NL1002969C2 - Milking unit with volume and flow metering - Google Patents

Abstract

The de-gassing chamber (1) has one line (2) to the cow's udder, one (3) carrying off air to a suction pump and one (4) to a pressure pump (5) driven by a controllable electric motor (9). Non return valves (10, 11) ensure a unidirectional flow (14) through the cooler (12) and the filter (13). A sensor (15) determines if a given volume of milk is in the vat (1). The volume of the line (4) between the sensor (17) and the suction valve (10) equals the pump swept volume. Providing the milk level is above the sensor position, then one pump stroke will not result in cavitation. If the level is above the sensor (16), the pump speed is increased.

Description

MELKHOEVEELHEIDSMETER.MILK QUANTITY METER.

De uitvinding betreft een melkhoeveelheidsmeter voor het meten van de hoeveelheid melk en/of de melkstroom die van een dier wordt afgenomen, omvattende een toevoerleiding 5 waardoor de melk in een ontgassingsvat kan stromen, welk ontgassingsvat is verbonden met een vacuiimbron en via een zuigleiding is verbonden met een pomp, die aandrijfbaar is onder invloed van een besturingssysteem en waarmee de melk door een afvoerleiding naar een opslagtank kan worden ver-10 pompt.The invention relates to a milk quantity meter for measuring the amount of milk and / or the milk flow taken from an animal, comprising a supply line 5 through which the milk can flow into a degassing vessel, which degassing vessel is connected to a vacuum source and is connected via a suction line with a pump, which is drivable under the influence of a control system and with which the milk can be pumped through a discharge pipe to a storage tank.

Dergelijke melkhoeveelheidsmeters zijn bekend en worden gebruikt in een melkstal om de hoeveelheid van een koe afgenomen melk automatisch te kunnen registreren en tevens om ervoor te zorgen dat de melkstroom niet onder een be-15 paalde waarde komt doordat de uier van de koe min of meer leeg is, teneinde te voorkomen dat de koe te lang gemolken wordt waardoor de uier beschadigd kan worden.Such milk quantity meters are known and are used in a milking parlor to be able to automatically register the amount of milk taken from a cow and also to ensure that the milk flow does not fall below a determined value because the udder of the cow is more or less empty. to prevent the cow from being milked for too long, which may damage the udder.

De bekende melkhoeveelheidsmeters omvatten een ontgassingsvat waarin de van een koe afgenomen melk kan worden 20 opgeslagen waarbij het niveau van de in het ontgassingsvat opgeslagen melk wordt gemeten met een niveaumeter. Nadat de melkbeurt is beëindigd wordt de in het ontgassingsvat opgeslagen melk verpompt naar de opslagtank. Het nadeel van deze bekende inrichting is dat het ontgassingsvat een grote 25 afmeting moet hebben omdat alle melk er in opgeslagen moet kunnen worden, en dat de niveaumeting in het ontgassingsvat kwetsbaar is bijvoorbeeld omdat deze gemakkelijk kan vervuilen.The known milk quantity meters comprise a degassing vessel in which the milk taken from a cow can be stored, the level of the milk stored in the degassing vessel being measured with a level meter. After the milking is finished, the milk stored in the degassing vessel is pumped to the storage tank. The drawback of this known device is that the degassing vessel must have a large size because all milk must be able to be stored therein, and that the level measurement in the degassing vessel is vulnerable, for example, because it can easily become dirty.

Het doel van de uitvinding is om de bekende melkhoe-30 veelheidsmeters te verbeteren en te vereenvoudigen en daartoe is de pomp een verdringerpomp en is in de zuigleiding een met de besturing verbonden eerste sensor aangebracht.The object of the invention is to improve and simplify the known milk quantity meters, and for this purpose the pump is a displacement pump and a first sensor connected to the control is arranged in the suction line.

