NL1001995C2 - Plant-cultivation equipment - Google Patents

Plant-cultivation equipment Download PDF

Info

Publication number
NL1001995C2
NL1001995C2 NL1001995A NL1001995A NL1001995C2 NL 1001995 C2 NL1001995 C2 NL 1001995C2 NL 1001995 A NL1001995 A NL 1001995A NL 1001995 A NL1001995 A NL 1001995A NL 1001995 C2 NL1001995 C2 NL 1001995C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport channels
plants
cultivation
channels
cultivation surface
Prior art date
Application number
NL1001995A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Cornelis Jacobus Henricus Kaam
Original Assignee
Greenstar The Cyclonical Green
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Greenstar The Cyclonical Green filed Critical Greenstar The Cyclonical Green
Priority to NL1001995A priority Critical patent/NL1001995C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001995C2 publication Critical patent/NL1001995C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • A01G31/04Hydroponic culture on conveyors
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P60/00Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
    • Y02P60/20Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
    • Y02P60/21Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Hydroponics (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Abstract

During cultivation, the plants are moved along transporting channels (18) in the cultivation surface between inlet and discharge ends, the distance between the channels increasing towards the latter ends. They are moved by a travelling overhead gantry (50) spanning the cultivation surface. They can be indexed along the channels between positions whose dimensions increase corresponding to their growth curve, the positions being arranged in triangular patterns on part at least of the surface. The plants can be accommodated in units, these having edges extending above the channels for engagement by moving tools suspended from the gantry.

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het telen van planten.Title: Method and device for growing plants.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het telen van planten, waarbij de planten zich op een teeltoppervlak bevinden en met behulp van verplaatsingsmiddelen tijdens de teelt langs een aantal naast 5 elkaar gelegen langwerpige transportkanalen worden verplaatst tussen een toevoereinde en een afvoereinde van de transportkanalen en waarbij vanaf het toevoereinde naar het afvoereinde van de transportkanalen de tussenafstand tussen zowel naburige transportkanalen als zich in een zelfde kanaal 10 bevindende naburige planten vergroot wordt.The invention relates to a method and apparatus for growing plants, wherein the plants are situated on a cultivation surface and are moved during the cultivation along a number of adjacent elongated transport channels during the cultivation between a supply end and a discharge end of the transport channels and wherein the distance between both adjacent transport channels and neighboring plants located in the same channel 10 is increased from the supply end to the discharge end of the transport channels.

Een dergelijke werkwijze en inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8502774. De Nederlandse octrooiaanvrage 8502774 beschrijft een eerste uitvoeringsvorm, waarbij op een rechthoekig bodemoppervlak 15 van een kas stellen naast elkaar, doch divergerend ten opzichte van elkaar gepositioneerde rechte transportkanalen zijn opgesteld. Opeenvolgende groepen transportkanalen divergeren steeds in tegengestelde richting. In de transportkanalen zijn planthouders geplaatst, die tijdens de 20 groeicyclus van het gewas van het ene uiteinde van de transportkanalen, waar de transportkanalen dicht naast elkaar liggen, stapsgewijs naar het andere uiteinde, waar de transportkanalen op afstand van elkaar liggen, worden getransporteerd. Het transport vindt plaats met behulp van 25 een meneemstaaf of-koord, met behulp waarvan alle zich op een vergelijkbare positie in de transportkanalen van een stel bevindende planthouders gelijktijdig worden verplaatst. De zich op vergelijkbare positie bevindende planthouders vormen in feite een rij en voor elke rij is een afzonderlijke 30 meeneemstaaf of een afzonderlijk meeneemkoord voorzien. Doordat de transportkanalen divergeren ontstaat in zijdelingse richting een steeds grotere groeiruimte voor elke plant. De transportkanalen zijn in de lengterichting in secties verdeeld, die elk van een eigen transportmechanisme 35 zijn voorzien. Elk transportmechanisme maakt een grotere slag 1001995 2 dan het transportmechanisme van een voorgaande sectie, zodat de planten ook in de bewegingsrichting meer ruimte krijgen naarmate de planten verder langs het transportkanaal zijn getransporteerd. Aan het divergerende einde, dat wil zeggen 5 het afvoereinde, van de transportkanalen worden de planten geoogst.Such a method and device is known from the Dutch patent application 8502774. The Dutch patent application 8502774 describes a first embodiment, in which sets on a rectangular bottom surface of a greenhouse are arranged side by side, but diverging straight transport channels positioned relative to each other. Successive groups of transport channels always diverge in opposite directions. Plant holders are placed in the transport channels, which are transported step by step during the growth cycle of the crop from one end of the transport channels, where the transport channels are close to each other, to the other end, where the transport channels are spaced apart. The transport takes place with the aid of a menu bar or cord, with the aid of which all of the plants in a transport position of a set of plant holders located in a comparable position are moved simultaneously. The plant holders located in a comparable position actually form a row and for each row a separate carrying rod or a separate carrying cord is provided. Because the transport channels diverge in the lateral direction, an increasingly larger growing space is created for each plant. The transport channels are divided longitudinally into sections, each of which is provided with its own transport mechanism. Each transport mechanism makes a larger stroke 1001995 2 than the transport mechanism of a previous section, so that the plants also have more space in the direction of movement as the plants are transported further along the transport channel. The plants are harvested at the divergent end, ie the discharge end, of the transport channels.

De kanalen zijn gevormd als goten, die enigszins hellend zijn opgesteld en waardoor in bedrijf water stroomt.The channels are formed as gutters, which are arranged slightly inclined and through which water flows during operation.

Ofschoon deze bekende opstelling een tamelijk efficiënt 10 gebruik van het beschikbare bodemoppervlak mogelijk maakt, is een bezwaar dat zowel het invoeren van de jonge plantjes als het oogsten van de volgroeide planten aan twee op afstand tegenover elkaar gelegen langszijden van het rechthoekige bodemoppervlak dient plaats te vinden.While this prior art arrangement allows for fairly efficient use of the available soil surface, a drawback is that both the introduction of the young plants and the harvesting of the mature plants should take place on two spaced opposite longitudinal sides of the rectangular soil surface .

15 Ook zijn voor elke groep transportkanalen afzonderlijke verplaatsingsmiddelen nodig.Separate moving means are also required for each group of transport channels.

Deze bezwaren doen zich niet of in mindere mate voor bij een tweede mogelijke opstelling die in de Nederlandse octrooiaanvrage 8502774 is getoond en waarbij de 20 transportkanalen zich radiaal vanaf nabij het middelpunt van een cirkel gelegen punten uitstrekken. De jonge plantjes worden vanuit het midden van de cirkel aan de transportkanalen toegevoerd en aan de omtrek van de cirkel geoogst. Ook in deze configuratie is nog geen sprake van een 25 optimaal gebruik van de beschikbare ruimte. In het bijzonder is het door de wigvormige ruimten tussen de transportkanalen niet mogelijk om uitgaande van de groeicurve van de planten tot een optimale benutting van de beschikbare ruimte te komen.These drawbacks do not arise or occur to a lesser extent with a second possible arrangement which is shown in Dutch patent application 8502774 and wherein the transport channels extend radially from points located near the center of a circle. The young plants are fed from the center of the circle to the transport channels and harvested on the circumference of the circle. Also in this configuration there is no optimal use of the available space. In particular, due to the wedge-shaped spaces between the transport channels, it is not possible to use the available space optimally on the basis of the growth curve of the plants.

30 Voor beide bekende technieken geldt dat de planten gedurende een groot gedeelte van de teeltcyclus niet of zeer moeilijk bereikbaar zijn voor controle en/of bewerking.For both known techniques it holds that during a large part of the cultivation cycle the plants are not or very difficult to reach for control and / or processing.

De uitvinding beoogt een verbeterde teeltmethode voor gewassen ter beschikking te stellen, waarbij de boven 35 beschreven bezwaren zich niet of in verminderde mate voordoen. Meer in het algemeen beoogt de uitvinding een efficiënte teeltmethode ter beschikking te stellen, waarbijThe object of the invention is to provide an improved cultivation method for crops, wherein the drawbacks described above do not occur or occur to a lesser extent. More generally, the object of the invention is to provide an efficient cultivation method, wherein

1 0 δ V.r:· F1 0 δ V.r: · F

3 een optimaal gebruik van de beschikbare oppervlakte wordt gemaakt, en waarbij tussentijdse controle en/of bewerking mogelijk blijft.3 optimal use is made of the available surface area, and interim inspection and / or processing remains possible.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van 5 de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat voor het verplaatsen van de planten langs de transportkanalen een bewerkingsboom wordt toegepast, die de vorm heeft van een het teeltoppervlak overspannende brugconstructie, die in bedrijf boven de planten wordt bewogen.For this purpose, according to the invention, a method of the type described is characterized in that a processing boom, which is in the form of a bridge construction spanning the cultivation surface, is moved above the plants in order to move the plants along the transport channels.

