NL1002883C2 - Device for the care of garden, landscape or farm. - Google Patents

Description

Gewijzigde beschrijving en conclusies.Changed description and conclusions.

Apparaat voor de verzorging van tuin, landschap of boerderij.Device for the care of garden, landscape or farm.

De uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor 5 de verzorging van tuin, landschap of boerderij, net een over de grond op wielen verrijdbaar huis, waarop een hoofdbalk is aangebracht voor het geleiden van het apparaat in arbeidsbewegingsrichting, net een notor voor het draaiend aandrijven van werktuigen voor behandeling van de 10 grond, waarvan er één bedoeld is voor het verticuteren van een gazon en e vorm bezit van een draaibaar aan te drijven messenas net over de lengte daarvan verdeeld aangebrachte messen, waarbij door het gelijktijdig veranderen van de stand van beide werktuigen ten opzichte van de grond het 15 ene in de bedrijfsstand en het andere in de ruststand kan worden gebracht en waarbij de draaiingsas van tenminste het ene werktuig is aangebracht in een vlak dat evenwijdig loopt aan de draaiingsas van tenminste één van de wielen.The invention relates to a device for the care of a garden, landscape or farm, just a house movable on the ground on wheels, on which a main beam is arranged for guiding the device in the direction of working movement, just like a notor for rotating driving implements for treating the soil, one of which is intended for scarifying a lawn and has the form of a rotatably driven blade shaft, blades arranged evenly distributed along its length, whereby by simultaneously changing the position of both implements with respect to the ground, one can be brought into the operating position and the other into the rest position, the rotation axis of at least one tool being arranged in a plane parallel to the rotation axis of at least one of the wheels.

Een dergelijk apparaat is bekend uit GB-A-2.268.385, 20 welk apparaat uitsluitend bestemd is voor het behandelen van een gazon. Het apparaat omvat een raamwerk dat verrijdbaar is door middel van voor- en achterwielen. Aan het raamwerk is een kap zwenkbaar gelagerd. Aan het vooruitstekende einde van de kap is een messenas draaibaar gela-25 gerd. Aan het achterste deel van de kap is een hark draaibaar aangebracht. Bij het ver zwenken van de kap kunnen de tanden van de hark naar de bodem toe worden gebracht waarbij dan gelijktijdig de messen naar boven toe worden verzwenkt. Ook bij de tegengestelde verplaatsing blijft de 30 stand van het raamwerk ten opzichte van de wielen ongewijzigd.Such a device is known from GB-A-2,268,385.20, which device is exclusively intended for treating a lawn. The device includes a frame that is movable by means of front and rear wheels. A hood is pivotally mounted on the frame. A knife shaft is rotatably mounted at the protruding end of the hood. A rake is rotatably mounted on the rear part of the hood. When the hood is pivoted, the tines of the rake can be brought to the bottom, while at the same time the blades are pivoted upwards. Even with the opposite displacement, the position of the frame relative to the wheels remains unchanged.

De uitvinding beoogt nu een apparaat van het boven beschreven type te verschaffen dat eenvoudiger van kon-struktie en gemakkelijker te hanteren is, terwijl het 1 0 0 2 8 83 2 apparaat niet uitsluitend bestemd is voor het bewerken van een gazon.The object of the invention is now to provide an apparatus of the above-described type which is simpler in construction and easier to handle, while the apparatus is not exclusively intended for tilling a lawn.

Volgens de uitvinding wordt er daartoe in voorzien, dat het andere werktuig wordt gevormd door een voor het 5 vegen van de grond bestemde veegrol, welke veegrol op afstand van de messenas in het huis is aangebracht, waarbij de draaiingsas van de wielen tussen de assen van de beide werktuigen is aangebracht en dat het huis, voor het verstellen van één der beide werktuigen naar de bedrijfs-10 stand en het andere naar de ruststand, verzwenkbaar is om een zwenkas gevormd door de gemeenschappelijke draaiingsas van twee wielen.According to the invention it is provided for this purpose that the other tool is formed by a sweeping roller intended for sweeping the ground, which sweeping roller is arranged at a distance from the blade shaft in the housing, the rotation axis of the wheels between the axles of the two tools are arranged and that the housing is pivotable about a pivot axis formed by the common axis of rotation of two wheels for adjusting one of the two tools to the operating position and the other to the rest position.

