NL1003388C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een transparant voorwerp en een met die werkwijze verkregen voorwerp. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een transparant voorwerp en een met die werkwijze verkregen voorwerp

De uitvinding stelt zich ten doel, een werkwijze te bieden, met behulp waarvan een transparant voorwerp kan worden vervaardigd, in welk transparant voorwerp een insluitsel is opgenomen. Bijvoorbeeld kan 5 worden gedacht aan een bolvormig voorwerp, waarin een in hoofdzaak twee- dan wel driedimensionaal voorwerp is opgenomen.

In het algemeen wordt de genoemde doelstelling volgens de uitvinding gerealiseerd door een werkwijze 10 voor het vervaardigen van een transparant voorwerp, bijvoorbeeld een bol, met een in hoofdzaak een twee- of driedimensionaal insluitsel, welke werkwijze de volgende, in geschikte uit volgorde uit te voeren stappen omvat: (a) het verschaffen van twee complementaire 15 helften van het voorwerp, zodanig dat ten minste één van de twee naar elkaar te richten contactvlakken van de respectieve helften een centrale verdieping vertoont, die mede de begrenzing van een holte vormt voor het accommoderen van althans een deel van het insluitsel; 20 (b) het aanbrengen van het althans genoemde deel van het insluitsel in de genoemde verdieping; en (c) het aan elkaar hechten van de twee helften, bijvoorbeeld door middel van de zich rond de centrale verdieping uitstrekkende delen van de twee contactvlakken 25 voor het vormen van het voorwerp.

De afhankelijke conclusies 2-19 geven verdere voordelige uitvoeringen.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een transparant voorwerp, verkregen met een werkwijze volgens 30 de uitvinding zoals gespecificeerd in de conclusies 1-19.

De maatregelen volgens de conclusie 11 en 12 bieden de mogelijkheid, de vergroting als gevolg van de optische werking van een helft binnen bepaalde grenzen te 1003388 2 beheersen en afhankelijk te maken van de zijde, van waar af een gebruiker een insluitsel waarneemt.

Conclusie 13 betreft de mogelijkheid tot het vervaardigen van een voorwerp, waarbij een ingebracht 5 voorwerp als insluitsel als het ware "zwevend" in een transparante massa is ingebed.

Conclusie 14 werkt dit nader uit. In deze uitvoering is het overgangsvlak tussen het voorwerp en de massa moeilijk of niet waarneembaar.

10 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van twee helften, die tot een voorwerp kunnen worden samengesteld; figuur 2 een met figuur 1 corresponderend 15 aanzicht van een variant; figuur 3 een dwarsdoorsnede door een andere uitvoering; figuur 4 een met figuur 3 corresponderend aanzicht van een variant; 20 figuur 5 een dwarsdoorsnede door weer een andere uitvoering; figuur 6 een met figuur 5 corresponderende dwarsdoorsnede door een verdere variant; figuur 7 een perspectivisch aanzicht van een 25 helft in een andere uitvoering; figuur 8 een met figuur 7 corresponderend perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoering; figuur 9 een dwarsdoorsnede door een helft in weer een andere uitvoering; en 30 de figuren 10-15 zeer schematisch een mogelijke vervaardiging van een glazen voorwerp met een driedimensionaal insluitsel.

Figuur 1 toont een onderste helft 1 en een bovenste helft 2, elk met de vorm van een holle halve 35 bol. Elke helft vertoont een half-bolvormige verdieping, respectievelijk drie, vier in de onderste verdieping 3 is een driedimensionaal insluitsel 5 gepositioneerd. Dit kan door hierna te beschrijven geschikte middelen op zijn 1 0 0 3 3 88 3 plaats worden gehouden, bijvoorbeeld door hechting aan de bodem van verdieping 3. Het ringvormige platte omtreksvlak 6 van verdieping 3 vertoont een hechtlaag 7, die kan hechten met het ringvormige omtreksvlak 8 van 5 verdieping 4. De hechtlaag 7 kan bijvoorbeeld een drukgevoelige of thermisch activeerbare lijm omvatten, dan wel zijn uitgevoerd als een laag plakemail of dubbelzijdig kleefband. Door het volgens onderbroken lijnen 9 op elkaar brengen van de helften 1, 2 kan een 10 voorwerp worden verkregen, waarin het insluitsel 5 is opgenomen.

De helften 1,2 kunnen van elk geschikt transparant materiaal vervaardigd zijn, bijvoorbeeld van glas of transparante kunststof.

15 In de in figuur 1 vertoonde uitvoering zijn de buitenvlakken van de helften 1, 2 half-bolvormig. Het verkregen voorwerp is geheel bolvormig.

Figuur 2 toont een variant, waarin de helften 1', 2' slechts op 1' positie op elkaar kunnen worden 20 gelegd. Daartoe is het vlak 6' voorzien van drie ondiepe verdiepingen 10, 11, 12, terwijl het vlak 8' is voorzien van drie corresponderende uitsteeksels respectievelijk 13, 14, 15. Het zal duidelijk zijn, dat door de asymmetrische plaatsing van de respectieve verdiepingen 25 en uitsteeksels slechts één positionering mogelijk is, waarbij de resterende delen van vlakken 6' en 8’ vlak op elkaar worden gelegd om op de aan de hand van figuur 1 beschreven wijze aan elkaar te worden gehecht.