10 Een inrichting van de boven beschreven soort wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door een het teeltoppervlak overspannende bewerkingsboom, die is voorzien van aandrijfmiddelen voor het over het teeltoppervlak bewegen van de bewerkingsboom, en die voorts is voorzien van 15 verplaatsingswerktuigen voor het verplaatsen van in de transportkanalen aanwezige p1anteenheden.According to the invention, a device of the above-described type is characterized by a processing tree spanning the cultivation surface, which is provided with drive means for moving the processing tree over the cultivation surface, and which is further provided with displacement tools for moving in the transport channels existing pant units.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.In the following, the invention will be further described with reference to the attached drawing of an exemplary embodiment.

20 Figuur 1 toont schematisch een aanzicht van een kas, die geschikt is voor toepassing van de uitvinding; figuur 2 toont schematisch een praktische realisatie van een kasdek voor de kas van figuur 1; figuur 3 toont schematisch de indeling van de 25 binnenruimte van een kas volgens figuur 1; figuur 4 toont schematische en gedeeltelijke radiale doorsnede van een kas volgens figuur 1; figuur 5 toont een tweetal details van figuur 4; figuur 6 toont schematisch in bovenaanzicht een 30 voorbeeld van een transportkanaal voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding; figuur 7 toont schematisch in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een goot, die als transportkanaal toegepast kan worden; 35 figuur 8 toont schematisch een complete goot voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding; 1 o C t. ^ 6 4 figuur 9 en figuur 10 tonen schematisch enkele details van de goot van figuur 8; figuur 11 toont schematisch in zij-aanzicht een pothouder voor toepassing in een inrichting volgens de 5 uitvinding; figuur 12 toont schematisch een bovenaanzicht van de pothouder van figuur 11; figuur 13 toont schematisch een aantal pothouders, die in transportkanalen zijn geplaatst; 10 figuur 14 toont in schematisch zij-aanzicht een planthouder voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding; figuur 15 toont schematisch een bewerkingsboom voor toepassing in een inrichting volgens de uitvinding; 15 figuur 16 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van de ligging van een plaatverplaatsingswerktuig ten opzichte van de transportkanalen; figuur 17 en figuur 18 tonen schematisch in bovenaanzicht en in zij-aanzicht een voorbeeld van een in een 20 inrichting volgens de uitvinding toepasbare bewerkingsboom; figuur 19 illustreert schematisch de werking van een voorkeursuitvoeringsvorm van een plantverplaatsingswerktuig volgens de uitvinding; figuur 20 illustreert schematisch de transportstromen 25 in een inrichting volgens de uitvinding; figuur 21 toont schematisch een mogelijke configuratie van plantplaatsen; en figuur 22 toont schematisch in bovenaanzicht een voorbeeld van een stelsel van transportkanalen voor een 30 inrichting volgens de uitvinding.Figure 1 schematically shows a view of a greenhouse suitable for application of the invention; figure 2 schematically shows a practical realization of a greenhouse cover for the greenhouse of figure 1; figure 3 schematically shows the layout of the inner space of a greenhouse according to figure 1; figure 4 shows schematic and partial radial section of a greenhouse according to figure 1; figure 5 shows two details of figure 4; figure 6 schematically shows in top view an example of a transport channel for use in a device according to the invention; figure 7 shows schematically in cross-section an example of a gutter which can be used as a transport channel; Figure 8 schematically shows a complete gutter for use in a device according to the invention; 1 o C t. Fig. 9 and Fig. 10 schematically show some details of the gutter of Fig. 8; Fig. 11 schematically shows, in side view, a pot holder for use in a device according to the invention; Figure 12 schematically shows a top view of the pot holder of Figure 11; figure 13 schematically shows a number of pot holders which are placed in transport channels; Figure 14 shows in schematic side view a plant holder for use in a device according to the invention; figure 15 schematically shows a processing tree for use in a device according to the invention; Figure 16 schematically shows, in top view, an example of the position of a plate moving tool with respect to the transport channels; figure 17 and figure 18 schematically show in top view and in side view an example of a processing tree which can be used in a device according to the invention; Figure 19 schematically illustrates the operation of a preferred embodiment of a plant displacement tool according to the invention; Figure 20 schematically illustrates the transport flows 25 in a device according to the invention; figure 21 schematically shows a possible configuration of planting sites; and figure 22 shows schematically in top view an example of a system of transport channels for a device according to the invention.

Figuur 1 toont schematisch de globale vorm van een kas 1 waarin de uitvinding kan worden toegepast. De kas heeft een uitwendige vorm die lijkt op die van een tunnelkas, die ringvormig rond gebogen is, waardoor een soort tulbandvorm is 35 verkregen met een cirkelvormig open centraal gedeelte 2 met een binnenwand 3. Het kasdek 4 is gebold en de kas heeft een buitenwand 5.Figure 1 schematically shows the overall shape of a greenhouse 1 in which the invention can be applied. The greenhouse has an external shape resembling that of a tunnel greenhouse, which is curved in an annular round manner, so that a kind of turban shape is obtained with a circular open central part 2 with an inner wall 3. The greenhouse cover 4 is convex and the greenhouse has an outer wall 5.

55

Een aldus gevormde kas kan met behulp van bekende technieken opgebouwd worden als een netconstructie van stalen profielen 6, die ruitvormige openingen vormen, en spankabels. De ruitvormige openingen zijn weer afgedicht met panelen 7 5 van bijvoorbeeld aluminium profielen voorzien van een geschikte lichtdoorlatende folie of plaatmateriaal. Bij voorkeur is de folie of het plaatmateriaal aan weerszijden van de panelen aangebracht. Een geschikte techniek voor de opbouw van een netconstructie voor een lichtdoorlatende 10 overkapping is bijvoorbeeld beschreven in het tijdschriftA greenhouse thus formed can be built up, using known techniques, as a net construction of steel profiles 6, which form diamond-shaped openings, and tension cables. The diamond-shaped openings are again sealed with panels 75 of, for instance, aluminum profiles provided with a suitable translucent foil or sheet material. The foil or the sheet material is preferably arranged on either side of the panels. For example, a suitable technique for building up a net construction for a translucent canopy is described in the magazine

Thermisch Verzinken, September 1993 uitg. Stichting Doelmatig Verzinken, Sassenheim.Hot-dip galvanizing, September 1993 publ. Efficient Galvanizing Foundation, Sassenheim.

Het kasdek rust op een binnenste en buitenste cirkelvormige liggerconstructie 8,9, die weer door kolommen 15 10,11 zijn gesteund. Tussen de kolommen zijn weer lichtdoorlatende panelen gemonteerd.The greenhouse deck rests on an inner and outer circular beam structure 8,9, which are in turn supported by columns 10, 11. Translucent panels have been mounted between the columns.

Bij voorkeur zijn ventilatie-openingen in de vertikale wanden aangebracht, zoals bijvoorbeeld met pijlen VI, V2 in figuur 18 is aangegeven. Het kasdek zelf kan dan geheel 20 gesloten worden uitgevoerd.Ventilation openings are preferably arranged in the vertical walls, as indicated, for example, by arrows VI, V2 in figure 18. The greenhouse cover itself can then be completely closed.

Figuur 3 toont een gedeeltelijke plattegrond van een kas volgens de uitvinding. De binnenwand 3 en de buitenwand 5 vormen in hoofdzaak concentrische cirkels, waartussen zich een ringvormig teeltoppervlak 12 bevindt. Eén en ander is ook 25 in dwarsdoorsnede schematisch in figuur 4 getoond. Het teeltoppervlak 12 wordt zoals getoond, bij voorkeur zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde begrensd door een werkring 13,14. Via de werkringen zijn de binnenste en de buitenste uiteinden van de op het teeltoppervlak opgestelde 30 transportkanalen toegankelijk en kunnen de planten aan het teeltoppervlak toegevoerd, respectievelijk daarvan afgevoerd worden.Figure 3 shows a partial floor plan of a greenhouse according to the invention. The inner wall 3 and the outer wall 5 form substantially concentric circles, between which an annular cultivation surface 12 is located. All this is also schematically shown in cross-section in figure 4. The cultivation surface 12 is, as shown, preferably bounded on the inside as well as on the outside by a working ring 13,14. The inner and outer ends of the transport channels arranged on the cultivation surface are accessible via the working rings and the plants can be supplied or removed from the cultivation surface.

Het centrale cirkelvormige gebied 15, dat niet tot de eigenlijke kasruimte behoort, kan plaats bieden aan diverse 35 technische installaties, kantoorruimte, werkruimte voor het gereedmaken van planteenheden, etc. en kan desgewenst daartoe apart overdekt worden.The central circular area 15, which does not belong to the actual greenhouse space, can accommodate various technical installations, office space, work space for preparing plant units, etc. and can be covered separately if desired.

