NL1004421C1 - Deksel voor boorgaten. - Google Patents

Description

Deksel voor boorgaten.

Het octrooi heeft betrekking op een deksel voor boorgaten in betonvloeren, asfaltvloeren en dergelijke, in het bijzonder vloeren van fabrieksruimtes.

Bestaande fabrieksterrein kunnen zodanig veront-5 reinigd blijken te zijn dat maatregelen genomen moeten worden om de grond te saneren. Deze sanering kan buiten de opstallen uitgevoerd worden door de grond te verwijderen en te reinigen danwel te vervangen of - in situ - op een andere manier te behandelen, zoals door geforceerde door-10 spoeling. De grond die zich onder de opstal bevindt, in het bijzonder fabrieksruimtes, is moeilijk te verwijderen en zal doorgaans in situ behandeld dienen te worden.

Voordat men heeft vastgesteld of de toestand van de grond onder een fabrieksruimte zodanig is, dat een 15 saneringsoperatie nodig is, stelt men die toestand vast door een gat te maken in de vloer van de fabrieksruimte, welke doorgaans van beton zal zijn, en daarin een grond-monsternemer, zoals een steekbus, neer te laten om een grondmonster te nemen. Blijkt na analyse van de grondmon-20 sters dat een saneringsoperatie niet nodig is, dan kan men het gat weer eenvoudig dichtstorten met bijvoorbeeld beton. Indien de analyse aangeeft dat een saneringsoperatie wel noodzakelijk is, dan zal men in staat moeten zijn om het effect van die saneringsoperatie in de tijd te 25 volgen. Hiertoe wordt ter plaatse van het gat waardoorheen het grondmonster genomen is een verhuizing aangebracht in 10044211 2 de grond, en daarin een stijgbuis aangebracht waaruit op regelmatige tijdsintervallen watermonsters genomen kunnen worden. Wanneer de fabrieksruimte nog in bedrijf is zal moeten worden voorkomen dat gebruikers van de fabrieks-5 vloer hinder ondervinden van het gat in de vloer danwel dat daardoor gevaarlijke situaties ontstaan. Voor de zuiverheid van de analyse op basis van de te nemen watermonsters is het bovendien van groot belang dat voorkomen wordt dat vreemde stoffen, die aanwezig zijn op de fa-10 brieksvloer, in het boorgat en daardoor in het grondwater kunnen raken. Dit speelt overigens ook een rol indien de fabrieksruimte niet meer gebruikt wordt en regenwater dat over de vloer afloopt en in het boorgat valt in het grondwater terecht kan komen.

15 Het octrooi heeft nu tot doel een tijdelijke afdekking voor een dergelijk vloergat te verschaffen, waarmee een veilige en betrouwbare afdichting wordt verschaft. Hiertoe voorziet het octrooi in een deksel voor het afdekken van boorgaten in betonnen vloeren, omvattend 2 0 een plaatvormig afdekdeel, een aan één zijde van het afdekdeel gelegen klemdeel, en spanmiddelen voor het tegen het afdekdeel trekken van het klemdeel om de omtrek daarvan te vergroten voor een klemwerking in het af te dekken boorgat, waarbij het afdekdeel met een omtreksgebied 25 buiten het klemdeel uitsteekt en in dat gebied, aan de naar het klemdeel gekeerde zijde, voorzien is van omlopende, uitstekende afdichtmiddelen. Met de geoctrooieerde uitvinding wordt een eenvoudig verwijderbare stop verschaft voor het gat in de vloer, welke stop een veilige en 30 betrouwbare afdichting verschaft. Voor de afdichting is men niet aangewezen op (alleen) een afdichting die gerealiseerd kan worden tussen het klemdeel en het binnenopper-vlak van het gat in de vloer. Door de spanmiddelen, die het klemdeel vastzetten in het vloergat, wordt voorts de 35 afdichting aan het afdekdeel stevig tegen het bovenoppervlak van de betonvloer aangetrokken. Deze afdichting zorgt ervoor dat vreemde stoffen op afstand van het gat in de 1004421 3 vloer gehouden worden en bij verwijdering van de stop niet alsnog in het gat in de vloer kunnen vallen.

