NL1003529C2 - Catheter met centreermiddelen. - Google Patents

Catheter met centreermiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1003529C2
NL1003529C2 NL1003529A NL1003529A NL1003529C2 NL 1003529 C2 NL1003529 C2 NL 1003529C2 NL 1003529 A NL1003529 A NL 1003529A NL 1003529 A NL1003529 A NL 1003529A NL 1003529 C2 NL1003529 C2 NL 1003529C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
catheter
channel
balloons
elongated
centering means
Prior art date
Application number
NL1003529A
Other languages
English (en)
Inventor
Arie Luite Visscher
Edgar German Loeffler
Original Assignee
Optische Ind Oede Oude Delftoe
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Optische Ind Oede Oude Delftoe filed Critical Optische Ind Oede Oude Delftoe
Priority to NL1003529A priority Critical patent/NL1003529C2/nl
Priority to DE69732142T priority patent/DE69732142D1/de
Priority to JP10505087A priority patent/JP2000514327A/ja
Priority to EP97929583A priority patent/EP0952874B1/en
Priority to PCT/NL1997/000386 priority patent/WO1998001185A1/en
Priority to AT97929583T priority patent/ATE285818T1/de
Priority to US09/214,311 priority patent/US6068611A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1003529C2 publication Critical patent/NL1003529C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61NELECTROTHERAPY; MAGNETOTHERAPY; RADIATION THERAPY; ULTRASOUND THERAPY
    • A61N5/00Radiation therapy
    • A61N5/10X-ray therapy; Gamma-ray therapy; Particle-irradiation therapy
    • A61N5/1001X-ray therapy; Gamma-ray therapy; Particle-irradiation therapy using radiation sources introduced into or applied onto the body; brachytherapy
    • A61N5/1002Intraluminal radiation therapy
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M25/00Catheters; Hollow probes
    • A61M25/10Balloon catheters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M25/00Catheters; Hollow probes
    • A61M25/10Balloon catheters
    • A61M25/1011Multiple balloon catheters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M25/00Catheters; Hollow probes
    • A61M25/10Balloon catheters
    • A61M25/1011Multiple balloon catheters
    • A61M2025/1013Multiple balloon catheters with concentrically mounted balloons, e.g. being independently inflatable
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M25/00Catheters; Hollow probes
    • A61M25/10Balloon catheters
    • A61M2025/1043Balloon catheters with special features or adapted for special applications
    • A61M2025/1072Balloon catheters with special features or adapted for special applications having balloons with two or more compartments
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61NELECTROTHERAPY; MAGNETOTHERAPY; RADIATION THERAPY; ULTRASOUND THERAPY
    • A61N5/00Radiation therapy
    • A61N5/10X-ray therapy; Gamma-ray therapy; Particle-irradiation therapy
    • A61N5/1001X-ray therapy; Gamma-ray therapy; Particle-irradiation therapy using radiation sources introduced into or applied onto the body; brachytherapy
    • A61N5/1002Intraluminal radiation therapy
    • A61N2005/1003Intraluminal radiation therapy having means for centering a radioactive source within the lumen, e.g. balloons

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Hematology (AREA)
  • Anesthesiology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Child & Adolescent Psychology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Radiation-Therapy Devices (AREA)
  • Media Introduction/Drainage Providing Device (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)

