan 18 past.Each of the hook members 17, 18 further has a stop surface, 17b, 18b, respectively, which abuts against the stop surface of the other hook member in the closed position of the pipe bracket 1. The outwardly turned hook member 17 is designed in such a way that it is form-fitting in the inwardly facing hooking member 18.

Het aanslagvlak 18b omvat een eerste vlakdeel 18b-I, dat zich hier in hoofdzaak evenwijdig aan het bijbehorende 30 haakvlak 18a uitstrekt, en verder een tweede vlakdeel 18b-II, dat zich onder een hoek ten opzichte van het haakvlak 18a uitstrekt. In onvervormde toestand van het haakorgaan 18 is de kleinste opening tussen het haakvlak 18a en de uitstekende rand 18b kleiner dan de grootste afmeting, in 35 dezelfde richting gezien, van het gedeelte van het haakorgaan 17 dat in het haakorgaan 18 komt te liggen.The stop face 18b comprises a first face portion 18b-I, which here extends substantially parallel to the associated hook face 18a, and further a second face portion 18b-II, which extends at an angle to the hook face 18a. In the undeformed state of the hook member 18, the smallest gap between the hook face 18a and the protruding edge 18b is smaller than the largest dimension, viewed in the same direction, of the portion of the hook member 17 which will lie in the hook member 18.

Het tweede vlakdeel 18b-II vormt door zijn 1006723 - 6 - opstelling een aanslag voor het daar tegen liggende andere aanslagvlak 17b in de richting evenwijdig aan de haakvlakken 17a,18a, zodat, wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan 17 behorende beugelsegment 13 naar 5 binnen wordt gedrukt, de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan 17 een evenwijdig aan de haakvlakken 17a, 18a naar buiten gerichte component heeft.The second surface part 18b-II, due to its 1006723-6 arrangement, forms a stop for the abutting other stop surface 17b in the direction parallel to the hook surfaces 17a, 18a, so that when the bracket segment 13 associated with the outwardly facing hook member 17 5 is pressed in, the reaction force on the outwardly directed hook member 17 has an outwardly directed component parallel to the hook faces 17a, 18a.

Dit krachtenspel is in figuur 2 te herkennen doordat de loodlijn op het tweede vlakdeel 18b-I een hoek kleiner dan 10 90° insluit met een zich in de richting van het hart 20 uitstrekkende lijn door het bijbehorende haakvlak 18a.This interplay of forces can be recognized in Figure 2 in that the perpendicular to the second surface part 18b-I encloses an angle of less than 90 ° with a line extending in the direction of the heart 20 through the associated hook surface 18a.

Het naar buiten gerichte haakorgaan 17 is vormvast en het naar binnen gerichte haakorgaan 18 is zodanig elastisch vervormbaar, dat wannneer de buis 2 in de 15 pijpbeugel 1 wordt gedrukt, het naar binnen gerichte haakorgaan 18 elastisch vervormd, waarbij het haakorgaan 18 dan naar buiten uitbuigt, waardoor de afstand tussen het haakvlak 18a en de rand van het tweede vlakdeel 18b-II groter wordt en het haakorgaan 17 kan passeren.The outwardly directed hook member 17 is dimensionally stable and the inwardly directed hook member 18 is elastically deformable such that when the tube 2 is pressed into the pipe clip 1, the inwardly directed hook member 18 deforms elastically, the hook member 18 then bending outwards. thereby increasing the distance between the hook face 18a and the edge of the second face portion 18b-II and allowing the hook member 17 to pass.

20 Voor het ontkoppelen van de beide haakorganen 17, 18 is aan het kopse einde van het beugelsegment 14 een uitstekende rand 19 gevormd, die in de gesloten toestand van de pijpbeugel 1 op geringe afstand boven het buitenvlak van het andere beugelsegment 13 ligt, zodat een 25 schroevendraaier of dergelijke onder de rand 19 kan worden gestoken.20 For the uncoupling of the two hook members 17, 18, a protruding edge 19 is formed at the end end of the bracket segment 14, which in the closed position of the pipe bracket 1 lies a little distance above the outer surface of the other bracket segment 13, so that a A screwdriver or the like can be inserted under the edge 19.

