NL1001835C2

NL1001835C2 - Inrichting voor het gravimetrisch doseren van een mengsel.

Info

Publication number: NL1001835C2
Application number: NL1001835A
Authority: NL
Inventors: Lambertus Joseph Maria Va Boom
Original assignee: Stork Alfra B V
Priority date: 1995-12-06
Filing date: 1995-12-06
Publication date: 1997-06-10
Also published as: DK0794476T3; EP0794476B1; DE69610485D1; EP0794476A1; DE69610485T2

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het gravimetrisch doseren van een mengsel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het gravimetrisch doseren van een mengsel van meerdere componenten volgens de aanhef van conclusie 1.

Bij het doseren van de componenten van een mengsel komt 5 het vaak voor dat de massa-aandelen van de componenten zeer verschillend zijn. Zo wordt bijvoorbeeld aan veevoer slechts een zeer gering aandeel vitaminen toegevoegd, voordat de beide componenten in een menginrichting grondig met elkaar worden vermengd. Bekende doseerinrichtingen zijn voor een dergelijke 10 toepassing in beginsel ongeschikt omdat de weegmiddelen niet in staat zijn om de component met het kleine aandeel in de massa voldoende nauwkeurig te wegen als met dezelfde weegmiddelen ook de component met het veel grotere massa-aandeel moet worden gewogen. Weegmiddelen die daartoe wel in 15 staat zijn, zijn in de regel onaanvaardbaar duur of vereisen geconditioneerde omstandigheden voor een betrouwbare werking.

De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemd probleem op te lossen.

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting volgens de 20 aanhef van conclusie 1, die is gekenmerkt doordat een tweede verzamelhouder is voorzien, die verplaatsbaar is onder de uitstroomopeningen van de voorraadhouders, waarbij de tweede verzamelhouder zich boven de eerste verzamelhouder bevindt en is ingericht voor het afgeven van de inhoud van de tweede 25 verzamelhouder aan de eerste verzamelhouder, en waarbij tweede weegmiddelen zijn voorzien voor het bepalen van de massa van — de inhoud van de tweede verzamelhouder.

Door het verplaatsbaar opstellen van de tweede verzamelhouder kan deze direct worden geplaatst onder de 30 uitstroomopening van een voorraadhouder waaruit een betrekkelijk geringe massa van een component wordt afgegeven. Een transport van de te doseren component van de betreffende voorraadhouder naar een verderop gelegen weegvoorziening is niet nodig.

1 o o i 8 3 δ., -2-

De tweede weegmiddelen kunnen volgens de uitvinding zijn ingericht voor het nauwkeurig wegen van veel kleinere massa' s dan de eerste weegmiddelen, die de totale massa van de bij elkaar gevoegde componenten van het mengsel moeten wegen.

5 Bij voorkeur zijn de eerste verzamelhouder en de tweede verzamelhouder opgenomen in een gemeenschappelijk gestel, dat verplaatsbaar is langs een traject onder de uitstroomopeningen van de voorraadhouders. Het traject waar langs de beide verzamelhouders verplaatsbaar zijn, kan bijvoorbeeld een 10 rechte lijn zijn of een min of meer vrij te definiëren baan tussen twee opeenvolgende posities van de betreffende verzamelhouder, hetgeen bijvoorbeeld kan worden bereikt met een twee-assig verplaatsingsmechanisme.

Verder heeft het de voorkeur dat de eerste verzamelhouder 15 is ingericht zodat deze zich onder meerdere uitstroomopeningen van verschillende voorraadhouders uitstrekt, en de tweede verzamelhouder is ingericht zodat deze zich onder een kleiner aantal, bijvoorbeeld één, van de uitstroomopeningen uitstrekt, waarbij de tweede verzamelhouder ten opzichte van de eerste 20 verzamelhouder verplaatsbaar is, zodat de tweede verzamelhouder, zonder verplaatsing van de eerste verzamelhouder, onder een gewenste uitstroomopening plaatsbaar is. Dit geeft een grote flexibiliteit en doelmatigheid bij het samenstellen van telkens weer verschillende mengsels van de 25 componenten in voorraadhouders.

In een praktisch zeer voordelige uitvoering is de tweede verzamelhouder zwenkbaar om een boven de eerste verzamelhouder gelegen zwenkas, waarbij de tweede verzamelhouder twee ver zamel compartimenten heeft met telkens aan de van het andere 30 verzamelcompartiment afgekeerde zijde een opening voor het =— ontvangen en afgeven van een component, waarbij een arm de tweede verzamelhouder verbindt met de zwenkas, zodat de tweede verzamelhouder zwenkbaar is tussen een eerste ontvangststand voor het ontvangen van een component uit een eerste 35 uitstroomopening en een tweede ontvangststand voor het ontvangen van een component uit een tweede uitstroomopening, waarbij de inhoud van een verzamelcompartiment tijdens het 1001335.