Bij voorkeur is het klemdeel gevormd als een rubber manchet of bus. Het is dan voordelig indien het 5 klemdeel en het afdichtmiddel als één geheel met elkaar gevormd zijn. Hierdoor kan de deksel volgens de uitvinding snel en eenvoudig worden samengesteld.

Bij voorkeur is het overgangsgebied tussen het klemdeel en de afdichtingsmiddelen omlopend hol gevormd om 10 aldaar met het omtreksoppervlak in axiale richting teruggelegen te zijn ten opzichte van de afdichtmiddelen en in radiale binnenwaartse richting teruggelegen te zijn ten opzichte van het omtreksoppervlak van het klemdeel. Hierdoor wordt ruimte verschaft voor vervorming van het mate-15 riaal van het klemdeel. Het materiaal van het klemdeel zal daardoor een aandrukken van de afdichtmiddelen tegen het vloeroppervlak niet hinderen. Voorts wordt hierdoor voorkomen dat de rand van het gat in de vloer het lichaam bestaande uit klemdeel/afdichtmiddel kan beschadigen door 20 kerfwerking.

In een voordelige uitvoering bezit de rubber manchet of bus een in de richting van het afdekdeel schuin toelopend binnenoppervlak en omvatten de spanmiddelen een spanbus, die een complementair, zich verwijdend buitenop-25 pervlak bezit. Hierdoor wordt bij het aandraaien van de spanmiddelen op min of meer directe wijze het klemdeel radiaal naar buiten tegen het oppervlak van het gat in de vloer gedwongen.

Bij voorkeur werken spanmiddelen op rotatie en 3 0 zijn het binnenoppervlak van de rubber manchet of bus en het buitenoppervlak van de spanbus voorzien van in elkaar passende, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotatie-as uitstrekkende uitsteeksels en inkepingen. Hierdoor wordt een directe rotatie-aangrijping van de spanmiddelen op het 35 klemdeel verzekerd.

De geoctrooieerde uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van het in de bij gevoegde tekeningen 1004421 4 weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een schematische weergave van een opstelling voor het volgen van de sanering van een grond onder een fabrieksvloer; 5 figuur 2 een doorsnede van de deksel of de stop voor het gat in een fabrieksvloer volgens de uitvinding; figuur 3 een bovenaanzicht op de stop van figuur 2; en figuur 4 een detail van de rand van de stop van 10 figuur 2.

In figuur 1 is de fabrieksruimte 100 voorzien van een betonnen vloer 2 met bovenoppervlak 3, waarbij in de betonvloer 2 een gat 4 geboord is. Het gat, dat hier afgesloten is met een stop 1, biedt toegang tot de in de 15 grond 5 aangebrachte verhuizing 6, waarin een van draina-gegaten 30 voorziene stijgbuis 7 neergelaten is. Tussen de stijgbuis 7 en de verhuizing 6 zijn van beneden naar boven een filtergrindpakket 31, een grondpakket 32, een bento-nietlaag 33, een grondpakket 34, weer een bentonietlaag 35 20 en een cementlaag 36 aangebracht. Met behulp van stijgbuis 7 kunnen beneden de grondwaterstand 8 watermonsters genomen worden, op momenten waarop dat voor analyse van de voortgang van een grondsaneringsoperatie gewenst is. Hiertoe wordt na verwijdering van de stop 1 een op een 25 pomp aangesloten slang (niet weergegeven) neergelaten in de stijgbuis.

Om te voorkomen dat vocht en vuil van de fa-brieksvloer 3 in het boorgat 4 en daarmee in het te bemonsteren gebied in de stijgbuis 7 terecht komen, en om te 30 voorkomen dat gebruikers van de fabrieksvloer gevaar lopen door de aanwezigheid van het gat 4, is volgens de uitvinding voorzien in een stop 1 voor het gat 4, welke stop nader weergegeven is in de figuren 2-4.

