NL1003160C1 - Train configuration. - Google Patents

Description

5 TREINCONFIGURATIE5 TRAIN CONFIGURATION

De uitvinding heeft betrekking op een treinconfigu-ratie, omvattende tenminste een wagenbak waarbij tenminste een wagenbak door tenminste drie draagstenen wordt ondersteund, waarvan er tenminste een met aandrijfmidde- 5 len is gekoppeld.The invention relates to a train configuration, comprising at least one wagon body in which at least one wagon body is supported by at least three supporting bricks, at least one of which is coupled to drive means.

In het algemeen zullen de draagstellen door draai-stellen of door wielstellen worden gevormd of door een combinatie hiervan.Generally, the support sets will be formed by rotary sets or wheel sets or a combination thereof.

Bij voorkeur is sprake van een wagenbak die door 10 drie draagstellen in de vorm van wielstellen wordt ondersteund. Hierbij kunnen de wielstellen gevormd worden door afzonderlijk gelagerde wielen of door assen, waarop twee wielen zijn bevestigd.Preferably there is a car body which is supported by three suspension sets in the form of wheel sets. The wheel sets can herein be formed by individually mounted wheels or by axles on which two wheels are mounted.

Een dergelijke configuratie is bekend uit 15 DE-A-19 54 703.Such a configuration is known from 15 DE-A-19 54 703.

Door de instelbaarheid van de aslast is het mogelijk de aslast, en daarmee de adhesie-omstandigheden aan te passen aan de situatie. Dat wil zeggen dat tijdens het versnellen de aslast van het met de aandrijfmiddelen 20 gekoppelde draagstel of de draagstellen zo groot mogelijk wordt gemaakt om de adhesiefactor van een dergelijke draagstel zo groot mogelijk te maken. Dit maakt het mogelijk het aantal aangedreven assen zo klein mogelijk te maken, opdat tijdens het versnellen of bij het oprij-25 den van een helling de optimale adhesie-omstandigheden worden bereikt. Uiteraard zal de maximale asbelasting moeten vallen binnen de maximaal toelaatbare asbelasting van het baanvak. Wanneer geen of weinig krachten moeten worden overgedragen, kan de aslast worden veranderd, 30 opdat de maximale aslast van de aangedreven wielstellen wordt verkleind.The adjustable axle load makes it possible to adapt the axle load, and thus the adhesion conditions, to the situation. That is to say that during the acceleration the axle load of the support frame or the support frames coupled to the drive means 20 is made as large as possible in order to maximize the adhesion factor of such a support frame. This makes it possible to minimize the number of driven shafts, so that the optimum adhesion conditions are achieved during acceleration or when driving up a slope. Naturally, the maximum axle load must fall within the maximum permissible axle load of the track section. If little or no forces are to be transferred, the axle load can be changed so that the maximum axle load of the driven wheelsets is reduced.

1003160 21003160 2

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de treinconfiguraties aangedreven wagenbakken die door ten minste drie draagstellen worden ondersteund, en niet-aangedreven wagenbakken die slechts door de aangedreven 5 wagenbakken worden ondersteund. Dit maakt het mogelijk een zogenaamde lage vloer over een groot deel van de lengte van de treinconfiguratie aan te brengen, terwijl het tevens mogelijk is dat de "hangende" wagenbakken zoveel mogelijk trillingsvrij zijn. Hierbij behoeven de 10 wagenbakken geen langskrachten te geleiden. Dit is in het bijzonder van belang bij voor hoge snelheden geschikte treinconfiguraties.According to a preferred embodiment, the train configurations comprise powered wagon bodies supported by at least three carriers, and non-powered wagon bodies supported only by the powered wagon boxes. This makes it possible to install a so-called low floor over a large part of the length of the train configuration, while it is also possible that the "suspended" wagon bodies are as free of vibration as possible. The 10 wagon bodies do not have to conduct longitudinal forces. This is particularly important in high speed train configurations.

Bovendien biedt dit de mogelijkheid de opgehangen wagenbakken op gemakkelijke wijze als zogenaamde kantel-15 bakken uit te voeren, opdat bogen met een hogere snelheid dan normaal kunnen worden doorlopen.Moreover, this offers the possibility of designing the suspended car bodies in a convenient manner as so-called tilting boxes, so that arches can be traversed at a higher speed than normal.