Figuur 3 toont een voorwerp 16, omvattende een 30 in hoofdzaak half-bolvormige onderste helft 17 en een complementaire half-bolvormige bovenste helft 18. De bovenste helft 18 is massief, terwijl de onderste helft 17 hol is. Door de verdiepte randzone 19, waarin de helft 17 exact past, is een goede onderlinge positionering van 35 de helften 17, 18 gewaarborgd. Op het vlakke binnenvlak 20 van helft 18 is een hechtfolie 21 met bedrukking 22 gehecht. De folie 21 is transparant, zodat de bedrukking 22 zowel vanaf de onderzijde (volgens figuur 3) als de 1 0 03 388 4 bovenzijde zichtbaar is. Door de massieve uitvoering van bovenste helft 18 zal de bedrukking 22 van bovenaf met een aanzienlijke grotere vergroting zichtbaar zijn dan vanaf de onderzijde.

5 Figuur 4 toont een variant, waarvan de helften 17, 18 overeenkomen met die volgens figuur 3. In deze uitvoering is echter de holte 23, die ongeveer de vorm van een halve bol bezit geheel gevuld met een transparante vulmassa 24, waarin een insluitsel 25 is 10 ingebed. Dit is een driedimensionaal voorwerp, in tegenstelling tot de folie 21 volgens figuur 3, die als essentieel tweedimensionaal kan worden beschouwd.

Figuur 5 toont een variant met twee holle helften 26, 27. Deze zijn door middel van getrapte 15 omtreksvlakken door middel van hechtlagen 7' met elkaar verbonden. De interne holte 28 is gevuld met een vloeistof, waarvan de brekingsindex ongeveer overeen komt met die van het materiaal van de helften 26, 27, bijvoorbeeld glas. Daardoor is het grensvlak 29 20 nauwelijks of niet zichtbaar. Het driedimensionale insluitsel 30, dat geheel omgeven is door de vloeistof 31 in de holte 28 lijkt dan ook voor een gebruiker van het voorwerp 32 optisch in de vloeistof te zijn opgenomen, terwijl de gebruiker voelt, dat het voorwerp 32 vast is. 25 Dit is een zeer verrassend effect

Figuur 6 toont een voorwerp 33, dat bestaat uit twee helften 34, 35, die met elkaar zijn verbonden op een zelfde wijze als in figuur 5 is aangeduid. Het binnenvlak van de bovenste helft 35 is van een spiegelende deklaag 30 36 voorzien. Deze kan zeer geschikt bestaan uit opgebrand aluminium.

Met het voorwerp 33 kunnen zeer verrassende optische effecten worden verkregen.

Opgemerkt wordt, dat ook een combinatie van de 35 aspecten volgens figuren 5 en 6 kan worden toegepast.

Hierbij kunnen fraaie en zelfs spectaculaire effecten met wisselende vergrotingen worden gerealiseerd.

1 0 0 3 3 88 5

Figuur 7 toont een helft 37, waarbij de hechtlaag 7'' bestaat uit plakemail, dat thermisch geactiveerd kan worden voor hechting met een (niet-getekende) bovenste helft. Het plakemail omvat vier 5 bruggen 38 die een in te sluiten driedimensionaal voorwerp 39 dragen in de holte 33.

Figuur 8 toont een helft 40, waarbij het plakemail 7 ** transparant is en informatie 41, 42 draagt.

10 Opnieuw wordt er de aandacht op gevestigd, dat de combinatie van verschillende van beschreven en getekende aspecten mogelijk is.

Figuur 9 toont een helft 43 corresponderend met helft 34 volgens figuur 6, waarbij het concave binnenvlak 15 44 is voorzien van bedrukkingen, die alle gemakshalve met 45 zijn aangeduid. Deze bedrukkingen zijn onder gebruikmaking van de tampon-methode in respectieve kleuren aangebracht en kunnen bijvoorbeeld uit laagsmeltende typen email bestaan. Pijlen 46 duiden 20 symbolisch het door de tampon-methode aanbrengen van de bedrukkingen 45 aan. Door een thermische behandeling kunnen de bedrukkingen tot hechting en uitharding worden gebracht.

De figuren 10, 11 en 12 tonen schematisch 25 respectievelijk het vullen met vloeibaar glas van een vormholte 47, het vormen van een holte 48 in de aldus gevormde glazen bol 49 en het via vlak 50 in tweeën delen van de holle bol 49. Dit delen volgens figuur 12 vindt plaats bij een temperatuur, waarin het glas nog plastisch 30 is. De matrijshelften 51, 52 worden vervolgens volgens figuur 14 neergelegd, zodanig dat stempels 53, 54 (zie ook figuur 14) een indrukking kunnen vormen in de bodems 55, 56 van de helften 57, 58.