De stop 1 bestaat in dit voorbeeld uit een 35 afdekplaat 9, die - in overeenstemming met de cirkelronde doorsnede van het gat 4 - cirkelvormig is. Het gat 4 heeft hierbij bijvoorbeeld een diameter van 120 mm en de afdek- 1004421 5 plaat 9 een diameter van 160 mm. De af dekplaat 9 kan bijvoorbeeld een 3 mm verzinkt staalplaat zijn. De afdek-plaat 9 is in het midden voorzien van een verdiept gelegen gedeelte 24, waarin een spanbout 23, bijvoorbeeld M8 x 50, 5 met de aandraaikop opgenomen is, zodat de bout 23 niet boven het oppervlak van de afdekplaat 9 uitsteekt. De bout 23 steekt op verticale wijze neerwaarts uit door centraal gat 25 in de af dekplaat 9, om in schroef draadaangri jping te komen met de van een schroefdraad voorziene doorgang 14 10 van een als moer dienende spanbus 11.

De spanbus 11 is hier voorzien van een in hoofdzaak afgeknot-kegelvormige omtrekswand 12, van waaruit (zie figuur 3) een aantal gelijkmatig over de omtrek verdeeld aangebrachte ribben 15 radiaal uitsteken. De 15 omtrekswand 12 is met de doorgang 14 verbonden middels flensplaat 13, die de krachten uitgeoefend op de schroefdraad in doorgang 14 overbrengt op de omtrekswand 12. De spanbus 11 kan vervaardigd zijn van 2 mm dik verzinkt staalplaat.

2 0 Tussen de af dekplaat 9 en de spanbus 11 is een verder onderdeel van de stop 1 gelegen, dat gevormd wordt door klembus 10, die vervaardigd kan zijn van rubber met een shore-hardheid van ongeveer 40°, dat aan de onderzijde van de afdekplaat 9 gevulcaniseerd kan zijn. De klembus 10 25 bezit een in hoofdzaak recht-cilindervormig omtreksopper-vlak 26, dat past bij de omtrek van het gat 4. In de niet-gespannen toestand van de stop 1 is de diameter van het omtreksoppervlak 26 zodanig dat de stop 1 gemakkelijk in het gat 4 geplaatst kan worden. Het radiale binnenopper-30 vlak 27 van de klembus 10 is in hoofdzaak afgeknot-kegel-vormig, met een schuinte die overeenkomt met de schuinte van de omtrekswand 12 van de spanbus 11. Het binnenopper-vlak 27 van de klembus 10 is verder voorzien van zich in hoofdzaak in een verticaal vlak uitstrekkende groeven 20, 35 waarin de ribben 15 van de spanbus 11 passen.

De klembus 10 gaat aan haar boveneind, aan de radiale buitenzijde daarvan middels een daarmee als één 1004421 6 geheel gevormde omtreksflensgedeelte 18 over in een af-dichtende omtreksrand 16. De rand 16 steekt neerwaarts uit ten opzichte van het omtreksflensgedeelte 18 om boven het vloeroppervlak 3 een omlopende ruimte 17 vrij te laten.

5 Deze ruimte 17 gaat in binnenwaartse radiale en neerwaartse richting, binnen het gat 4, over in een zich in om-treksrichting uitstrekkende holte 19, zie uitgespaard is in het omtreksoppervlak 26 van de klembus 10. Aldus wordt een omlopende holte 22 gevormd, die ervoor zorgt dat de 10 vervorming van de klembus 10 het aandrukken van de afdichtende omtreksrand 16 tegen vloer 3 niet tegenwerkt. Bovendien blijft het materiaal van de klembus, zoals weergegeven is in figuur 4, vrij van de scherpe rand 21 van het gat 4 .