Description

Titel: Catheter met centreermiddelen
De uitvinding heeft betrekking op een catheter omvattend een langgerekte slang met een eerste kanaal voor het geleiden van een radio-actief element en een tweede kanaal voor het doorvoeren van een leidraad voor de catheter, waar-5 bij de langgerekte slang nabij het distale uiteinde aan de buitenomtrek is voorzien van tijdelijk activeerbare centreermiddelen .
Een dergelijke uit EP-A-0 688 580 bekende catheter is bedoeld voor gebruik na een rekanalisatiebehandeling, waarbij 10 een nagenoeg dichtgeslibd bloedvat (bijvoorbeeld als gevolg van afzetting van zogenaamde plaque in het lumen van het bloedvat) wordt opgerekt door middel van een uitzetbaar element, zoals een met een fluïdum opblaasbare rekanalisatie-ballon, bevestigd bij het distale uiteinde van een langgerek-15 te catheter-slang teneinde het bloed weer in hoofdzaak ongehinderd door het opgerekte bloedvat te laten stromen.
Vaak blijkt na relatief korte tijd een nieuwe rekanalisatiebehandeling nodig te zijn, omdat er zich weer een vernauwing in het bloedvat vormt of reeds heeft gevormd. Die 20 vernauwing kan een gevolg zijn van zich op de opgerekte plaats ontwikkelend weefsel (bekend als neo-intima proliferatie), waarschijnlijk doordat de wand van het bloedvat door het oprekken wordt beschadigd. Deze vorming van weefsel is in sterke mate te voorkomen althans te verminderen, wanneer tij-25 dens of kort na de rekanalisatiebehandeling het betreffende bloedvatweefsel wordt bestraald met ioniserende straling, in het bijzonder beta en/of gamma straling.
Voor een dergelijke behandeling kan de uit EP-A-0 688 580 bekende catheter worden gebruikt. De stra-30 lingsintensiteit van het ingebrachte radio-actieve element neemt sterk af met de afstand. Teneinde de dosis straling niet te hoog (beschadiging vatwand) of te laag (niet de ge- 1 0 0 3 5 2» - 2 - wenste vermindering van zich op de opgerekte plaats ontwikkelend weefsel) te laten zijn, is het van belang het radioactieve element nauwkeurig in het bloedvat te centreren. Dit geschiedt bij de bekende catheter door middel van centreer-5 middelen in de vorm van een op te blazen ballon die door insnoermiddelen in een aantal ballondelen wordt onderverdeeld. De insnoermiddelen zijn dusdanig bemeten, dat de diverse ballondelen met elkaar communiceren.
Bij een dergelijke behandeling moet derhalve eerst de 10 rekanalisatiecatheter tot de gewenste plaats worden ingevoerd en na het uitvoeren van de rekanalisatiebehandeling worden verwijderd en vervangen door de catheter voor het geleiden van het radio-actieve element, waarbij er uiteraard veel zorg aan moet worden besteed dat dat radio-actieve element nauw-15 keurig op de plaats van de eerdere rekanalisatiebehandeling kan worden geplaatst. Al met al een omslachtige en tijdrovende methode die uiterst secuur moet worden uitgevoerd, terwijl het, ook uit het oogpunt van de patiënt die de behandeling moet ondergaan, de voorkeur verdient zo snel en efficiënt mo-20 gelijk te kunnen werken.
Doel van de uitvinding is dan ook een zodanig instrument te ontwerpen dat de behandeling in korte tijd met zo min mogelijk handelingen effectief en betrouwbaar is uit te voeren.
25 Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een cathe ter van de in de aanhef omschreven soort bereikt, doordat de centreermiddelen zijn omgeven door rekanalisatiemiddelen, waarbij de centreermiddelen een aantal langwerpige ballonnen omvatten, die door een via tenminste ëén derde kanaal aange-30 voerd fluïdum opblaasbaar zijn en in bedrijf de rekanalisatiemiddelen laten expanderen tot een langwerpig lichaam ten opzichte waarvan het eerste kanaal gecentreerd is. Door deze maatregelen zijn de rekanalisatiebehandeling en de bestra- 1 0 0 3 5 29 - 3 - lingsbehandeling van het opgerekte bloedvatgebied met één en dezelfde catheter uit te voeren, dat wil zeggen snel en zonder tijdverlies omdat een verwijderings- en een inbrenghande-ling van een catheter worden uitgespaard, hetgeen ook door de 5 patiënt bijzonder op prijs zal worden gesteld. Bovendien heeft het niet hoeven wisselen van catheter het bijzondere, extra voordeel dat de centreermiddelen zich automatisch nauwkeurig op de juiste, gewenste plaats bevinden, zodat tevens aanvullend een waarborg is verkregen dat de bestraling 10 steeds zowel op de juiste plaats als op de juiste wijze wordt uitgevoerd.