Zoals figuur 14 toont wordt aldus een 35 driedimensionale afdruk van de stempels 53, 54 in de helften 57', 58' gerealiseerd. Het zal duidelijk zijn, dat in de verplaatsingrichting 59 van de stempels 53, 54 1 0 0 3 3 88 6 de werkzame stempelvlakken geen ondersneden vormen mogen vertonen.

De indrukkingen 61, 62 in de helften 57’, 58' zijn complementair. De vlakke eindvlakken 63, 64 kunnen 5 bijvoorbeeld door een transparante lijm aan elkaar worden gehecht met gebruikmaking van een positionering, waarvan een voorbeeld in figuur 2 is getoond. Daarmee kan een voorwerp 65 worden verkregen, waarin een complete driedimensionale figuur 66 als begrenzing van een holte 10 is opgenomen, corresponderend met beide indrukkingen 61, 62. Bijvoorbeeld met gebruikmaking van tampondruk volgens figuur 9 kunnen de indrukkingen 61, 62 van selectief gekleurde patronen worden voorzien.

Het aan elkaar hechten van twee helften kan in 15 het algemeen met voordeel met een transparante lijm plaatsvinden. Dit levert een optisch fraaier produkt op.

Behalve tampondruk met laagsmeltende email kan ook van andere druktechnieken gebruik worden gemaakt, onder andere bijvoorbeeld zeefdruk.

20 In de tekeningen zijr verder alleen vlakke en concave binnenvlakken van de binnenholte van de voorwerpen getekend. Ook andere vormen zijn evenwel mogelijk.

In een geval als in figuur 4 zou de massa 24 25 tevens een hechtende functie kunnen hebben. In dat geval kan hij ook dienen voor het aan elkaar hechten van de helften 17 en 18, zodat de hechtlaag 7 achterwege kan blijven.

1 0 0 3 3 88

Claims (20)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een transparant voorwerp, bijvoorbeeld een bol, met een in hoofdzaak een twee- of driedimensionaal insluitsel, welke werkwijze de volgende, in geschikte uit volgorde uit te 5 voeren stappen omvat: (a) het verschaffen van twee complementaire helften van het voorwerp, zodanig dat ten minste één van de twee naar elkaar te richten contactvlakken van de respectieve helften een centrale verdieping vertoont, die 10 mede de begrenzing van een holte vormt voor het accommoderen van althans een deel van het insluitsel; (b) het aanbrengen van het althans genoemde deel van het insluitsel in de genoemde verdieping; en (c) het aan elkaar hechten van de twee helften, 15 bijvoorbeeld door middel van de zich rond de centrale verdieping uitstrekkende delen van de twee contactvlakken voor het vormen van het voorwerp.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het insluitsel een bedrukking omvat.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de bedrukking door de tampon-methode of door zeefdrukken wordt aangebracht.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het insluitsel een driedimensionaal patroon omvat, dat door 25 indrukking door een stempel in de bodem van de verdieping wordt gevormd bij een temperatuur, waarbij het materiaal van de betreffende helft plastisch is.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin stap (c) wordt uitgevoerd met een lijm, een plakemail of 30 dubbelzijdig hechtfolie.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin de lijm of het plakemail transparant is.

7. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin het plakemail vooraf van informatie voorzien is. 1 0 0 3 3 88

8. Werkwijze volgens conclusie 5, waarin van het transparante, zogenaamde optische lijm gebruik gemaakt wordt.

9. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de 5 twee helften in elkaar grijpen met randzones die zich niet in een plat hoofdvlak van de contactvlakken uitstrekken, zodanig dat de helften niet relatief in dat hoofdvlak schuifbaar zijn.

10. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin elk 10 van beide helften een centrale verdieping vertoont, welke twee verdiepingen elk een deel van het insluitsel moeten dragen, waarbij de zich omtreksgewijze uitstrekkende contactvlakken zodanig gevormd zijn, dat ze voorafgaand aan stap (c) slechts in één relatieve oriëntatie op 15 elkaar kunnen worden gebracht.

11. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin een verdieping een platte bodem vertoont.

12. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin een verdieping een concavebodem vertoont.

13. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de door de verdieping(en) gevormde holte wordt gevuld met een een ingebracht voorwerp omhullende transparante massa, bijvoorbeeld een vloeistof of een na uitharding transparante lijm, waarbij het insluitsel in de holte is 25 opgenomen.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarin de massa de brekingsindex bezit in de zelfde orde van grootte als die van het materiaal van de twee helften.

15. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin 30 althans één van de verdiepingen van een spiegelende deklaag voorzien wordt.

16. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het insluitsel driedimensionaal is, in de genoemde verdieping wordt opgenomen, en in hoofdzaak van een kristallijne 35 suiker is vervaardigd.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarin het insluitsel althans ten dele van een gekleurde deklaag is voorzien. 1. o 3 3 88

18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarin de helften van glas zijn vervaardigd.

19. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de helften van een transparante kunststof zijn vervaardigd.

20. Transparant voorwerp, verkregen met een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies. 1003388