-3- zwenken van de ene ontvangststand naar de andere ontvangststand aan de eerste verzamelhouder wordt afgegeven.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn beschreven in de conclusies en de navolgende beschrijving waarin de 5 uitvinding nader zal worden toegelicht aan de hand van een in de enkele figuur van de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.

De in de tekening schematisch weergegeven inrichting voor het gravimetrisch doseren van een mengsel van meerdere 10 componenten omvat een groot aantal op een enkele rij naast elkaar geplaatste voorraadhouders, waarvan er slechts vier zijn getoond. Deze voorraadhouders zijn resp. aangeduid met de verwijzingscijfers 1,2,3 en 4.

Elke voorraadhouder 1,2,3,4 bevat één van de componenten 15 waarvan, met behulp van de inrichting volgens de uitvinding, vele verschillende mengsel kunnen worden samengesteld.

Elke voorraadhouder heeft een door een bedienbare klep, resp. 5,6,7 en 8, regelbare uitstroomopening voor het afgeven van een dosis van de betreffende component. Voor het regelen 20 van de kleppen 5,6,7,8 is een regelinrichting 9 voorzien.

De inrichting omvat verder een eerste verzamelhouder 10 voor het ontvangen van componenten uit de voorraadhouders 1-4. De eerste verzamelhouder 10 is opgenomen in een gestel 11, dat verplaatsbaar is langs een traject onder de uitstroomopeningen 25 van de voorraadhouders 1-4. Het gestel 11 is in dit voorbeeld via looprollen op twee evenwijdige rails 12 geplaatst, die het in dit voorbeeld rechte traject vormen. Doordat de eerste verzamelhouder 10 verplaatsbaar is onder de uitstroomopeningen van de voorraadhouders kan deze verzamelhouder relatief klein 30 zijn uitgevoerd en daardoor een geringe eigen massa hebben. De geringe eigen massa van de eerste verzamelhouder 10 komt ten goede aan de nauwkeurigheid van de bepaling van de massa van de inhoud van die verzamelhouder 10.

Voor het bepalen van de massa van de inhoud van de eerste 35 verzamelhouder 10 zijn eerste weegmiddelen voorzien. Deze omvatten in dit voorbeeld drie meetcellen 13 in een driehoeksopstelling rondom de eerste verzamelhouder 10. In de

10 0 18 3 S

-4- tekening is er een meetcel 13 zichtbaar.

De eerste verzamelhouder 10 steunt via de drie meetcellen 13 op het gestel 11. De meetcellen 13 zijn verbonden met een elektrische eenheid 14, die de signalen van de meetcellen 13 5 omzet in een signaal dat de massa van de inhoud van de eerste verzamelhouder 10 representeert.

Volgens de onderhavige uitvinding is verder een tweede verzamelhouder 15 voorzien, die duidelijk een kleiner volume hee£t dan de eerste verzamelhouder 10. De tweede 10 verzamelhouder 15 is eveneens opgenomen in het gestel 11, zodat ook de tweede verzamelhouder 14 verplaatsbaar is onder de uitstroomopeningen van de voorraadhouders 1-4.

In de tekening is duidelijk te herkennen dat de tweede verzamelhouder 15 zich boven de eerste verzamelhouder 10 15 bevindt. De tweede verzamelhouder 15 kan een of meer componenten ontvangen uit de voorraadhouders, echter in aanzienlijk kleinere volume dan de veel grotere eerste verzamelhouder 10. De tweede verzamelhouder 15 is ingericht voor het afgeven van de inhoud van de tweede verzamelhouder 15 20 aan de eerste verzamelhouder 10 voor het samenstellen van het gewenste mengsel.

Voor het bepalen van de massa van de inhoud van de tweede verzamelhouder 15 zijn tweede weegmiddelen voorzien. Deze omvatten in dit voorbeeld vier elektronische meetcellen 17, 25 waarvan er in figuur 1 drie zichtbaar zijn. De tweede verzamelhouder 15 steunt via de vier meetcellen 17 rechtstreeks op het gestel 11. De meetcellen 17 zijn verbonden met een tweede elektrische signaalverwerkingseenheid 18, die de signalen van de meetcellen 17 omzet in een signaal dat de 30 massa van de inhoud van de tweede verzamelhouder 15 " representeert.

Zowel de eenheid 14 als de eenheid 18 zijn gekoppeld met de regelinrichting 9, die de kleppen van de voorraadhouders bedient, zodat een automatische afloop van het doseren van de 35 componenten kan worden gerealiseerd.

Het zal duidelijk zijn dat de eerste weegmiddelen bij voorkeur specifiek geschikt zijn voor het wegen van de 10 Cl 835.