10 G19 9 5 610 G19 9 5 6

Op het teeltoppervlak zijn zoals reeds vermeld transportkanalen voor planteenheden aangebracht. De transportkanalen zijn gootvormig en zullen in het volgende nog nader worden beschreven. Figuur 5 toont schematisch de 5 details A en B van figuur 4.As already mentioned, transport channels for plant units are provided on the cultivation surface. The transport channels are gutter-shaped and will be described in more detail below. Figure 5 schematically shows the 5 details A and B of figure 4.

Detail A betreft een C02 bemestingssysteem. Door de niet getoonde verwarmingsinstallatie voor de kas wordt C02 geproduceerd, die via een ringleiding 16 in een in het teeltoppervlak aangebrachte goot 17 wordt toegevoerd aan 10 geperforeerde buizen 16a of dergelijke, die tussen de transportkanalen liggen. Op deze wijze kan C02-rijke lucht tussen de planten worden gebracht. Vanzelfsprekend kan desgewenst ook C02 uit een andere bron dan de verwarmingsinstallatie worden betrokken.Detail A concerns a CO2 fertilization system. The greenhouse heating installation (not shown) produces CO2, which is fed via a ring pipe 16 in a trough 17 arranged in the cultivation surface to 10 perforated pipes 16a or the like, which lie between the transport channels. In this way, CO2-rich air can be introduced between the plants. If desired, CO2 can of course also be obtained from a source other than the heating installation.

15 Detail B toont de buitenste werkring 14 met het uiteinde van één der transportkanalen 18. De uiteinden van de transportkanalen reiken in dit voorbeeld tot in de buitenste werkring, en zijn voorzien van een uitstroomleiding 19 voor water, die via een ringleiding 20 verbonden kan zijn met een 20 pomp, en een doorvoer voor een verwarmingsslang 21, die in dit voorbeeld op de bodem van het desbetreffende gootvormige transportkanaal ligt. De transportgoten zijn bij voorkeur naar buiten toe enigszins neerwaarts hellend opgesteld, zodat aan het binneneinde toegevoerd water, dat bijvoorbeeld ook 25 voedingsstoffen, ontsmettingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen en dergelijke kan bevatten, vanzelf naar het buitenste buiteinde stroomt. Hiertoe kan bijvoorbeeld het teeltoppervlak, dat bijvoorbeeld van beton kan zijn, enigszins hellend zijn uitgevoerd, zoals in figuur 4 en ook 30 in figuur 18 is getoond.Detail B shows the outer working ring 14 with the end of one of the transport channels 18. In this example, the ends of the transport channels extend into the outer working ring, and are provided with an outflow pipe 19 for water, which can be connected via a ring pipe 20 with a pump, and a passage for a heating hose 21, which in this example lies on the bottom of the respective gutter-shaped transport channel. The conveyor troughs are preferably arranged inclined slightly downwards outwards, so that water supplied to the inner end, which can also contain, for example, nutrients, disinfectants, pesticides and the like, automatically flows to the outer outer end. To this end, for example, the cultivation surface, which can for instance be of concrete, can have a slightly inclined design, as is shown in figure 4 and also in figure 18.

Detail B toont voorts nog een buiten de buitenwand 5 van de kas liggende hemelwatergoot 22. Het niveau van het teeltoppervlak bij de buitenste werkring ligt bij voorkeur ongeveer ter hoogte van het maaiveld. Dit niveau is in figuur 35 18 met M aangegeven. De werkringen liggen bij voorkeur verdiept, zoals getoond, zodat een ergonomisch gunstige situatie ontstaat.Detail B furthermore shows a rainwater gutter 22 lying outside the outer wall 5 of the greenhouse. The level of the cultivation surface at the outer working ring is preferably approximately at the level of ground level. This level is indicated by M in Figure 35-18. The work rings are preferably recessed as shown, so that an ergonomically favorable situation is created.

' · & 7& 7

Figuur 6 toont schematisch een voorbeeld van een gebogen vorm voor de transportgoten 18. De getoonde vorm is althans deels in hoofdzaak een logaritmische kromme. De exacte vorm hangt samen met de gewenste ligging van de 5 plantplaatsen ten opzichte van elkaar en/of de groeicurve van het gewas. Een plantplaats is een voor één plant beschikbare ruimte. De plantplaatsen kunnen weergegeven worden door cirkels, die naarmate zij verder van het centrum van de kas liggen groter zijn, corresponderend met de ontwikkeling van 10 de planten tijdens de teeltcyclus. Plantplaatsen met dezelfde straal liggen evenver van het centrum en liggen derhalve in een cirkelvormige rij rond het centrum. De corresponderende plantplaatsen in opeenvolgende cirkelvormige rijen kunnen gezien vanuit het centrum van de kas recht achter elkaar 15 liggen en liggen dan op stralen R van de kas. De transportgoten dienen dan ook de vorm van deze stralen te hebben en zijn dan derhalve lineair.Figure 6 schematically shows an example of a curved shape for the transport troughs 18. The shape shown is at least partly substantially a logarithmic curve. The exact shape depends on the desired location of the 5 planting sites relative to each other and / or the growth curve of the crop. A planting site is a space available for one plant. The planting sites can be represented by circles, the larger they are from the center of the greenhouse, corresponding to the development of the plants during the cultivation cycle. Planting sites with the same radius are equidistant from the center and are therefore arranged in a circular row around the center. The corresponding planting sites in successive circular rows can be seen straight behind each other from the center of the greenhouse and then lie on rays R of the greenhouse. The transport channels must therefore have the shape of these beams and are therefore linear.

Een efficiënter oppervlaktegebruik wordt echter mogelijk door de plantplaatsen in opeenvolgende rijen niet 20 recht achter elkaar, doch versprongen ten opzichte van elkaar te positioneren, zodat een plantplaats uit een rij steeds enigszins tussen twee plantplaatsen uit een voorgaande rij en tussen twee plantplaatsen uit een volgende rij ligt, zie bijvoorbeeld figuur 21. De bijbehorende transportgoten hebben 25 dan bij voorkeur een gekromde vorm. De transportgoten op het teeltoppervlak maken dan een cyclonaal patroon zichtbaar, zoals getoond in figuur 22.A more efficient use of the surface is, however, possible by positioning the planting places in successive rows not directly behind one another, but staggered relative to each other, so that a planting place from a row is always somewhat between two planting places from a previous row and between two planting places from a following row see, for example, figure 21. The associated transport channels then preferably have a curved shape. The transport gutters on the cultivation surface then reveal a cyclonic pattern, as shown in figure 22.

Een configuratie van plantplaatsen, ook wel plantverband genoemd, waarbij de plantplaatsen van elke rij 30 een halve plantplaats langs de rij verschoven zijn ten opzichte van de voorgaande rij leidt tot een zogenaamd driehoeksverband. Bij een optimale ruimtebenutting grenzen alle plantplaatsen aan elkaar. In een driehoeksverband grenst elke plantplaats aan zes omringende plantplaatsen. De 35 middelpunten van een plantplaats op een willekeurige rij en twee aangrenzende plantplaatsen op een naburige rij vormen de hoekpunten van een gelijkbenige driehoek, die nagenoeg 1001995 8 gelijkzijdig is. Een voorbeeld van een dergelijk driehoeksverband is schematisch getoond in figuur 21. De cirkeltjes, die naar buiten toe overeenkomstig de groei van de planten in diameter toenemen representeren de 5 plantplaatsen en de pijlen geven de richting aan waarlangs de planten zich van plantplaats tot plantplaats in bedrijf voortbewegen.A configuration of planting places, also referred to as a planting bandage, in which the planting places of each row 30 are shifted half a planting place along the row relative to the previous row, resulting in a so-called triangular bandage. All planting places are adjacent to each other with optimum use of space. In a triangle, each planting site borders six surrounding planting sites. The 35 centers of a planting site on any row and two adjacent planting sites on an adjacent row form the vertices of an isosceles triangle, which is nearly equilateral. An example of such a triangular relationship is shown schematically in figure 21. The circles, which increase in diameter according to the growth of the plants, represent the 5 planting places and the arrows indicate the direction along which the plants are in operation from planting place to planting place. propel.

De bijbehorende vorm van de transportgoten is getoond in figuur 22. In verband met deze vorm spreekt men wel van 10 een cyclonaal plantverband.The associated shape of the transport troughs is shown in figure 22. In connection with this shape, one speaks of a cyclonic plant dressing.

De exacte vorm van de goten hangt af van de groeicurve van de planten. Deze is meestal exponentieel, waarbij echter de groeicurve aan het begin en het einde van de teeltcyclus soms niet exponentieel is. Het gedeelte van de transportgoten 15 waar de planten zich gedurende het exponentiële deel van de groeicurve bevinden is bij voorkeur logaritmisch gekromd. De eventuele andere delen, die zich normaliter aan het begin en/of aan het eind van de transportkanalen bevinden hebben een vorm, die afhangt van de vorm van de groeicurve.The exact shape of the gutters depends on the growth curve of the plants. This is usually exponential, but the growth curve at the beginning and end of the cultivation cycle is sometimes not exponential. The part of the transport troughs 15 where the plants are located during the exponential part of the growth curve is preferably curved logarithmically. The optional other parts normally located at the beginning and / or at the end of the transport channels have a shape depending on the shape of the growth curve.