Indien de buis 2, anders dan in de figuren 1 en 2 is getoond, een dunne buis is met een mantel van gemakkelijk samendrukbaar schuimmateriaal, en indien naast het 30 haakorgaan 17 op het beugelsegment 13 wordt gedrukt, bewerkstelligt het tweede vlakdeel 18b-II, dat de haakorganen 17, 18 in elkaar gehaakt blijven als een van de beugelsegmenten naar binnen wordt gedrukt.If the tube 2, other than shown in Figures 1 and 2, is a thin tube with a jacket of easily compressible foam material, and if next to the hook member 17 the bracket section 13 is pressed, the second surface part 18b-II, that the hook members 17, 18 remain hooked together when one of the bracket segments is pressed inward.

De figuren 3 en 4 tonen pijpbeugel 30, die 35 grotendeels gelijk is aan de pijpbeugel 1 die is beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2. Derhalve zijn in de navolgende beschrijving en in de figuren 3 en 4 dezelfde 1006723 - 7 - onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers en wordt voor een gedetailleerde beschrijving verwezen naar het bovenstaande.Figures 3 and 4 show pipe bracket 30, which is largely similar to pipe bracket 1 described with reference to Figures 1 and 2. Therefore, in the following description and in Figures 3 and 4, the same parts are 1006723-7 are denoted by the same reference numerals and reference is made to the above for a detailed description.

Het verschil tussen de pijpbeugel 30 en de 5 pijpbeugel 1 betreft de uitvoering van de beide haakorganen. Het naar buiten gekeerde haakorgaan is aangeduid met het verwijzingscijfer 31, het naar binnen gekeerde haakorgaan met het verwijzingscijfer 32. Elk van de haakorganen 31, 32 heeft een bijbehorend haakvlak, 10 respectievelijk 31a en 32a, waarmee de haakorganen 31, 32 aan elkaar vast kunnen haken, zodat een door beugelsegmenten 13, 14 omringde buis is geborgd. In figuur 4 is te herkennen dat het uit elkaar bewegen van de beide beugelsegmenten 31, 32 in hoofdzaak wordt verhinderd door 15 de aanligging van haakvlak 31a tegen haakvlak 32a.The difference between the pipe bracket 30 and the pipe bracket 1 concerns the design of the two hook members. The outwardly facing hook member is indicated by the reference numeral 31, the inwardly turned hook member by the reference numeral 32. Each of the hook members 31, 32 has an associated hook face, 10 and 31a and 32a respectively, with which the hook members 31, 32 can be fixed together hooks, so that a tube surrounded by bracket segments 13, 14 is secured. It can be recognized in figure 4 that the moving of the two stirrup segments 31, 32 apart is substantially prevented by the abutment of hook surface 31a against hook surface 32a.

In de figuur 4 is te herkennen dat de lijn door de aanliggende haakvlakken 31a, 32a in hoofdzaak radiaal is gericht ten opzichte van het hart 20 van de cirkel die wordt begrensd door de beugelsegmenten 13, 14. Deze ligging 20 is voordelig voor het automatisch aan elkaar haken van de beide haakorganen 31, 32, met name indien de buis onvervormbaar is. Verder zijn de haakvlakken 31a en 32a bij voorkeur zo opgesteld dat in de gesloten stand van de pijpbeugel 30 de haakvlakken 31a en 32a zich aan de zijde 25 van het beugelsegment 13 bevinden ten opzichte van de loodlijn "1", die door het hart 20 gaat en loodrecht op de lijn door de zwenkassen 10, 11 loopt.It can be recognized in figure 4 that the line through the adjacent hook surfaces 31a, 32a is directed substantially radially with respect to the center 20 of the circle bounded by the bracket segments 13, 14. This position 20 is advantageous for automatically hooking the two hook members 31, 32 together, especially if the tube is not deformable. Furthermore, the hook surfaces 31a and 32a are preferably arranged such that in the closed position of the pipe clamp 30, the hook surfaces 31a and 32a are located on the side 25 of the bracket segment 13 with respect to the perpendicular "1", which passes through the center 20. and passes perpendicular to the line through the pivot axes 10, 11.

Elk van de haakorganen 31, 32 heeft verder een aanslagvlak, respectievelijk 31b, 32b, welke aanslagvlakken 30 31b, 32b in de in figuur 4 getoonde gesloten stand van de pijpbeugel 30 op een kleine afstand van elkaar liggen.Each of the hook members 31, 32 further has a stop surface, 31b, 32b, respectively, which stop surfaces 30b, 32b in the closed position of the pipe clip 30 shown in figure 4 are a small distance from each other.

