NL1004261C2 - Transportklem voor te wassen kledingstukken. - Google Patents

Transportklem voor te wassen kledingstukken. Download PDF

Info

Publication number
NL1004261C2
NL1004261C2 NL1004261A NL1004261A NL1004261C2 NL 1004261 C2 NL1004261 C2 NL 1004261C2 NL 1004261 A NL1004261 A NL 1004261A NL 1004261 A NL1004261 A NL 1004261A NL 1004261 C2 NL1004261 C2 NL 1004261C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
clamp
garments
garment
clamps
Prior art date
Application number
NL1004261A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1004261A1 (nl
Inventor
Petrus Bernardus Jose Lieshout
Original Assignee
Lelie Tiel B V De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lelie Tiel B V De filed Critical Lelie Tiel B V De
Priority to NL1004261A priority Critical patent/NL1004261C2/nl
Publication of NL1004261A1 publication Critical patent/NL1004261A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004261C2 publication Critical patent/NL1004261C2/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06FLAUNDERING, DRYING, IRONING, PRESSING OR FOLDING TEXTILE ARTICLES
    • D06F95/00Laundry systems or arrangements of apparatus or machines; Mobile laundries 

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Discharge Of Articles From Conveyors (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

Transportklem voor te wassen kledingstukken.
De uitvinding heeft betrekking op een transportklem voor te wassen of te reinigen kledingstukken.
In industriële wasserijen worden vuile kledingstukken in bulk en ongesorteerd aangevoerd, met behulp van 5 vracht- of bestelwagens waarin de kledingstukken in was-zakken vervoerd worden. Deze waszakken kunnen zijn opgenomen in rolcontainers, die van verschillende klanten of van een zelfde klant afkomstig kunnen zijn. Het gaat hierbij om (uniforme) beroepskleding, zoals bedrijfskleding, zoals 10 overalls, kleding van supermarktketens, en/of dienstkledij zoals van instellingen, zoals ziekenhuizen, en om bovenkleding, zoals pantalons, overjassen, van patiënten uit instellingen en tehuizen.
De waszakken met te wassen kledingstukken worden 15 neergezet bij een innamestation, waar de kledingstukken door arbeiders met de hand opgepakt worden om geïnspecteerd te worden op de aanwezigheid van een eigenaar- of huurderlabel en op lege zakken gecontroleerd te worden. De kledingstukken worden daarna op basis van de kennis van de 20 arbeider met betrekking tot het vereiste wasproces voor dat kledingstuk, zonodig aangevuld met informatie op een in het kledingstuk aanwezig waslabel, in één van een aantal voor verschillende wasprocessen gereedgehouden zakken of containers gegooid, hetgeen een nogal onbeheerst 25 proces is. Nadat de containers gevuld zijn worden deze 1004261 2 naar een voor het geschikte wasproces ingestelde wasmachine getransporteerd, alwaar de kledingstukken overgebracht kunnen worden in de wasmachine.
Bij deze bekende ontvangst- en sorteermethoden 5 komt het nogal eens voor dat een kledingstuk niet in de juiste container terecht komt en in een foute container valt of zelfs naast de containers. De kans op fouten is groot wanneer ter plaatse van het innamestation meerdere arbeiders tegelijk werken. De banen van gegooide kleding-10 stukken zullen elkaar dan vaak kunnen kruisen, met sor-teerfouten als gevolg. Bovendien kan de arbeider een onjuiste beoordeling maken van het gewenste wasproces, waardoor kledingstukken fout gesorteerd worden.
Volgens een meer recente ontvangst- en sorteer-15 methode, worden door de arbeiders de met de hand opgepakte kledingstukken na de bovengenoemde controle op een band-transporteur of een verzamelbak gegooid, die op een aantal plaatsen voorzien is van intrekbare gedeelten, die gelegen zijn boven evenzovele verdere transporteurs, die leiden 20 naar de verschillend ingestelde wasbehandelingsmachines of boven verdere transportbakken- of -zakken. De kledingstukken kunnen hierbij voorzien zijn van een transponder, in het algemeen een chip, van waaraf een individueel kleding-stuknummer gelezen kan worden met behulp van een geschikte 25 leesinrichting. Deze leesinrichting is gekoppeld met een database waarin allerhande gegevens zoals eigenaar/huur-der, gebruiker van het kledingstuk, het soort kledingstuk, datum aanschaf, geschikt wasproces enzovoorts, ingevoerd zijn, telkens gekoppeld met het individuele kledingstuk-3 0 nummer. Een regel inrichting zorgt er dan op basis van de informatie van de leesinrichting/database voordat het juiste gedeelte van de bandtransporteur of een verzamelbak ingetrokken wordt of dat een geïdentificeerd kledingstuk op de juiste verdere transporteur terecht komt om vervoerd 35 te worden naar de juiste wasmachine.
