NL1002776C2

NL1002776C2 - Cluster van een aantal door koppelstangen aan elkaar gekoppelde tank- containers en voor het opbouwen van zo'n cluster geschikte tank- container.

Info

Publication number: NL1002776C2
Application number: NL1002776A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Bernardus Bastia Engel
Original assignee: Hendrik Bernardus Bastia Engel
Priority date: 1996-04-03
Filing date: 1996-04-03
Publication date: 1997-10-06
Also published as: EP0892749B1; EP0892749A1; WO1997036802A1; ATE193870T1; AU2180497A; DE69702312D1; DE69702312T2

Description

Titel: Cluster van een aantal door koppelstangen aan elkaar gekoppelde tankcontainers en voor het opbouwen van zo’n cluster geschikte tankcontainer.

5 In eerste instantie heeft de uitvinding betrekking op een tankcontainer omvattende: een tank of bak, acht hoekstukken die zijn gerangschikt volgens de hoekpunten van een parallellepipedum en die zijn bevestigd aan de tank of bak en/of aan een 10 frame, waarbij elk hoekstuk een horizontale plaat en twee verticale platen omvat welke verticale platen een randinsnijding bezitten bestemd voor het doorlaten van een pen die zich door openingen in een eindvork van een koppelstang kan uitstrekken.

15

Een dergelijke tankcontainer is bekend uit NL-A-8902602. Deze tankcontainer is zodanig compact gedimensioneerd dat deze door betrekkelijk kleine vorkheftrucks hanteerbaar is, terwijl op eenvoudige wijze geschikte clusters van tankcontainers tot stand kunnen worden 20 gebracht, die geheel passen in de bestaande ISO-container-infrastructuur, dat wil zeggen dat de clusters op de gebruikelijke bevestigingspunten op chassis, containerschepen en treinstellen kunnen worden vastgesteld en dat zij met behulp van de gebruikelijker containerkranen met jukken kunnen worden verplaatst.

25

De breedte van het parallellepipedum is een zodanig breukdeel van de breedte van een volgens ISO-normen gestandaardiseerde container (circa 8 ft) dat door het koppelen van een aantal naast 'elkaar staande tankcontainers een cluster ontstaat met de genoemde ISO-norm-breedte 30 (circa 8 ft), terwijl de lengte van het parallellepipedum gelijk is aan de lengte van een volgens ISO-normen gestandaardiseerde container (bijvoorbeeld circa 10 ft, circa 20 ft enz.) of een zodanig breukdeel daarvan bedraagt dat door het koppelen van een aantal achter elkaar staande tankcontainers een cluster ontstaat met een lengte van een IS0-35 norm-container. De breedte van een volgens ISO-normen gestandaardiseerde container is circa 8 ft; er zijn echter containters met een breedte van 8’ 4" waarvan de bevestigingspunten (corner fittings) zich echter op dezelfde plaats bevinden als bij een acht ft ISO-container. Ook deze vallen onder het begrip ISO-container.

1002776 2

Een bezwaar van de bekende constructie is dat onder ruwe omstandigheden de koppelstangen die naast elkaar staande tankcontainers in een cluster bijeenhouden, los kunnen schieten.

5 De uitvinding beoogt in eerste instantie een in de aanhef genoemde tankcontainer zodanig te verbeteren dat de onderlinge verbinding van tankcontainers in een cluster steviger is zonder dat aan het gemak van het met elkaar verbinden van de tankcontainers tekort wordt gedaan.

10 Volgens de uitvinding is de tankcontainer hiertoe gekenmerkt doordat in elk van de verticale platen van de hoekstukken behalve genoemde randinsnijding een geheel begrensde opening is aangebracht eveneens bestemd voor het doorlaten van een pen die zich door openingen in een eindvork van een koppelstang kan uitstrekken.

15

Indien de tankcontainer er één is waarbij de tank of bak door middel van opsluitplaten is bevestigd aan hoekstukken van een parallellepipedumvormig frame dat boven de tank of bak is voorzien van twee zich tussen langsliggers van het frame uitstrekkende kokers voor het 20 opnemen van de lepels van een vorkheftruck, kan volstaan worden met opsluitplaten die zich uitsluitend aan de onderzijde van de tankbak bevinden.