1002969 21002969 2

Door zodra de eerste sensor aangeeft dat er voldoende melk in de zuigleiding staat de pomp een slag te laten maken, kan al tijdens het melken de melk naar de opslagtank verpompt worden. Het verpompte volume wordt daarbij in de 5 besturing vastgelegd, bijvoorbeeld door het tellen van de pompslagen waardoor aan de hand van het bekende slagvolume het verpompte volume bekend is en daarmee ook na het einde van de melkbeurt de totale hoeveelheid van het dier afgenomen melk. Deze hoeveelheid kan in het besturingssysteem ge-10 registreerd worden.By letting the pump make a stroke as soon as the first sensor indicates that there is sufficient milk in the suction line, the milk can be pumped to the storage tank even during milking. The pumped volume is thereby recorded in the control system, for example by counting the pump strokes, so that the pumped volume is known on the basis of the known stroke volume and thus also the total quantity of milk taken from the animal after the milking has ended. This amount can be registered in the operating system.

Een verdere verbetering wordt bereikt door in de zuigleiding tussen de eerste sensor en het ontgassingsvat een tweede sensor aan te brengen. Door het aanbrengen van de tweede sensor is het mogelijk om de capaciteit van de pomp 15 tijdens het melken te verhogen bijvoorbeeld in het geval dat het melkniveau boven de tweede sensor stijgt. De slag-frequentie van de pomp kan dan worden verhoogd en vervolgens weer omlaag gebracht worden op het moment dat het melkniveau onder het niveau van de tweede sensor komt.A further improvement is achieved by arranging a second sensor in the suction line between the first sensor and the degassing vessel. By the provision of the second sensor it is possible to increase the capacity of the pump 15 during milking, for example in the case that the milk level rises above the second sensor. The stroke frequency of the pump can then be increased and then lowered again when the milk level falls below the level of the second sensor.

20 Een verdere verbetering wordt bereikt door de eerste sensor zodanig in de zuigleiding te plaatsen dat het tussen de met een bekend slagvolume uitgevoerde pomp en de eerste sensor aanwezige vloeistofvolume gelijk of groter is dan het slagvolume. Hierdoor wordt bereikt dat zodra de eerste 25 sensor aangeeft dat er voldoende melk in het ontgassingsvat en de zuigleiding is gestroomd de pomp een volledige slag kan maken waarbij er geen gevaar is dat de pomp gas aan zal zuigen.A further improvement is achieved by placing the first sensor in the suction line such that the liquid volume present between the pump equipped with a known stroke volume and the first sensor is equal to or greater than the stroke volume. This ensures that as soon as the first sensor indicates that sufficient milk has flowed into the degassing vessel and the suction pipe, the pump can make a full stroke without any risk of the pump drawing in gas.

Een verdere verbetering van de melkhoeveelheidsmeter 30 wordt bereikt door de pomp met instelbare slagfrequentie en/of intermitterend aandrijfbaar te maken. Door de opbrengst van de pomp veranderbaar te maken is het mogelijk 1002969 3 de naar de opslagtank verpompte hoeveelheid melk min of meer te laten overeenkomen met de melkstroom zoals die wordt afgenomen van een dier. Hierdoor kan het ontgassings-vat zo klein mogelijk gehouden worden hetgeen de kostprijs 5 gunstig beïnvloedt.A further improvement of the milk quantity meter 30 is achieved by making the pump drivable with adjustable stroke frequency and / or intermittent. By making the output of the pump changeable, it is possible to make the amount of milk pumped to the storage tank more or less correspond to the milk flow as taken from an animal. As a result, the degassing vessel can be kept as small as possible, which has a favorable effect on the cost price.

Een verdere verbetering wordt bereikt doordat de af-voerleiding voorzien is van een melkkoeler en/of een melk-filter waarvan de capaciteit overeenkomt met de gemiddeld tijdens het melken in het ontgassingsvat stromende melks-10 troom. Doordat de afmetingen van de melkkoeler en/of het melkfilter niet groter behoeven te zijn dan de gemiddelde melkgift van een koe, kunnen deze klein uitgevoerd worden hetgeen ruimtebesparend en voordelig is.A further improvement is achieved in that the discharge line is provided with a milk cooler and / or a milk filter, the capacity of which corresponds to the average milk flow flowing into the degassing vessel during milking. Because the dimensions of the milk cooler and / or the milk filter need not be larger than the average milk yield of a cow, they can be made small, which is space-saving and advantageous.

