NL1001618C2 - Vergrendelbare klapschaats. - Google Patents

Vergrendelbare klapschaats. Download PDF

Info

Publication number
NL1001618C2
NL1001618C2 NL1001618A NL1001618A NL1001618C2 NL 1001618 C2 NL1001618 C2 NL 1001618C2 NL 1001618 A NL1001618 A NL 1001618A NL 1001618 A NL1001618 A NL 1001618A NL 1001618 C2 NL1001618 C2 NL 1001618C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
skate
locking
clap
skate according
locking elements
Prior art date
Application number
NL1001618A
Other languages
English (en)
Inventor
Arnold Barends
Original Assignee
Arnold Barends
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arnold Barends filed Critical Arnold Barends
Priority to NL1001618A priority Critical patent/NL1001618C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1001618C2 publication Critical patent/NL1001618C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63CSKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
    • A63C1/00Skates
    • A63C1/22Skates with special foot-plates of the boot
    • A63C1/28Pivotally-mounted plates

Landscapes

  • Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)

Description

Korte aanduiding: Vergrendelbare klapschaats
De uitvinding heeft betrekking op een klapschaats van het type wedstrijdnoor, waarbij de schoen om een in het gebied van de zoolpartij gelegen dwarsas voorover en terug kantelbaar op een het glij-ijzer bevattende houder steunt, 5 en de hakpartij ten opzichte van een achterste aanslagsteun op de houder op en neer beweegbaar is, waarbij onder de hakpartij twee onder veerwerking samenwerkende grendel-elementen aanwezig zijn, die ontgrendelbaar in elkaar kunnen grijpen om de schoen in zijn teruggekantelde stand t.o.v. de 10 glij-ijzerhouder te vergrendelen, van welke grendelelementen er een met de glij-ijzerhouder en de andere om een dwarsas scharnierbaar met de schoen verbonden is.
Een dergelijke klapschaats is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8500483. Deze klapschaats biedt de 15 mogelijkheid om de schoen in zijn teruggekantelde stand t.o.v. het glij-ijzer te fixeren om aldus de bij het wedstrijdrijden veelal toegepaste "puntstart" te kunnen uitvoeren. Het ontgrendelen van de grendelelementen dient bij deze klapschaats echter handmatig te geschieden. Hiertoe 20 is aan een van de grendelelementen een langs de schoen naar boven geleid trekkoord bevestigd. Dit trekkoord is eigenlijk alleen goed in stilstand te bedienen. Dit laatste feit nu staat een optimaal gebruik van deze klapschaats in de wedstri jdschaatssport in de weg.
25 In de wedstrijdsport bestaat een sterke behoefte aan een klapschaats, waarmede de zgn. puntstart, welke een meer stabiele starthouding mogelijk maakt, als bij een conventionele "niet klappende" schaats, op efficiënte wijze kan worden kan worden uitgevoerd.
30 De uitvinding beoogt de bekende klapschaats daarom zodanig te verbeteren, dat daarmede ook de bij het wedstri jdschaat sen veelal toegepaste puntstart kan worden uitgevoerd, terwijl de voordelen van de klapschaats tijdens de eenmaal op gang gebrachte schaatsbeweging optimaal benut 35 kunnen worden.
1001618 -2-
Volgens de uitvinding wordt dit doel bij een klapschaats van bovengenoemde soort bereikt, doordat het ene grendelmiddel vast t.o.v. de schaats resp. hakpartij staat en de in elkaar grijpende grendelelementen zodanig zijn 5 uitgevoerd, dat bij het direkt na de startbeweging uitoefenen van een boven het gewicht van de gebruiker uitgaande vertikaal gerichte belasting en een daarmee gepaard gaande relatieve vertikale beweging, het andere, scharnierende grendelelement onder invloed van de veerwerking automatisch 10 uit zijn grendelpositie wordt bewogen.
In een voorkeursuitvoering wordt de klapschaats volgens de uitvinding gekenmerkt door een hulpelement, dat de grendelelementen normaal in hun onderlinge ingrijppositie onder de veerwerking borgt. In een praktische uitvoerings-15 vorm is dit hulpelement een aan een einde scharnierend op het scharnierende grendelelement aangrijpende hefboom, die nabij zijn andere einde achter een uitsteeksel aan de schoen grijpt en onder traagheidswerking buiten ingrijping met het uitsteeksel kan treden.
20 De klapschaats volgens de uitvinding biedt de wed strijdrijder de mogelijkheid met die schaats, waarmede hij de puntstart wil uitvoeren, in de teruggekantelde stand geborgde positie aan de start te komen. De borging in de teruggekantelde stand wordt daarbij automatisch opgeheven 25 door de belasting die bij het neerkomen van de betreffende schaats op het ijs aan het einde van de eerste "startslag" wordt uitgevoerd. In het verdere verloop van de race geniet de rijder optimaal van de voordelen van de op en neer klappende schaats.