In onvervormde toestand van het haakorgaan 32 is de kleinste opening tussen het haakvlak 32a en de rand van het aanslagvlak 32b in hoofdzaak gelijk aan de grootste 35 afmeting, in dezelfde richting gezien, van het gedeelte van het haakorgaan 31 dat in het haakorgaan 32 komt te liggen. Hierdoor kan het haakorgaan 31 in het haakorgaan 32 komen 1006723 - 8 - zonder dat het haakorgaan 32 hoeft te vervormen.In the undeformed state of the hook member 32, the smallest gap between the hook face 32a and the edge of the stop face 32b is substantially equal to the largest dimension, seen in the same direction, of the portion of the hook member 31 entering the hook member 32. lie. As a result, the hook member 31 can enter the hook member 32 without having to deform the hook member 32.

Wanneer, met de pijpbeugel 30 in de gesloten toestand om een buis met een zachte ommanteling, het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan 31 behorende 5 beugelsegment 13 naar binnen wordt gedrukt of wanneer het andere beugelsegment 14 naar binnen wordt gedrukt, schuift platte bovenzijde 35 van het haakorgaan 31 langs plat begrenzingsvlak 36 van het naar binnen gerichte haakorgaan 32 totdat de aanslagvlakken 31b en 32b tegen elkaar komen 10 te liggen. Doordat het aanslagvlak 32b zodanig is gericht dat het een aanslag vormt voor het andere aanslagvlak 31b in de richting evenwijdig aan de haakvlakken 31a,32a, wordt bereikt dat de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan 31 een evenwijdig aan de haakvlakken 31a, 32a en 15 naar buiten gerichte component heeft. Dit krachtenspel is in figuur 4 te herkennen doordat de loodlijn op het aanslagvlak 32b een hoek kleiner dan 90° insluit met een zich in de richting van het hart 20 uitstrekkende lijn door het bijbehorende haakvlak 32a.When, with the pipe bail 30 in the closed state about a soft jacketed pipe, the bail segment 13 associated with the outwardly facing hook member 31 is pressed inward or when the other bail segment 14 is pressed inward, flat top 35 of the hook member 31 along the flat boundary surface 36 of the inwardly directed hook member 32 until the stop surfaces 31b and 32b come together. Since the stop surface 32b is oriented such that it forms a stop for the other stop surface 31b in the direction parallel to the hook faces 31a, 32a, it is achieved that the reaction force on the outwardly directed hook member 31 is parallel to the hook faces 31a, 32a and 15. outward facing component. This interplay of forces can be recognized in figure 4 in that the perpendicular to the stop surface 32b encloses an angle of less than 90 ° with a line extending in the direction of the heart 20 through the associated hook surface 32a.

20 In vergelijking met de uitvoering van de haakorganen bij de uit NL-B- 174 294 bekende pijpbeugel, lopen de aanslagvlakken dus niet evenwijdig aan de haakvlakken maar staan onder een naar buiten openende hoek daarmee. Door deze technisch eenvoudig te realiseren maatregel, wordt de 25 betrouwbaarheid van de inhaking van de haakorganen 31, 32 aanzienlijk vergroot en kan de pijpbeugel 30 worden toegepast voor het houden van ommantelde buizen zonder dat een aparte harde schaal tussen de buis en de pijpbeugel moet worden geplaatst.In comparison with the design of the hook members with the pipe bracket known from NL-B-174 294, the stop surfaces therefore do not run parallel to the hook surfaces but are at an outwardly opening angle thereto. By this technically simple to realize measure, the reliability of the hooking of the hook members 31, 32 is considerably increased and the pipe bracket 30 can be used for holding jacketed pipes without having to separate a hard shell between the pipe and the pipe bracket. placed.