Het gebruik van dezelfde catheter voor zowel de reka-nalisatiebehandeling als de bestralingsbehandeling heeft een langere continue verblijfstijd van de catheter op de behande-15 lingsplaats tot gevolg dan het geval is bij het gebruiken van twee achtereenvolgens in te voeren catheters. In verband hiermee is overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding tenminste één perfusiekanaal aanwezig dat zich binnen de rekanalisatiemiddelen en langs de centreermiddelen 20 uitstrekt van het proximale einde van de rekanalisatiemiddelen en de centreermiddelen tot het distale einde van de rekanalisatiemiddelen en de centreermiddelen. Door deze maatregelen kan de stroming van het bloed door het behandelde bloedvat in verregaande mate ongestoord blijven, hetgeen bij-25 zondere maatregelen dienaangaande veelal overbodig maakt.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Figuur 1 toont schematisch in langsdoorsnede langs de lijn I-I in figuur 2 op vergrote schaal een voorbeeld van een 30 catheter volgens de uitvinding; figuur 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede van een catheter volgens de uitvinding in het van centreermiddelen voorziene gedeelte.
1 0 0 3 5 20 - 4 -
De figuren 1 en 2 tonen schematisch in langsdoorsnede respectievelijk dwarsdoorsnede een voorbeeld van een distaai einde van een van centreermiddelen voorziene catheter 1 volgens de uitvinding. De getoonde catheter omvat een slang 5 2 met een centraal kanaal 3, dat in dit voorbeeld aan het distale einde gesloten is, en dat dient om een radio-actieve stralingsbron naar een voorafbepaalde plaats in een bloedvat te geleiden, teneinde de wand van het bloedvat te bestralen. De wand van het bloedvat is voordien dan wel wordt gelijktij-10 dig met de bestraling met behulp van rekanalisatiemiddelen opgerekt. De catheter omvat een tweede langskanaal 4 voor het doorvoeren van een leidraad voor de catheter. Het tweede langskanaal 4 is aan of nabij het distale einde open, zoals bij 5 is aangegeven.
15 In dit verband wordt opgemerkt, dat voor het inbrengen van een balloncatheter in een bloedvat verschillende technieken bekend zijn. Als eerste techniek kan genoemd worden de zogenaamde vaste-draad-techniek (fixed-wire system) ook wel aangeduid als "on-the-wire" system. Een tweede techniek 20 is de zogenaamde "over-the-wire" techniek, waarbij de balloncatheter over de leidraad geschoven en verschoven kan worden. Volgens een derde techniek wordt gebruik gemaakt van een balloncatheter waarvan een relatief kort segment is voorzien van een kanaal met een ingang en een uitgang, waarbij 25 de leidraad zich door dit kanaal uitstrekt, zodat de catheter langs de leidraad geschoven kan worden. Deze laatste techniek wordt meestal aangeduid als het monorail-systeem. Dit mono-rail-systeem wordt ook bij voorkeur, doch niet strikt noodzakelijk, toegepast bij catheters volgens de onderhavige 30 uitvinding. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm maakt het kanaal 4 de catheter geschikt voor toepassing van de monorail-techniek.
Voorts is de catheter voorzien van centreermiddelen en van rekanalisatiemiddelen. De centreermiddelen omvatten een 1 0 03 5 29 - 5 - aantal radiaal rondom de slang 2 naast elkaar gerangschikte langwerpige ballonnen 6,7,8,9,10,11 zoals het beste in figuur 2 is te zien. De ballonnen zijn aan de slang bevestigd en kunnen via een of meer in de slang aangebrachte kanalen wor-5 den opgeblazen. Hiertoe kan via de kanalen een geschikt fluïdum, dat zowel een vloeistof als een gas of zelfs een combinatie daarvan kan zijn, worden toegevoerd, en later ook weer afgevoerd.
Voor het toevoeren en afvoeren van fluïdum aan de 10 ballonnen zijn in het getoonde voorbeeld in de slang twee kanalen 13,14 gevormd, die via dwarskanalen 13a,13b,13c respectievelijk 14a,14b,14c in verbinding staan met het inwendige van de ballonnen.