Bij voorkeur wordt elk van de draagstenen gevormd door een wielstel of een combinatie van twee afzonderlijk gelagerde wielen. Dit laatste is van belang in verband 20 met lage-vloer-configuraties, en dubbeldeks-configuraties.Preferably, each of the supporting stones is formed by a wheel set or a combination of two separately mounted wheels. The latter is important in connection with low-floor configurations and double-deck configurations.

Voor het doen variëren van de asdrukken wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van luchtveren. Het is echter tevens mogelijk gebruik te maken van andere veersystemen, 25 bijvoorbeeld van mechanisch instelbare veersystemen, en hydraulisch instelbare veersystemen. In het laatste geval wordt de uiteindelijke veerkarakteristiek door middel van mechanische veren of door middel van luchtveren verkregen.Air springs are preferably used to vary the axle pressures. However, it is also possible to make use of other spring systems, for instance mechanically adjustable spring systems, and hydraulically adjustable spring systems. In the latter case, the final spring characteristic is obtained by means of mechanical springs or by means of air springs.

30 Het zal duidelijk zijn dat ook bij het remmen de aslastverdeling van belang is om een zo optimaal mogelijke remkarakteristiek te verkrijgen, mede in verband met de verdeling tussen mechanisch remmen en elektrisch, dat wil zeggen bij voorkeur regeneratief remmen.It will be clear that the axle load distribution is also important when braking in order to obtain the best possible braking characteristic, partly in connection with the distribution between mechanical braking and electric, that is to say preferably regenerative braking.

35 Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 1003160 3 figuur 1: een doorsnedeaanzicht van een helft van een aomgedreven wielpaar van een aangedreven wagenbak van een treinconfiguratie volgens de uitvinding; figuur 2: een doorsnedeaanzicht van een andere helft 5 van het in figuur 1 aangedreven wielpaar; figuur 3: een een horizontaal doorsnedeaanzicht van een aangedreven wagenbak volgens de uitvinding; figuur 4: een zijaanzicht van een eerste uitvoe-ringsvoorbeeld van een treinconfiguratie volgens de 10 ui tvinding; figuur 5: een zijaanzicht van een tweede uitvoe- ringsvoorbeeld van een treinconfiguratie volgens de ui tvinding; en 4 * figuur 6: een zijaanzicht van een derde uitvoerings-15 voorbeeld van een treinconfiguratie volgens de uitvinding.The present invention will be elucidated hereinbelow with reference to the annexed drawings, in which: 1003160 3 figure 1: a cross-sectional view of a half of a driven wheel pair of a powered train body of a train configuration according to the invention; figure 2: a cross-sectional view of another half 5 of the wheel pair driven in figure 1; figure 3 is a horizontal cross-sectional view of a powered car body according to the invention; Figure 4 is a side view of a first embodiment of a train configuration according to the invention; figure 5 is a side view of a second embodiment of a train configuration according to the invention; and 4 * figure 6: a side view of a third exemplary embodiment of a train configuration according to the invention.

In figuur 1 is een dwarsdoorsnede getoond van een helft van een eerste aangedreven wielpaar 10. Hierbij zijn motoren 11 boven de assen 12 geplaatst en door 20 middel van een aandrijving 13 van het type Secheron met de as 12 gekoppeld. Aan de andere zijde is een overeenkomstige configuratie aangebracht. De vering wordt verschaft door middel van bladveren 14, waarbij de asdrukin-stelling plaatsvindt door middel van niet in de teke-25 ningen weergegeven luchtveren.Figure 1 shows a cross-section of one half of a first driven wheel pair 10. Motors 11 are placed above the axles 12 and coupled to the axle 12 by means of a drive 13 of the Secheron type. A corresponding configuration is provided on the other side. The suspension is provided by means of leaf springs 14, the axle pressure adjustment by means of air springs not shown in the drawings.

In figuur 2 is de andere helft weergegeven van een overeenkomstige situatie, waarin de ashelft 12 slechts voor remmen geschikt is; hierbij zijn de remschijven 15 boven de wielas aangebracht, die door middel van een 30 aandrijfmechanisme 16 met het desbetreffende wielstel is verbonden; in plaats daarvan is het mogelijk gebruik te maken van andere aandrijfconfiguraties.Figure 2 shows the other half of a corresponding situation, in which the axle half 12 is only suitable for brakes; here the brake discs 15 are arranged above the wheel axle, which is connected to the relevant wheel set by means of a drive mechanism 16; instead, it is possible to use other drive configurations.