Volgens een verdere verbetering van de uitvinding 15 wordt de pomp uitgevoerd met een in een cilinder beweegbare zuiger die onder invloed van bijvoorkeur gekoeld water beweegbaar is. Hierdoor wordt een eenvoudige en eenvoudig te reinigen pomp gebruikt, waarmee tevens de melk wordt voorgekoeld. Bij voorkeur is de pomp uitgevoerd als warmtewis-20 selaar, waardoor geen aparte warmtewisselaar behoeft te worden aangebracht.According to a further improvement of the invention, the pump is provided with a piston movable in a cylinder which is movable under the influence of preferably cooled water. As a result, a simple and easy to clean pump is used, with which the milk is also pre-cooled. The pump is preferably designed as a heat exchanger, so that no separate heat exchanger needs to be fitted.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zoals weergegeven in een tekening met de volgende figuren: 25 Figuur 1 toont schematisch de aansluitingen van de melkhoeveelheidsmeter aan de diverse onderdelen zoals deze in een melkstal voor een koe aanwezig zijn.The invention will be elucidated hereinbelow on the basis of an exemplary embodiment as shown in a drawing with the following figures: Figure 1 schematically shows the connections of the milk quantity meter to the various parts as they are present in a milking parlor for a cow.

Figuur 2 toont een schematische doorsnede van een door middel van gekoeld water aangedreven pomp, voor gebruik in 30 de melkhoeveelheidsmeter van figuur 1.Figure 2 shows a schematic cross section of a chilled water driven pump for use in the milk flow meter of Figure 1.

1002969 41002969 4

Een ontgassingsvat 1 is via een toevoerleiding 2 verbonden met een niet getoond melkstel met melkbekers waarmee melk kan worden afgenomen van de uier van een koe. De melk stroomt uit de melkbekers onder invloed van een door een 5 vacuümbron 3 opgewekte onderdruk en de zwaartekracht van de melkbekers naar het ontgassingsvat 1. De in het ontgassingsvat 1 opgevangen melk stroomt via een aan de onderzijde van het ontgassingsvat 1 aangebrachte zuigleiding 4 naar een pomp 5. De met de melk meegekomen gassen, zoals lucht, 10 komen in het ontgassingsvat 1 uit de vloeistof vrij en worden afgevoerd door de vacuümbron 3.A degassing vessel 1 is connected via a supply line 2 to a milking cluster (not shown) with teat cups with which milk can be taken from the udder of a cow. The milk flows from the teat cups under the influence of an underpressure generated by a vacuum source 3 and the gravity of the teat cups to the degassing vessel 1. The milk collected in the degassing vessel 1 flows via a suction line 4 arranged at the bottom of the degassing vessel 1 to a pump 5. The gases accompanying the milk, such as air, 10 are released from the liquid in the degassing vessel 1 and are discharged by the vacuum source 3.

Pomp 5 omvat een cilinder 6 waarin een plunjer 7 kan bewegen onder invloed van een plunjeraandrijving 8, die wordt aangedreven door een motor 9. De motor 9 wordt be-15 diend door een niet getoond besturingssysteem, waarmee de motor met een constant of variabel toerental kan bewegen, een enkele omwenteling of een deel van een omwenteling kan maken of met een instelbare periode van stilstand steeds een omwenteling kan maken.Pump 5 comprises a cylinder 6 in which a plunger 7 can move under the influence of a plunger drive 8, which is driven by a motor 9. The motor 9 is operated by a control system not shown, with which the motor is operated at a constant or variable speed can move, make a single revolution or part of a revolution or can always make a revolution with an adjustable period of standstill.