Zowel de draaiingsas van de messenas als van de veegrol zijn dus vast in het huis aangebracht en het huis kan 15 verzwenken ten opzichte van een wielas om één der werktuigen in de werkzame stand te brengen. Op deze wijze wordt een apparaat verkregen dat voor verscheidene doeleinden kan worden gebruikt, zonder dat hiervoor een omslachtige ombouw nodig is.Thus, both the axis of rotation of the blade shaft and of the sweeping roller are fixedly mounted in the housing and the housing can pivot relative to a wheel axle to bring one of the tools into the operating position. In this way, an apparatus is obtained which can be used for various purposes, without the need for a laborious conversion.

20 Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is er in voorzien dat de wielen, die de zwenkas voor het huis vormen, de voorwielen vormen, dat de op afstand daarvan gelegen wielen de achterwielen vormen en dat de achterwielen door middel van een krukas aan het huis tussen twee 25 posities zwenkbaar zijn bevestigd, waarbij de achterwielen aan de krukas kunnen worden verdraaid om een draaiingsas, die ten opzichte van het aan het huis gemonteerde krukseg-ment van de krukas evenwijdig versprongen staat.According to a further elaboration of the invention, it is provided that the wheels, which form the pivot axis for the housing, form the front wheels, that the spaced wheels form the rear wheels and that the rear wheels are attached to the housing by means of a crankshaft. are pivotally mounted between two positions, the rear wheels of which can be rotated on the crankshaft about a pivot axis which is offset parallel to the crankshaft segment of the crankshaft mounted on the housing.

Daarbij kan er in worden voorzien, dat de draaiings-30 assen van de veegrol en van de messenas evenwijdig lopen aan de draaiingsassen van de wielen. Ook kan echter de draaiingsas van de veegrol de draaiingsas van de wielen onder een hoek in een vlak of op afstand kruisen.It can be provided here that the rotary axes of the sweeping roller and the blade shaft run parallel to the rotary axes of the wheels. However, the axis of rotation of the sweeping roller can also intersect the axis of rotation of the wheels at an angle in a plane or at a distance.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is 35 voorzien in een verzamelinrichting, die voor het opnemen van het door de werktuigen vanaf de grond naar boven getransporteerde materiaal naar twee verschillende plaat- 1002883 3 sen van het huis kan worden gebracht en wel voor het opnemen van het verticuteermateriaal naar de messenas toe, of voor het opnemen van het veegmateriaal naar de veegrol toe.According to a further elaboration of the invention, a collecting device is provided, which can be brought to two different locations of the housing for receiving the material transported from the ground upwards by the tools to receiving two materials. the scarifying material towards the blade shaft, or to pick up the sweeping material towards the sweeping roller.

5 In het bijzonder zal er daarbij in worden voorzien dat de uit de arbeidsbewegingsrichting van het huis resulterende draairichting van de messenas tegengesteld gericht is aan die van de veegrol. In verband daarmee zullen de werktuigen bij voorkeur door middel van een 10 omkeerbare motor worden aangedreven.In particular, it will be provided here that the direction of rotation of the blade shaft resulting from the direction of movement of the housing is opposite to that of the sweeping roller. In connection therewith, the tools will preferably be driven by a reversible motor.

Daarbij kunnen de aandrijfmiddelen worden gevormd door een riem-, ketting- of tandwielaandrijving. Daarbij zullen op de uitgaande as van de motor vrijlopen zijn aangebracht en zullen de beide verzwenkte standen van het 15 huis worden begrensd door verticale aanslagen.The drive means can herein be formed by a belt, chain or gear wheel drive. In this case, freewheels will be mounted on the output shaft of the motor and the two pivoted positions of the housing will be limited by vertical stops.