Zo is het bijvoorbeeld mogelijk in plaats van de eindwielparen of eindwielassen de middenwielparen of 35 middenwielassen aan te drijven. Als systematiek geldt dat de eind- en middenwielassen alle als starre wielas worden uitgevoerd, of dat de buitenste of de binnenste wielas als vrij wielpaar wordt uitgevoerd.For example, it is possible to drive the mid-wheel pairs or mid-wheel axles instead of the end-wheel pairs or end-wheel axles. As a system, the end and middle wheel axles are all designed as rigid wheel axles, or the outer or inner wheel axles are designed as free wheel pairs.

1003160 41003160 4

Verder wordt er op gewezen dat de bij voorkeur toegepaste drie draagstenen door middel van kinematische verbindingen onderling verbonden zijn, zodat zij zich instellen op de boogstraal, hetgeen wrijving en slijtage 5 aan wielen en baan vermindert. Een dergelijke kinematische verbinding vormt het onderwerp van de Nederlandse octrooiaanvrage 9500315.It is further pointed out that the preferred three bearing stones are interconnected by means of kinematic connections so that they adjust to the arc radius, which reduces friction and wear on wheels and track. Such a kinematic compound is the subject of Dutch patent application 9500315.

In figuur 3 is een dergelijke constructie getoond. Hierbij zijn verbindingen 17 zichtbaar tussen de paren 10 wielen en de centrale liggers, tussen de andere paren wielen en de centrale liggers 18, en waarbij een stuurboom een van de uiterste wielparen verbindt met de stuurboom 19 aan de. andere zijde 2. Deze laatste stuurbomen 19 zijn onderling verbonden door verbindingsstukken 20.Figure 3 shows such a construction. Here, connections 17 are visible between the pairs of wheels 10 and the central beams, between the other pairs of wheels and the central beams 18, and wherein a steering boom connects one of the extreme wheel pairs to the steering boom 19 on the. other side 2. These last control arms 19 are mutually connected by connecting pieces 20.

15 Figuur 4 toont een zijaanzicht van een enkeldeks treinconfiguratie met drie modulen,· een eindmodule l, een passagiermodule 2 en een aandrijfmodule 3. De verhoogde vering van de passagiermodule 2 blijkt duidelijk te zijn gelegen binnen twee van de andere modulen. Verder zijn de 20 aandrijfmodulen onderling en de aandrijfmodulen met een van de eindmodulen verbonden door een zich onder de passagiersmodule uitstrekkende boom 4.Figure 4 shows a side view of a single-deck train configuration with three modules, an end module 1, a passenger module 2 and a drive module 3. The elevated suspension of the passenger module 2 appears to be clearly located within two of the other modules. Furthermore, the drive modules are mutually connected and the drive modules to one of the end modules by a boom 4 extending below the passenger module.

In figuur 5 is een overeenkomstige dubbeldeksconfiguratie getoond. Hierbij is steeds sprake van drieassige 25 aandrijfmodules·,. waarbij het mogelijk is dat de aandrijving wordt gevormd door de beide buitenste assen of door de enkele binnenliggende as. Dit is uiteraard een dimensioneringskwestie. Het zal duidelijk zijn dat grote aantallen van dergelijke modulen onderling kunnen worden 30 verbonden tot treinstelachtige configuraties.In Figure 5, a corresponding double deck configuration is shown. This always involves three-axis 25 drive modules · ,. it being possible for the drive to be formed by the two outer shafts or by the single inner shaft. This is, of course, a sizing issue. It will be appreciated that large numbers of such modules can be interconnected into trainset-like configurations.

Ten slotte toont figuur 6 een meer op een thans gebruikelijk treinstel lijkende configuratie, waarbij elk van de wagenbakken 6 aan één zijde door een draaistel 7 wordt ondersteund, en aan de andere zijde door een losse 35 as 8. Op ongeveer éénderde op afstand van de losse as 8 is een afzonderlijke aandrijfas 9 geplaatst. De verhouding tussen de aslasten van de diverse assen 7,8,9 is 1003160 5 hierbij instelbaar, zodat hiermee tevens de voordelen van de uitvinding worden verkregen.Finally, figure 6 shows a more similar to a current trainset configuration, in which each of the wagon bodies 6 is supported on one side by a bogie 7, and on the other side by a loose axle 8. At about one third at a distance from the separate shaft 8, a separate drive shaft 9 is placed. The ratio between the axle loads of the various shafts 7,8,9 is 1003160 hereby adjustable, so that the advantages of the invention are hereby also obtained.

