NL1003784C2 - Door spuitgieten vervaardigde kunststof krat. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Door spuitgieten vervaardigde kunststof krat.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een door spuitgieten vervaardigde kunststof krat volgens de aanhef van conclusie 1.

Dergelijke kratten zijn algemeen bekend, waarbij de 5 hoekconstructie vaak wordt aangeduid als "holle hoekkolom". Bij de bekende kratten zijn de zijden van de krat vaak open uitgevoerd en strekken alleen de hoekkolommen zich uit tussen de onderzijde en de bovenzijde van de krat. Aan de bovenzijde van deze kratten zijn de hoekkolommen door horizontale balken 10 met elkaar verbonden. Bij deze bekende kratten wordt een k vertikale belasting op de krat, bijvoorbeeld de belasting in de onderste krat van een hoge stapel kratten, via de vier hoekkolommen doorgeleid naar het vlak waarop de onderste krat met zijn onderste steunvlak is opgesteld.

15 Bij een bepaalde bekende krat van het hier bedoelde type vormen de binnenwand en de buitenwand van de hoekconstructie een holte met een in hoofdzaak rechthoekige horizontale doorsnede. Voor het verstevigen van de hoekconstructie zijn bij deze bekende krat aan de binnenwand van de hoekconstructie 2 0 meerdere vertikale ribben gevormd, die vanaf de binnenwand in de holte steken en haaks op de binnenwand zijn gericht. Deze vertikale ribben strekken zich aan hun onderzijde uit tot aan het onderste steunvlak van deze bekende krat.

Bij het spuitgieten van de bovengenoemde bekende krat 25 is de afkoeling van de hoekconstructie en met name van de relatief dikke verstevigingsribben problematisch; de vereiste afkoeltijd van dit deel van de krat vormt een beperking voor de produktiesnelheid bij het spuitgieten van de bekende krat.

De onderhavige uitvinding beoogt dit nadeel op te heffen 30 en verschaft daartoe een krat volgens de aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat de verstevigingsmiddelen een tussenwand omvatten, die zich tussen de binnenwand en de buitenwand en op een afstand van de binnenwand en de buitenwand in hoofdzaak in vertikale richting uitstrekt, welke tussenwand 35 zich vanaf het onderste steunvlak van de krat tot ten minste 100 * 78 4 .

- 2 - de helft van de hoogte van de krat uitstrekt en samen met de binnenwand een in omtreksrichting in hoofdzaak gesloten koker vormt.

Aaangezien de tussenwand samen met de binnenwand een 5 gesloten koker vormt, is deze hoekconstructie aanmerkelijk stabieler dan de bekende hoekconstructie met aan de binnenwand gevormde vertikale verstevigingsribben.

Gebleken is dat de bekende kratten bezwijken door het knikken van de hoekconstructie, met name als deze hoekconstructie 10 een vrijstaande hoekkolom van de krat vormt. De koker in de hoekconstructie volgens de uitvinding levert een aanzienlijke verbetering op van de weerstand tegen het knikken van de hoekconstructie onder een op de krat uitgeoefende vertikale belasting. Deze verbetering van de knikweerstand wordt al 15 verkregen bij een koker die zich over meer dan de halve hoogte van de krat uitstrekt, bij voorkeur over ongeveer 2/3-deel van de hoogte. Uiteraard kan de koker zich ook over de hele hoogte van de krat uitstrekken.

De verbeterde stabiliteit van de hoekconstructie wordt 20 al verkregen wanneer de tussenwand met een relatief geringe wanddikte wordt uitgevoerd, hetgeen een snelle afkoeling van de hoekconstructie in de spuitgietmatrijs mogelijk maakt en daardoor een tot een verhoging van het produktietempo bij draagt.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de krat volgens 25 de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 schematisch, in perspectief en gedeeltelijk in doorsnede, het onderste gedeelte van de hoekconstructie van een uitvoeringsvoorbeeld van een kunststof krat volgens de 30 uitvinding, fig. 2 schematisch, in perspectief en gedeeltelijk in doorsnede, de hoekconstructie van figuur 1 over de hele hoogte van de krat, en fig. 3 schematisch een vertikale doorsnede van de 35 hoekconstructie over de lijn III-III in figuur 2.

In het kader van de beschrijving van de uitvinding en 1003784.