20 Door de heen en weer gaande beweging van de pompplun- jer 7 verandert het volume in de cilinder 6. De door de plunjer 7 in de cilinder 6 verplaatste vloeistof wordt in eerste instantie aangezogen waarbij de vloeistof via een aanzuigklep 10 in de cilinderruimte stroomt, en als de 25 plunjer 7 in tegengestelde richting beweegt tijdens de persslag sluit de aanzuigklep 10 en wordt de vloeistof op de bekende wijze via een persklep 11 in een afvoerleiding 14 geperst. Het slagvolume van de pomp 5 is het volume vloeistof dat door de plunjer 7 verpompt wordt bij een vol-30 ledige rotatie van de plunjeraandrijving 8. Door deze rotatie met instelbare slagfrequentie en/of intermittered te laten plaatsvinden is de opbrengst van de pomp 5 variabel.The reciprocating movement of the pump plunger 7 changes the volume in the cylinder 6. The liquid displaced by the plunger 7 in the cylinder 6 is initially sucked in, the liquid flowing into the cylinder space via a suction valve 10, and when the plunger 7 moves in opposite direction during the compression stroke, the suction valve 10 closes and the liquid is pressed in a known manner via a discharge valve 11 into a discharge pipe 14. The stroke volume of the pump 5 is the volume of liquid pumped by the plunger 7 at a full rotation of the plunger drive 8. By allowing this rotation to take place with adjustable stroke frequency and / or intermittered, the output of the pump 5 is variable .

1 0 oz 9 6 9 51 0 oz 9 6 9 5

Deze opbrengst is bij voorkeur niet groter dan de maximale melkstroom naar het ontgassingsvat 1. Eventueel kan er gekozen worden om een groter ontgassingsvat te nemen en om de pompcapaciteit niet groter te maken dan de gemiddelde 5 melkstroom.This yield preferably does not exceed the maximum milk flow to the degassing vessel 1. Optionally, it is possible to choose to take a larger degassing vessel and not to make the pump capacity greater than the average milk flow.

In de afvoerleiding 14 is een warmtewisselaar 12 opgenomen alsmede een filter 13, waarbij de afmetingen en capaciteit hiervan worden bepaald door de door de pomp verpompte melkstroom, en dus bijvoorbeeld overeenkomend met de 10 maximale melkstroom van de melkbekers naar het ontgassingsvat 1 , of eventueel de gemiddelde melkstroom.A heat exchanger 12 and a filter 13 are included in the discharge pipe 14, the dimensions and capacity of which are determined by the milk flow pumped by the pump, and thus for instance corresponding to the maximum milk flow from the teat cups to the degassing vessel 1, or possibly the average milk flow.

In het ontgassingsvat 1 dat een volume van enkele liters heeft is een vatsensor 15 aangebracht welke vatsensor 15 detecteert of het niveau in het ontgassingsvat 1 boven 15 een bepaalde waarde stijgt. In de zuigleiding 4 is een eerste sensor 17 aangebracht welke eerste sensor 17 onder een tweede sensor 16 geplaatst is.In the degassing vessel 1, which has a volume of a few liters, a vessel sensor 15 is arranged, which vessel sensor 15 detects whether the level in the degassing vessel 1 rises above a certain value. A first sensor 17 is arranged in the suction line 4, the first sensor 17 being placed below a second sensor 16.