De langwerpige ballonnen bevinden zich op soortgelijke 15 wijze als beschreven in de samenhangende octrooiaanvrage binnen rekanalisatiemiddelen, die echter volgens de onderhavige uitvinding niet bestaan uit een gesloten ballon, maar uit een huls 12 van soepel materiaal. De huls 12 kan met het buitenoppervlak van ëën of meer of zelfs alle bal-20 lonnen verbonden zijn, maar kan ook met de slang 2 verbonden zijn met behulp van geschikte verbindingsmiddelen 15, zoals bijvoorbeeld stroken of draden van een geschikt materiaal. De verbindingsmiddelen 15 kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door uitgaande van een langwerpige ballon aan de kopse einden 25 delen van het ballonmateriaal te verwijderen. Aan het distale einde kunnen de verbindingsmiddelen zoals bij 16 getoond een gestroomlijnde vorm hebben om opstropen te voorkomen en zijn voorzien van openingen 17. De huls 12 zou opgevat kunnen worden als een aan de voor- en achterzijde open langwerpige 30 ballon.
De werking van de getoonde catheter is als volgt.
Eerst wordt de catheter met behulp van een leidraad op één der daartoe bekende wijzen in een bloedvat gebracht tot het 1 0 0 3 5 29 - 6 - van de rekanalisatiemiddelen voorziene deel zich ter plaatse van een te behandelen vernauwing bevindt. Vervolgens worden via de kanalen 13 en 14 de langwerpige ballonnen 6 tot en met 11 opgeblazen. De ballonnen oefenen via de huls 12 een bui-5 tenwaarts gerichte kracht uit op de omringende wand van het bloedvat, die daardoor enigszins opgerekt wordt, waardoor de vernauwing verdwijnt. De huls begrenst de expansie van de ballonnen en bewerkstelligt tevens dat de ballonnen het kanaal 3 centreren ten opzichte van de huls en dus ten opzichte 10 van de wand van het bloedvat. Derhalve kan zonder verdere centreerhandelingen een radio-actief element in het kanaal 3 geschoven worden om de wand van het bloedvat ter plaatse van de verwijderde vernauwing te bestralen. Doordat de huls aan de kopse einden open is en zich tussen de ballonnen vrije 15 ruimten zoals aangegeven bij 18 bevinden, wordt tijdens de behandeling de bloedstroom door het betreffende bloedvat niet onderbroken.
Opgemerkt wordt, dat de centreerhandeling plaats dient te vinden ten opzichte van het kanaal 3, waarin zich in be-20 drijf het radio-actieve element bevindt. Kanaal 3 kan zich weliswaar centraal in de slang 2 bevinden, doch dikwijls is dit niet het geval, omdat de slang 2 ook nog andere kanalen bevat. In het getoonde voorbeeld ligt het kanaal 3 excentrisch in de slang. Om toch tot een goede centrering te komen 25 dienen de ballonnen, en/of de verbindingsmiddelen 15 een aan de radiale positie ten opzichte van de slang aangepaste diameter respectievelijk lengte te hebben. De diameter respectievelijk lengte is groter naarmate de ballonnen respectievelijk verbindingsmiddelen zich dichter bij het centrale kanaal 3 30 bevinden. In figuur 2 is te zien dat de ballonnen 7 en 8 de grootste en de ballonnen 10 en 11 de kleinste diameter hebben .
Opgemerkt wordt voorts, dat na het voorgaande diverse 1 0 0 3 5 29 - 7 - modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Eén of meer langwerpige ballonnen kunnen bijvoorbeeld als alternatief bestaan uit een aantal achter elkaar geplaatste ballonnen. Voorts kan de huls zijn opgebouwd uit een aantal op af-5 stand van elkaar geplaatste ringvormige stroken, die al dan niet verbonden zijn met langsstroken.
Ook kan het kanaal voor de leidraad zich beperken tot het voorbij de centreermiddelen gelegen distale einde van de catheter. Het kanaal 4 strekt zich dan vanaf de monding 5 10 achterwaarts uit tot voor het distale einde van de centreermiddelen en heeft daar een opening in de wand voor de doorvoer van de leidraad. De rest van het kanaal 4, die zich in figuur 1 verder in de richting van het proximaïe einde uitstrekt kan dan ofwel afwezig zijn, ofwel gebruikt worden om 15 de functie van de één of beide kanalen 13,14 over te nemen. De verbindingskanalen 13a, 13b, 13c en/'of 14a, 14b, 14c diener. dan natuurlijk in verbinding te staan met kanaal 4 en de kanalen 13 en/of 14 zijn dan overbodig.
1 0 0 3 5 29

