NL1003982C2 - Lock for the lid of a tilting container, in particular a waste container. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Slot voor het deksel van een kantelbare houder, in het bijzonder een afvalcontainer.Short designation: Lock for the lid of a tilting container, in particular a waste container.

De uitvinding heeft betrekking op een slot voor het deksel van een kantelbare houder, omvattende een slothuis met daarin een om een as kantelbaar grendelorgaan dat voor het vergrendelen met een eerste einde samenwerkt met een 5 tegenleger en een gewichtbelast, in de gemonteerde toestand van het slot bij het kantelen van de houder in verticale richting beweegbaar, op het grendelorgaan inwerkend blokkeerorgaan dat tevens samenwerkt met een door de gebruiker te bedienen slotmechanisme.The invention relates to a lock for the lid of a tilting container, comprising a lock housing containing an axis tiltable locking member which cooperates for locking with a first end with a counter-bearing and a weight load, in the mounted condition of the lock when tilting the holder movable in vertical direction, blocking member acting on the locking member, which also co-acts with a user-operable lock mechanism.

10 Een dergelijk slot is bekend uit EP-A-0 509 932. Het daarin beschreven slot is bestemd te worden toegepast in aan afvalcontainer en heeft tot doel te voorkomen dat derden onbedoeld afval in de eigen container deponeren.Such a lock is known from EP-A-0 509 932. The lock described therein is intended to be used in a waste container and has the object of preventing third parties from unintentionally depositing waste in their own container.

Bij het bekende slot is het grendelorgaan een kantel-15 arm met twee haakvormige einden. Het eerste einde werkt samen met het haakeinde van het tegenleger en het tweede einde staat onder invloed van een langwerpig verschuifbaar geleid, het blokkeerorgaan vormend schuifstuk met aan elk einde een naar het grendelorgaan gerichte bedieningsneus. 20 Dit schuifstuk werkt tevens samen met een daaronder gelegen sleutelbediende bedieningsnok. De bovenste neus blokkeert normaal de kantelarm, doch via de bedieningsnok kan het schuifstuk worden geheven en drukt dan met de onderste neus de kantelarm in de vrijgeef stand, waarin deze arm 25 vrij is van het tegenleger, zodat de houder kan worden geopend. Bij een afgesloten houder zal het kantelen ervan het schuifstuk doen verschuiven naar een stand waarin de onderste bedieningsneus het tweede haakvormige einde van de kantelarm is gepasseerd, zodat het eerste einde van de 30 arm vrij is van het tegenleger en het deksel openvalt.In the known lock, the locking member is a tilting arm with two hook-shaped ends. The first end cooperates with the hook end of the counter bearing and the second end is under the influence of an elongated slidably guided sliding piece forming slider with at each end an operating nose directed towards the locking member. This slider also cooperates with a key operated operating cam located below. The upper nose normally blocks the tilting arm, but the sliding piece can be lifted via the operating cam and then presses the tilting arm with the lower nose into the release position, in which this arm 25 is free from the counter-bearing, so that the holder can be opened. When the container is closed, tilting it will cause the slider to shift to a position in which the lower operating nose has passed the second hook-shaped end of the tilting arm, so that the first end of the arm is free from the counterpart and the cover falls open.

Het is duidelijk dat deze, zware, constructie voor de goede werking ervan volledig afhankelijk is van het vrij verschuifbaar zijn van het schuifstuk, dat bovendien een bepaalde minimale massa moet hebben. Bijgevolg is het j o o l y b ^ -2- geheel volumineus en gevoelig voor vervuiling. Het slot is bovendien moeilijk in bestaande houders in te bouwen.It is clear that this heavy construction, for its proper functioning, is entirely dependent on the sliding piece being able to slide freely, which moreover must have a certain minimum mass. As a result, it is entirely bulky and sensitive to contamination. Moreover, the lock is difficult to install in existing holders.