Voor een goede werking van dat systeem is het noodzakelijk dat de kledingstukken na elkaar langs de 1004261 3 leesinrichting gevoerd worden en na elkaar aangeboden worden aan de sorteerinrichting. Er moeten op het inkomst-constrolestations echter meerdere personen tegelijk bezig kunnen zijn met het van de stapels of uit de waszakken 5 halen van de vuile kledingstukken en het op de aan het transportsysteem, in het bijzonder bandtransporteurs of verzamelbakken leggen of werpen daarvan. Ondanks afspraken tussen die op het inkomststation werkende personen komt het toch vaak voor dat kledingstukken min of meer tegelijk 10 op een bandtransporteur of een verzamelbak terecht komen en althans deels samenvallen. Door deze opeenhoping of samenvalling liggen de chips te dicht bij elkaar en is de kans groot dat één van de samenvallende kledingstukken fout of niet opgemerkt wordt door de leesinrichting en dat 15 in de sorteerstap daarna tenminste één van de kledingstukken fout gesorteerd wordt.
Een gevolg is dat men door de onvolkomen identificatie geen volmaakt zicht meer kan hebben op de gang van de kledingstukken. Hoewel een kledingstuk, dat niet ge-20 identif iceerd is, wel een wasproces doorloopt, zal de binnenkomst in de wasserij van dat kledingstuk niet geconstateerd zijn door de leesinrichting en derhalve niet doorgegeven zijn aan de daarmee gekoppelde centrale database. Een ander gevolg is dat kledingstukken, doordat zij 25 een fout wasproces ondergaan, ongeschikt worden voor verder gebruik of niet voldoende gewassen worden, hetgeen tot klachten kan leiden bij de afnemers. Bovendien kan de opeenhoping bij het sorteerstation leiden tot opeenhoping en vastlopen van machinedelen, waardoor het aanvoerproces 30 tijdelijk komt stil te vallen.
De Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155 heeft hierin verbetering gebracht met een werkwijze waarbij de kledingstukken in bulk en ongesorteerd aangevoerd worden en middels transportmiddelen van de plaats van inname 35 langs een leesstation gevoerd worden met behulp waarvan de voor het betreffende kledingstuk gekozen en vereiste wasbehandeling vastgesteld wordt, waarna de transportmid-
1 00426H
4 delen door de door gegevens van het leesstation geregelde sorteermiddelen bediend worden om de kledingstukken te groeperen naar soort wasbehandeling, waarbij de kledingstukken bij inname in aan een rail voortbewogen transport-5 houders geplaatst worden en de kledingstukken uniek en in serie, in de individuele transporthouders, langs het leesstation gevoerd worden, op geschikte tussenafstanden.
Door de kledingstukken bij inname in transporthouders te plaatsen worden op dat moment de kledingstukken 10 van elkaar gescheiden en zullen zij bij verder transport van elkaar gescheiden blijven, zowel wanneer zij langs het leesstation gevoerd worden als wanneer zij door de sorteermiddelen behandeld worden. Meerdere personen kunnen aan het innamestation blijven werken zonder op elkaar te 15 hoeven te letten om het samenvallen van kledingstukken te voorkomen. Elke persoon in het innamestation kan kledingstukken in opeenvolging van de bulk afhalen en plaatsen in transporthouders, waarna op zich bekende geschikte toe-voermiddelen ervoor zorgen dat van verschillende aanvoer-20 lijnen afkomstige transporthouders achter elkaar op een centrale lijn gezet worden.