30 De uitvinding zal hieronder aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont een gedeeltelijk in doorsnede weergegeven zij-aanzicht van een voorkeursuitvoering van de klapschaats 35 volgens de uitvinding in de vergrendelde stand; fig. 2 is een aanzicht in perspektief van het achterste gedeelte van de klapschaats volgens fig. 1; 1 o o 1 6 U: -3- fig. 3 toont een gedeeltelijk in doorsnede weergegeven zij-aanzicht van de klapschaats volgens fig. l in de ontgrendelde positie; fig. 4 toont een gedeeltelijk in doorsnede weergegeven 5 zij-aanzicht van het achterste gedeelte van de klapschaats volgens een andere uitvoeringsvorm en wel in de vergrendelde positie.
De in fig. 1 getoonde klapschaats 1 omvat een schoen 2, die door middel van twee schroefboutverbindingen 3 en 4 10 op een zich van voor naar achter uitstrekkende montagesteun 5 is bevestigd. Op de glij-ijzerhouder 6 zijn evenwijdig aan elkaar twee flenzen 7 bevestigd, tussen welke flenzen 7 een as 8 gelegerd is, om welke as de montagesteun 5 en daarmede de schoen 2 voorover en terug kantelbaar is. Het 9 is het in 15 de glij-ijzerhouder 6 gevatte glij-ijzer aangegeven. Op de glij-ijzerhouder 6 is onder de hakpartij van de schoen 2 een aanslagsteun 10 aangebracht. De aanslagsteun 10 heeft een kegelvormig boveneinde en een rond dit boveneinde aangebrachte flens 11. Deze flens 11 kan bijvoorbeeld een uit 20 rubberbestaande of met rubber beklede ring zijn, die als geluiddemper dienst doet. De aanslagsteun 10 werkt samen met een in de montagesteun 5 aangebrachte taps verlopende opening 12. Bij het terugkantelen van de schoen 2 zal het binnenoppervlak van de tapsverlopende opening 12 stuiten 25 tegen het buitenoppervlak van het kegelvormige boveneinde van de aanslagsteun 10. De opening 12 mondt in opwaartse richting uit in een in dwarsrichting in de montagesteun 5 aangebracht doorgaand gat 13. Via het gat 13 kan eventueel in de opening 12 ophopend ijsschraapsel of sneeuw ontwijken. 30 Met 14 is een veer aangegeven die de schoen 2 na de afzetbeweging van de schaats 1 in de teruggekantelde stand doet terugkeren.
In fig. 1 is de klapschaats 1 in zijn vergrendelde positie weergegeven, in welke positie de zogenaamde "punt-35 start" kan worden uitgevoerd. De deze vergrendelde positie bewerkstelligende grendelinrichting 14 bevat in de voorkeursuitvoering volgens fig. l twee in elkaar grijpende 1001618 -4- haakvormige grendelelementen 15 en 16. Het grendelelement 15 is vast op de glij-ijzerhouder 6 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van solderen of lassen, terwijl het grendelelement 16 om een dwarsas 17 scharnierend met de montage-5 steun 5 is verbonden. Op het scharnierbare grendelelement 16 grijpt ongeveer in het midden een veer 18 aan. De veer 18 is opgenomen in een holte 19 in de montagesteun 5 en drukt het grendelelement 16 - in fig. l gezien - naar rechts. In het midden van het grendelelement 16 is aan de van de veer 18 10 afgekeerde zijde een borgelement 21 met een einde scharnier-baar om een as 20 aan het grendelelement 16 bevestigd, terwijl het andere einde van het borgelement 21 vrij uitsteekt, waarbij een instelbare aanslagschroef 22 als een vertikale aanslag voor het borgelement 21 dient. Het borgelement 21 15 bevat een vertikaal grijpvlak 23 (zie fig. 3) , dat in vergrendelde toestand aangrijpt op een corresponderend vertikaal grijpvlak 24 (zie fig. 3) aan de montagesteun 5. In de vergrendelde stand wordt het grijpvlak 23 in ingrijping met het grijpvlak 24 gehouden door de veer 18. Met de veer 20 18 is de kracht waarmee het grijpvlak 23 tegen het grijpvlak 24 wordt gedrukt, en daarmee de wrijving tussen beide vlakken, instelbaar. Des te groter nu deze wrijving des te groter dient vertikale de belasting te zijn om de grendel-inrichting 14 te doen ontgrendelen.
25 Fig. 2 toont een aanzicht in perspektief van het ach terste gedeelte van de klapschaats van fig. l. De grendel-inrichting 14 bevindt zich in fig. 2 in de vergrendelde positie. Daarbij is de grendelinrichting 14 gedeeltelijk in een in de montagesteun 5 aangebrachte holte 26 opgenomen. 30 Het borgelement 21 grijpt met een vorkvormig einde om het grendelelement 16. Door het losschroeven van het aanslagschroef 22 en de as 17 is de grendelinrichting 14 eenvoudig te demonteren.