20 Figuur 7 toont schematisch een doorsnede van een geschikte transportgoot 18. De getoonde goot is U-vormig en is in dit voorbeeld aan de onderzijde voorzien van steunribben 24,25. De goten zijn bij voorkeur van een geschikte kunststof of van een al dan niet van een coating 25 voorzien metaalplaatmateriaal vervaardigd. De goten zijn voorzien van geleidingsorganen voor planteenheden. De planteenheden kunnen bestaan uit een planthouder 42, zoals getoond in figuur 14 of een pothouder 41, zoals getoond in figuur 11 en figuur 12.Figure 7 schematically shows a cross-section of a suitable transport channel 18. The channel shown is U-shaped and in this example is provided with support ribs 24,25 at the bottom. The troughs are preferably made of a suitable plastic or of a metal sheet material, which may or may not be coated. The gutters are provided with guide members for plant units. The planting units may consist of a plant holder 42, as shown in Figure 14 or a pot holder 41, as shown in Figure 11 and Figure 12.

30 In het getoonde voorbeeld zijn de wanden van de goten voorzien van telkens twee C-vormige geleidingsprofielen 26,27, die binnenwaarts geopend zijn en die verschuifbaar corresponderende flenzen 28,29 van de planteenheden kunnen opnemen. In dit voorbeeld is het ene C-vormige profiel 35 uitgevoerd als een naar buiten versprongen gepositioneerde C -vormi ge f 1 ens.In the example shown, the walls of the troughs are each provided with two C-shaped guide profiles 26, 27, which are opened inwardly and which can accommodate slidably corresponding flanges 28, 29 of the plant units. In this example, the one C-shaped profile 35 is designed as an outwardly positioned C-shape.

v 5 9v 5 9

Figuur 8 toont een complete goot 18 (waaruit een deel is weggelaten) voorzien van een beginsectie 30 en een eindsectie 31. De verschillende secties van de goot 18 zijn met koppelstukken 32 aan elkaar bevestigd. Het middendeel kan 5 ook uit verschillende secties zijn samengesteld, die met koppelstukken 33 zijn gekoppeld zoals in figuur 8 getoond.Figure 8 shows a complete trough 18 (from which a part has been omitted) provided with a start section 30 and an end section 31. The different sections of the trough 18 are fastened together with coupling pieces 32. The central part can also be composed of different sections, which are coupled to coupling pieces 33 as shown in figure 8.

De koppelstukken kunnen desgewenst een integraal deel vormen van een bijbehorende sectie. De koppelstukken kunnen tevens voor bevestiging van de goten op het teeltoppervlak 10 zijn ingericht, doch hiervoor kunnen eventueel afzonderlijke bevestigingsstukken toegepast worden. Een wijze van bevestigen met schroeven 34 is schematisch getoond in figuur 9. De koppel- en bevestigingsstukken zijn bij voorkeur zodanig gevormd, dat de goten ter plaatse vlak op het 15 teeltoppervlak liggen. Eventueel kunnen hiertoe de steunribben plaatselijk zijn verwijderd.The connectors may optionally form an integral part of an associated section. The coupling pieces can also be arranged for fixing the gutters to the cultivation surface 10, but separate fixing pieces can optionally be used for this. A manner of fastening with screws 34 is schematically shown in figure 9. The coupling and fastening pieces are preferably formed such that the gutters lie flat on the cultivation surface on site. The support ribs can optionally be removed locally for this purpose.

In figuur 7 is te zien, dat de ene gootwand 35, die voorzien is van het buitenwaarts reikend geleidingsprofiel 26 hoger reikt dan de andere gootwand 36. Hierdoor kunnen de 20 goten aan het begin daarvan dichter bij elkaar liggen met behoud van dezelfde dwarsafmeting.It can be seen in figure 7 that one gutter wall 35, which is provided with the outwardly extending guide profile 26, extends higher than the other gutter wall 36. This allows the 20 gutters to be closer together at the beginning, while retaining the same transverse dimension.

De in figuur 8 getoonde begin- en eindsecties behoeven niet noodzakelijk op dezelfde wijze gekromd te zijn als de rest van de goot. De begin- en eindsecties dienen om het in 25 de goot plaatsen respectievelijk het uit de goot verwijderen van planteenheden mogelijk te maken. Hiertoe zijn deze secties slechts deels voorzien van geleidingsprofielen, zodat de planteenheden van boven af geplaatst respectievelijk naar boven toe verwijderd kunnen worden. De uiteinden van de 30 begin- en eindsecties zijn afgesloten met eindwanden 37,38, omdat in de goten in bedrijf vloeistof kan stromen.The start and end sections shown in Figure 8 need not necessarily be curved in the same manner as the rest of the trough. The beginning and end sections serve to enable placing in the trough respectively removing plant units from the trough. For this purpose, these sections are only partly provided with guide profiles, so that the plant units can be placed from above or removed upwards. The ends of the start and end sections are closed with end walls 37,38, because liquid can flow in the gutters during operation.

Figuur 10 toont schematisch een voorbeeld van een eindsectie 30 of 31, met een koppelstuk 32, een eindwand 37,38, een doorvoer 39 voor een verwarmingsslang 21 en een 35 in- of uitstroomstuk 40.Figure 10 schematically shows an example of an end section 30 or 31, with a coupling piece 32, an end wall 37,38, a passage 39 for a heating hose 21 and an inflow or outflow piece 40.

De figuren 11 en 12 tonen een pothouder 41 en figuur 14 toont en planthouder 42. De pothouder bestaat in hoofdzaak 1 o u 1 a» 5 10 uit een van geleidingsflenzen voorziene ring 43, waarin een plantpotje kan worden geplaatst, terwijl de planthouder behalve een soortgelijke ring ook nog een potgedeelte 44 omvat, waarin een stukje kweekbodem voorzien van een plantje 5 kan worden geplaatst. Het potgedeelte is van openingen voorzien, zodat de kweekbodem door het eventueel door de goot stromende water bevochtigd kan worden. Het water wordt bij voorkeur volgens een eb/vloed-principe door de goten gevoerd.Figures 11 and 12 show a pot holder 41 and figure 14 shows a plant holder 42. The pot holder mainly consists of 1 or 1 a 5 5 of a ring 43 provided with guide flanges, in which a plant pot can be placed, while the plant holder apart from a similar ring also comprises a pot section 44, in which a piece of culture medium provided with a plant 5 can be placed. The pot section is provided with openings, so that the culture medium can be moistened by any water flowing through the gutter. The water is preferably passed through the gutters according to an ebb and flow principle.

Figuur 13 toont schematisch twee dicht naast elkaar 10 liggende goten 18, 18’, waarin een aantal pothouders is geplaatst volgens het hierboven beschreven verspringende verband. Eén van de pothouders is slechts deels getekend.Figure 13 schematically shows two gutters 18, 18 'lying closely to each other, in which a number of pot holders are placed according to the staggered relationship described above. One of the pot holders is only partly drawn.

Figuur 15 toont schematisch een bewerkingsboom 50, die het teeltoppervlak overbrugt en die boven het gewas over het 15 ringvormige teeltoppervlak kan bewegen. De bewerkingsboom is een werktuigdrager, die werktuigen draagt voor het transporteren van de planten. Ook kan de bewerkingsboom inrichtingen dragen voor het observeren of anderzins controleren en/of verzorgen van de planten, zoals 20 bijvoorbeeld een camera en een sproeiïnrichting of dergelijke.Figure 15 schematically shows a processing tree 50, which bridges the cultivation surface and which can move above the crop over the annular cultivation surface. The working tree is a tool carrier, which carries tools for transporting the plants. The working tree can also carry devices for observing or otherwise checking and / or caring for the plants, such as for instance a camera and a spraying device or the like.

De bewerkingsboom dient stevig, doch licht te zijn en kan met voordeel als een vakwerkconstructie zijn uitgevoerd zoals in zij-aanzicht in figuur 18 en in bovenaanzicht in 25 figuur 17 is te zien.The working boom should be sturdy, yet light and can advantageously be designed as a lattice construction, as can be seen in side view in figure 18 and in top view in figure 17.