De onderhavige uitvinding beoogt deze nadelen op een eenvoudige en goedkope wijze te ondervangen. Daartoe is in 5 het slot volgens de uitvinding het blokkeerorgaan een rollichaam, dat zich tijdens het kantelen van de container langs een op het grendelorgaan aangebrachte rolbaan kan bewegen, waardoor het grendelorgaan al dan niet wordt vrijgegeven.The present invention aims to overcome these disadvantages in a simple and inexpensive manner. To this end, in the lock according to the invention the blocking member is a rolling body, which can move along a roller track arranged on the locking member during tilting of the container, whereby the locking member is released or not.

10 In de gebruiksstand zal het slothuis in hoofdzaak verticaal zijn opgesteld en bevindt het blokkeerorgaan zich in een eerste stand. De gebruiker kan het slot middels een sleutel bedienen en daarmee het deksel van de houder vrijgeven. Wordt de houder in de vergrendelde stand 15 van het slot via een kantelmechanisme over een hoek van meer dan 90° gekanteld om te worden geledigd, dan beweegt het rollichaam zich vanuit de eerste stand onder invloed van de zwaartekracht langs de rolbaan naar een tweede stand waarin het het grendelorgaan vrijgeeft en het deksel 20 dientengevolge openvalt. Na het ledigen van de houder wordt deze teruggekanteld, waardoor het rollichaam terugloopt in de eerste stand en het deksel weer is vergrendeld.In the position of use, the lock housing will be arranged substantially vertically and the blocking member is in a first position. The user can operate the lock with a key and thereby release the lid of the holder. When the holder is tilted over an angle of more than 90 ° in the locked position 15 of the lock to be emptied via a tilting mechanism, the roller body moves from the first position under the influence of gravity along the roller track to a second position in which it releases the locking member and the lid 20 falls open as a result. After emptying the holder, it is tilted back, so that the roller body returns to the first position and the lid is locked again.

Door de eenvoudige opbouw met een langs een rolbaan 25 bewegend rolorgaan wordt een compacte en eenvoudige constructie verkregen die gemakkelijk in bestaande houders kan worden ingebouwd. Het slothuis kan vrijwel geheel gesloten worden uitgevoerd, waardoor de constructie vergaand ongevoelig is voor vervuiling.Due to the simple construction with a roller member moving along a roller track 25, a compact and simple construction is obtained which can easily be built into existing containers. The lock housing can be made almost entirely closed, so that the construction is largely insensitive to pollution.

30 In een voorkeursuitvoeringsvorm is het rollichaam een in hoofdzaak ronde kogel en is de rolbaan een in de langs-richting van het grendelorgaan aangebrachte geleidegroef. De geleidegroef loopt nabij het einde van het grendelorgaan aan weerszijden dwars uit in twee tegenover de aan-35 slag gelegen kamers, welke kamers de kogel althans gedeeltelijk hierin opnemen wanneer de houder vanuit de gebruiksstand zijwaarts is gekanteld. De aanslag is zodanig ingericht dat zij zich nagenoeg over de volledige breedte 1003982 -3- van de twee kamers uitstrekt. Hierdoor kan de zich in één van beide kamers bevindende kogel niet naar de tweede stand bewegen, als gevolg waarvan de houder bij zijwaartse kanteling gesloten blijft.In a preferred embodiment, the roller body is a substantially round ball and the roller track is a guide groove arranged in the longitudinal direction of the locking member. Near the end of the locking member, the guide groove extends transversely on either side in two opposing stop chambers, which chambers receive the ball at least partially therein when the container is tilted sideways from the position of use. The stop is arranged in such a way that it extends almost over the full width of the two chambers 1003982-3. As a result, the ball located in one of the two chambers cannot move to the second position, as a result of which the container remains closed when tilted sideways.