In het bijzonder zal er in worden voorzien, dat de messenas en de veegrol met verschillende toerentallen kunnen worden aangedreven, waarbij de messenas met het hogere toerental kan worden aangedreven.In particular, it will be provided that the blade shaft and the sweeping roller can be driven at different speeds, the blade shaft being driven at the higher speed.

20 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een voorkeurs-uitvoeringsvorm getoond in de tekening waarin: fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de uitvinding toont, waarbij het apparaat zich in de stand voor het vegen bevindt en met in streep-25 lijnen de stand van de achterwielen in de andere stand, waarbij een buiten liggende zijwand van het huis is weggelaten; en fig. 2 de stand van het apparaat van fig. 1 toont wanneer dit voor het verticuteren wordt gebruikt..The invention is elucidated on the basis of a preferred embodiment shown in the drawing, in which: fig. 1 schematically shows an embodiment of an apparatus according to the invention, wherein the apparatus is in the sweeping position and with a line-25 align the position of the rear wheels in the other position, leaving out an outer side wall of the housing; and Fig. 2 shows the position of the device of Fig. 1 when used for scarifying.

30 Het in de tekening getoonde apparaat bezit een huis 1 met de beide op een gemeenschappelijke draaiingsas 3 aangebrachte en afzonderlijk aan de behuizing gemonteerde voorwielen 2 evenals de beide ten opzichte daarvan naar achteren aan het huiseinde aangebrachte achterwielen 4, 35 die zijn gemonteerd aan een krukas 5, die met het kruk-segment 6 om de zwenkas 7 verzwenkbaar is verbonden met het huis 1. De beide achterwielen 4 zijn aan op afstand 1002883 4 van elkaar geplaatste krukpennen om een gemeenschappelijke draaiingsas 8, maar op afstand van het kruksegment 6, draaibaar gemonteerd. De krukas 5 en daarmee de achterwielen 4 kunnen twee verschillende standen innemen, zodat het 5 huis 1 om de draaiingsas 3 van de beide voorwielen 2 ver-zwenkt. De beide posities zijn in figuur 1 afgebeeld, waarbij de in getrokken lijnen weergegeven positie van de achterwielen 4 een stand van het huis 1 ten opzichte van de grond B bewerkstelligt, waarbij het achtereinde van het 10 huis 1 is opgetild, dus de om de draaiingsas 3 naar links verzwenkte eindpositie inneemt. Aan de krukas 5 kunnen aanslagen zijn gemonteerd, die de beide standen begrenzen, waarbij bovendien de aanslagen zelf nog verstelbaar kunnen zijn, om een fijninstelling te realiseren. Aan het huis 1 15 is een hoofdbalk 26 aangebracht, die dient voor het op de grond B geleiden van het apparaat door een bedieningsper-soon. In het huis 1 is naar het achtereinde ervan toe een roessenas 9 draaibaar gemonteerd. De messenas 9 bezit verscheidene over de langsas 12 ervan verdeelde en op 20 afstand van elkaar aangebrachte messen 10, die over de omtrek verdeelde tanden 11 bezitten. Daarvan is er slechts één zichtbaar, omdat de andere messen 10 in het bladvlak achter elkaar zijn aangebracht. Voor de arbeidsbewegings-richting A kan de messenas 9 worden aangedreven, en wel 25 met een linksomgaande draairichting. De messenas 9 kan worden aangedreven via een riemdrijfwerk, bestaande uit een aan de messenas 9 aangebrachte riemschijf 13, de riem 14 en een aan de aandrijfas 17 van de motor 25 aangebrachte riemschijf 15 met een vrijloop, die in de draairichting 30 tegengesteld aan de aandrijf draairichting Nl van de motor 25 een draaimoment overbrengt, maar in draairichting Nl vrij loopt. Verder is in het huis voor het vooreinde daarvan een veegrol 18 draaibaar om de draaiingsas 19 gemonteerd. Op de as 20 van de veegrol 18 is een riero-35 schijf 21 aangebracht, die bij een riemdri jfwerk met de riem 22 hoort, die ook de riemschijf 16 van de uitgaande as 17 van de motor 25 omspant en eveneens een vrijloop 1002883 5 omvat, die in aandrijf richting Nl van de motor 25 een draaimoment via het riemdrijfwerk overbrengt op de veegrol 18, zodat deze roteert met een draairichting K die overeenkomt met de draairichting Nl. Aan het huis 1 is een 5 keerplaat 24 aangebracht, die voor de veegrol 18 ligt en het door de veegrol 18 opgenomen materiaal naar een verza-melinrichting 23 voert. Bij de in figuur 1 afgebeelde positie van het huis 1 ten opzichte van de grond B is het apparaat in gebruik als veegapparaat. Wordt de krukas 5 nu 10 vanuit de in getrokken lijnen weergegeven positie ver- zwenkt naar de in streeplijnen weergegeven positie, zodat de achterwielen 4 ten opzichte van het huis 1 een naar links verzwenkte opgetilde positie innemen, dan wordt het huis 1 om de draaiingsas 3 van de voorwielen 2 naar links 15 verzwenkt, zodat de messenas 9 met de getande messen 10 de in figuur 2 getoonde positie inneemt. Gelijktijdig wordt de verzamelinrichting 23 bijvoorbeeld aan de krukas 5 of de hoofdbalk 26 aangebracht, zodat het door de messen 10 van de messenas 9 naar achteren geworpen materiaal, dat 20 bij het verticuteren in arbeidsrichting A door insnijding in de graszode wordt opgenomen, wordt