Indien de pomp 5 een slagvolume heeft van bijvoorbeeld 200 cc, dan is het volume in de leiding tussen de aanzuig-20 klep 10 en de eerste sensor 17 gelijk of groter dan dit slagvolume. Hierdoor wordt bereikt dat als het vloeistofvo-lume boven de sensor 17 komt en de pomp 5 vervolgens een slag maakt, dat er dan steeds vloeistof bij de aanzuigklep 10 blijft staan. Hierdoor komt er geen lucht in de pomp. De 25 vatsensor 15 en de sensoren 16 en 17 zijn zodanig uitgevoerd dat deze het vloeistofniveau kunnen detecteren, bijvoorbeeld door de vloeistof te doorschijnen met licht, waarbij de lichtintensiteit boven de vloeistof groter zal zijn dan in de vloeistof. De eerste sensor 17 en de tweede 30 sensor 16 zijn zodanig ten opzichte van elkaar geplaatst dat het volume tussen de sensoren bijvoorbeeld ongeveer 50 tot 100 cc bedraagt. Indien tijdens het melken het melkni- 1002969 6 veau boven de tweede sensor 16 stijgt, kan de pomp 5 een snelle slag maken. Blijft het melkniveau boven de tweede sensor 16 dan volgt opnieuw een snelle slag. Daalt het melkniveau tijdens een slag onder de tweede sensor 16, maar 5 het blijft boven de eerste sensor 17, dan volgt een langzame slag. Daalt het melkniveau ook onder de eerste sensor 17, dan blijft de volgende slag uit tot het niveau weer boven de eerste sensor 17 is gekomen en volgt een langzame slag.If the pump 5 has a stroke volume of, for example, 200 cc, then the volume in the pipe between the suction valve 10 and the first sensor 17 is equal to or greater than this stroke volume. This achieves that when the liquid volume rises above the sensor 17 and the pump 5 then makes a stroke, liquid always remains at the suction valve 10. As a result, no air enters the pump. The vessel sensor 15 and the sensors 16 and 17 are designed in such a way that they can detect the liquid level, for example by translucent the liquid with light, whereby the light intensity above the liquid will be greater than in the liquid. The first sensor 17 and the second sensor 16 are placed relative to each other such that the volume between the sensors is, for example, about 50 to 100 cc. If during milking the milk level rises above the second sensor 16, the pump 5 can make a rapid stroke. If the milk level remains above the second sensor 16, another rapid stroke follows. If the milk level drops below the second sensor 16 during a stroke, but remains above the first sensor 17, a slow stroke follows. If the milk level also falls below the first sensor 17, the next stroke will not continue until the level has risen above the first sensor 17 again and a slow stroke will follow.

10 De vatsensor 15 vormt een extra beveiliging voor de goede werking van de melkafvoer. Indien het melkniveau boven de vatsensor 15 stijgt dan wordt de pompcapaciteit extra vergroot bijvoorbeeld door het verder verhogen van het toerental. Daalt het niveau dan niet binnen een in te stel-15 len tijd onder de vatsensor 15 dan wordt door de besturing alarm gegeven, en wordt bijvoorbeeld het melken eventueel tijdelijk gestopt.The drum sensor 15 provides additional protection for the proper functioning of the milk discharge. If the milk level rises above the vat sensor 15, the pump capacity is additionally increased, for example by further increasing the speed. If the level does not fall below the vat sensor 15 within a settable time, the control unit gives an alarm and, for example, milking is stopped temporarily if necessary.

De pomp 5 kan eventueel een zodanige slagfrequentie hebben dat de maximaal van een koe afneembare melkstroom 20 van 4 liter per minuut kan worden verpompt. Ook kan de in-houd van het ontgassingsvat groter gekozen worden waardoor de capaciteit van de pomp 5 op de bij melken gebruikelijke gemiddelde waarde gehouden kan worden, bijvoorbeeld 2 liter per minuut. Indien de melkstroom aan het eind van de melk-25 beurt kleiner wordt zal de pomp langzamer of intermitterend moeten gaan draaien. De pomp 5 maakt daarbij geen nieuwe slag zolang het melkniveau onder de eerste sensor 17 is.The pump 5 may optionally have a stroke frequency such that the maximum milk flow of 4 liters per minute that can be removed from a cow can be pumped. The content of the degassing vessel can also be chosen to be larger, so that the capacity of the pump 5 can be kept at the average value customary in milking, for example 2 liters per minute. If the milk flow decreases at the end of the milking turn, the pump will have to run slower or intermittently. The pump 5 does not make a new stroke as long as the milk level is below the first sensor 17.