- 3 - de conclusies worden termen als "boven", "onder", "binnen" en "buiten" gebruikt en andere aanduidingen met soortgelijke strekking. Onder deze termen worden richtingen en zijden verstaan die overeenkomen met de gebruikelijke benamingen voor zijden 5 en richtingen van een in normale gebruikstoestand opgestelde krat.

In figuur 1 is slechts het voor de toelichting van de uitvinding meest relevante deel van een door spuitgieten vervaardigde kunststof krat weergegeven, namelijk het onderste 10 deel van één van de hoekconstructies van een dergelijke kunststof krat. in combinatie met de figuren 2 en 3, waarin de hoekconstructie over de hele hoogte van de krat is weergeven, kan eenvoudig worden ingezien op welke wijze de hoekconstructie van de krat is opgebouwd.

15 De krat 1 heeft een in hoofdzaak rechthoekige bodem 2 en vier vertikale zijden, waarvan er slechts twee 3,4 zichtbaar zijn, die een ruimte vormen voor het opnemen van produkten, in het bijzonder flessen.

Op elk van de hoeken van de krat is een hoekconstructie 20 5 aanwezig, die zich uitstrekt tussen een onderste steunvlak 6 (zie met name figuur 3) , waarop de krat 1 steunt als de krat 1 op een vlakke ondergrond is geplaatst, en de bovenzijde van de krat l. De hoekconstructie 5 is ingericht voor het opnemen en doorleiden van een in hoofdzaak vertikaal gerichte belasting 25 van de bovenzijde van de krat 1 naar het onderste steunvlak 6 van de krat 1. Een grote vertikale belasting van de hoekconstructie 5 treedt bijvoorbeeld op in de onderste krat van een hoge stapel met flessen gevulde kratten 1. Bijzonder ongunstig is deze belasting wanneer kratten zomers buiten in 30 de zon staan en de onderste krat op de vlakke grond is opgesteld. Onder dergelijke omstandigheden is de kunststof van de krat warm en derhalve relatief zwak en bij bekende kratten wordt in de praktijk waargenomen dat één of meer van de hoekconstructies van de onderste krat van de stapel bezwijken, 35 zodat bij de bezweken krat niet alleen de binnenwand maar ook de buitenwand van de krat op de grond komt. De bezweken krat is niet meer bruikbaar. Een risico van het bezwijken van de 1 0 Ö 3 7 S ‘1 .

- 4 - onderste krat van een stapel is dat de stapel instabiel wordt en als geheel omvalt.

De getoonde hoekconstructie 5 omvat een binnenwand 7 en een buitenwand 8, die zich op een afstand van elkaar in 5 hoofdzaak in vertikale richting uitstrekken. Hierbij begrenst de binnenwand 7 de ruimte voor het opnemen van de produkten van de krat en begrenst de buitenwand 8 de buitenzijde van de krat. Het is mogelijk dat de krat over zijn gehele omtrek dubbelwandig is uitgevoerd met een binnenwand en een op een 10 afstand daarvan gelegen buitenwand. Een andere mogelijkheid is dat de binnenwand en buitenwand van de hoekconstructie een kolom op de hoek van de krat vormen en de naburige zijden van de krat enkelwandig zijn, ook is het mogelijk dat de naburige zijden van de krat vrijwel volledig open zijn uitgevoerd en 15 de hoekconstructie in feite een vrijstaande vertikale kolom op de hoek van de krat vormt.

De binnenwand 7 strekt zich aan de onderzijde uit tot aan het onderste steunvlak 6 van de krat (zie ook figuur 3) in de vorm van een stapelrand. De stapelrand steekt zoals 20 gebruikelijk onder de bodem 2 van de krat uit en loopt op een afstand naar binnen versprongen ten opzichte van de buitenwand 8 rondom de bodem 2 van de krat.

Verder is in de figuren te herkennen dat de onderzijde van de buitenwand 8 zich op een afstand boven het onderste 25 steunvlak 6 van de krat bevindt.

Tussen de binnenwand 7 en de buitenwand 8 en op een afstand van de binnenwand 7 en de buitenwand 8 strekt zich in hoofdzaak in vertikale richting een tussenwand 10 uit. De tussenwand 10 strekt zich, net als de binnenwand 7, aan de 30 onderzijde uit tot aan het onderste steunvlak 6 van de krat. Samen met de binnenwand 7 vormt de tussenwand 10 een in omtreksrichting, horizontaal gezien, in hoofdzaak gesloten koker.