30 De figuren 3 en 4 tonen verder dat op begrenzingsvlak 35 een naar buiten gericht grendeluitsteeksel 37 is aangebracht en dat in begrenzingsvlak 36 een bijbehorende grendelverdieping 38 is voorzien. Het grendeluitsteeksel 37 en de grendelverdieping 35 38 zijn bijvoorbeeld respectievelijk een in omtreksrichting van de pijpbeugel gelegen ribbe en een overeenkomstige sleuf. Het grendeluitsteeksel 37 en de grendelverdieping 38 1006723 - 9 - zijn zodanig uitgevoerd dat de beide in elkaar gehaakte haakorganen 31 en 32 niet in dwarsrichting ten opzichte van elkaar kunnen schuiven, welke dwarsrichting overeenkomt met lengterichting van de door de pijpbeugel op te nemen buis.Figures 3 and 4 further show that on the boundary surface 35 an outwardly directed locking projection 37 is arranged and that in the boundary surface 36 an associated locking recess 38 is provided. The locking protrusion 37 and the locking recess 35 38 are, for example, a rib located circumferentially of the pipe clip and a corresponding slot. The locking projection 37 and the locking recess 38 1006723-9 are designed such that both hooked hook members 31 and 32 cannot slide transversely relative to each other, which transverse direction corresponds to the longitudinal direction of the pipe to be received by the pipe clip.

5 Deze borging verkleint de kans op het ongewenst van elkaar losraken van de beide haakorganen aanzienlijk en vormt derhalve op zich een verbetering van de in de NL-B- 174 294 beschreven bekende pijpbeugel.This locking considerably reduces the chance of the two hook members becoming undesirably detached from each other and therefore constitutes an improvement in itself of the known pipe clamp described in NL-B-174 294.

10067231006723

Claims (9)