De bewerkingsboom rust met de uiteinden via geschikte steunorganen, zoals bijvoorbeeld wielen of rollen op een binnenste en een buitenste rail, die aan of nabij de binnenste en buitenste cirkelvormige liggers zijn gevormd of 30 bevestigd. Voor de aandrijving kan bijvoorbeeld van trekkabels of van één of meer op de bewerkingsboom gemonteerde elektromotoren gebruik gemaakt worden. Hiertoe kan bijvoorbeeld één der liggers van een stroomvoerende rail zijn voorzien. De constructie kan ook zodanig zijn dat de 35 wielen of rollen aan één of beide uiteinden in een werkring lopen.The working boom rests with the ends via suitable support members, such as, for example, wheels or rollers, on an inner and an outer rail, which are formed or attached to or near the inner and outer circular beams. For the drive, for example, pull cables or one or more electric motors mounted on the processing tree can be used. To this end, for example, one of the beams can be provided with a current-carrying rail. The construction can also be such that the 35 wheels or rollers run at one or both ends in a working ring.

* 0 ' ' β S .* 0 '' β S.

1111

De observatie- respectievelijk verzorgingsinrichtingen kunnen heen en weer beweegbaar aan een zich langs de bewerkingsboom uitstrekkende rail of dergelijke zijn opgehangen. De rail heeft bij voorkeur een zodanige vorm dat 5 tijdens de beweging van de bewerkingsboom opeenvolgend alle planten van een goot gecontroleerd en verzorgd kunnen worden. Figuur 16 toont schematisch een dergelijke rail bij 51.The observation or care devices can be suspended reciprocally on a rail or the like extending along the processing tree. The rail preferably has a shape such that all plants of a gutter can be successively checked and cared for during the movement of the working tree. Figure 16 schematically shows such a rail at 51.

Pijlen 52,53 geven de bewegingsrichting van de rail 51 boven het teeltoppervlak aan.Arrows 52, 53 indicate the direction of movement of the rail 51 above the cultivation surface.

10 Een zeer belangrijke functie van de bewerkingsboom is het verplaatsen van de planten langs de goten. Hiertoe kan de bewerkingsboom zijn voorzien van hangende beugels, die aan de onderzijde zijn voorzien van horizontale duwstaven, die zich ter hoogte van de ringen 43 van de planteenheden onder een 15 hoek ten opzichte van de cirkelvormige rijen plantplaatsen uitstrekken. De beugels en de duwstaven maken deel uit van de verplaatsingswerktuigen. De duwstaven grijpen aan op de ringen 43 en kunnen tijdens de voortgang van de bewerkingsboom de planteenheden juist tot in een volgende rij 20 plantplaatsen duwen. Daar echter de volgende rijen plantplaatsen bezet zijn door zich daar al bevindende planteenheden, dienen de volgende plantplaatsen eerst vrijgemaakt te worden. Dit betekent, dat de buitenste planteenheden het eerst verschoven dienen te worden en de 25 binnenste het laatst. De buitenste duwstaaf dient derhalve het eerst op de planteenheden aan te grijpen, daarna kan de op één na buitenste duwstaaf zijn werk doen enz..10 A very important function of the cultivation tree is to move the plants along the gutters. To this end, the working tree can be provided with hanging brackets, which are provided on the underside with horizontal push bars, which extend at an angle with respect to the rings 43 of the plant units at an angle to the circular rows of planting sites. The brackets and the push bars are part of the moving tools. The push rods engage the rings 43 and can push the planting units into a subsequent row of 20 planting places during the progress of the working tree. However, since the subsequent rows of planting sites are occupied by plant units already located there, the following planting sites must first be cleared. This means that the outer planting units must be shifted first and the innermost ones last. The outer push bar should therefore first engage the planting units, then the second outer push bar can do its job, etc.

Dit kan bij een in hoofdzaak symmetrische ophanging van de duwstaven bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door de 30 ophangpunten van de duwstaven te rangschikken volgens een lijn die een hoek maakt met de goten. De duwstaven kunnen echter ook op andere wijze, bijvoorbeeld asymmetrisch aan de bewerkingsboom worden bevestigd om een soortgelijk effect te bewerkstelligen.With a substantially symmetrical suspension of the push bars this can be achieved, for example, by arranging the suspension points of the push bars along a line that forms an angle with the troughs. However, the push rods can also be attached to the working tree in another way, for example asymmetrically, in order to achieve a similar effect.

35 Eén en ander is schematisch in figuur 16, 17 en in figuur 19 weergegeven. De lijn door de ophangpunten van de duwstaven is in figuur 16,17 en figuur 19 aangegeven met 55.All this is schematically shown in figures 16, 17 and in figure 19. The line through the suspension points of the push rods is indicated by 55 in figure 16.17 and figure 19.

1001995 121001995 12

Doordat de ophangpunten van de duwstaven op afstand liggen van de rail 51 is in dit voorbeeld de bewerkingsboom in bovenaanzicht tamelijk breed, zoals getoond in figuur 17. Het is natuurlijk ook mogelijk om meerdere brugconstructies 5 toe te passen, die elk een specifieke functie hebben.Because the suspension points of the push bars are spaced from the rail 51, in this example the working tree in top view is rather wide, as shown in figure 17. It is of course also possible to use several bridge constructions 5, each of which has a specific function.

Figuur 19 toont een deel van het teeltoppervlak voorzien van goten 18, waarin planteenheden 60 zijn gerangschikt in cirkelvormige concentrische rijen, gesymboliseerd door onderbroken lijnen I t/m VI door de 10 middelpunten van de planteenheden.Figure 19 shows part of the cultivation surface provided with troughs 18, in which plant units 60 are arranged in circular concentric rows, symbolized by broken lines I through VI through the centers of the plant units.

De duwstaven 61,62,63,64,65,66 zijn opgehangen aan door de lijn 55 gesymboliseerde punten. De hoek tussen de lijn 55 en de goten kan in een praktische situatie ± 15" bedragen.The push bars 61,62,63,64,65,66 are suspended from points symbolized by the line 55. The angle between the line 55 and the gutters can be ± 15 "in a practical situation.

In figuur 19 is te zien dat de duwstaaf 66 het eerst 15 aangrijpt op de bijbehorende planteenheden. De buitenste planteenheid 67 (een goot in rij VI) is bijvoorbeeld al naar buiten bewogen door de duwstaaf 66, terwijl de planteenheid 68 op dezelfde goot in rij V pas net in aangrijping is gekomen met de duwstaaf 65. De opeenvolgende duwstaven duwen 20 derhalve opeenvolgend de planteenheden van rij VI naar de niet getoonde rij VII, de planteenheden van rij V naar rij VI enz. tot de planteenheden van rij I naar rij II zijn verplaatst. Rij I kan dan met verse planteenheden gevuld worden, die na een rondgang van de bewerkingsboom weer naar 25 rij II verplaatst worden enz..Figure 19 shows that the push rod 66 first engages the associated plant units. For example, the outer planting unit 67 (a trough in row VI) has already been moved outwards by the push rod 66, while the planting unit 68 has just just engaged with the push rod 65 on the same trough in row V. The successive push rods 20 therefore push successively the plant units from row VI to row VII (not shown), the plant units from row V to row VI, etc. until the plant units have moved from row I to row II. Row I can then be filled with fresh plant units, which are moved back to row II after a rotation of the processing tree, etc.

Het nieuwe plantmateriaal kan met voordeel via een tunnel 70 naar het centrum van de kas aangevoerd worden. Een dergelijke tunnel is getoond in figuur 18 en in figuur 20.The new plant material can advantageously be supplied via a tunnel 70 to the center of the greenhouse. Such a tunnel is shown in figure 18 and in figure 20.

Het plantmateriaal kan vervolgens met de hand of 30 automatisch met behulp van een plaatsingsinrichting in de goten geplaatst worden.The planting material can then be placed in the gutters manually or automatically with the aid of a placing device.

De planteenheden van de buitenste rij kunnen met de hand of automatisch met behulp van een plantverwijderinrichting geoogst worden.The outer row planting units can be harvested by hand or automatically using a plant remover.

35 De geoogste planten kunnen in een mogelijke uitvoeringsvorm voor verdere verwerking en/of afvoer naar het centrum van de kas getransporteerd worden middels een aan de >b 13 bewerkingsboom of een andere brugconstructie gemonteerde transporteur, zoals bij 71 schematisch in figuur 20 is aangegeven.In a possible embodiment, the harvested plants can be transported to the center of the greenhouse for further processing and / or removal by means of a conveyor mounted on the processing tree or another bridge construction, as is indicated schematically at 71 in figure 20.

Figuur 20 illustreert de in een dergelijk systeem 5 optredende transportstromen. De vanaf het centrum 2 van de kas waaiervormig buitenwaarts gerichte pijlen 72 symboliseren de cyclonale buitenwaartse transportbeweging via de goten. De pijlen 73 symboliseren de beweging van de bewerkingsboom. De dikke pijl 71 symboliseert het binnenwaartse transport van de 10 geoogste planten en de dikke pijl 74 symboliseert de afvoer van het oogstgoed door de tunnel 70.Figure 20 illustrates the transport flows occurring in such a system 5. The arrows 72 directed outward from the center 2 of the greenhouse in a fan-shaped manner symbolize the cyclonic outward transport movement via the gutters. The arrows 73 symbolize the movement of the processing tree. The thick arrow 71 symbolizes the inward transport of the 10 harvested plants and the thick arrow 74 symbolizes the discharge of the crop through the tunnel 70.