Bij voorkeur worden daarbij de kledingstukken individueel opgehangen aan in serie langs een rail voortbewogen transportklemmen. De transportklemmen worden 25 daarbij bij voorkeur zodanig gehanteerd, dat de klemope-ningen in hoofdzaak verticaal gericht zijn. Hierdoor zal niet alleen, zoals verderop uitgelegd zal worden, het invoeren van de kledingstukken bevorderd worden, doch ook het lossen van de kledingstukken op de juiste plaats.
30 Doordat de kledingstukken individueel in serie, bij voorkeur hangend aan transportklemmen langs een centrale rail getransporteerd worden, zijn meerdere sorteer-wijzen mogelijk. Volgens een eerste ontwikkeling van die werkwijze wordt gesorteerd doordat benedenstrooms het 35 leesstation een aantal kledingstukbakken of -zakken opgesteld staan waarover de transporthouders, in het bijzonder transportklemmen, bewogen worden, waarbij de sorteermidde- 1004261 5 len, in afhankelijkheid van de afstand tot het leesstation en de transportsnelheid of van een telling van langs het leesstation en de sorteermiddelen gepasseerde houders, en van de aflezing van het leesstation de transporthouders 5 bedienen boven de juiste kledingstukbak. Elke kledingstuk-bak is toegewezen aan een bepaald wasproces of een bepaald soort kledingstuk.
Volgens een tweede ontwikkeling van die werkwijze laat men benedenstrooms van het leesstation de centrale 10 transportbaan zich vertakken in tenminste een aantal parallelle, aan verschillende wasprogramma's toewijsbare transportbanen en worden de houders in afhankelijkheid van de aflezing van de afstand tot het leesstation en de transportsnelheid of de voornoemde telling naar de juiste 15 transportbanen gestuurd. Deze transportbanen kunnen direct leiden naar de juiste wasmachine of opgesteld zijn boven een of meer kledingstukbakken of -zakken, zodat de kledingstukken aldaar door bediening van de houders afgegeven kunnen worden.
20 Een combinatie van beide systemen is mogelijk.
Hierbij valt te denken aan het onder de parallelle transportbanen plaatsen van een serie kledingstukbakken, die voor hetzelfde wasproces bestemd zijn doch opgesteld zijn om de aansluiting op het wasproces flexibeler te kunnen 25 laten zijn.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportklem voor kledingstukken, die onder meer geschikt is voor het uitvoeren van de voornoemde werkwijze volgens Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155.
30 Bij het tot nu bekende aanvoer- en sorteersys- teem voor vuile kledingstukken kon elk kledingstuk, welke aard en vorm dit ook had, zonder meer op de bandtranspor-teur of een verzamelbak gelegd worden. Wanneer bestaande transportklemmen gebruikt worden in het nieuwe systeem 35 volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155, dan kunnen problemen optreden wanneer met de transportklemmen kledingstukken van diverse aard getransporteerd dienen te 1004261 6 worden. Hierbij valt de denken aan enerzijds overjassen en broeken en anderzijds shirts. Bestaande transportklemmen zijn niet in staat om in voorkomende gevallen beide soorten kledingstukken probleemloos en betrouwbaar, hangend 5 aan de rail, van innamestation naar sorteerstation te transporteren en aldaar op betrouwbare wijze bediend te kunnen worden om het kledingstuk op de juiste plaats af te geven.
De uitvinding heeft nu tot doel hierin verbete-10 ring te brengen en verschaft daartoe een transportklem voor te wassen kledingstukken, omvattend een trolley voor ondersteuning op een transportrail, een eerste klem en een scharnierbare tweede klem, die middels verbindingsmiddelen verbonden zijn met de trolley, waarbij de eerste klem en 15 de tweede klem een gemeenschappelijk klemvlak bepalen en daarboven een opneemruimte voor een bovenste deel van een te klemmen kledingstuk bepalen, waarbij de eerste klem vormgegeven is om boven het klemvlak terug te wijken voor het mede bepalen van de opneemruimte.
20 De opneemruimte verschaft ruimte aan het gedeel te van welk kledingstuk (broek, trui, enzovoort) dan ook dat boven het klemvlak gelegen is. Het genoemde bovenste gedeelte van dat kledingstuk zal in het gedeelte van de opneemruimte gevormd door het terugwijkende gedeelte van 25 de eerste klem in hoofdzaak buiten de zwaaibaan van het uiteinde van de tweede klem gelegen zijn wanneer deze bediend wordt om het kledingstuk af te geven.