5 Volgens een andere voordelige uitvoeringsvorm heeft de geleidegroef nabij het eerste einde van het grendelor-gaan een naar een tussengelegen gedeelte daarvan oplopende eerste helling, die de kogel nagenoeg in de eerste stand houdt tot de houder over een hoek groter dan 90° voor-10 waarts is gekanteld. Hierdoor wordt voorkomen dat het deksel zich tijdens het kantelen van de houder vroegtijdig kan openen. Nabij het tweede einde van het grendelorgaan heeft de geleidegroef een naar een tussengelegen gedeelte daarvan oplopende helling, die de kogel nagenoeg in de 15 tweede stand houdt, waardoor het deksel tijdens het terugkantelen van de houder eerst wordt gesloten.According to another advantageous embodiment, the guide groove near the first end of the latch member has a first ramp ascending to an intermediate portion thereof, which maintains the ball substantially in the first position until the container is angled greater than 90 ° in front. is tilted upward. This prevents the lid from opening prematurely during tilting of the holder. Near the second end of the locking member, the guide groove has an incline rising to an intermediate portion thereof, which substantially keeps the ball in the second position, thereby first closing the lid during tilting back of the container.

Bij voorkeur bevindt de kantelas van het grendelorgaan zich nabij het op afstand van het eerste einde gelegen tweede einde daarvan. Hierdoor ontstaat een gunstige 20 compacte constructie. Een op het tweede einde van het grendelorgaan inwerkend geplaatst veerelement zorgt ervoor dat het grendelorgaan bij het oplichten van het deksel, na het passeren van het tegenleger, terugveert. Dit veerelement is bij voorkeur een excentrisch geplaatste drukveer 25 die ruimtebesparend gemakkelijk te monteren is.Preferably, the tilting axis of the locking member is located near its second end remote from the first end. This results in a favorable compact construction. A spring element placed on the second end of the locking member ensures that the locking member springs back when the cover is lifted after the counterpart has passed. This spring element is preferably an eccentrically placed compression spring 25 which is easy to install in a space-saving manner.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het slotmechanisme een draaibare slotcilinder, die aan het einde daarvan de aanslag draagt. Het slot is hierdoor eenvoudig met in de handel verkrijgbare, goedkope standaardelementen opge-30 bouwd.In a preferred embodiment, the lock mechanism is a rotatable lock cylinder, which carries the stop at the end thereof. The lock is hereby simply constructed with commercially available, inexpensive standard elements.

De houder is bij voorkeur een afvalcontainer, waarbij het slothuis op voordelige wijze aan het deksel, en het tegenleger aan de kuip daarvan, is bevestigd. Hierdoor kan het slot ter plaatse worden gemonteerd of kan worden vol-35 staan met het wisselen van het deksel met het slot op de container, waardoor de ombouwtijd beperkt blijft en het eenvoudig op standaard afvalcontainers kan worden toegepast. De opbouw van het slot maakt het ongevoelig voor 1003982 -4- vervuiling.The container is preferably a waste container, the lock housing being advantageously attached to the lid, and the counter-bearing to the tub thereof. This allows the lock to be mounted on site or to replace the lid with the lock on the container, thereby limiting the conversion time and making it easy to apply to standard waste containers. The structure of the lock makes it insensitive to 1003982 -4 pollution.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een afbeelding in uiteengenomen vorm toont 5 van het slot volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2a en 2b dwarsdoorsneden tonen van het slot in twee verschillende standen; figuur 3 een dwarsdoorsnede toont van het slot in een derde stand; 10 figuur 4 een tweede dwarsdoorsnede toont van het slot; en figuur 5 een aanzicht in perspectief toont van het slot volgens figuur 1.The invention is elucidated with reference to the drawing, in which: figure 1 shows an exploded view of the lock according to the present invention; Figures 2a and 2b show cross sections of the lock in two different positions; Figure 3 shows a cross section of the lock in a third position; Figure 4 shows a second cross section of the lock; and figure 5 shows a perspective view of the lock according to figure 1.