Opgemerkt wordt dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen. Zo kunnen de planthouders en/of de pothouders anders uitgevoerd 15 zijn, bijvoorbeeld met een opstaande rand of kraag aan uitsluitend de duwzijde. Ook kan een ander plantverband gekozen worden en kan middels een aangepaste gootvorm rekening gehouden worden met een tijdens de teeltcyclus veranderend groeipatroon van een bepaald gewas. Voorts kan 20 desgewenst de afvoer van het oogstmateriaal buitenom plaatsvinden.It is noted that after the foregoing various modifications are obvious to the skilled person. For example, the plant holders and / or the pot holders may be designed differently, for instance with an upright edge or collar on the push side only. Another plant dressing can also be chosen and, through an adapted gutter shape, account can be taken of a growing pattern of a particular crop that changes during the cultivation cycle. Furthermore, if desired, the removal of the harvesting material can take place from the outside.

In het voorgaande is de uitvinding aan de hand van de toepassing daarvan in een kas beschreven. Het is echter niet strikt noodzakelijk een kas toe te passen. In warme landen 25 zou de in het voorgaande beschreven teeltmethode volgens de uitvinding ook in de open lucht kunnen plaatsvinden De voordelen van een teeltmethode volgens de uitvinding, waarbij de planten langs vooraf bepaalde banen over een ringvormig teeltoppervlak van binnen naar buiten bewegen kunnen zowel 30 bij een stapsgewijze verplaatsing van de planten als bij een in hoofdaak continue verplaatsing worden verkregen. Het ringvormige oppervlak kan aan de binnen- en buitenrand door cirkels begrensd zijn, doch de randen kunnen ook andere vormen hebben, bijvoorbeeld ellipsvormig, meerhoekig, etc..The invention has been described above on the basis of its application in a greenhouse. However, it is not strictly necessary to use a greenhouse. In warm countries, the above-described cultivation method according to the invention could also take place in the open air. The advantages of a cultivation method according to the invention, in which the plants can move from the inside outwards along predetermined paths over an annular cultivation surface, both at a stepwise displacement of the plants as in a substantially continuous displacement are obtained. The annular surface can be bounded by circles on the inner and outer edges, but the edges can also have other shapes, for example elliptical, polygonal, etc.

35 Daar de groeicurve van individuele planten afwijkingen van de gemiddelde groeicurve vertonen en daar bovendien de groeicurve in het algemeen afhankelijk is van het seizoen, 1 o e: s 9 5 14 kunnen maatregelen zijn genomen om het teeltsysteem hieraan aan te passen. Afwijkingen als gevolg van seizoensinvloeden kunnen opgevangen worden door de plantplaatsen aan te passen, hetgeen betekent, dat de verplaatsingswerktuigen ten opzichte 5 van elkaar verstelbaar dienen te zijn. Variaties tussen individuele planten kunnen opgevangen worden door bijvoorbeeld van meer dan een rij langs de omtrek van het teeltoppervlak te oogsten. De observatiemiddelen kunnen desgewenst gebruikt worden om te bepalen welke planten 10 oogstrijp zijn. De hierbij optredende lege plekken in de laatste rijen kunnen dan tevens gebruikt worden om planten, die het einde van de transportgoot bereikt hebben, doch nog niet oogstrijp zijn, terug te zetten.35 Since the growth curve of individual plants shows deviations from the average growth curve and since the growth curve generally depends on the season, measures can be taken to adapt the cultivation system to this. Deviations due to seasonal influences can be compensated for by adjusting the planting places, which means that the displacement tools must be adjustable relative to each other. Variations between individual plants can be compensated for, for example, by harvesting from more than one row along the perimeter of the cultivation surface. The observation means can, if desired, be used to determine which plants are ready for harvest. The voids that occur in the last rows can then also be used to return plants that have reached the end of the transport trough, but are not yet ready for harvest.

De in het voorgaande beschreven verplaatsingswerktuigen 15 bewerkstelligen een stapsgewijze verplaatsing van de planteenheden van plantplaats naar plantplaats. Een continue beweging van de planteenheden is echter in beginsel evenzeer mogelijk.The displacement tools 15 described above effect a stepwise displacement of the plant units from plant site to plant site. In principle, a continuous movement of the plant units is equally possible.

Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen 20 het kader van de uitvinding te vallen.These and similar modifications are understood to fall within the scope of the invention.

Λ f . r»· ,· nΛ f. r »·, · n

Claims (44)