-5- relatief grote massa van de inhoud van de eerste verzamelhouder 10. De tweede weegmiddelen zijn bij voorkeur specifiek geschikt voor het nauwkeurig wegen van aanzienlijk kleinere massa's. Hierdoor kan een nauwkeurige samenstelling 5 van het mengsel worden verkregen.

De eerste verzamelhouder 10 is in feite slechts een bak met een open bovenzijde, die zo groot is dat deze opening zich onder meerdere, in dit voorbeeld twee, uitstroomopeningen van verschillende voorraadhouders uitstrekt. De tweede 10 verzamelhouder 15 is kleiner, zodanig dat deze zich onder één uitstroomopening van een voorraadhouder uitstrekt. Door deze configuratie is het mogelijk tegelijkertijd een component uit voorraadhouder 2 in de eerste verzamelhouder 10 te laten stromen en een andere component uit de voorraadhouder 1 in de 15 tweede verzamelhouder 15.

Bij voorkeur is de tweede verzamelhouder 15 ten opzichte van de eerste verzamelhouder 10 verplaatsbaar, zodat de tweede verzamelhouder 15, zonder verplaatsing van de eerste verzamelhouder 10, onder een gewenste uitstroomopening 20 plaatsbaar is. In een niet getoonde variant zou de eerste verzamelhouder zich onder vier uitstroomopeningen kunnen uitstrekken en de tweede verzamelhouder zich steeds onder twee van die uitstroomopeningen kunnen uitstrekken.

Het verplaatsbaar uitvoeren van de tweede verzamelhouder 25 15 is gerealiseerd doordat de tweede verzamelhouder 15 zwenkbaar is om een boven de eerste verzamelhouder 10 gelegen zwenkas 20.

De zwenkas 20 van de tweede verzamelhouder 15 is aan elk einde vast verbonden met een buiten de opening van de eerste 30 verzamelhouder 10 gelegen steunbalk 21 van een lichte maar — stijve constructie. Tussen elke steunbalk 21 en het gestel 11 bevinden zich de twee meetcellen 17, waardoor de massa van de inhoud van de tweede verzamelhouder 15 kan worden bepaald. In een mogelijke variant zou de zwenkas 20 kunnen zijn 35 aangebracht aan een raam dat om de opening van de eerste verzamelhouder 10 heen ligt, waarbij de meetcellen, bijvoorbeeld drie in aantal, tussen het stijve raam en het 10-:::35.

-6- gestel zijn geplaatst.

In de getoonde voorkeursuitvoering heeft de tweede verzamelhouder 15 twee verzamelcompartimenten 22, 23 met telkens aan de van het andere verzamelcompartiment afgekeerde 5 zijde een opening voor het ontvangen en af geven van een component. Een arm 24 verbindt de beide verzamelcompartimenten 22, 23 met de zwenkas 20, zodat de tweede verzamelhouder 15 zwenkbaar is tussen een eerste ontvangststand voor het ontvangen van een component uit een eerste uitstroomopening, 10 bijvoorbeeld uit voorraadhouder 1 zoals is getoond in figuur 1, en een tweede ontvangststand van het ontvangen van een component uit een tweede uitstroomopening, bijvoorbeeld uit voorraadhouder 2.

Wanneer het verzamelcompartiment 22 gevuld is met een dosis 15 van een component uit de voorraadhouder 1 en de tweede verzamelhouder 15 wordt met behulp van hier niet weergegeven middelen, bij voorkeur onder de zwenkas 20 langs, naar de andere ontvangststand onder de voorraadhouder 2 gezwenkt, dan valt de inhoud van een verzamelcompartiment 22 tijdens het 2 0 zwenken in de eerste verzamelhouder 10. Als het zwenken met voldoende snelheid wordt uitgevoerd, wordt een uitstrooien van de inhoud over het reeds in de eerste verzamelhouder 10 aanwezige materiaal verkregen hetgeen voordelig kan zijn voor het bereiken van een gelijkmatige verdeling van de component 25 met het kleinere massa-aandeel in het mengsel.

In de tekening is niet weergegeven dat het gestel 11 is verbonden met aandrijfmiddelen die een verplaatsing van het gestel 11 over de rails 12 mogelijk maken. Deze aandrijfmiddelen kunnen samen met de regelinrichting 9 deel 30 uitmaken van een besturing die een volledig automatisch ” funktloneren van de inrichting mogelijk maakt.

De eerste voorraadhouder 10 is voorzien van een door een klep 30 afsluitbare uitstroomopening aan de onderzijde voor het afvoeren van het verkregen mengsel.

35 Het zal duidelijk zijn dat het aantal voorraadhouders anders kan zijn dan hier is getoond en ook in andere opstelling kunnen zijn geplaatst, bijvoorbeeld in twee 10 01 8 3 S.