Deze betrouwbare werking wordt nog verder verhoogd, doordat in een eenvoudige voorkeursuitvoering van 30 de tweede klem, op afstand van het klemoppervlak, bij voorkeur aan het tegengestelde eind van die klem voorzien is van een nok, die geschikt is om aangegrepen te worden door vast opgestelde nokbedieningsmiddelen bij beweging van de transportklem daarlangs, waardoor het aantal bewe-35 gende delen in de transportklem tot een minimum beperkt is. Stof afkomstig van de kledingstukken en delen van de kledingstukken zelf zullen daardoor een goede werking van 1004261 7 de transportklemmen nauwelijks in de weg kunnen gaan staan.
Bij voorkeur zijn de beide klemmen vormgegeven om boven het klemvlak, dat wil zeggen het (verticale) vlak 5 waarin de beide klemdelen in ongeladen toestand contact met elkaar zullen maken, terug te wijken om de opneemruim-te te bepalen. Aldus kan een opneemruimte van maximale grootte verschaft worden.
Bij voorkeur is de opneemruimte enigszins in 10 horizontale richting naar de eerste klem toe versprongen gelegen ten opzichte van het klemvlak. Wanneer de eerste klem vast is aangebracht wordt hierdoor het bovenste gedeelte van het kledingstuk op zekere wijze buiten de zwaaibaan van de tweede klem gehouden, waardoor het inste-15 ken in transportklemmen en het daaruit lossen op zeer betrouwbare wijze plaats kan vinden.
De uitvinding zal nu verduidelijkt worden aan de hand van de in de bij gevoegde tekening weergegeven voor-beelduitvoeringen. Getoond wordt in: 20 figuur 1 een bovenaanzicht van een inrichting waarmee de werkwijze volgens Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155 uitgevoerd kan worden; figuur 2 een aanzicht van het gedeelte van het innamestation waar de kledingstukken op transportklemmen 25 gestoken worden; figuur 3 een schematische weergave van een mogelijke uitvoering van een sorteerstation in de genoemde werkwijze volgens Nederlandse octrooiaanvrage 1.000.155; figuur 4 een vooraanzicht van een transportklem 30 volgens de uitvinding; en figuur 5 een isometrisch aanzicht op de transportklem van figuur 4.
In het bovenaanzicht van figuur 1 is links de aanvoerzijde en rechts de sorteerzijde weergegeven. Door 35 personen 2 worden vuile kledingstukken, gereedgehouden in waszakken in rolcontainers 4, die met bijvoorbeeld een bestelwagen aangevoerd zijn, vanuit legbakken 3 opgehangen 1004261 8 aan transportklemmen 10 (zie figuur 2) . De kledingstukken 7 worden vervolgens individueel hangend aan individuele transportklemmen 10, langs overheadtransporteurs 5a en 5b naar een wissel 6 gevoerd, waarbij de overheadtranspor-5 teurs 5a en 5b samen komen in een centrale overheadtrans-porteur 5. Door middel van niet weergegeven, doch de deskundige bekende middelen, worden de transportklemmen 10, hangend aan de overheadtransporteur 5a voortbewogen. De centrale overheadtransporteur 5 voert door een leessta- 10 tion 60 en vervolgens naar sorteerstation 61 met wissel 11, waar de overheadtransporteur 5 gesplitst wordt in een overheadtransporteur 5c en een overheadtransporteur 5e, van welke laatste overheadtransporteur ter plaatse van volgend sorteerstation 61 met wissel 11 een derde overhe- 15 adtransporteur 5d afgetakt wordt. Ter plaatse van een afgiftestation beneden de overheadtransporteurs 5c, 5d en 5e staan kledingstukbakken 13 opgesteld, die verrijdbaar zijn om de daarin opgenomen kledingstukken volgens pijlen W naar het voor die kledingstukken geschikte wasproces te 20 brengen.