Figuur 1 toont het slot in uiteengenomen vorm. Het 15 bestaat uit een slothuis 2 met een deksel 4, door welk deksel een cilinderhuis 6 gaat, dat een middels een sleutel 8 door de gebruiker te bedienen cilinderslot 10 opneemt. Het beweegbare deel van het cilinderslot 10 draagt aan het einde een aanslag 12. In het onderoppervlak van de 20 aanslag 12 zijn twee niet weergegeven groeven aangebracht, die de aanslag 12 onder inwerking van een door een druk-veer 14 belaste grendelkogel 16 in twee standen vergrendelt.Figure 1 shows the lock in exploded form. It consists of a lock housing 2 with a cover 4, through which a cylinder housing 6 passes, which receives a cylinder lock 10, which can be operated by a key 8 by the user. The movable part of the cylinder lock 10 carries a stop at the end 12. In the bottom surface of the stop 12, two grooves (not shown) are provided, which stop the stop 12 in two positions under the action of a locking ball 16 loaded by a compression spring 14. locks.

Tegenover de aanslag 12 bevindt zich een grendelor-25 gaan in de vorm van een blokkeerpal 18. De blokkeerpal 18 heeft een langgerekte vorm, waarbij een eerste einde een dwars uitstekend, van de aanslag 12 af gericht gedeelte 18a heeft en een tweede einde uitstekende kanteltappen 18b heeft die aangrijpen in corresponderende uitsparingen 2a 30 in het slothuis 2, en waaromheen de blokkeerpal 18 kantelbaar binnen het slothuis 2 is opgehangen. Dit tweede einde staat onder inwerking van twee excentrisch geplaatste drukveren 20. In de lengterichting van de blokkeerpal 18 is aan de zijde van de aanslag 12 een verticale geleide-35 groef 18c aangebracht, die nabij het eerste einde van de blokkeerpal 18 aan weerszijden dwars uitloopt in kamers 18d, 18e. De geleidegroef 18c heeft een dwarsdoorsnede- omtrek die althans gedeeltelijk overeenkomt met die van 1003982 -5- een kogel 22, welke kogel een enigszins kleinere diameter heeft dan de geleidegroef 18c. De kamers 18d, 18e zijn zodanig ingericht dat zij de kogel 22 slechts gedeeltelijk kunnen opnemen. De blokkeerpal 18 werkt samen met een op 5 een sluitplaat 24 aangebracht tegenleger in de vorm van een nok 24a. Het dwars uitstekende gedeelte 18a van de blokkeerpal 18 is zodanig ingericht dat het achter de nok 24a van de sluitplaat 24 kan grijpen. Het slothuis 2 kan middels bouten 26 door een af dekplaat 28 heen aan het 10 deksel van een houder worden bevestigd. De sluitplaat 24 kan met behulp van bevestigingsschroeven 30 aan de binnenzijde van de kuip van de houder worden gemonteerd.Opposite the stop 12 there is a locking member 25 in the form of a blocking pawl 18. The blocking pawl 18 has an elongated shape, a first end having a transverse projection 18a away from the stop 12 and a second end projecting tilting studs 18b which engage in corresponding recesses 2a 30 in the lock housing 2, and around which the blocking pawl 18 is suspended tiltably within the lock housing 2. This second end is under the action of two eccentrically placed compression springs 20. In the longitudinal direction of the blocking pawl 18, a vertical guide groove 18c is provided on the side of the stop 12, which extends transversely on either side near the first end of the blocking pawl 18. in rooms 18d, 18th. The guide groove 18c has a cross-sectional circumference at least partly corresponding to that of a ball 22, which ball has a slightly smaller diameter than the guide groove 18c. The chambers 18d, 18e are arranged so that they can only receive the ball 22 in part. The blocking pawl 18 cooperates with a counterpart mounted on a closing plate 24 in the form of a cam 24a. The transverse projection 18a of the blocking pawl 18 is arranged such that it can engage behind the cam 24a of the closing plate 24. The lock housing 2 can be attached to the lid of a container by means of bolts 26 through a cover plate 28. The closing plate 24 can be mounted on the inside of the container fairing by means of fastening screws 30.