De uitvinding betreft tevens een cluster van een aantal tankcontainers 25 waarbij voor het koppelen van boven en naast elkaar staande tankcontainers gebruik is gemaakt van verticale koppelstangen met aan beide einden een vork in de twee tanden waarvan een opening is uitgespaard voor het doorlaten van een pen. Om het los&chieten van de koppelstangen te verhinderen zal de afstand tussen de opening in de 30 vorktanden aan één einde van een koppelstang en de opening in de vorktanden aan het andere einde van die koppelstang overeenkomen met de afstand tussen een randinsnijding in een verticale plaat van een eerste hoekstuk, en een geheel begrensde opening in een verticale plaat van een zich recht onder of boven dat eerste hoekstuk bevindende tweede hoekstuk. 35

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuur 1 geeft een perspectivisch aanzicht van een tankcontainer volgens de uitvinding.

1002776 * c 3

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de koppeling van de hoekstukken van tankcontainers.

Figuur 3 toont schematisch op welke plaatsen acht tankcontainers met 5 elkaar en met de chassis zijn verbonden.

Figuur 4 toont een zijaanzicht van een koppelstang die twee paar hoekstukken met elkaar verbindt.

10 De in figuur 1 weergegeven compacte tankcontainer (zogenaamde compactainer) omvat een parallellepipedumvormig frame 1 en een tank 2 die binnen het frame is bevestigd. Aan elk van de hoekpunten van het frame is een hoekstuk 3 bevestigd met drie loodrecht op elkaar staande platen 4, 5 en 6. De verticale platen 5. 6 zijn verlengd met een deel 7. De 15 horizontale plaat 4 heeft een opening voor een twistlock.

Elk deel 7 heeft een insnijding 8 in de horizontale rand en op enige verticale afstand daarvan een geheel begrensde opening 9· 20 Door vier tankcontainers (lengte bijvoorbeeld 10 ft, breedte bijvoorbeeld 4 ft en hoogte bijvoorbeeld 4,7 ft) in carré te plaatsen en met elkaar te koppelen ontstaat een cluster (bijvoorbeeld met lengte 20 ft en breedte 8 ft). Zo een cluster kan bij transport op een chassis en bij verlading door middel van een containerkraan met standaardjuk behandeld worden als 25 een volgens ISO-normen gestandaardiseerde container (20 ft container).

Voor het koppelen van steeds twee tankcontainers wordt gebruik gemaakt van koppels tangen 10. Deze hebben aan beide einden eëh vork 11 met opening 12 in de vorktanden.

30

Figuur 4 laat in het midden van een carré van tankcontainers een bovenste en onderste viertal hoekstukken 3 zien. Twee aangrenzende delen 7 van het onderste viertal zijn onderling en met twee aangrenzende delen 7 van het bovenste viertal gekoppeld door middel van één enkele koppelstang 10. De 35 onderste vork 11 valt over twee delen 7 waarbij de openingen 12 in de vorktanden in register liggen met de openingen 9 in de delen 7. Door deze in register liggende openingen 12 en 9 Is een geborgde bevestigingspen 13 gestoken. De bovenste vork 11 van de koppelstang valt eveneens over twee delen 7, echter liggen de openingen 12 in de vorktanden in register met 1002776 ♦ l 4 de randinsnijdingen 8 in de delen 7· Door deze in register liggende openingen 12 en randinsnijdingen 8 is eveneens een geborgde pen 13 gestoken. De lengte tussen de openingen 12 in de vorktanden aan het ene einde van een koppelstang 10 en de openingen 12 in de vorktanden aan het 5 andere einde van een koppelstang 10 komt overeen met de afstand tussen een opening 9 in een eerste deel 7 en een randinsnij ding 8 in een tweede deel 7 dat zich recht onder het eerste deel 7 bevindt. Met andere woorden verbindt een koppelstang 10 twee zich recht onder elkaar bevindende paren van delen 7 zodanig dat één van de vorken door middel van een door 10 openingen 9 en 12 stekende pen 13 is verbonden met het ene paar delen 7 en de andere vork door middel van een door randinsnijdingen 8 in een opening 12 stekende pen 13 is verbonden met het andere paar delen 7.