De tussenwand 10 strekt zich vanaf het onderste steunvlak 6 van de krat 1 naar boven uit over ten minste de helft van 35 de hoogte van de krat 1, met voordeel over ongeveer 2/3-deel van de hoogte van de krat 1. Dit is duidelijk te herkennen in de figuren 2 en 3.

1003784.

- 5 -

Door de aanwezigheid van de tussenwand 10, en met name omdat de tussenwand 10 en de binnenwand 7 een koker vormen, is de hoekconstructie 5 zeer bestendig tegen de in de praktijk optredende drukbelastingen. De tussenwand 10 kan met een geringe 5 dikte worden uitgevoerd, terwijl ook de binnenwand 7 met een geringere dikte dan gebruikelijk kan worden uitgevoerd. Deze geringe wanddikte en het feit dat afkoeling van de betreffende wanden van de hoekconstructie 5 over een groot oppervlak kan plaatsvinden, maken een snelle afkoeling van de hoekconstructie 10 5 mogelijk na het injecteren van de kunststof in de spuitgietmatrijs. Hierdoor wordt ten opzichte van de bekende kratten de afkoeltijd van de krat in de matrijs gereduceerd en kan dus een hoger produktietempo worden bereikt.

De hoekconstructie 5 omvat verder een eerste 15 verbindingslijf 12, dat zich bevindt in de door de binnenwand 7 en de tussenwand 10 gevormde koker en zich in hoofdzaak in vertikale richting uitstrekt. Het eerste verbindingslijf 12 verbindt de binnenwand 7 en de tussenwand 10 met elkaar en deelt daarbij de koker op in twee delen. Door het eerste 20 verbindingslijf 12 wordt een verdere versterking van de hoekconstructie 5 verkregen, ook als de wanddikte van het eerste verbindingslijf 12 gering is. Het eerste verbindingslijf 12 kan eenvoudig en snel worden afgekoeld door koelmiddelen in de bijbehorende kernen van de spuitgietmatrijs.

25 Het eerste verbindingslijf 12 strekt zich naar boven uit vanaf het onderste steunvlak 6 van de krat 1 en brengt daarom direct vertikale krachten over op de ondergrond waarop de krat is opgesteld.

De figuren 2 en 3 tonen dat het eerste verbindingslijf 30 12 zich over de hele hoogte van de tussenwand 10 uitstrekt tussen de binnenwand 7 en de tussenwand 10.

De figuren 2 en 3 tonen ook dat de binnenwand 7 boven de tussenwand 10 in hoofdzaak in het verlengde van de tussenwand 10 vertikaal omhoog loopt, evenwijdig aan de buitenwand 8. Verder 35 is een tweede verbindingslij f 14 te herkennen, dat zich vertikaal uitstrekt tussen de buitenwand 8 en de binnenwand 7 tot aan de bovenrand, die de binnenwand 7 en de buitenwand 8 aan de 1003784.

- 6 - bovenzijde van de krat 1 met elkaar verbindt.

In het bijzonder strekt het tweede verbindingslijf 14 zich ten minste uit tussen de buitenwand 8 en het zich boven de tussenwand 10 uitstrekkende deel 7a van de binnenwand 7. Het tweede 5 verbindingslijf 14 verbindt op die plaats de buitenwand 8 en de binnenwand 7 met elkaar. Het tweede verbindingslij f 14 ligt in het zelfde vertikale vlak als het eerste verbindingslijf 12 en de beide verbindingslijven 12 en 14 overlappen elkaar, gezien in hoogterichting van de krat 1 (zie fig. 3).

10 Door de hier beschreven samenstelling van het bovenste deel van de hoekconstructie 5 wordt een voldoende stevigheid van dat bovenste deel verkregen, welk deel op zich niet bedreigt wordt door het risico van knikken. Verder wordt door de opbouw van het bovenste deel van de hoekconstructie een gunstige 15 inleiding van een op de bovenzijde van de krat uitgeoefende vertikale belasting in de door de tussenwand 10 en de binnenwand 7 gevormde koker bereikt.