Figuur 2a toont het slot in de gebruiksstand van de houder, waarbij het deksel is vergrendeld. Hierbij staat 15 de slotcilinder 10 in een zodanige stand dat de aanslag 12 de kogel 22 nagenoeg raakt. De kogel 22 blokkeert hiermee het rond de kanteltappen 18b scharnierbare tweede einde van de blokkeerpal 18. Het dwars uitstekende gedeelte 18a van het eerste einde van de blokkeerpal 18 grijpt hierdoor 20 achter de nok 24a en verhindert dat het deksel kan worden opgelicht.Figure 2a shows the lock in the position of use of the container, with the lid locked. Here, the lock cylinder 10 is in such a position that the stop 12 almost touches the ball 22. The ball 22 hereby blocks the second end of the locking pawl 18 pivotable about the tilting pins 18b. The transverse projection 18a of the first end of the locking pawl 18 hereby engages behind the cam 24a and prevents the cover from being lifted.

Figuur 2b toont het slot in de vrijgegeven stand terwijl de gebruiker het deksel enigszins heeft opgelicht. De slotcilinder 10 is door de gebruiker middels de sleutel 8 25 ten opzichte van de in fig. 2a weergegeven stand over een hoek van 90° gedraaid, waardoor de aanslag 12 in de richting van pijl A is verplaatst. Hierdoor is de ruimte tussen de aanslag 12 en de kogel 22 zodanig vergroot dat, wanneer de gebruiker het deksel enigszins oplicht, de nok 30 24a de blokkeerpal 18 tegen de veerkracht van de drukveren 20 in wegdrukt. Het dwars uitstekende gedeelte 18a van de blokkeerpal 18 passeert de nok 24a bij verder oplichten van het deksel, waardoor de houder geheel is te openen.Figure 2b shows the lock in the released position while the user has slightly lifted the lid. The lock cylinder 10 has been turned by the user by means of the key 8 25 to an angle of 90 ° relative to the position shown in Fig. 2a, whereby the stop 12 has been displaced in the direction of arrow A. As a result, the space between the stop 12 and the ball 22 is increased such that, when the user lifts the lid slightly, the cam 30 24a pushes the locking catch 18 against the spring force of the compression springs 20. The transverse projecting portion 18a of the blocking pawl 18 passes the cam 24a upon further lifting of the lid, whereby the container can be fully opened.

Figuur 3 toont het slot in een stand waarbij de 35 houder met een vergrendeld slot (waarbij de aanslag 12 zich in dezelfde stand bevindt als in fig. 2a is weergegeven) voorwaarts over een hoek van meer dan 90° gekanteld is. Door de kantelbeweging echter heeft de kogel 22 zich ^ 0 0 3 o 8 2 -6- vanuit de eerste stand langs de geleidegroef 18c verplaatst naar een eindpositie nabij het tweede einde van de blokkeerpal 18. Een eerste helling 18f van de blokkeerpal 18 zorgt ervoor dat de kogel 22 pas gaat bewegen wanneer 5 de houder over meer dan 90° is gekanteld, waardoor wordt voorkomen dat het deksel reeds bij een kleinere kantelhoek zou openvallen. De kogel 22 belandt uiteindelijk op een tweede helling 18g die de eindpositie daarvan bepaalt. Hierdoor is de blokkeerpal 18 vrijgegeven ten opzichte van 10 de nok 24a. Het deksel opent zich onder invloed van de zwaartekracht nu verder. Tijdens het terugkantelen van de houder blijft de kogel 22 door de tweede helling 18g nog even in de eindpositie, waardoor het deksel zich eerst kan sluiten. Vervolgens loopt de kogel 22 langs de geleide-15 groef 18c weer terug in de blokkeerstand volgens fig. 2a.Figure 3 shows the lock in a position where the holder with a locked lock (wherein the stop 12 is in the same position as shown in Figure 2a) is tilted forward through an angle of more than 90 °. However, due to the tilting movement, the ball 22 has moved from the first position along the guide groove 18c to an end position near the second end of the blocking catch 18. A first slope 18f of the blocking catch 18 ensures that that the ball 22 will not move until the container has been tilted by more than 90 °, which prevents the lid from opening at a smaller tilting angle. The ball 22 eventually lands on a second slope 18g which determines its end position. As a result, the blocking pawl 18 is released with respect to the cam 24a. The lid now opens further under the influence of gravity. During the tilting back of the holder, the ball 22 remains in the end position for a moment due to the second slope 18g, so that the lid can close first. Subsequently, the ball 22 returns along the guide groove 18c to the blocking position according to Fig. 2a.