-7- evenwijdige rijen. In dat geval is een voordelige uitvoering die waarbij de eerste verzamelhouder zich onder twee voorraadhouders van elke rij uitstrekt, dus in totaal onder vier voorraadhouders, en de tweede verzamelhouder onder twee 5 van die vier voorraadhouders. Ook kan een twee-assig verplaatsingsmechanisme zijn voorzien, bijvoorbeeld door de rails 12 op hun beurt te verplaatsbaar aan te brengen op zich haaks daarop uitstrekkende rails.

10 01*35.'

Claims

1. Inrichting voor het gravimetrisch doseren van een mengsel van meerdere componenten, omvattende 5 meerdere voorraadhouders (1-4), elk voor het opnemen van één van de componenten, waarbij elke voorraadhouder een regelbare uitstroomopening (5-8) heeft voor het afgeven van een dosis van de betreffende component, een zich onder de uitstroomopeningen van een of meer 10 voorraadhouders bevindende eerste verzamelhouder (10) voor het ontvangen van componenten uit de voorraadhouders, en eerste weegmiddelen (13,14) voor het bepalen van de massa van de inhoud van de eerste verzamelhouder, met het kenmerk, dat 15 een tweede verzamelhouder (15) is voorzien, die verplaatsbaar is onder de uitstroomopeningen van de voorraadhouders, waarbij de tweede verzamelhouder (15) zich boven de eerste verzamelhouder (10) bevindt en is ingericht voor het afgeven van de inhoud van de tweede verzamelhouder aan de eerste 20 verzamelhouder, en waarbij tweede weegmiddelen (17,18) zijn voorzien voor het bepalen van de massa van de inhoud van de tweede verzamelhouder.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tweede 25 weegmiddelen (17,18) zijn ingericht voor het wegen van een aanzienlijk kleinere massa dan de eerste weegmiddelen (13,14) .

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste verzamelhouder (10) verplaatsbaar is onder de 30 uitstroomopeningen (5-8) van de voorraadhouders (1-4).

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de eerste verzamelhouder (10) en de tweede verzamelhouder (15) zijn opgenomen in een gemeenschappelijk gestel (11), dat 35 verplaatsbaar is onder de uitstroomopeningen van de voorraadhouders. 10 01P39S -9-

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de eerste verzamelhouder (10) via de eerste weegmiddelen (13) is gesteund op het gestel (11), en waarbij de tweede verzamelhouder (15) via de tweede weegmiddelen (17) is 5 gesteund op het gestel (11).

6. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste verzamelhouder (10) is ingericht zodat deze zich onder meerdere uitstroomopeningen van 10 verschillende voorraadhouders uitstrekt, en waarbij de tweede verzamelhouder (15) is ingericht zodat deze zich onder een kleiner aantal uitstroomopeningen uitstrekt dan de eerste verzamelhouder (10), waarbij de tweede verzamelhouder ten opzichte van de eerste verzamelhouder verplaatsbaar is, zodat 15 de tweede verzamelhouder, zonder verplaatsing van de eerste verzamelhouder, onder een gewenste uitstroomopening plaatsbaar is.

7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 20 conclusies, waarbij de tweede verzamelhouder (15) zwenkbaar is om een boven de eerste verzamelhouder (10) gelegen zwenkas (20) tussen een ontvangststand voor het ontvangen van een component uit een uitstroomopening van een voorraadhouder en een afgiftestand voor het afgeven van de inhoud van de tweede 25 verzamelhouder aan de eerste verzamelhouder.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij een arm (24) de tweede verzamelhouder (15) verbindt met de zwenkas (20).

9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede verzamelhouder (15) zwenkbaar is om een boven de eerste verzamelhouder gelegen zwenkas (20), waarbij de tweede verzamelhouder twee verzamelcompartimenten (22,23) heeft met telkens aan de van het andere 35 verzamelcompartiment afgekeerde zijde een opening voor het ontvangen en afgeven van een component, waarbij een arm (24) de tweede verzamelhouder verbindt met de zwenkas (20), zodat 1001838. -10- de tweede verzamelhouder zwenkbaar is tussen een eerste ontvangststand voor het ontvangen van een component uit een eerste uitstroomopening en een tweede ontvangsstand voor het ontvangen van een component uit een tweede uitstroomopening, 5 waarbij de inhoud van een verzamelcompartiment tijdens het zwenken van de ene ontvangststand naar de andere ontvangststand aan de eerste verzamelhouder wordt afgegeven.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de zwenkas (20) 10 van de tweede verzamelhouder (15) vast is verbonden met een zich buiten de opening van de eerste verzamelhouder (10) uitstrekkend steunorgaan (21), waarbij de tweede weegmiddelen zijn geplaatst tussen het steunorgaan (21) en het gestel (11) . 1 !>: · *35.*