overgebracht naar de verzamelinrichting 23. Om de messenas 9 voor het verticuteren aan te drijven, volgt een draairichtingsomkering van de motor 25 door omschakeling naar de draairichting N2, 25 die tegengesteld is aan draairichting Nl. Daarmee wordt de aan de riemschijf 15 aangebrachte vrijloop zodanig geactiveerd, dat een draaimoment via de aandrijfriem 14 wordt overgebracht op de aan de messenas 9 aangebrachte riemschijf 13 en de messen 10 in draairichting M worden aange-30 dreven. De draairichting M van de messenas 9 is tegengesteld gericht aan de draairichting K van de veegrol 18. Verder is te zien, dat de messenas 9 tussen de voorwielen 2 en de achterwielen 4 is aangebracht, terwijl de veegrol 18 voor de voorwielen 2 in het huis l is aangebracht.The device shown in the drawing has a housing 1 with the two front wheels 2 mounted on a common pivot axis 3 and mounted separately on the housing, as well as the two rear wheels 4, 35 mounted rearwardly relative to the housing end, which are mounted on a crankshaft 5, which is pivotally connected to the housing 1 with the crank segment 6 about the pivot axis 7. The two rear wheels 4 are rotatable on crank pins spaced at a distance from one another about a common axis of rotation 8, but at a distance from the crank segment 6. mounted. The crankshaft 5 and thus the rear wheels 4 can assume two different positions, so that the housing 1 pivots about the rotation axis 3 of the two front wheels 2. Both positions are shown in figure 1, the position of the rear wheels 4, shown in solid lines, establishing a position of the housing 1 with respect to the ground B, the rear end of the housing 1 being lifted, i.e. the axis of rotation 3 occupies pivoted end position to the left. Stops can be mounted on the crankshaft 5, which limit the two positions, while the stops themselves can furthermore be adjustable, in order to realize a fine adjustment. A main beam 26 is arranged on the housing 11, which serves to guide the appliance on the ground B by an operator. In the housing 1, a driving shaft 9 is rotatably mounted towards the rear end thereof. The blade shaft 9 has several blades 10 distributed along its longitudinal axis 12 and spaced apart, which have circumferentially spaced teeth 11. Only one of these is visible, because the other knives 10 are arranged one behind the other in the blade plane. The blade shaft 9 can be driven for the working direction A, i.e. 25 with a counterclockwise direction of rotation. The knife shaft 9 can be driven via a belt gear, consisting of a pulley 13 mounted on the knife shaft 9, the belt 14 and a pulley 15 mounted on the drive shaft 17 of the motor 25 with a freewheel, which in the direction of rotation 30 is opposite to the drive direction of rotation N1 of the motor 25 transmits a torque, but runs freely in the direction of rotation N1. Furthermore, a sweeping roller 18 is rotatably mounted about the axis of rotation 19 in the housing for its front end. On the shaft 20 of the sweeping roller 18 a riero-35 disc 21 is provided, which is associated with a belt drive with the belt 22, which also spans the pulley 16 of the output shaft 17 of the motor 25 and also comprises a freewheel 1002883 5 which, in the drive direction N1 of the motor 25, transmits a torque via the belt drive to the sweeping roller 18, so that it rotates with a direction of rotation K corresponding to the direction of rotation Nl. A baffle plate 24 is provided on the housing 1, which is for 18 and carries the material picked up by the sweeping roller 18 to a collecting device 23. At the position of housing 1 relative to ground B shown in Figure 1, the device is used as a sweeper. If the crankshaft 5 is now pivoted from the position shown in solid lines to the position shown in dashed lines, so that the rear wheels 4 assume a left-pivoted lifted position relative to the housing 1, the housing 1 is turned around the axis of rotation 3. of the front wheels 2 pivoted to the left 15, so that the blade shaft 9 with the serrated blades 10 occupies the position shown in figure 2. At the same time, the collecting device 23 is arranged, for example, on the crankshaft 5 or the main beam 26, so that the material thrown backwards by the knives 10 of the knife shaft 9, which is taken up by cutting into the turf during cutting in working direction A, is transferred to the collecting device 23. In order to drive the blade shaft 9 for scarifying, the direction of rotation of the motor 25 is reversed by switching over to the direction of rotation N2, 25 which is opposite to the direction of rotation N1. a torque is transmitted via the drive belt 14 to the pulley 13 arranged on the blade shaft 9 and the blades 10 are driven in the direction of rotation M. The direction of rotation M of the blade shaft 9 is opposite to the direction of rotation K of the sweeping roller 18. It can further be seen that the blade axis 9 is arranged between the front wheels 2 and the rear wheels 4, while the sweeping roller 18 for the front wheels 2 is in the housing. l is fitted.