Indien de houder achterwaarts wordt gekanteld, dan gaat de kogel 22 vanuit de eerste stand waarin zij zich bevindt tussen de aanslag 12 en de blokkeerpal 18 (zoals in fig. 2a is weergegeven) via een helling 2b van het 20 slothuis 2 naar een helling 2c. De helling 2c zorgt ervoor dat de kogel 22 de eindstand pas bereikt wanneer de houder over een hoek groter dan 90° is gekanteld. In de eindstand is de blokkeerpal 18 vrijgegeven ten opzichte van de nok 24a, waardoor het deksel zich onder invloed van de zwaar-25 tekracht verder opent.If the container is tilted backwards, the ball 22 goes from the first position in which it is located between the stop 12 and the blocking catch 18 (as shown in fig. 2a) via a slope 2b of the lock housing 2 to a slope 2c . The ramp 2c ensures that the ball 22 does not reach the end position until the container is tilted by an angle greater than 90 °. In the end position, the blocking pawl 18 is released relative to the cam 24a, so that the lid opens further under the influence of the force of force.

Figuur 4 laat zien dat de kogel 22 zich bij zijwaartse kanteling van de houder gedeeltelijk in de kamers I8d, 18e kan bevinden, waardoor de blokkeerpal 18 niet wordt vrijgegeven. Door deze maatregelen wordt voorkomen dat 30 kwaadwilligen de houder gaan kantelen om deze te openen.Figure 4 shows that the ball 22 can be located partly in the chambers 18d, 18e when the container is tilted sideways, so that the blocking pawl 18 is not released. These measures prevent 30 malicious parties from tilting the container to open it.

Een gunstig detail is in fig. 5 weergegeven. Hierin is getoond hoe nokken 2d aan het slothuis 2 worden opgenomen in uitsparingen 24b in de sluitplaat 24. Door deze maatregel wordt voorkomen dat door verbuiging van het 35 deksel de blokkeerpal 18 langs de nok 24a kan bewegen, waardoor het deksel alsnog opgelicht zou kunnen worden.A favorable detail is shown in Fig. 5. This shows how cams 2d on the lock housing 2 are received in recesses 24b in the closing plate 24. This measure prevents the locking catch 18 from moving along the cam 24a by bending the cover, so that the cover could still be lifted .

ί (I U j d d 2 -ί (I U j d d 2 -

Claims (9)