Indien de tijdsduur benodigd voor het boven de eerste sensor 17 komen van het melkniveau zo lang geworden is dat 30 berekend kan worden dat de melkstroom kleiner is dan bijvoorbeeld 200 cc per minuut, dan wordt het melken beëindigd 1002969 7 en de besturing geeft het melksysteem een overeenkomstige opdracht.If the time required for the milk level to rise above the first sensor 17 has become so long that it can be calculated that the milk flow is smaller than, for example, 200 cc per minute, the milking is ended 1002969 7 and the control gives the milking system a corresponding assignment.

De sensoren 15, 16 en 17 en de motor 9 van de pomp 5, zijn verbonden met een niet getoond besturingssysteem. In 5 dit besturingssysteem worden de aantallen gehele of gedeeltelijke omwentelingen van het aandrijfsysteem 8 of de gehele of gedeeltelijke pompslagen die de pomp 5 gemaakt heeft geregistreerd en daarmee wordt het verpompte vloeistofvolu-me berekend en vastgelegd. Deze gegevens worden bij voor-10 keur gekoppeld met de identificatie van de koe, waarvan de melk is afgenomen, welke identificatie op bekende wijze kan plaatsvinden, zodat per dier de melkgift geregistreerd kan worden.The sensors 15, 16 and 17 and the motor 9 of the pump 5 are connected to a control system not shown. In this control system, the numbers of full or partial revolutions of the drive system 8 or the whole or partial pump strokes made by the pump 5 are recorded and thereby the pumped liquid volume is calculated and recorded. These data are preferably coupled with the identification of the cow from which the milk has been taken, which identification can take place in known manner, so that the milk yield per animal can be registered.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is ervan uitge-15 gaan dat de aandrijving van de pomp overwegend wordt gestuurd aan de hand van de metingen met de sensoren. Het is echter ook denkbaar dat voor het aansturen van de pomp uitsluitend of mede gebruik wordt gemaakt van de verwachte melkgift van het dier dat gemolken wordt. Deze verwachte 20 melkgift kan in de besturing bekend zijn, aan de hand van de gegevens uit het verleden van de geïdentificeerde koe.In the exemplary embodiment shown, it is assumed that the drive of the pump is mainly controlled on the basis of the measurements with the sensors. It is also conceivable, however, that for controlling the pump, only or partly use is made of the expected milk yield of the animal being milked. This expected milk yield may be known in the control, on the basis of the past data of the identified cow.

De pomp 5 is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een plunjerpomp, waarbij de plunjer in een cilinder beweegt. In plaats van een dergelijke pomp kunnen ook andere 25 verdringerpompen toegepast worden, zoals een slangenpomp, een tandwielpomp of eventueel een pomp waarbij de cilinder-ruimte wordt afgesloten met een rolmembraam.In this exemplary embodiment, the pump 5 is designed as a plunger pump, the plunger moving in a cylinder. Instead of such a pump, other positive displacement pumps can also be used, such as a hose pump, a gear pump or, optionally, a pump in which the cylinder space is closed off with a roller membrane.

In figuur 2 is een alternatieve uitvoering getoond van de pomp. Een met een fluïdum aangedreven pomp 18 heeft een 30 met een deksel 23 afgesloten huis 19 waarin een zuiger 20 heen en weer kan bewegen. Daarbij wordt melk aangezogen via de niet getoonde aanzuigklep 10 en een aanzuigopening 22 en 1002969 8 weggeperst via een persopening 22 en de niet getoonde pers-klep 11. De zuiger 20 maakt de zuigslag door in figuur 2 onder invloed van een drukveer 24 naar rechts te bewegen en een persslag door toevoer van een koelvloeistof via een 5 aansluiting 26 en een buis 25. De koelvloeistof stroomt daarbij tijdens de zuigslag naar een afvoer 27 en koelt de binnenzijde van de zuiger 20 waardoor de langs de gekoelde zuiger 20 stromende melk eveneens gekoeld wordt. Doordat de hoeveelheid verpompte melk en de hoeveelheid koelvloeistof 10 een vaste verhouding tot elkaar hebben, vindt steeds voldoende koeling plaats.Figure 2 shows an alternative embodiment of the pump. A fluid-driven pump 18 has a housing 19 closed with a lid 23 in which a piston 20 can reciprocate. Milk is thereby sucked in via the suction valve 10 (not shown) and a suction opening 22 and 1002969 8 pressed out via a pressing opening 22 and the pressing valve 11 (not shown). The piston 20 makes the suction stroke by turning to the right in figure 2 under the influence of a compression spring 24. movement and a pressure stroke by supplying a cooling liquid via a connection 26 and a tube 25. The cooling liquid thereby flows during the suction stroke to a discharge 27 and cools the inside of the piston 20, so that the milk flowing along the cooled piston 20 is also cooled . Since the amount of pumped milk and the amount of cooling liquid 10 have a fixed ratio to each other, sufficient cooling always takes place.