35 Het toerental van de veegrol 18 lager dan dat van de messenas 9. De veegrol 18 draait tegen de arbeidsbewe-gingsrichting A in, terwijl de messenas 9 met een hoog 1002883 6 toerental in arbeidsbewegingsrichting A draait. Zo is bijvoorbeeld het toerental van de veegrol 18 met < 1000 t/min. doelmatig, terwijl de messenas 9 met een hoger toerental draait, bijvoorbeeld met 3000 t/min.. Verder is 5 er in voorzien, dat een mechanische verbinding tussen het zwenkmechanisme van de achterwielen 4 en de inschakelin-richting voor de motor 25 aanwezig is, zodat afhankelijk van de stand van het huis 1 resp. van de achterwielen 4, een draairichting is geblokkeerd.The speed of the sweeping roller 18 is lower than that of the blade shaft 9. The sweeping roller 18 rotates against the working direction A, while the blade shaft 9 rotates at a high speed 1002883 6 in the working direction A. For example, the speed of the sweeping roller 18 is <1000 rpm. expediently, while the blade shaft 9 rotates at a higher speed, for example at 3000 rpm. 5, furthermore, provision is made for a mechanical connection between the pivoting mechanism of the rear wheels 4 and the switch-on device for the motor 25, so that depending on the position of the house 1 resp. of the rear wheels 4, a direction of rotation is blocked.