10031601003160

Claims (11)

1. Treinconfiguratie, omvattende tenminste een wagenbak waarbij tenminste een wagenbak door ten minste drie draagstellen wordt ondersteund, waarvan er ten minste één met aandrijfmiddelen is gekoppeld, met het 5 kenmerk, dat de verhouding tussen de aslast van de drie draagstellen binnen voorafbepaalde grenzen instelbaar is.1. A train configuration, comprising at least one car body, wherein at least one car body is supported by at least three support frames, at least one of which is coupled to drive means, characterized in that the axle load ratio of the three support frames is adjustable within predetermined limits. . 2. Treinconfiguratie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagstellen met behulp van luchtveren zijn af geveerd;, en dat de luchtveren tezamen met de 10 bijbehorende besturingsinrichting zijn ingericht voor het instellen van de gewenste aslastverdeling.2. A train configuration according to claim 1, characterized in that the support frames are suspended with the aid of air springs, and that the air springs, together with the associated control device, are arranged for setting the desired axle load distribution. 3. Treinstelconfiguratie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de configuratie meer dan één aangedreven wagenbak omvat.Trainset configuration according to claim 1 or 2, characterized in that the configuration comprises more than one powered car body. 4. Treinstelconfiguratie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de configuratie tussen aangedreven wagenbakken geplaatste niet-aangedreven wagenbakken omvat.Trainset configuration according to claim 3, characterized in that the configuration comprises non-driven wagons placed between powered wagons. 5. Treinstelconfiguratie volgens conclusie 4, met 20 het kenmerk, dat de niet-aangedreven wagenbakken aan de aangedreven»wagenbakken zijn opgehangen, en dat de aangedreven wagenbakken onderling door zich in de lengterichting uitstrekkende verbindingsmiddelen zijn verbonden die zijn ingericht voor het opnemen van trek- en drukkrach- 25 ten.5. Trainset configuration according to claim 4, characterized in that the non-driven wagon bodies are suspended from the driven wagon bodies and in that the powered wagon bodies are mutually connected by longitudinally extending connecting means which are adapted to receive pulling and pressures. 6. Treinstelconfiguratie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de niet-aangedreven wagenbakken zijn ingericht om te kantelen om hun lengteas in afhankelijkheid van de boogstraal van de te doorlopen boog.The trainset configuration according to claim 5, characterized in that the non-powered wagon bodies are arranged to tilt about their longitudinal axis depending on the radius of the arc to be traversed. 7. Treinstelconfiguratie volgens een van de conclu sies 1-6, met het kenmerk, dat de gehele tractie-installatie in de aangedreven wagenbakken is ondergebracht.The trainset configuration according to any one of claims 1 to 6, characterized in that the entire traction system is housed in the powered wagon bodies. 8. Treinstelconfiguratie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat tenminste het grootste deel van de 1003160 hulpapparaten in de aangedreven wagenbakken is ondergebracht.Trainset configuration according to claim 7, characterized in that at least the majority of the 1003160 auxiliary devices are housed in the powered wagons. 9. Treinstelconfiguratie volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de treinconfigu- 5 ratie tenminste gedeeltelijk dubbeldeks is.Trainset configuration according to any one of the preceding claims, characterized in that the train configuration is at least partially double-deck. 10. Treinstelconfiguratie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de treinconfiguratie over nagenoeg de gehele lengte dubbeldeks is.Trainset configuration according to claim 9, characterized in that the train configuration is double-decked over almost the entire length. 11. Treinconfiguratie volgens een van de conclusies 10 5-10, met het kenmerk, dat de zitplaatsen van de trein conf iguratie in de niet-aangedreven wagenbakken zijn ondergebracht. 100316011. A train configuration according to any one of claims 10-10, characterized in that the seats of the train configuration are accommodated in the non-powered wagon bodies. 1003160