Op schematische wijze is weergegeven dat de overheadtransporteurs 5c, 5d en 5e benedenstrooms van de plaats waar de kledingstukken afgegeven zijn uit de transportklemmen 10 overgaan in over-headtransporteurs 8c, 8d 25 en 8e, die ter plaatse van samenvoegers of doseerders 6 samenkomen om een centrale terugvoertransporteur 8 voor de transportklemmen te vormen, welke terugvoertransporteur 8 ter plaatse van een wissel 11 weer gesplitst wordt in terugvoertransporteurs 8a en 8b die eindigen in buffers 9 3 0 voor de transportklemmen, direct nabij de plaats waar de personen 2 de kledingstukken in de transportklemmen hangen. De terugvoertransporteur 8 kan gelijk zijn uitgevoerd aan de overheadtransporteur 5, doch alternatief eenvoudiger en behoeft, omdat geen kledingstukken gedragen hoeven 35 te worden, niet noodzakelijkerwijs hoog boven een ondergrond gelegen te zijn.
In bedrijf hangen de transportklemmen 10 gereed 1004261 9 in buffer 9, die neerwaarts voert naar de plaats (zie figuur 2) waar de persoon 2 staat, met binnen handbereik een bak 3 met kledingstukken 7. De persoon 2 pakt een kledingstuk 7 en kijkt of er een label in aangebracht is.
5 Is dat het geval, dat steekt hij met een enkele opgaande beweging het kledingstuk 7 in de transportklem 10, waarna het kledingstuk daarin op zijn eigen gewicht blijft hangen.
Met 5b worden transportklemmen aangevoerd waarop 10 door de andere persoon 2 kledingstukken 7 gehangen zijn. Ter plaatse van samenvoeger 6 worden op op zich bekende, geschikte wijze de aan de transporteurs 5a en 5b hangende klemmen 10 afwisselend, één voor één, of groepsgewijs op centrale overheadtransporteur 5 overgezet. Aldaar hangen 15 de kledingstukken 7 in serie, hetgeen gerealiseerd wordt onafhankelijk van het tijdstip waarop de personen de kledingstukken in de transportklemmen 10 hebben gehangen.
De kledingstukken 7 zijn voorzien van chips met een individueel, uniek nummer, dat ook in database 63 20 opgenomen is. Het nummer op de chip wordt gelezen in leesstation 60, alwaar de kledingstukken 7 na elkaar, individueel aangeboden worden aan, op zich bekende, lees-middelen daarvoor. Deze leesmiddelen 60 zenden het gelezen nummer aan centrale besturingseenheid 62 die op dat nummer 25 de database 63 raadpleegt. In de database 63 zijn op de nummers van de kledingstukken gegevens opgeslagen met betrekking tot soort wasproces, gebruiker, datum aanschaf, enzovoort. Rekeninghoudend met de tijd die verstrijkt voor de beweging van de transportklemmen 10 tussen de aflees-30 inrichting 60 en de rangeerstations 61, of alternatief op basis van een telling en vergelijking van langs het leesstation en sorteerstation gepasseerde klemmen worden die rangeerstations 61 met wissel 11 bediend door de besturingseenheid 62, in afhankelijkheid van het van de chip 35 gelezen nummer, gekoppeld met de in database 63 opgeslagen informatie over het voor dat nummer ingevoerde vereiste wasproces, om een betreffende transportklem 10 af te geven 1004261 10 aan de overheadtransporteur 5c, 5d of 5e.
Wanneer daarna de van kledingstukken 7 voorziene transportklemmen 10, hangend aan de overheadtransporteur 5c, 5d of 5e, boven het afgiftestation, rechts weergege-5 ven, zijn aangekomen worden zij geopend met behulp van vast opgestelde klembedieningsmiddelen 14, zodat, zoals weergegeven is in figuur 3, het kledingstuk 7 uit de transportklem 10 valt in een opvangtrechter 12 en daardoorheen in wasbak of waszak 13, die verrijdbaar is.