10 - conclusies - 100288310 - conclusions - 1002883

Claims (13)

1. Apparaat voor de verzorging van tuin, landschap of boerderij, met een over de grond op wielen verrijdbaar huis, waarop een hoofdbalk is aangebracht voor het door 5 een bedieningspersoon met de hand geleiden van het apparaat in arbeidsbewegingsrichting, met een motor voor het draaiend aandrijven van werktuigen voor behandeling van de grond, waarvan er één bedoeld is voor het verticuteren van een gazon en de vorm bezit van een draaibaar aan te drij-10 ven messenas met over de lengte daarvan verdeeld aangebrachte messen, waarbij door het gelijktijdig veranderen van de stand van beide werktuigen ten opzichte van de grond het ene in de bedrijfsstand en het andere in de ruststand kan worden gebracht en waarbij de draaiingsas 15 van tenminste het ene werktuig is aangebracht in een vlak dat evenwijdig loopt aan de draaiingsas van tenminste één van de wielen, met het kenmerk, dat het andere werktuig wordt gevormd door een voor het vegen van de grond (B) bestemde veegrol (18), welke veegrol (18) op afstand van 20 de messenas (9) in het huis is aangebracht, waarbij de draaiingsas (3) van de wielen (2) tussen de assen van de beide werktuigen is aangebracht en dat het huis (1), voor het verstellen van één der beide werktuigen (9,18) naar de bedrijfsstand en het andere naar de ruststand, verzwenk-25 baar is om een zwenkas gevormd door de gemeenschappelijke draaiingsas (3) van twee wielen (2).1. Apparatus for the care of a garden, landscape or farm, with a wheeled house on the ground, on which a main beam is arranged for guiding the apparatus by hand by an operator in working direction, with a motor for rotating driving implements for soil treatment, one of which is intended for scarifying a lawn and is in the form of a rotatably driven blade shaft with blades distributed over its length, whereby by simultaneously changing the blades position of both tools relative to the ground, one can be brought into the operating position and the other into the rest position, and the axis of rotation of at least one tool is arranged in a plane parallel to the axis of rotation of at least one of the wheels characterized in that the other tool is formed by a sweeping roller (18) intended for sweeping the ground (B), which the roller (18) is arranged at a distance from the blade shaft (9) in the housing, the rotary axis (3) of the wheels (2) being arranged between the axles of the two tools and the housing (1) being adjustment of one of the two tools (9,18) to the operating position and the other to the rest position, pivotable about a pivot axis formed by the common axis of rotation (3) of two wheels (2). 2. Apparaat volgens conclusie 1 met vier wielen, waarvan er altijd twee op een gemeenschappelijke draaiingsas op afstand van elkaar zijn aangebracht en de draaiingsassen 30 evenwijdig versprongen zijn aangebracht, en de wielen aan het huis zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de wielen (2), die de z^snkas voor het huis (1) vormen, de voorwielen vormen, dat de op afstand daarvan gelegen wielen (4) de achterwielen vormen en dat de achterwielen (4) door 35 jniddgi van-^een =iru^as (5) aan het huis (1) tussen twee 1002883 δ posities zwenkbaar zijn bevestigd, waarbij de achterwielen (4) aan de krukas (5) kunnen worden verdraaid om een draaiingsas (8), die ten opzichte van het aan het huis (1) gemonteerde kruksegment (6) van de krukas (5) evenwijdig 5 versprongen staat.Apparatus according to claim 1 with four wheels, two of which are always arranged on a common axis of rotation at a distance from each other and the axes of rotation 30 are arranged in parallel offset, and the wheels are mounted on the housing, characterized in that the wheels ( 2), which form the axle for the housing (1), form the front wheels, the spaced wheels (4) form the rear wheels, and the rear wheels (4) are formed by 35 mm of diameter. axle (5) is pivotally mounted on the housing (1) between two 1002883 δ positions, the rear wheels (4) of which can be turned on the crankshaft (5) about a pivot axis (8), which is relative to the housing ( 1) mounted crank segment (6) of the crankshaft (5) is offset 5 parallel. 3. Apparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de draaiingsassen van de veegrol (18) en van de messenas (9) evenwijdig lopen aan de draaiingsassen (3,8) van de wielen (2,4).Device according to claim 2, characterized in that the rotary axes of the sweeping roller (18) and of the blade shaft (9) run parallel to the rotary axes (3,8) of the wheels (2,4). 4. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de draaiingsas (19) van de veegrol (18) de draaiingsas (3) van de wielen (2) onder een hoek in een vlak of op afstand kruist.Device according to claim 1 or 2, characterized in that the axis of rotation (19) of the sweeping roller (18) crosses the axis of rotation (3) of the wheels (2) at an angle in a plane or at a distance. 5. Apparaat volgens één der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat is voorzien in een verzamelinrichting (23), die voor het opnemen van het door de werktuigen (9,18) vanaf de grond (B) naar boven getransporteerde materiaal naar twee verschillende plaatsen van het huis (1) kan worden gebracht en wel voor het opnemen van het 20 verticuteermateriaal naar de nessenas toe, of voor het opnemen van het veegmateriaal naar de veegrol (18) toe.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that there is provided a collecting device (23) which, for receiving the material transported by the tools (9,18) upwards from the ground (B) to two different locations of the housing (1) can be brought to take up the scarifying material towards the shaft, or to receive the sweeping material towards the sweeping roller (18). 6. Apparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uit de arbeidsbewegingsrichting (A) van het huis (1) resulterende draairichting (M) van de 25 messenas (9) tegengesteld gericht is aan die (K) van de veegrol (18).Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the direction of rotation (M) of the blade shaft (9) resulting from the working direction (A) of the housing (1) is opposite to that (K) of the sweeping roller (18). 7. Apparaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de werktuigen (9,18) door middel van een omkeerbare motor (25) kunnen worden aangedreven.Device according to claim 6, characterized in that the tools (9,18) can be driven by a reversible motor (25). 8. Apparaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de messenas (9) en de veegrol (18) voortdurend via gescheiden 1002883 aandrijfmiddelen (14,22) aandrijfbaar met de motor (25) zijn verbonden en de aandrijfmiddelen (14,22) elk een vrijloop bezitten, waardoor alleen in de arbeidsdraairich-ting van het bijbehorende werktuig (9 resp. 18) een draai-5 moment wordt overgebracht.Device according to claim 7, characterized in that the blade shaft (9) and the sweeping roller (18) are continuously connected to the motor (25) and the drive means (14, 22) via separate 1002883 drive means (14, 22). each have a freewheel, whereby a turning torque is only transmitted in the working direction of rotation of the associated tool (9 and 18, respectively). 9. Apparaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de motor (25) wordt gevormd door een elektromotor.Apparatus according to claim 7, characterized in that the motor (25) is an electric motor. 10. Apparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen (14,22) worden ge- 10 vormd door een riem-, ketting- of tandwielaandrijving.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the drive means (14, 22) are formed by a belt, chain or sprocket drive. 11. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vrijlopen op de uitgaande as (17) van de motor (25) zijn aangebracht.Device according to claim 8, characterized in that the freewheels are arranged on the output shaft (17) of the motor (25). 12. Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 beide verzwenkte standen van het huis (1) worden begrensd door verticale aanslagen.Device according to claim 1, characterized in that the two pivoted positions of the housing (1) are bounded by vertical stops. 13. Apparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de messenas (9) en de veegrol (18) met verschillende toerentallen kunnen worden aangedreven, 20 waarbij de messenas (9) met het hogere toerental kan worden aangedreven. 1002883Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the blade shaft (9) and the sweeping roller (18) can be driven at different speeds, the blade shaft (9) being driven at the higher speed. 1002883