1. G 1 9 9 5 zijn gepositioneerd, dat de zich het dichtst bij de afvoereinden van de transportkanalen bevindende planteenheden het eerst worden aangegrepen.1. G 1 9 9 5 are positioned so that the plant units closest to the discharge ends of the transport channels are engaged first. 1. Werkwijze voor het telen van planten, waarbij de planten zich op een teeltoppervlak bevinden en met behulp van verplaatsingsmiddelen tijdens de teelt langs een aantal naast elkaar gelegen langwerpige transportkanalen worden verplaatst 5 tussen een toevoereinde en een afvoereinde van de transportkanalen, waarbij van het toevoereinde naar het afvoereinde van de transportkanalen de tussenafstand tussen zowel naburige transportkanalen als zich in een zelfde kanaal bevindende naburige planten vergroot wordt, met het 10 kenmerk, dat voor het verplaatsen van de planten langs de transportkanalen een bewerkingsboom wordt toegepast, die de vorm heeft van een het teeltoppervlak overspannende brugconstructie, die in bedrijf boven de planten wordt bewogen.1. A method for growing plants, wherein the plants are on a cultivation surface and are moved during the cultivation along a number of adjacent elongated transport channels during the cultivation between a supply end and a discharge end of the transport channels, wherein the supply end towards the discharge end of the transport channels, the intermediate distance between both neighboring transport channels and neighboring plants located in the same channel is increased, characterized in that a processing tree in the form of a form is used for moving the plants along the transport channels. the cultivation surface spanning bridge construction, which is moved above the plants during operation. 2. Werkwijze voor het telen van planten, waarbij de planten zich op een teeltoppervlak bevinden en met behulp van verplaatsingsmiddelen tijdens de teelt langs een aantal naast elkaar gelegen langwerpige transportkanalen worden verplaatst tussen een toevoereinde en een afvoereinde van de 20 transportkanalen, waarbij van het toevoereinde naar het afvoereinde van de transportkanalen de tussenafstand tussen zowel naburige transportkanalen als zich in een zelfde kanaal bevindende naburige planten vergroot wordt, met het kenmerk, dat de planten langs de transportkanalen worden 25 verplaatst van plantplaats tot plantplaats, welke plantplaatsen van het begin naar het eind van de transportkanalen in afmeting toenemen afhankelijk van de groeicurve van de planten en welke plantplaatsen op althans een deel van het teeltoppervlak in driehoeksverband zijn 30 gerangschikt.2. A method for growing plants, wherein the plants are situated on a cultivation surface and are moved during the cultivation along a number of adjacent elongated transport channels during the cultivation between a supply end and a discharge end of the transport channels, wherein the supply end to the discharge end of the transport channels the intermediate distance between both neighboring transport channels and neighboring plants situated in the same channel is increased, characterized in that the plants are moved along the transport channels from planting place to planting place, which planting places from the beginning to the end of the transport channels increase in size depending on the growth curve of the plants and which planting places are arranged in a triangular context on at least a part of the cultivation surface. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de planten in planteenheden worden geplaatst, die vervolgens aan het toevoereinde in de kanalen worden gebracht, waarbij de planteenheden zijn voorzien van een 35 boven de kanalen uitstekende rand, waarop aan de 1001995 bewerkingsboom hangende verplaatsingswerktuigen kunnen aangrijpen om de planten langs de kanalen te verschuiven.Method according to claim 1 or 2, characterized in that the plants are placed in plant units, which are then introduced into the channels at the supply end, the plant units being provided with an edge protruding above the channels, on which the 1001995 tillage moving implements can engage to move the plants along the channels. 4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de planten in een kanaal opeenvolgend worden 5 verschoven, beginnend met de het dichtst bij het afvoereinde aanwezige planten.4. A method according to claim 2 or 3, characterized in that the plants are shifted successively in a channel, starting with the plants closest to the discharge end. 5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het verzorgen en/of controleren van de planten op het teeltoppervlak gebruik wordt gemaakt 10 van boven het teeltoppervlak geplaatste middelen.5. A method according to any one of the preceding claims, characterized in that means are used for caring for and / or checking the plants on the cultivation surface using means placed above the cultivation surface. 6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de genoemde middelen in bedrijf heen en weer worden bewogen over het teeltoppervlak.A method according to claim 5, characterized in that said means are moved back and forth over the cultivation surface during operation. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat het teeltoppervlak ringvormig is en zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde wordt begrensd door een werkring.7. Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the cultivation surface is annular and is bounded on the inside as well as on the outside by a working ring. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsboom boven het 20 ringvormige teeltoppervlak wordt bewogen waarbij het ene uiteinde in hoofdzaak de binnenrand en het andere uiteinde in hoofdzaak de buitenrand van het teeltoppervlak volgt.8. Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the processing tree is moved above the annular cultivation surface, one end substantially following the inner edge and the other end substantially following the outer edge of the cultivation surface. 9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de planthouders bij de binnenrand van het 25 teeltoppervlak in de transportkanalen worden geplaatst en bij de buitenrand van het teeltoppervlak daaruit worden verwijderd.9. Method according to claim 7 or 8, characterized in that the plant holders are placed in the transport channels at the inner edge of the cultivation surface and are removed therefrom at the outer edge of the cultivation surface. 10. Werkwijze volgens één der conclusies 7 t/m 9, met het kenmerk, dat de binnen de binnenste werkring gelegen 30 vrije ruimte althans deels als facilitaire ruimte wordt benut.10. Method as claimed in any of the claims 7-9, characterized in that the free space located within the inner working ring is at least partly used as facility space. 11. Werkwijze volgens één der conclusies 7 t/m 10, met het kenmerk, dat de uit de transportkanalen verwijderde planten via een zich boven het teeltoppervlak uitstrekkende 35 transporteur naar het centrum van het teeltoppervlak worden getransporteerd voor verdere behandeling. 100:99511. A method according to any one of claims 7 to 10, characterized in that the plants removed from the transport channels are transported via a conveyor extending above the cultivation surface to the center of the cultivation surface for further treatment. 100: 995 12. Werkwijze volgens één der conclusies 6 t/m 10, net het kenmerk, dat het centrum van het teeltoppervlak bereikbaar is via een onder het teeltoppervlak aangebrachte tunnel.Method according to any one of claims 6 to 10, characterized in that the center of the cultivation surface is accessible via a tunnel arranged under the cultivation surface. 13. Werkwijze volgens één der conclusies 7 t/m 12, met het kenmerk, dat gootvormige transportkanalen worden toegepast, die zijn voorzien van geleidingsmiddelen voor het verschuifbaar opnemen van de planteenheden.Method according to any one of claims 7 to 12, characterized in that gutter-shaped transport channels are used, which are provided with guide means for slidably receiving the plant units. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, 10 dat de geleidingsmiddelen gevormd worden door nabij de bovenranden van de gootvormige kanalen gevormde flenzen.14. Method as claimed in claim 13, characterized in that the guiding means are formed by flanges formed near the top edges of the channel-shaped channels. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de bovenranden van een gootvormig kanaal op een verschillende hoogte boven de bodem van het gootvormige 15 kanaal liggen.15. A method according to claim 14, characterized in that the top edges of a channel-shaped channel lie at a different height above the bottom of the channel-shaped channel. 16. Werkwijze volgens één der conclusies 13 t/m 15, met het kenmerk, dat speciale begin- en eindsecties voor de gootvormige kanalen worden toegepast om de planteenheden in de kanalen te kunnen plaatsen respectievelijk daaruit te 20 kunnen verwijderen.16. Method as claimed in any of the claims 13-15, characterized in that special start and end sections are used for the gutter-shaped channels in order to be able to place the plant units in the channels or to remove them therefrom. 17. Werkwijze volgens één der conclusies 7 t/m 16, met het kenmerk, dat gekromde kanalen worden toegepast.Method according to any one of claims 7 to 16, characterized in that curved channels are used. 18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de kanalen een volgens een logaritmische kromme gebogen 25 gedeelte bevatten.18. A method according to claim 17, characterized in that the channels comprise a part bent according to a logarithmic curve. 19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat planteenheden op plantplaatsen worden gepositioneerd, die in naburige rijen versprongen ten opzichte van elkaar liggen, zodat in bedrijf een planteenheid 30 in de ene kanaalrij deels tussen twee planteenheden van een naburige rij ligt.A method according to any one of the preceding claims, characterized in that planting units are positioned on planting sites which are staggered with respect to each other in adjacent rows, so that in operation a planting unit 30 in the one channel row lies partly between two planting units of an adjacent row. . 20. Inrichting voor voor het telen van planten, waarbij de planten zich op een teeltoppervlak bevinden en met behulp van verplaatsingsmiddelen tijdens de teelt langs een aantal 35 naast elkaar gelegen langwerpige transportkanalen worden verplaatst tussen een toevoereinde en een afvoereinde van de transportkanalen en waarbij vanaf het toevoereinde naar het ; ·' “ . Γ ' - afvoereinde van de transportkanalen de tussenafstand tussen zowel naburige transportkanalen als zich in een zelfde kanaal bevindende naburige planten vergroot wordt, gekenmerkt door een het teeltoppervlak overspannende bewerkingsboom, waarbij 5 aandrijfmiddelen zijn voorzien voor het over het teeltoppervlak bewegen van de bewerkingsboom, welke bewerkingsboom is voorzien van verplaatsingswerktuigen voor het verplaatsen van in de transportkanalen aanwezige planteenheden.20. Plant cultivation device, wherein the plants are on a cultivation surface and are moved during the cultivation along a number of adjacent elongated transport channels during the cultivation between a supply end and a discharge end of the transport channels and wherein from the supply end to it; · "". Inde '- discharge end of the transport channels the intermediate distance between both neighboring transport channels and neighboring plants located in the same channel is increased, characterized by a working tree spanning the cultivation surface, wherein drive means are provided for moving the processing tree over the cultivation surface, which processing tree is provided with displacement tools for moving plant units present in the transport channels. 21. Inrichting volgens conclusie 20, gekenmerkt door over het teeltoppervlak beweegbare controle- en/of verzorgingsinrichtingen voor de planten.Device according to claim 20, characterized by control and / or care devices for the plants movable over the cultivation surface. 22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de bewerkingsboom is voorzien van een rail waarlangs de 15 controle- en/of verzorgingsinrichtingen heen en weer kunnen bewegen.22. Device according to claim 21, characterized in that the processing boom is provided with a rail along which the control and / or supply devices can move back and forth. 23. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 22, met het kenmerk, dat het teeltoppervlak een ringvormig oppervlak is afgedekt door een ringvormig en tunnelvormig 20 kasdek, dat rust op binnenste en buitenste cirkelvormige lichtdoorlatende wanden.23. A device according to any one of claims 20 to 22, characterized in that the cultivation surface is covered with an annular surface by an annular and tunnel-shaped greenhouse cover resting on inner and outer circular translucent walls. 24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat aan of nabij de cirkelvormige wanden cirkelvormige geleidingsorganen zijn aangebracht voor het ondersteunen en 25 geleiden van de uiteinden van de bewerkingsboom.24. Device as claimed in claim 23, characterized in that circular guide members are arranged on or near the circular walls for supporting and guiding the ends of the working tree. 25. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 24, met het kenmerk, dat de bewerkingsboom is voorzien van afhangende beugels, die aan de ondereinden elk zijn voorzien van een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende duwstaaf, 30 die kan samenwerken met een opstaande rand van een planteenheid.25. Device as claimed in any of the claims 20-24, characterized in that the working tree is provided with hanging brackets, each of which is provided at the lower ends with a substantially horizontally extending push rod, which can cooperate with an upright edge. of a planting unit. 26. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat duwstaven zich schuin ten opzichte van de bewegingsrichting van de bewerkingsboom en schuin ten 35 opzichte van de richting van de transportkanalen uitstrekken.26. Device as claimed in claim 25, characterized in that push bars extend obliquely to the direction of movement of the working tree and obliquely to the direction of the transport channels. 27. Inrichting volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat de duwstaven zodanig ten opzichte van elkaarDevice according to claim 25 or 26, characterized in that the push rods are so relative to each other 28. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 27, 5 met het kenmerk, dat de bewerkingsboom volgens een vakwerkconstructie is geconstrueerd.28. Device according to any one of claims 20 to 27, 5, characterized in that the working tree is constructed according to a truss construction. 29. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 28, met het kenmerk, dat het kasdek een geheel gesloten kasdek is en dat ventilatie-openingen zijn aangebracht in de 10 cirkelvormige wanden.29. An apparatus according to any one of claims 23 to 28, characterized in that the greenhouse cover is a completely closed greenhouse cover and that ventilation openings are arranged in the circular walls. 30. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 29, met het kenmerk, dat de transportkanalen U-vormige goten zijn, waarvan de bovenranden zijn voorzien van geleidingsflenzen die verschuifbaar contraflenzen van de 15 planteenheden kunnen opnemen.30. An apparatus according to any one of claims 20 to 29, characterized in that the transport channels are U-shaped gutters, the top edges of which are provided with guide flanges which can receive slidable counter flanges of the 15 plant units. 31. Inrichting volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de goten zijwanden met verschillende hoogten hebben.Device according to claim 30, characterized in that the gutters have side walls of different heights. 32. Inrichting volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat de goten zijn voorzien van aan de uiteinden 20 gesloten begin- en eindsecties, die althans deels geen geleidingsflenzen hebben om de planteenheden in de goten te kunnen plaatsen respectievelijk daaruit te kunnen verwijderen.32. Device according to claim 30 or 31, characterized in that the troughs are provided with beginning and end sections closed at the ends 20, which at least partly have no guiding flanges for placing or removing the plant units in the troughs. 33. Inrichting volgens conclusie 32, met het kenmerk, 25 dat de gesloten uiteinden zijn voorzien van een doorvoer voor een verwarmingsslang.33. Device according to claim 32, characterized in that the closed ends are provided with a passage for a heating hose. 34. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 33, gekenmerkt door tussen de kanalen uitmondende toevoermiddelen voor C02.Device according to any one of claims 20 to 33, characterized by CO2 feed means opening between the channels. 35. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 34, met het kenmerk, dat het kasdek is opgebouwd volgens een netconstructie met profielen en kabels, welke constructie is afgedicht met van doorzichtige folie of platen voorziene panelen.Device according to any one of claims 20 to 34, characterized in that the greenhouse cover is built up according to a net construction with profiles and cables, which construction is sealed with panels provided with transparent foil or plates. 36. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 35, met het kenmerk, dat de planteenheden een liggend gedeelte omvatten voor samenwerking met en geleiding in de ;· .. K * w transportkanalen, alsmede een opstaande rand voor samenwerking met de verplaatsingswerktuigen.36. An apparatus according to any one of claims 20 to 35, characterized in that the planting units comprise a horizontal section for cooperation with and guidance in the transport channels, as well as an upright edge for cooperation with the displacement tools. 37. Inrichting volgens één der conclusies 11 t/m 36, gekenmerkt door een automatische plantaanbrenginrichting 5 voor het in de transportkanalen plaatsen van de planteenheden.Device according to any one of claims 11 to 36, characterized by an automatic plant application device 5 for placing the plant units in the transport channels. 38. Inrichting volgens één der conclusies 20 t/m 37, gekenmerkt door een automatische plantverwijderinrichting voor het verwijderen van de planteenheden uit de 10 transportkanalen.38. Device as claimed in any of the claims 20-37, characterized by an automatic plant removal device for removing the plant units from the transport channels. 39. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 38, gekenmerkt door een boven het teeltoppervlak aangebrachte transporteur voor het transporteren van aan de afvoereinden uit de transportkanalen verwijderde planteenheden naar het 15 door het teeltoppervlak omsloten centrale gebied.39. An apparatus according to any one of claims 23 to 38, characterized by a conveyor arranged above the cultivation surface for transporting plant units removed from the transport channels at the discharge ends to the central region enclosed by the cultivation surface. 40. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 39, gekenmerkt door een zich onder het teeltoppervlak uitstrekkende tunnel, die toegang geeft tot het door het teeltoppervlak omsloten centrale gebied.40. An apparatus according to any one of claims 23 to 39, characterized by a tunnel extending below the cultivation surface, which gives access to the central area enclosed by the cultivation surface. 41. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 40, met het kenmerk, dat de transportkanalen gebogen kanalen zi jn.An apparatus according to any one of claims 23 to 40, characterized in that the transport channels are curved channels. 42. Inrichting volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat de kanalen een volgens een logaritmische kromme gebogen 25 gedeelte hebben.42. Device according to claim 41, characterized in that the channels have a part bent according to a logarithmic curve. 43. Inrichting volgens één der conclusies 23 t/m 42, met het kenmerk, dat langs de binnenrand en/of de buitenrand van het teeltoppervlak een werkring is aangebracht.An apparatus according to any one of claims 23 to 42, characterized in that a working ring is arranged along the inner edge and / or the outer edge of the cultivation surface. 44. Inrichting volgens conclusie 43, met het kenmerk, dat de werkring(en) verdiept lig(liggen) ten opzichte van het teeltoppervlak. 1001095An implement as claimed in claim 43, characterized in that the working ring (s) is (are) recessed relative to the cultivation surface. 1001095
NL1001995A 1995-12-28 1995-12-28 Plant-cultivation equipment NL1001995C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001995A NL1001995C2 (en) 1995-12-28 1995-12-28 Plant-cultivation equipment