10 De bedieningsmiddelen 142 voor het openen van de transportklemmen kunnen voorzien zijn van middelen voor het uitschakelen van een functie, aangestuurd door de regelmiddelen 62, bijvoorbeeld afhankelijk van het door een betreffend bedieningsmiddel 14 afgegeven aantal kle-15 dingstukken 7. Zo kan langs één overheadtransporteur eerst een eerste bak 13 gevuld worden en vervolgens het bedieningsmiddel 14 daarboven buiten werking gesteld worden, zodat de transportklemmen met kledingstukken 7 aankomen bij het volgende bedieningsmiddel 14, benedenstrooms 20 daarvan, om de kledingstukken af te geven aan de daaronder opgestelde bak 13. Het bedieningsmiddel kan bijvoorbeeld een aan één eind scharnierend en parallel aan de rail opgestelde staaf zijn, die aan zijn andere eind verticaal bewogen wordt om in de bewegingsbaan van een klembedie-25 ningsdeel op de klem, zoals een nok, te komen om zo geleidelijk het beweegbare klemdeel te laten verdraaien naar een open stand.
In plaats van de bakken 13 kan ook gebruik gemaakt worden van zakken, die aan een volgende hangbaan 30 getransporteerd worden en waarvan de onderkant op automatische wijze geopend kan worden, zoals bekend is in de wasserij techniek.
Het zal duidelijk zijn dat het in figuur 1 weergegeven systeem uitgebreid kan worden, bijvoorbeeld 35 door vijf of tien parallelle invoerleidingen 5a, 5b enzovoort op te stellen, die althans samenkomen in één enkele centrale overheadtransporteur die voert door een leesin- 1004261 11 richting. Aldus wordt gewaarborgd dat alle kledingstukken, onafhankelijk van het moment waarop zij in transportklem-men 10 worden gehangen, toch individueel, na elkaar gelezen en gesorteerd worden, zodat storingen en leesfouten zo 5 veel als mogelijk worden vermeden.
In de figuren 4 en 5 zijn de transportklemmen, volgens de uitvinding verticaal hangend aan de transporteurs 5, in detail weergegeven. De tranportklemmen volgens de uitvinding kunnen ook in andere transport-/sorteerin-10 richtingen voor kledingsstukken gebruikt worden.
In de rail 5, die een helmprofiel heeft, is op verrijdbare wijze opgenomen een trolley 20, opgebouwd uit een blok 21, aan weerszijden waarvan assen 23 uitsteken waarop wielen 22 gelagerd zijn. De trolleys 20 worden op 15 geschikte, beheerste onderlinge afstand langs de rail 5 voortbewogen met behulp van een niet weergegeven, van meenemers (pallen) voorziene transportketting of een andere bekend transportmiddel. Transport kan ook plaatsvinden door de rail 5 op afschot te leggen.
2 0 Van het blok 21 hangt een steel 24 neerwaarts, waarin met behulp van scharnierpen 25 een plaatje 26, op in het verticale vlak draaibare wijze, bevestigd is. Door deze onder meer uit Nederlands octrooi 167.743 bekende ophangwijze voor de klem wordt bereikt dat de klem en 25 daardoor het kledingstuk steeds verticaal blijft hangen, ook wanneer de rail 5 schuin omhoog of omlaag verloopt.
Het plaatje 26 is vast met de eigenlijke trans-portklem 10, die gevormd wordt door een in hoofdzaak U-vormig lichaam 49. Het (omgekeerd) U-vormige lichaam 49 3 0 omvat een horizontaal bovenste deel 3 9 en een eerste neerwaarts hangend been 50 en een tweede neerwaarts hangend been 51. Het eerste been 50 is massief en vormt een eerste klemdeel 28. Het tweede been 51 vormt een holte 32, die aan de bovenzijde begrensd is door horizontale rand 33 35 en die plaats biedt aan een om scharnierpen 30 scharnier-baar bevestigd tweede klemdeel 29.
Het eerste klemdeel 28 bezit een schuin neer- 1004261 12 waarts gekeerde invoerrand 34, die aan zijn boveneind overgaat in een rand 35, die schuin terugloopt en verder naar boven overgaat in een nog sterker schuin teruglopende rand 36. Deze rand 36 gaat aan zijn boveneind over in een 5 recht omhoog lopende rand 37, die loopt tot het horizontale gedeelte 39 van het U-vormige lichaam 49 om aldaar over te gaan in horizontaal onderrand 38 van dat horizontale gedeelte 39. De horizontale rand 38 eindigt ter plaatse van het begin van het tweede been 51 van het IJ-10 vormige lichaam 49, om over te gaan in een verticaal neerwaarts lopende rand 39 daarvan. De rand 39 gaat aan zijn ondereind over in een concave rand 40, waarvan het ondereind verder naar rechts gelegen is dan het boveneind daarvan. Aan zijn ondereind gaat de concave rand 40 over 15 in een schuin neerwaarts lopende rand 41.