1. Slot voor het deksel van een kantelbare houder, omvattende een slothuls met daarin een om een as kantelbaar grendelorgaan dat voor het vergrendelen met een eerste einde samenwerkt met een tegenleger en een ge- 5 wichtbelast, in de gemonteerde toestand van het slot bij het kantelen van de houder in verticale richting beweegbaar, op het grendelorgaan inwerkend blokkeerorgaan dat tevens samenwerkt met een door de gebruiker te bedienen slotmechanisme, aet het kenmerk, dat het blokkeerorgaan 10 een rollichaam is dat zich tijdens het kantelen van de houder langs een op het grendelorgaan (18) aangebrachte rolbaan kan bewegen, en wel vanuit een eerste stand waarin het zich bevindt tussen een via het slotmechanisme (10) verplaatsbare aanslag (12) enerzijds en het grendelorgaan 15 (18) anderzijds dat dan hierdoor in hoofdzaak geblokkeerd is, naar een tweede stand waarin het grendelorgaan (18) zich ten opzichte van het tegenleger (24a) vrij kan bewegen.1. Lock for the lid of a tiltable container, comprising a lock sleeve containing an axis tiltable locking member which cooperates with a counterpart and a weight load for locking with a first end, in the mounted condition of the lock when tilting of the holder movable in vertical direction, locking member acting on the locking member, which also co-acts with a user-operable lock mechanism, characterized in that the locking member 10 is a roller body which, during tilting of the holder, moves along a locking member on the locking member (18) the roller conveyor provided can move, from a first position in which it is located between a stop (12) displaceable via the lock mechanism (10) on the one hand and the locking member 15 (18) on the other hand, which is then substantially blocked by this, to a second position in which the locking member (18) can move freely relative to the counter bearing (24a). 2. Slot volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het 20 rollichaam een in hoofdzaak ronde kogel (22) is en de rolbaan een in de langsrichting van het grendelorgaan (18) aangebrachte geleidegroef (18c) is, die nabij het eerste einde van het grendelorgaan (18) aan weerszijden daarvan dwars uitloopt in twee tegenover de aanslag (12) gelegen 25 kamers (18d, lae), welke kamers zodanig ingericht zijn dat zij de kogel (22) althans gedeeltelijk kunnen opnemen, en de aanslag (12) zich nagenoeg uitstrekt over de volledige breedte daarvan.Lock according to claim 1, characterized in that the roller body is a substantially round ball (22) and the roller track is a guide groove (18c) arranged in the longitudinal direction of the locking member (18), which is near the first end of the locking member (18) on both sides extends transversely into two 25 chambers (18d, lae) situated opposite the stop (12), which chambers are arranged such that they can at least partially receive the ball (22), and the stop (12) extends almost the full width thereof. 3. slot volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 30 geleidegroef (18c) vanaf het eerste einde van het grendelorgaan (18) en het op afstand daarvan gelegen tweede einde langs hellingen (18f, 18g) oploopt naar een tussen-gelegen gedeelte daarvan.Lock according to claim 2, characterized in that the guide groove (18c) extends from the first end of the locking member (18) and the spaced second end along slopes (18f, 18g) to an intermediate section thereof. 4. Slot volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de 35 kantelas van het grendelorgaan (18) zich nabij het op afstand van het eerste einde gelegen tweede einde daarvan . ) i j o £· -8- bevindt, op welk tweede einde tenminste één veerelement inwerkt.Lock according to claims 1-3, characterized in that the tilting axis of the locking member (18) is located near the second end thereof which is spaced from the first end. ), which second end acts on at least one spring element. 5. Slot volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het veerelement een excentrisch geplaatste drukveer (20) is.Lock according to claim 4, characterized in that the spring element is an eccentrically placed compression spring (20). 6. Slot volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het slotmechanisme een draaibare slotcilinder (10) is die aan het einde de aanslag (12) draagt.Lock according to claims 1-5, characterized in that the lock mechanism is a rotatable lock cylinder (10) which carries the stop (12) at the end. 7. Slot volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de houder een afvalcontainer is.Lock according to claims 1-6, characterized in that the container is a waste container. 8. Slot volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het slothuis (2) is ingericht ter bevestiging aan het deksel van de afvalcontainer en het tegenleger (24a) is ingericht ter bevestiging aan de kuip daarvan.Lock according to claim 7, characterized in that the lock housing (2) is arranged for attachment to the lid of the refuse container and the counter bearing (24a) is arranged for attachment to the tub thereof. 9. Slot volgens conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat 15 het tegenleger (24a) deel uitmaakt van een sluitplaat (24) ter bevestiging aan de kuip, welke sluitplaat is voorzien van uitsparingen (24b) voor het opnemen van corresponderende nokken (2d) aan het slothuis (2). 1003982Lock according to claims 7 or 8, characterized in that the counter bearing (24a) forms part of a closing plate (24) for attachment to the tub, which closing plate is provided with recesses (24b) for receiving corresponding cams ( 2d) at the lock housing (2). 1003982