Daarmee wordt bereikt dat de koppelstang enerzijds gemakkelijk in de 15 juiste stand kan worden gebracht en door middel van de pennen kan worden bevestigd en anderzijds niet onder ruwe omstandigheden los kan schieten. Indien zoals beschreven in NL-A-8902602 - de vorken van een koppelstang met de paren van delen 7 zo zijn verbonden dat de bevestigingspennen 13 aan weerszijden door de randinsnijdingen lopen kan onder ruwe 20 omstandigheden een gevaar ontstaan.

De tank 2 is binnen het frame 1 bevestigd doordat tussen de vier onderste hoekstukken 3 en de tank 2 opsluitplaten 4 zijn gelast. Deze opsluitplaten kunnen aan de bovenzijde van de tank vervallen indien op de 25 tank uitgeoefende horizontale krachten worden overgebracht naar twee kokers 15 voor het opnemen van de lepels van een vorkheftruck, tussen welke lepels een lekbak 16 is gemonteerd.

De kokers zijn tussen twee langsliggers van het frame bevestigd. Op de 30 tank uitgeoefende verticale krachten worden via de opsluitplaten 14 en de hoekstukken 3 op het frame 1 overgebracht.

Niet uitgesloten is dat het uit rechte profielen opgebouwde frame 1 ontbreekt en dat er slechts acht hoekstukken via opsluitplaten 14 aan de 35 tank zijn bevestigd.

Figuur 3 toont met kleine streepjes waar 10 ft tankcontainers met elkaar zijn gekoppeld en met kleine rondjes waar de twee carréclusters aan een chassis zijn bevestigd middels twistlocks.

1002776

Claims

1. Tankcontainer omvattende: een tank of bak (2), 5 acht hoekstukken (3) die zijn gerangschikt volgens de hoekpunten van een parallellepipedum en die zijn bevestigd aan de tank of bak en/of aan een frame (1), waarbij elk hoekstuk een horizontale plaat (4) en twee verticale platen (3· 6) omvat welke verticale platen een randinsnijding (8) bezitten 10 bestemd voor het doorlaten van een pen (13) die zich door openingen (12) in een eindvork (11) van een koppelstang (10) kan uitstrekken, met het kenmerk, dat in elk van de verticale platen (3· 6) van de hoekstukken (3) behalve genoemde randinsnijding (8) een geheel begrensde opening (9) is aangebracht eveneens bestemd voor het doorlaten van een pen (13) die zich 13 door openingen (12) in een eindvork (11) van een koppelstang (10) kan uitstrekken.

2. Tankcontainer volgens conclusie 1, waarbij de tank of bak (2) door middel van opsluitplaten (14) is bevestigd aan hoekstukken (3) van een 20 parallellepipedumvormig frame (1) dat boven de tank of bak (2) is voorzien van twee kokers (13) voor het opnemen van de lepels van een vorkheftruck, welke kokers zich uitstrekken tussen twee langsliggers van het frame, met het kenmerk, dat genoemde platen (14) zich uitsluitend aan de onderzijde van de tank of bak (2) bevinden. 25

3. Cluster van een aantal tankcontainers volgens conclusie 1 of 2, waarbij voor het koppelen van naast elkaar staande tankcontainers gebruik is gemaakt van verticale koppelstangen (10) met aan beide "binden een vork (11) in de twee tanden waarvan een opening (12) is uitgespaard voor het 30 doorlaten van een pen (13)· met het kenmerk, dat de afstand tussen een opening (12) in de vorktanden (11) aan één einde van een koppelstang (10) en de opening (12) in een vorktand (11) aan het andere einde van de koppelstang (10) overeenkomt met de afstand tussen een randinsnijding (8) in een verticale plaat (5. 6) van een eerste hoekstuk (3) en een geheel 35 begrensde opening (9) in een verticale plaat (5, 6) van een zich recht onder of boven dat hoekstuk bevindend tweede hoekstuk (3). 1002776