De koelvloeistof wordt met een pomp 29 uit een gekoeld voorraadvat 30 gepompt en via een bedieningsklep 28 naar de aansluiting 26 geleid. De bedieningsklep 28 wordt op de 15 eerder beschreven wijze aangestuurd door het besturingssysteem, waarbij tevens het aantal slagen van de pomp wordt geregistreerd. In de pomp zijn daartoe niet beschreven sensoren aangebracht, die de bewegingen van de zuiger 20 kunnen registreren. Eventueel wordt in plaats van water uit 20 het voorraadvat 30 leiding- of bronwater gebruikt, dat eventueel nog via een warmtewisselaar extra gekoeld is. Indien de druk van het waterleidingnet voldoende is kan dan ook pomp 29 vervallen.The cooling liquid is pumped from a cooled storage vessel 30 with a pump 29 and is led via a control valve 28 to the connection 26. The operating valve 28 is controlled by the control system in the manner previously described, while the number of strokes of the pump is also registered. Sensors not described for this purpose are arranged in the pump which can register the movements of the piston 20. Optionally, instead of water from the storage vessel 30, tap or spring water is used, which optionally is additionally cooled via a heat exchanger. If the pressure of the water supply network is sufficient, then pump 29 can also be dispensed with.

Door het gebruik van de koelvloeistof, die bijvoorkeur 25 bestaat uit schoon leidingwater wordt bereikt dat de altijd optredende geringe lekkages langs de zuiger 20 van de pomp geen ontoelaatbare verontreiniging van de melk tot gevolg hebben. Door gekoeld leidingwater te gebruiken wordt bacte-riegroei in de leidingen, pomp en koelsysteem zoveel moge-30 lijk vermeden, hetgeen de hygiëne en de kwaliteit van de melk ten goede komt.The use of the cooling liquid, which preferably consists of clean tap water, ensures that the minor leaks that always occur along the piston 20 of the pump do not result in inadmissible contamination of the milk. By using cooled tap water, bacterial growth in the pipes, pump and cooling system is avoided as much as possible, which improves the hygiene and the quality of the milk.

1002969 91002969 9

Naast de hiervoor beschreven uitvoering van de pomp 18 zijn andere uitvoeringsvormen denkbaar. Zo kunnen zowel de zuig als de persbeweging van de zuiger 20 onder invloed van vloeistofdruk plaats vinden. Ook kan de wand van de pomp 5 dubbel uitgevoerd zijn voor het doorleiden van de koelvloeistof.In addition to the above-described embodiment of the pump 18, other embodiments are conceivable. Thus, both the suction and the pressing movement of the piston 20 can take place under the influence of liquid pressure. The wall of the pump 5 can also be made double for the passage of the cooling liquid.