Claims (10)

1. Catheter omvattend een langgerekte slang met een eerste kanaal voor het geleiden van een radio-actief element en een tweede kanaal voor het doorvoeren van een leidraad voor de catheter, waarbij de langgerekte slang nabij het 5 distale einde aan de buitenomtrek is voorzien van tijdelijk activeerbare centreermiddelen, met het kenmerk, dat de centreermiddelen zijn omgeven door rekanalisatiemidde-len, waarbij de centreermiddelen een aantal langwerpige ballonnen omvatten die door een via tenminste één derde kanaal 10 aangevoerd fluïdum opblaasbaar zijn en in bedrijf de rekana-lisatiemiddelen laten expanderen tot een langwerpig lichaam, ten opzichte waarvan het eerste kanaal in hoofdzaak gecentreerd is.
2. Catheter volgens conclusie 1, gekenmerkt 15 door tenminste één perfusiekanaal dat zich binnen de rekana-lisatiemiddelen en langs de centreermiddelen uitstrekt van het proximale einde van de rekana1isatiemiddelen en de centreermiddelen tot het distale einde van de rekanalisatie-middelen en de centreermiddelen.
3. Catheter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de rekanalisatiemiddelen een huls van soepel materiaal omvatten, die om de langwerpige ballonnen ligt en die aan beide kopse einden tenminste deels open is.
4. Catheter volgens conclusie 3, met het ken- 25. e r k, dat de huls aan de buitenwand van één of meer ballonnen bevestigd is.
5. Catheter volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de huls tenminste aan de kopse einden via verbindingsmiddelen met de slang is verbonden.
6. Catheter volgens conclusie 5, met het ken merk, dat de huls en de verbindingsmiddelen aan het distale einde een gladde gestroomlijnde vorm hebben. 1 0 0 3 5 29 - 9 -
7. Catheter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langwerpige ballonnen radiaal verdeeld rondom de slang zijn aangebracht, en dat de zich tussen de ballonnen bevindende vrije ruimten perfusie- 5 kanalen vormen.
8. Catheter volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat het eerste kanaal excentrisch in de slang is aangebracht en dat de lengte van de verbindingsmiddelen en/of de diameter van de ballonnen groter is naarmate 10 de verbindingsmiddelen respectievelijk de ballonnen dichter bij het eerste kanaal liggen.
9. Catheter volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of meer der langwerpige ballonnen gevormd zijn door een aantal achter elkaar geplaatste 15 ballonnen.
10. Catheter volgens één der voorgaande conclusies, m e t het kenmerk, dat het tweede kanaal zich uitsluitend in het zich voor de rekanalisatie- en centreermiddelen uitstrekkende distale einde van de slang uitstrekt. 1 0 0 3 5 29
NL1003529A 1996-07-05 1996-07-05 Catheter met centreermiddelen. NL1003529C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003529A NL1003529C2 (nl) 1996-07-05 1996-07-05 Catheter met centreermiddelen.
DE69732142T DE69732142D1 (de) 1996-07-05 1997-07-04 Katheter mit zentrierungsmittel
JP10505087A JP2000514327A (ja) 1996-07-05 1997-07-04 センタリング手段を有するカテーテル
EP97929583A EP0952874B1 (en) 1996-07-05 1997-07-04 Catheter having centering means
PCT/NL1997/000386 WO1998001185A1 (en) 1996-07-05 1997-07-04 Catheter having centering means
AT97929583T ATE285818T1 (de) 1996-07-05 1997-07-04 Katheter mit zentrierungsmittel
US09/214,311 US6068611A (en) 1996-07-05 1997-07-04 Catheter having centering means

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003529A NL1003529C2 (nl) 1996-07-05 1996-07-05 Catheter met centreermiddelen.
NL1003529 1996-07-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003529C2 true NL1003529C2 (nl) 1998-01-07

Family

ID=19763160

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003529A NL1003529C2 (nl) 1996-07-05 1996-07-05 Catheter met centreermiddelen.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6068611A (nl)
EP (1) EP0952874B1 (nl)
JP (1) JP2000514327A (nl)
AT (1) ATE285818T1 (nl)
DE (1) DE69732142D1 (nl)
NL (1) NL1003529C2 (nl)
WO (1) WO1998001185A1 (nl)