Het tweede klemdeel 29 zelf bezit een onderste concave rand 42, die overgaat in een convexe rand 43, die onder een hoek ar van 90° of groter aankomen bij de rand 40. Het tweede klemdeel 29 heeft een zwaartepunt Z dat 2 0 tussen het klemvlak C en scharnierpen 3 0 gelegen is. Het gewicht van het klemdeel 29, althans het gedeelte aan de linkerkant van de scharnierpen is zodanig groot gekozen, dat ook voor de soms relatief gladde en lichte kledingstukken toch voldoende houdkracht ontwikkeld kan worden, 25 wanneer de houdkrachten als gevolg van de wigwerking mogelijk onvoldoende zouden kunnen zijn.
Het tweede klemdeel 29 is voorzien van een inham 54, die na verzwaaiing van het klemdeel 29 naar boven past om de pen 55, die voorkomt dat het klemdeel 29 naar recht 30 door zou kunnen zwaaien, en het zwaartepunt rechts van scharnierpen 3 0 zou komen te liggen. De inham 54 maakt hierbij niettemin voldoende verdraaiing van het tweede klemdeel mogelijk.
De randen 34, 41 en 42 vormen een taps toelopend 35 of convergerend invoereind voor de in de transportklem 10 te hangen kledingstukken. Het concave verloop van de rand 42 van het tweede klemdeel 29 bevordert hierbij het invoe- 1004261 13 ren van een kledingstuk.
Het klemmen gebeurt tussen de rand 43 van het beklede klemdeel 29 en het schuine randdeel 53 van het eerste klemdeel 28. Het tweede klemdeel 29 valt in vrije 5 toestand tegen de rand 35, in klemvlak C aan, zodat elk kledingstuk daartussen geklemd kan worden. De in hoofdzaak convexe vorm van de klemranden van de beide klemdelen zorgt hierbij voor een plaatselijke, hoge klemkracht.
Zoals te zien is wordt boven het klempunt door 10 de beide benen van het U-vormige lichaam 49 een schuin naar rechts, van de bewegende klemdeel omhoog en aflopende opneemruimte 52 bepaalt, die aan het boveneind overgaat in een in hoofdzaak rechthoekige opneemruimte 53. Het middelpunt M van deze opneemruimte 53 ligt op een afstand d naar 15 rechts van het klemvlak C waarin het klempunt gelegen is. Hierdoor wordt bereikt dat de gedeelten van het geklemde kledingstuk die zich boven het klempunt bevinden bij het bedienen van het tweede klemdeel niet het wegdraaien van dat tweede klemdeel 39 kunnen hinderen en het uitvallen 20 van het kledingstuk bevorderd wordt. Bovendien wordt hierdoor het invoeren van het kledingstuk in de transport-klem 10 vergemakkelijkt, doordat het oppakken, controleren en insteken in één vloeiende beweging kan gebeuren, die bovendien volledig beheersbaar is.
25 Aan de rechterzijde is het tweede klemdeel 29 voorzien van een buiten het U-vormige lichaam 49 stekende nok 31. Deze nok 31 kan worden aangegrepen door vast opgestelde nokbedieningsmiddelen zoals een vaste rails (niet weergegeven) , die een krom deel bezit waardoor de 30 nok 31 neerwaarts gedrukt wordt om de rand 43 weg omhoog te laten zwaaien van de rand 35.
De afgebeelde transportklem 10 is vanwege zijn vorm geschikt voor elk kledingstuk, of dit nu uit een enkele stoflaag bestaat of meerdere stoflagen, zoals 35 bijvoorbeeld het geval is met de kraag van een stofjas of een winterjas.