1. Pijpbeugel (1;30) voor het bevestigen van een buis (2) of dergelijk voorwerp aan een drager, omvattende een voetdeel (3), dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel aan de drager en dat twee op een afstand van 5 elkaar gelegen zwenkverbindingen (10,11) draagt met in hoofdzaak aan elkaar evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen (10,11) het voetdeel (3) zwenkbaar verbindt met een beugelsegment (13,14) van de pijpbeugel, waarbij elk beugelsegment (13,14) een in hoofdzaak half-10 cirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd aanlegvlak (15,16) heeft voor de buis, en waarbij een van de beugelsegmenten (13) aan het van het voetdeel afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar buiten gericht haakorgaan (17;31) en het andere beugelsegment (14) 15 aan het van het voetdeel (3) afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een naar binnen gericht haakorgaan (18;32), waarbij elk haakorgaan een haakvlak heeft dat kan samenwerken met het haakvlak van het andere haakorgaan, welke haakvlakken zo zijn aangebracht dat deze aan elkaar 20 vasthaken wanneer een buis in de richting van het voetdeel tussen de beugelsegmenten wordt gedrukt, waarbij elk van de haakorganen (17,18;31,32) verder een aanslagvlak (17b,18b;31b,32b) heeft aanligt tegen het aanslagvlak van het andere haakorgaan wanneer het bij het naar buiten 25 gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, met het kenmerk, dat het bij het naar binnen gekeerde haakorgaan behorende aanslagvlak (18b-II;32b) een zich in een richting dwars op het bijbehorende haakvlak 30 uitstrekkende aanslag vormt voor het andere aanslagvlak (17b;31b) wanneer de aanslagvlakken tegen elkaar liggen, zodat, wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, de reaktiekracht op het naar buiten gerichte haakorgaan een 35 evenwijdig aan de haakvlakken naar buiten gerichte 1006723 - 11 - component heeft.A pipe bracket (1; 30) for attaching a pipe (2) or the like to a carrier, comprising a base part (3), which is arranged for attaching the pipe bracket to the carrier and that two at a distance of 5 carries pivot joints (10, 11) with substantially parallel pivot axes, each of the pivot joints (10, 11) pivotally connecting the foot portion (3) to a bracket segment (13, 14) of the pipe bracket, each bracket segment (13,14) has a substantially semicircular circular surface (15,16) facing away from the other bracket segment for the tube, and one of the bracket segments (13) at its end remote from the base part is provided with a only the outwardly directed hook member (17; 31) and the other bracket segment (14) 15 at its end remote from the foot part (3) is provided with an inwardly directed hook member (18; 32), each hook member having a hook surface which can cooperate with the hookv lacquer of the other hook member, which hook surfaces are arranged to hook together when a tube is pressed in the direction of the foot portion between the bracket segments, each of the hook members (17, 18; 31, 32) further having a stop surface ( 17b, 18b; 31b, 32b) abuts the abutment surface of the other hook member when the bracket segment associated with the outwardly facing hook member is pressed inward, characterized in that the abutment surface associated with the inward-facing hook member (18b- II; 32b) forms a stop extending in a direction transverse to the associated hook face 30 for the other stop face (17b; 31b) when the stop faces are against each other, so that when the bracket segment associated with the outwardly facing hook member is pressed inward , the reaction force on the outwardly directed hook member has a 1006723-11 outwardly directed component parallel to the hook surfaces. 2. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij het naar buiten gekeerde haakorgaan (17) en het naar binnen gekeerde 5 haakorgaan (18) vormsluitend in elkaar passen, en waarbij het naar buiten gerichte haakorgaan (17) vormvast is en het naar binnen gerichte haakorgaan (18) elastisch vervormbaar is, zodat bij het in elkaar haken en losnemen van de beide haakorganen het naar binnen gerichte haakorgaan elastisch 10 vervormd.A pipe clip according to claim 1, wherein the outwardly facing hook member (17) and the inwardly facing hook member (18) fit together snugly, and wherein the outwardly facing hook member (17) is dimensionally stable and the inwardly facing hook member ( 18) is elastically deformable, so that when the two hook members are hooked together and released, the inwardly directed hook member is deformed elastically. 3. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij de aanslagvlakken (31b,32b) op een afstand van elkaar liggen wanneer de haakvlakken tegen elkaar liggen, welke afstand 15 zodanig is dat het naar buiten gerichte haakorgaan (31) in hoofdzaak zonder vervorming van het naar binnen gerichte haakorgaan (32) met dat naar binnen gerichte haakorgaan (32) kan worden ingehaakt of ontkoppeld.Pipe clamp according to claim 1, wherein the stop surfaces (31b, 32b) are spaced when the hook surfaces lie against each other, said distance 15 such that the outwardly directed hook member (31) is substantially without deformation of the inward directed hook member (32) with which inwardly directed hook member (32) can be hooked or uncoupled. 4. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de haakvlakken (17a,18a;31a,32a) zich in aan elkaar gehaakte toestand in hoofdzaak radiaal ten opzichte van het midden (20) van de door de beugelsegmenten (13,14) gevormde cirkel uitstrekken. 25Pipe clip according to one or more of the preceding claims, wherein the hook surfaces (17a, 18a; 31a, 32a) in the hooked state are substantially radial with respect to the center (20) of the bracket segments (13,14). ) stretch formed circle. 25 5. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het naar binnen gerichte haakorgaan (18;32) een plat begrenzingsvlak (25/35) heeft, dat aan een einde daarvan onder een scherpe hoek aansluit op het 30 bijbehorende haakvlak (18a;32a) en aan het andere einde op het bijbehorende aanslagvlak (18b;32b).Pipe clamp according to one or more of the preceding claims, in which the inwardly directed hook member (18; 32) has a flat bounding surface (25/35) which, at one end thereof, connects at an acute angle to the associated hook surface (18a). ; 32a) and at the other end on the associated stop face (18b; 32b). 6. Pijpbeugel volgens conclusie 5, waarbij het aanslagvlak (32b) zich als een plat vlak uitstrekt tussen 35 het begrenzingsvlak (35) en het half-cirkelvormige aanlegvlak (16). 1006723 - 12 -Pipe clip according to claim 5, wherein the stop surface (32b) extends as a flat surface between the boundary surface (35) and the semicircular contact surface (16). 1006723 - 12 - 7. Pijpbeugel volgens conclusie 6, waarbij het aanslagvlak (18b) een zich in hoofdzaak evenwijdig aan het bijbehorende haakvlak (18a) uitstrekkend eerste vlakdeel (18b-I) omvat, welk eerste vlakdeel (18b-I) aansluit op het 5 begrenzingsvlak, en verder een tweede vlakdeel, dat aansluit op het eerste vlakdeel en dat zodanig is gericht dat de loodlijn op het tweede vlakdeel een hoek kleiner dan 90° insluit met een zich in de richting van het midden uitstrekkende lijn door het bijbehorende haakvlak. 10Pipe clamp according to claim 6, wherein the stop surface (18b) comprises a first surface part (18b-I) extending substantially parallel to the associated hook surface (18a), which first surface part (18b-I) connects to the boundary surface, and furthermore, a second surface part which connects to the first surface part and which is oriented such that the perpendicular to the second surface part encloses an angle smaller than 90 ° with a line extending in the direction of the center through the associated hook surface. 10 8. Pijpbeugel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een van de haakorganen (31) is voorzien van een grendeluitsteeksel (37) en het andere haakorgaan (32) is voorzien van een bijbehorende grendelverdieping 15 (38) voor het verhinderen van een onderlinge verschuiving van de in elkaar gehaakte haakorganen (31,32) in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de door de pijpbeugel op te nemen buis.Pipe clip according to one or more of the preceding claims, in which one of the hook members (31) is provided with a locking projection (37) and the other hook member (32) is provided with an associated locking recess 15 (38) for preventing an mutual displacement of the hooked hook members (31,32) in a direction substantially parallel to the longitudinal axis of the tube to be received by the pipe clip. 9. Pijpbeugel (30) voor het bevestigen van een buis of dergelijk voorwerp aan een drager, omvattende een voetdeel (3), dat is ingericht voor het bevestigen van de pijpbeugel aan de drager en dat twee op een afstand van elkaar gelegen zwenkverbindingen (10,11) draagt met in hoofdzaak aan 25 elkaar evenwijdige zwenkassen, waarbij elk van de zwenkverbindingen (10,11) het voetdeel (3) zwenkbaar verbindt met een beugelsegment (13,14) van de pijpbeugel, waarbij elk beugelsegment (13,14) een in hoofdzaak halfcirkelvormig en van het andere beugelsegment afgekeerd 30 aanlegvlak (15,16) heeft voor de buis, en waarbij een van de beugelsegmenten (13) aan het van het voetdeel afgekeerde uiteinde daarvan is voorzien van een enkel naar buiten gericht haakorgaan (31) en het andere beugelsegment (14) aan het van het voetdeel (3) afgekeerde uiteinde daarvan is 35 voorzien van een naar binnen gericht haakorgaan (32), waarbij elk haakorgaan een haakvlak heeft dat kan samenwerken met het haakvlak van het andere haakorgaan, 1006723 - 13 - welke haakvlakken zo zijn aangebracht dat deze aan elkaar vasthaken wanneer een buis in de richting van het voetdeel tussen de beugelsegmenten wordt gedrukt, waarbij elk van de haakorganen (31,32) verder een aanslagvlak (31b,32b) heeft 5 aanligt tegen het aanslagvlak van het andere haakorgaan wanneer het bij het naar buiten gekeerde haakorgaan behorende beugelsegment naar binnen wordt gedrukt, met het kenmerk, dat een van de haakorganen (31) is voorzien van een grendeluitsteeksel (37) en het andere haakorgaan (32) 10 is voorzien van een bijbehorende grendelverdieping (38) voor het verhinderen van een onderlinge verschuiving van de in elkaar gehaakte haakorganen (31,32) in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de door de pijpbeugel op te nemen buis. 1006723Pipe clamp (30) for attaching a pipe or the like to a support, comprising a base part (3), which is arranged for attaching the pipe clamp to the support and that two pivot connections (10) that are at a distance from each other 11) bears with substantially parallel pivot axes, each of the pivot joints (10, 11) pivotally connecting the foot portion (3) to a bracket segment (13, 14) of the pipe bracket, each bracket segment (13, 14) has a substantially semicircular and facing surface (15, 16) for the tube facing away from the other bracket segment, and one of the bracket segments (13) at its end remote from the base portion being provided with a single outwardly directed hook member (31 ) and the other bracket segment (14) at its end remote from the foot part (3) is provided with an inwardly directed hook member (32), each hook member having a hook face which can cooperate with the hook face of the other hook member, 1006723 - 13 - which hook faces are arranged to hook together when a tube is pressed in the direction of the foot portion between the bracket segments, each of the hook members (31, 32) further including a stop face (31b, 32b) has 5 abuts against the stop surface of the other hook member when the bracket segment associated with the outwardly facing hook member is pressed inward, characterized in that one of the hook members (31) is provided with a locking projection (37) and the other hook member ( 32) 10 is provided with an associated latch recess (38) to prevent mutual displacement of the hooked hook members (31,32) in a direction substantially parallel to the longitudinal axis of the tube to be received by the pipe clip. 1006723