Families Citing this family (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0686342B1 (en) 1994-06-10 1998-09-09 Schneider (Europe) GmbH A medical appliance for the treatment of a portion of body vessel by ionising radiation
DE69426071T2 (de) 1994-06-24 2001-05-10 Schneider Europ Gmbh Buelach Arzneigerät für die Behandlung eines Teiles eines Körpergefässes mittels Ionisierungsbestrahlung
US6234951B1 (en) 1996-02-29 2001-05-22 Scimed Life Systems, Inc. Intravascular radiation delivery system
NL1003527C2 (nl) * 1996-07-05 1998-01-07 Optische Ind Oede Oude Delftoe Catheter.
US7384411B1 (en) * 1997-02-19 2008-06-10 Condado Medical Devices Corporation Multi-purpose catheters, catheter systems, and radiation treatment
US5851171A (en) * 1997-11-04 1998-12-22 Advanced Cardiovascular Systems, Inc. Catheter assembly for centering a radiation source within a body lumen
US6605030B2 (en) * 1998-11-09 2003-08-12 The Trustees Of Columbia University In The City Of New York Apparatus and method for treating a disease process in a luminal structure
US7163504B1 (en) * 2000-02-16 2007-01-16 Advanced Cardiovascular Systems, Inc. Multi-lumen fluted balloon radiation centering catheter
US6679860B2 (en) 2001-06-19 2004-01-20 Medtronic Ave, Inc. Intraluminal therapy catheter with inflatable helical member and methods of use
US20030114747A1 (en) * 2001-12-14 2003-06-19 Smith Scott R. Recanalization of occluded vessel using magnetic resonance guidance
US20060111739A1 (en) * 2002-09-03 2006-05-25 Urs Staufer Device for stabilising and/or positioning a medical tool in a body cavity
US7753926B1 (en) * 2003-06-10 2010-07-13 Abbott Cardiovascular Systems Inc. Method and apparatus for treating vulnerable plaque
US7912531B1 (en) 2003-12-17 2011-03-22 Advanced Cardiovascular Systems, Inc. Magnetic resonance imaging coils
US20070299433A1 (en) * 2006-06-27 2007-12-27 C2 Therapeutics Barrett's Esophagus Cryogenic Ablation System
US8388573B1 (en) 2006-06-28 2013-03-05 Abbott Cardiovascular Systems Inc. Local delivery with a balloon covered by a cage
US7871396B2 (en) * 2006-10-30 2011-01-18 Boston Scientific Scimed, Inc. Bifurcation catheter assembly and method
US7762985B2 (en) * 2006-11-01 2010-07-27 Cook Incorporated Balloon catheter for treating hardened lesions
US20100241178A1 (en) 2008-06-02 2010-09-23 Loma Vista Medical, Inc. Inflatable medical devices
US8663319B2 (en) * 2007-07-23 2014-03-04 Hocor Cardiovascular Technologies Llc Methods and apparatus for percutaneous aortic valve replacement
US8663318B2 (en) 2007-07-23 2014-03-04 Hocor Cardiovascular Technologies Llc Method and apparatus for percutaneous aortic valve replacement
US8100855B2 (en) 2007-09-17 2012-01-24 Abbott Cardiovascular Systems, Inc. Methods and devices for eluting agents to a vessel
EP2241284B1 (en) * 2009-04-15 2012-09-19 National University of Ireland, Galway Intravasculature devices and balloons for use therewith
EP2665509B1 (en) 2011-01-18 2019-08-07 Loma Vista Medical, Inc. Inflatable medical devices
EP2522307B1 (en) * 2011-05-08 2020-09-30 ITSO Medical AB Device for delivery of medical devices to a cardiac valve
WO2013093852A1 (de) 2011-12-23 2013-06-27 Fraunhofer-Gesellschaft Zur Foerderung Der Angewandten Forschung E.V. Navigierbare darstellung einer losungsvielfalt von therapieplanen
US10799348B2 (en) 2012-10-18 2020-10-13 Loma Vista Medical, Inc. Reinforced inflatable medical devices
US10092723B2 (en) * 2013-05-07 2018-10-09 Lamina Solutions Llc Retention drainage catheter
US10092724B2 (en) 2013-05-07 2018-10-09 Lamina Solutions Llc Retention drainage catheter
US10315007B2 (en) 2014-07-15 2019-06-11 Stryker Corporation Vascular access system and method of use
DE102016013480A1 (de) * 2016-11-11 2018-05-17 Peter Osypka Stiftung Vorrichtung zur Ballondilatation einer verengten Herzklappe
US10575972B2 (en) 2017-04-28 2020-03-03 Cook Medical Technologies Llc Medical device with induction triggered anchors and system for deployment of the same
EP3843824A1 (en) * 2018-08-29 2021-07-07 Boston Scientific Scimed Inc. Multi-balloon pouch forming device
WO2022055522A1 (en) * 2020-09-14 2022-03-17 Cyndrx, Llc Device for achieving hemostasis