15 Bij het installeren van de stop 1 gaat men als volgt te werk. De stop 1 wordt in niet-gespannen toestand in het gat 4 geplaatst. Hierbij steunt de afdekplaat 9 met afdichtende omtreksrand 16 van de klembus 10 op het vloeroppervlak 3. Vervolgens wordt met een geschikt gereedschap 20 de bout 23 aangedraaid om de omtreksrand van de klembus 11 tegen het binnenoppervlak 27 van de klembus 10 aan te laten drukken. De ineengrijping van de ribben 15 in de groeven 20 voorkomt hierbij dat de spanbus 11 roteert ten opzichte van de klembus 10. De afdekplaat 9 wordt hierbij 25 in neerwaartse richting tegengehouden door de oplegging daarvan op het vloeroppervlak 3. Bij het opwaarts bewegen van de spanbus 11 in de richting A zal een radiale buitenwaartse kracht uitgeoefend worden op de klembus 10, die met het daardoor vergrote omtreksoppervlak 26 in de rich-30 ting B tegen het oppervlak van het gat 4 aangedrukt zal worden. Op een gegeven moment zal de klembus 10 vastzitten in het gat 4. Bij verder aandraaien van de bout 23 zal de afdekplaat 9 verder neerwaarts gespannen worden, en wel in axiale richting, direct overeenkomend met de spanrichting. 35 De afdichtende omtreksrand 16 kan daardoor zeer strak tegen het vloeroppervlak 3 aangedrukt worden, zodat een optimale afdichting ontstaat.

1004421

Claims (8)

1. Deksel voor het afdekken van boorgaten in betonnen vloeren, asfaltvloeren en dergelijke, omvattend een plaatvormig afdekdeel, een aan één zijde van het afdekdeel gelegen klemdeel, en spanmiddelen voor het tegen 5 het afdekdeel trekken van het klemdeel om de omtrek daarvan te vergroten voor een klemwerking in het af te dekken boorgat, waarbij het afdekdeel met een omtreksgebied buiten het klemdeel uitsteekt en in dat gebied, aan de naar het klemdeel gekeerde zijde, voorzien is van omlopen- 10 de, uitstekende afdichtmiddelen.

2. Deksel volgens conclusie 1, waarbij het klemdeel een rubber manchet of bus is.

3. Deksel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het klemdeel en het afdichtmiddel als één geheel met elkaar 15 gevormd zijn.

4. Deksel volgens conclusie 3, waarbij het overgangsgebied tussen het klemdeel en de afdichtingsmid-delen omlopend hol gevormd is om aldaar met het omtreksop-pervlak in axiale richting teruggelegen te zijn ten op- 20 zichte van de afdichtmiddelen en in radiale binnenwaartse richting teruggelegen te zijn ten opzichte van het omtrek-soppervlak van het klemdeel.

5. Deksel volgens conclusie 3 of 4, waarbij de spanmiddelen werkzaam zijn op de binnenzijde van de rubber 25 manchet of bus.

6. Deksel volgens conclusie 5, waarbij de rubber manchet of bus een in de richting van het afdekdeel toelopend binnenoppervlak heeft en waarbij de spanmiddelen een spanbus omvatten, die een complementair, verwijdend bui- 30 tenoppervlak bezit.

7. Deksel volgens conclusie 6, waarbij de span- t 004421 • ' middelen op rotatie werken en waarbij het binnenoppervlak van de rubber manchet of bus en het buitenoppervlak van de spanbus voorzien zijn van in elkaar passende, zich in hoofdzaak evenwijdig aan de rotatie-as uitstrekkende 5 uitsteeksels en inkepingen.

8. Deksel voor het afdekken van boorgaten in betonnen vloeren, asfaltvloeren en dergelijke, voorzien van de kenmerkende maatregelen zoals deze naar voren komen uit de bijgevoegde beschrijving, conclusies en/of tekeningen . -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/KP 1004421