De hoekconstructie 5 omvat verder een derde verbindingslijf 16 en een vierde verbindingslijf 18. Deze 20 verbindingslijven 16 en 18 strekken zich in vertikale richting uit, ongeveer vanaf de onderrand van de buitenwand 8 naar boven tot aan de bovenzijde van de krat 1. Deze verbindingslijven 16 en 18 verbinden de buitenwand 8 met de binnenwand 7 van de krat 1 op de plaats waar de tussenwand 10 met zijn vertikale 2 5 langsranden aansluit op de binnenwand 7 en bewerkstelligen een verdere versteviging van de hoekconstructie. Met name is het bij aanwezigheid van het derde en het vierde verbindingslijf 16, 18 mogelijk de daarnaast, tussen de hoekconstructies 5 van de krat gelegen delen van de binnenwand 7 en de buitenwand 8 30 helemaal weg te laten, zodat een krat met door de beschreven hoekconstructie 5 gevormde vrijstaande hoekkolommen wordt verkregen, welke hoekkolommen via de bodem van de krat en via een balk langs de bovenomtrek van de krat met elkaar zijn verbonden.

mo *?f» 4 .

Claims (7)

1. Door spuitgieten vervaardigde kunststof krat (1), welke krat een in hoofdzaak rechthoekige bodem (2) en vertikale zijden (3,4) heeft, die een ruimte vormen voor het opnemen van produkten, in het bijzonder flessen, waarbij op elk van de hoeken 5 van de krat een hoekconstructie (5) aanwezig is, die zich in hoofdzaak over de hoogte van de krat uitstrekt tussen een onderste steunvlak (6) van de krat, met welk onderste steunvlak (6) de krat (1) op een vlakke ondergrond kan steunen, en de bovenzijde van de krat en is ingericht voor het opnemen en 10 doorleiden van een vertikale drukbelasting, welke hoekconstructie (5) een binnenwand (7) en een buitenwand (8) omvat, die zich op een afstand van elkaar uitstrekken, waarbij de binnenwand (7) de ruimte voor het opnemen van de produkten van de krat begrenst en de buitenwand (8) de buitenzijde van de krat (1) 15 begrenst, en waarbij de binnenwand (7) zich aan de onderzijde uitstrekt tot aan het onderste steunvlak (6) van de krat en de onderzijde van de buitenwand (8) zich op een afstand boven het onderste steunvlak (6) van de krat bevindt, waarbij de hoekconstructie (5) verder verstevigingsmiddelen omvat voor 20 het vergroten van de belastbaarheid van de hoekconstructie, met het kenmerk, dat de verstevigingsmiddelen een tussenwand (10) omvatten, die zich tussen de binnenwand (7) en de buitenwand (8) , en op een afstand van de binnenwand en de buitenwand in hoofdzaak in vertikale richting uitstrekt, welke tussenwand 25 (10) zich uitstrekt vanaf het onderste steunvlak (6) van de krat tot ten minste de helft van de hoogte van de krat en welke tussenwand (10) samen met de binnenwand (7) een in omtreksrichting in hoofdzaak gesloten koker vormt.

2. Krat volgens conclusie 1, waarbij de tussenwand (10) zich over ongeveer 2/3-deel van de hoogte van de krat uitstrekt.

3. Krat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verstevigingsmiddelen verder een eerste verbindingslijf (12) 35 omvatten, dat zich bevindt in de door de binnenwand (7) en de 1003784. - 8 - tussenwand (10) gevormde koker en zich in hoofdzaak in vertikale richting uitstrekt, welk eerste verbindingslijf de binnenwand (7) en de tussenwand (10) met elkaar verbindt en daarbij de koker opdeelt. 5

4. Krat volgens conclusie 3, waarbij het eerste verbindingslij f (12) zich vanaf het onderste steunvlak (6) van de krat (1) naar boven uitstrekt.

5. Krat volgens conclusie 3 of 4, waarbij het eerste verbindingslij f (12) zich over de hele hoogte van de tussenwand (10) uitstrekt tussen de binnenwand (7) en de tussenwand (10) .

6. Krat volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 15 waarbij, boven de tussenwand (10), de binnenwand (7) in hoofdzaak in het verlengde van de tussenwand (10) loopt.

7. Krat volgens conclusie 6, waarbij de verstevigingsmiddelen een tweede verbindingslijf (14) omvatten, dat zich vertikaal 20 uitstrekt tussen de buitenwand (8) en de binnenwand (7), ten minste tussen de buitenwand (8) en het zich boven de tussenwand uitstrekkende deel (7a) van de binnenwand, welke tweede verbindingslijf (14) de buitenwand (8) en de binnenwand (7,7a) met elkaar verbindt. 110 3 7 8 4 .