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4781681A (en) * 1987-09-15 1988-11-01 Gv Medical, Inc. Inflatable tip for laser catheterization
DE9102312U1 (de) * 1991-02-27 1992-06-25 Merkel, Volkmar, Dipl.-Ing. (FH), 8520 Erlangen Vorrichtung zur Behandlung von Stenosen oder Wucherungen
EP0567788A1 (en) * 1992-04-02 1993-11-03 Indiana University Foundation Method and apparatus for intravascular drug delivery
WO1995026681A1 (en) * 1994-03-31 1995-10-12 Liprie Samuel F Device for treating constriction in a bodily conduit
WO1996006654A1 (en) * 1994-08-30 1996-03-07 Teirstein Paul S Irradiation catheter and method of use
US5501667A (en) * 1994-03-15 1996-03-26 Cordis Corporation Perfusion balloon and method of use and manufacture
WO1996014898A1 (en) * 1994-11-15 1996-05-23 Omnitron International, Inc. Method and apparatus for uniform radiation treatment of vascular lumens

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5505702A (en) * 1992-04-09 1996-04-09 Scimed Life Systems, Inc. Balloon catheter for dilatation and perfusion
US5383856A (en) * 1993-03-19 1995-01-24 Bersin; Robert M. Helical spiral balloon catheter
US5395333A (en) * 1993-09-01 1995-03-07 Scimed Life Systems, Inc. Multi-lobed support balloon catheter with perfusion
US5618266A (en) * 1994-03-31 1997-04-08 Liprie; Samuel F. Catheter for maneuvering radioactive source wire to site of treatment

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4781681A (en) * 1987-09-15 1988-11-01 Gv Medical, Inc. Inflatable tip for laser catheterization
DE9102312U1 (de) * 1991-02-27 1992-06-25 Merkel, Volkmar, Dipl.-Ing. (FH), 8520 Erlangen Vorrichtung zur Behandlung von Stenosen oder Wucherungen
EP0567788A1 (en) * 1992-04-02 1993-11-03 Indiana University Foundation Method and apparatus for intravascular drug delivery
US5501667A (en) * 1994-03-15 1996-03-26 Cordis Corporation Perfusion balloon and method of use and manufacture
WO1995026681A1 (en) * 1994-03-31 1995-10-12 Liprie Samuel F Device for treating constriction in a bodily conduit
WO1996006654A1 (en) * 1994-08-30 1996-03-07 Teirstein Paul S Irradiation catheter and method of use
WO1996014898A1 (en) * 1994-11-15 1996-05-23 Omnitron International, Inc. Method and apparatus for uniform radiation treatment of vascular lumens

Also Published As

Publication number Publication date
WO1998001185A1 (en) 1998-01-15
JP2000514327A (ja) 2000-10-31
US6068611A (en) 2000-05-30
ATE285818T1 (de) 2005-01-15
DE69732142D1 (de) 2005-02-03
EP0952874B1 (en) 2004-12-29
EP0952874A1 (en) 1999-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1003529C2 (nl) Catheter met centreermiddelen.
US5891056A (en) Guidewire replacement device with flexible intermediate section
US6299595B1 (en) Catheters having rapid-exchange and over-the-wire operating modes
EP1015065B1 (en) Guiding element for balloon catheters or the like
EP0266957B1 (en) Two balloons angiplasty catheter
US4771777A (en) Perfusion type balloon dilatation catheter, apparatus and method
US5980486A (en) Rapidly exchangeable coronary catheter
JP3288058B2 (ja) バルーン式膨張カテーテル
US4988356A (en) Catheter and guidewire exchange system
US5300025A (en) Dilatation catheter having a coil supported inflation lumen
CA1328791C (en) Catheter and guidewire exchange system
CA2166463C (en) Rapid withdrawal catheter
JPH0810332A (ja) 体管の一部を電離放射線によって処置するための医療器具
US20030050662A1 (en) Devices for observing and treating body passages
JPH06511417A (ja) 外部にワイヤー腔を有する急速交換カテーテル
WO1989011307A1 (en) Perfusion balloon catheter
WO1997033642A9 (en) Guidewire replacement device with flexible intermediate section
JP2001519675A (ja) 伸縮バルーンカテーテルおよび使用方法
JPH10511873A (ja) 長円形状の横断面を備えたカテーテル軸
NL1003527C2 (nl) Catheter.
JPH07533A (ja) 迅速交換カテーテル
US20030109915A1 (en) Distal protection double balloon catheter
EP1772121B1 (en) Catheter for treating an intimal dissection after stent implantation
WO1998046309A1 (en) Double serial balloon catheter and method of prevention of restenosis
US20040176792A1 (en) Device and method for advancing a wire

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070201