1004261

Claims (6)

1. Transportklem voor te wassen kledingstukken, omvattend een trolley voor ondersteuning op een transport-rail, een eerste klem en een scharnierbare tweede klem, die middels verbindingsmiddelen verbonden zijn met de 5 trolley, waarbij de eerste klem en de tweede klem een gemeenschappelijk klemvlak bepalen en daarboven een op-neemruimte voor een bovenste deel van een te klemmen kledingstuk bepalen, waarbij de eerste klem vormgegeven is om boven het klemvlak terug te wijken voor het mede bepa-10 len van de opneemruimte.
2. Transportklem volgens conclusie 1, waarij de de tweede klem voorzien is van een nok die geschikt is om aangegrepen te worden door vast opgestelde nokbedienings-middelen bij beweging van de transportklem daarlangs.
3. Transportklem volgens conclusie 1 of 2, waarbij beide klemmen vormgegeven zijn om boven het klemvlak terug te wijken om de opneemruimte te bepalen.
4. Transportklem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de eerste klem vast is aangebracht.
5. Transportklem volgens een der conclusies 1-4, waarbij de eerste en/of de tweede klem ter plaatse en in de nabijheid van het klemvlak afgerond zijn.
6. Transportklem volgens een der conclusies 1-5, waarbij de opneemruimte in horizontale richting naar de 25 eerste klem toe versprongen gelegen is ten opzichte van het klemvlak. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1004261
NL1004261A 1996-10-11 1996-10-11 Transportklem voor te wassen kledingstukken. NL1004261C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004261A NL1004261C2 (nl) 1996-10-11 1996-10-11 Transportklem voor te wassen kledingstukken.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004261 1996-10-11
NL1004261A NL1004261C2 (nl) 1996-10-11 1996-10-11 Transportklem voor te wassen kledingstukken.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1004261A1 NL1004261A1 (nl) 1997-04-03
NL1004261C2 true NL1004261C2 (nl) 1997-06-10

Family

ID=19763667

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004261A NL1004261C2 (nl) 1996-10-11 1996-10-11 Transportklem voor te wassen kledingstukken.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1004261C2 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1004261A1 (nl) 1997-04-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10934102B2 (en) Order-picking installation for the order picking of different items, in particular items which can be transported in a hanging state, and method for operating such an order-picking installation
US5419439A (en) Apparatus and method for automatic multiple level sortation of laundry
CN110431092B (zh) 用于分拣商品的方法和用于执行方法的分拣设备
DK2789730T3 (en) Method of sorting laundry items, especially dirty laundry items
KR100227818B1 (ko) 개별적으로 운반되는 피운반물의 분류장치
US5573101A (en) Method and equipment for sorting goods hanging on hangers
US9277833B1 (en) Multi-destination checkout system and related methods
JP3609120B2 (ja) 折り畳まれた布製品の搬送用ホルダ及び搬送装置
CN111361942A (zh) 一种吊挂***及在两个输送线之间转移物品的方法
EP0738798B1 (en) A method for receiving and sorting for a washing treatment articles of clothing that have to be washed
NL1004261C2 (nl) Transportklem voor te wassen kledingstukken.
EP0815043B1 (en) Product carrier for internal transport of garments and use of the same
US6050421A (en) Automatic laundry tie-off apparatus and method
CA2237769C (en) Automated sorting apparatus and system
JPH11207268A (ja) 農産物の選別装置
CN212531137U (zh) 一种吊挂***
WO2021177885A1 (en) Garment handling device, conveyor system, and method for positioning an empty garment hanger in an individual mounting position
CA3127657A1 (en) Storage and order-picking system with storing performance and a method for operating the same
NL2033626B1 (nl) Systeem voor het selectief met discrete producten beladen van zakken.
WO1993012893A1 (en) Multiple level laundry sorter apparatus and method
NL8803044A (nl) Inrichting voor het overbrengen van voorwerpen uit een eerste transporteur naar een tweede transporteur.
AU725416B2 (en) Automated sorting apparatus and system
JPH03200620A (ja) 搬送される一連の物品の識別化のための媒介部材
JP3978291B2 (ja) 農産物の選別仕分方法及び選別仕分装置の運用方法
JPH03223020A (ja) 物品仕分け装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
PD2A A request for search or an international type search has been filed
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20001101