10029691002969

Claims (10)

1. Melkhoeveelheidsmeter voor het meten van de hoeveelheid melk en/of de melkstroom die van een dier wordt afgenomen omvattende een toevoerleiding (2) waardoor de 5 melk in een ontgassingsvat (1) kan stromen, welk ontgas-singsvat is verbonden met een vacuümbron (3) en via een zuigleiding (4) verbonden is met een pomp (5,18), die aan-drijfbaar is onder invloed van een besturingssysteem en waarmee de melk door een afvoerleiding (14) naar een op-10 slagtank kan worden verpompt met het kenmerk, dat de pomp (5,18)een verdringerpomp is en in de zuigleiding (4) een met de besturing verbonden eerste sensor (17) is aangebracht .1. Milk quantity meter for measuring the amount of milk and / or the milk flow taken from an animal, comprising a supply line (2) through which the milk can flow into a degassing vessel (1), which degassing vessel is connected to a vacuum source ( 3) and is connected via a suction line (4) to a pump (5,18), which can be driven under the influence of a control system and with which the milk can be pumped through a discharge line (14) to a storage tank with characterized in that the pump (5,18) is a positive displacement pump and a first sensor (17) connected to the control is arranged in the suction line (4). 2. Melkhoeveelheidsmeter volgens conclusie 1 met het 15 kenmerk, dat in de zuigleiding (4) tussen de eerste sensor (17) en het ontgassingsvat (1) een tweede sensor (16) is aangebracht.Milk quantity meter according to claim 1, characterized in that a second sensor (16) is arranged in the suction line (4) between the first sensor (17) and the degassing vessel (1). 3. Melkhoeveelheidsmeter volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de eerste sensor (17) zodanig in de 20 zuigleiding (4) geplaatst is dat het tussen de met een bekend slagvolume uitgevoerde pomp en de eerste sensor (17) aanwezige vloeistofvolume gelijk of groter is dan het slagvolume .Milk quantity meter according to claim 1 or 2, characterized in that the first sensor (17) is placed in the suction line (4) in such a way that the liquid volume present between the pump equipped with a known stroke volume and the first sensor (17) is equal or is greater than the stroke volume. 4. Melkhoeveelheidsmeter volgens een der conclusies 25 1-3 met het kenmerk, dat de pomp (5,18) met instelbare slagfrequentie en/of intermitterend aandrijfbaar is.Milk quantity meter according to any one of claims 25 1-3, characterized in that the pump (5,18) can be driven with an adjustable stroke frequency and / or intermittently. 5. Melkhoeveelheidsmeter volgens een der conclusies 1-4 met het kenmerk, dat de afvoerleiding (14) voorzien is van een melkkoeler (12) en/of een melkfilter (13) waarvan 30 de capaciteit overeenkomt met de gemiddeld tijdens het melken in het ontgassingsvat (1) stromende melkstroom. 1002969Milk quantity meter according to any one of claims 1-4, characterized in that the discharge pipe (14) is provided with a milk cooler (12) and / or a milk filter (13), the capacity of which corresponds to the average during milking in the degassing vessel (1) flowing milk flow. 1002969 6 Melkhoeveelheidsmeter volgens een der conclusies 1-5 met het kenmerk, dat de pomp (18) een in een cilinder (19) bewegende zuiger (20) omvat die onder invloed van een fluïdum beweegbaar is.Milk quantity meter according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the pump (18) comprises a piston (20) moving in a cylinder (19) which is movable under the influence of a fluid. 5. Melkhoeveelheidsmeter volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat het fluïdum bestaat uit gekoeld water.Milk quantity meter according to claim 6, characterized in that the fluid consists of chilled water. 8 Melkhoeveelheidsmeter volgens een der conclusies 1-7 met het kenmerk, dat de pomp tevens is uitgevoerd als warmtewisselaar voor het koelen van de te verpompen melk.Milk quantity meter according to any one of claims 1-7, characterized in that the pump is also designed as a heat exchanger for cooling the milk to be pumped. 10. Melkhoeveelheidsmeter volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het besturingssysteem is voorzien van registratiemiddelen voor het vastleggen van het door de pomp verpompte volume.Milk quantity meter according to any one of the preceding claims, characterized in that the control system is provided with recording means for recording the volume pumped by the pump. 10 Melkhoeveelheidsmeter volgens conclusie 9 met het 15 kenmerk, dat de registratiemiddelen bestaan uit een teller voor het tellen van het aantal slagen van de pomp. 1002969Milk quantity meter according to claim 9, characterized in that the recording means consist of a counter for counting the number of strokes of the pump. 1002969