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001995A NL1001995C2 (en) 1995-12-28 1995-12-28 Plant-cultivation equipment
NL1001995 1995-12-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001995C2 true NL1001995C2 (en) 1997-07-02

Family

ID=19762096

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001995A NL1001995C2 (en) 1995-12-28 1995-12-28 Plant-cultivation equipment

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1001995C2 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0875138A1 (en) * 1997-05-01 1998-11-04 Greenstar the Cyclonical Greenhouse Company B.V. Method and apparatus for growing plants

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4028847A (en) * 1976-02-19 1977-06-14 General Mills, Inc. Apparatus for producing plants
EP0143349A2 (en) * 1983-10-28 1985-06-05 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Apparatus for plant cultivation
EP0156749A1 (en) * 1984-03-07 1985-10-02 Pierre Marcel Bourgogne Method of automatic culture on a mobile extensible support and equipment for it
DE3602035A1 (en) * 1985-01-31 1986-08-07 Mitsubishi Denki K.K., Tokio/Tokyo System for cultivating and growing plants
NL8502774A (en) * 1985-10-10 1987-05-04 Christ Bastiaansen Plant hydroculture system - indexes growth blocks along troughs in group diverging from one end
WO1987006094A1 (en) * 1986-04-07 1987-10-22 Sjoestrand Joergen Conveyer
US4780989A (en) * 1986-04-30 1988-11-01 Mears Structures, Inc. Hydroponic assembly
WO1989011217A1 (en) * 1988-05-25 1989-11-30 Roberts David S Method and apparatus for hydroponic gardening

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4028847A (en) * 1976-02-19 1977-06-14 General Mills, Inc. Apparatus for producing plants
EP0143349A2 (en) * 1983-10-28 1985-06-05 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Apparatus for plant cultivation
EP0156749A1 (en) * 1984-03-07 1985-10-02 Pierre Marcel Bourgogne Method of automatic culture on a mobile extensible support and equipment for it
DE3602035A1 (en) * 1985-01-31 1986-08-07 Mitsubishi Denki K.K., Tokio/Tokyo System for cultivating and growing plants
NL8502774A (en) * 1985-10-10 1987-05-04 Christ Bastiaansen Plant hydroculture system - indexes growth blocks along troughs in group diverging from one end
WO1987006094A1 (en) * 1986-04-07 1987-10-22 Sjoestrand Joergen Conveyer
US4780989A (en) * 1986-04-30 1988-11-01 Mears Structures, Inc. Hydroponic assembly
WO1989011217A1 (en) * 1988-05-25 1989-11-30 Roberts David S Method and apparatus for hydroponic gardening

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0875138A1 (en) * 1997-05-01 1998-11-04 Greenstar the Cyclonical Greenhouse Company B.V. Method and apparatus for growing plants

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10638678B2 (en) Vertical tiered growing systems
US20200236869A1 (en) Agricultural apparatus and method
JP2685318B2 (en) Hydroponics method and device
US4476651A (en) Apparatus and method for transporting growing plants
JP6205365B2 (en) Buildings for cultivating crops in a tray with a transport system for moving the tray
US6138403A (en) Wire channel bench tray
GB2077082A (en) Method and apparatus for growing crops
GB2550186A (en) Vertical tiered growing systems
NL1029956C2 (en) Cultivation system and method for growing crops.
JPH0511924B2 (en)
CN109640628A (en) Portable implant system
NL1001995C2 (en) Plant-cultivation equipment
FI67163B (en) ANLAEGGNING FOER ODLING AV VAEXTER I PROGRAMMERAD MILJOE
EP0875138A1 (en) Method and apparatus for growing plants
RU55249U1 (en) DEVICE FOR GROWING PLANTS UNDER CONDITIONS OF PROTECTED SOIL AND MOBILE Dismountable MULTI-TIED RACK FOR GROWING PLANTS UNDER CONDITIONS OF PROTECTED SOIL
RU2087092C1 (en) Plant and mushroom growing greenhouse
NL8105823A (en) Cell for growing mushrooms etc. - has superimposed trays and lateral plenum chambers for supplying conditioned air and removing gases
RU1824111C (en) Hydroponic plant
US20240237588A1 (en) Plant growing system, plant carrier and method of growing vertically grown plants
JPH01218659A (en) Sprinkler movable in parallel
NL2028358B1 (en) Plant growing system, plant carrier and method of growing vertically grown plants
RU2062029C1 (en) Hothouse
NL2025815B1 (en) Growing device, growing system and growing method for growing potatoes and/or vegetables
RU8207U1 (en) GREENHOUSE ROUND
NL1031693C2 (en) Movable container system for growing plants in greenhouse, has cables extending between container and transport cart

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000701