Fig. 3 toont de klapschaats 1 van fig. l in zijn ont-35 grendelde positie, in welke positie de klapschaats 1 voor het uitvoeren van de eigenlijke schaatsbeweging, glijden en afzetten, gebruikt wordt. Voor het uitvoeren van de bij het 1 0 o U 1 8 -5- wedstrijdschaatsen algemeen toegepaste puntstart, waarbij de schaatser de punt van een van zijn schaatsen in het ijs zet om een stabiele starthouding te verkrijgen, dient de schoen van de klapschaats zich t.o.v. het glij-ijzer in de vergren-5 delde horizontale positie te bevinden. Aangezien elke schaatser een voorkeurs-starthouding heeft, waarbij steeds dezelfde schaats met de punt in het ijs gezet wordt, behoeft slechts een schaats van de grendelinrichting 14 volgens de uitvinding voorzien te zijn.
10 Uitgaande van de in fig. 3 weergegeven ontgrendelde stand van de klapschaats 1 zal nu de werking van de grendel-inrichting 14 worden beschreven.
Voorafgaande aan de start dient de schaatser zijn schaatsschoen in de teruggekantelde, horizontale positie 15 t.o.v. de glij-ijzerhouder 6 te brengen. Hierbij steunt de montagesteun 5 op de aanslagsteun 10. In deze teruggekantelde positie van de schaatsschoen drukt de schaatser het borgelement 21, dat hiervoor van een hand- of vingergreep-deel 29 voorzien kan zijn, - in de tekening gezien - naar 20 links, om de grendelelementen 15 en 16 in elkaar te doen grijpen, terwijl daarbij het borgelement 21 enigszins omhoog wordt geduwd om het grijpvlak 23 van het borgelement 21 op het grijpvlak 24 van de montagesteun 5 te doen aangrijpen en daardoor de vergrendeling van de twee grendelelementen 15 en 25 16 onder veerwerking van de veer 18 te borgen. In deze in fig. 1 weergegeven vergrendelde positie kan vervolgens de puntstart worden uitgevoerd.
Het ontgrendelen van de grendelinrichting 14 zal nu onder verwijzing naar fig. 1 worden beschreven.
30 Na het startschot zal de schaatser zijn - in de rijrichting gezien - voorste schaats, waarvan de punt van het glij-ijzer 9 in het ijs geplaatst is, enigszins optillen en tegelijkertijd met zijn achterste schaats, waarvan het glij-ijzer over zijn gehele lengte kontakt maakt met het 35 ijsoppervlak, afzetten, waardoor de schaatser bij deze eerste beweging na de start een "sprong” maakt. De voorste vergrendelde schaats zal hierbij met een "stoot" op het 1001618 -6- ijsoppervlak terecht komen. De vertikale beweging van de schaats 1 wordt hierdoor plotseling gestuit. Het vrij uitstekende einde van het borgelement 21 zal echter door zijn traagheidswerking nog een relatieve vertikale beweging 5 t.o.v. de schaats 1 uitvoeren, waardoor de grijpvlakken 23 en 24 buiten kontakt met elkaar zullen geraken hetgeen de veer 18 vervolgens in staat stelt om het grendelelement 16 -in de tekening gezien - naar rechts te drukken en daardoor de vertikale vergrendeling van de in elkaar grijpende 10 grendelelementen 15 en 16 op te heffen. Deze ontgrendelde positie is in fig. 1 met streepjeslijnen weergegeven. Bij de eerste "slag" na de start ontgrendelt de grendelinrichting 14 dus automatisch en komt de schaats 1 derhalve in de voor het uitvoeren van de eigenlijke schaatsbeweging gewenste 15 ontgrendelde positie. De veer 18 zorgt ervoor dat het borgelement 21 tijdens de schaatsbewegingen zodanig ver naar rechts gedrukt blijft, dat de grendelinrichting 14 zich niet zelf kan vergrendelen.
Fig. 4 toont een andere uitvoering van de grendel-20 inrichting volgens de uitvinding en wel in zijn vergrendelde positie. De grendelinrichting 14' bevat twee in elkaar grijpende haakvormige grendelelementen 15' en 16', waarbij het grendelelement 16' draaibaar om een dwarsas 17' met de montagesteun 5' is verbonden, terwijl het grendelelement 15' 25 vast op de glij-ijzerhouder 6' is bevestigd. Op het draaibare grendelelement 16' grijpt ongeveer in het midden een veer 18' aan.
In tegenstelling tot de uitvoering van de haakvormige grendelelementen 15 en 16 van fig. 1, hebben de op elkaar 30 aangrijpende vlakken 27 en 28 van respektievelijk de grendelelementen 15' en 16' een complementaire, oplopende en daardoor in elkaar hakende vorm, die een borgwerking als die van het borgelement 21 volgens fig. 1 bewerkstelligen. Om nu de veer 18' zijn ontgrendelende werking te doen uitvoeren, 35 dienen de grendelelementen 15' en 16' t.o.v. elkaar over een afstand d in vertikale richting verplaatst te worden. Daartoe is rond het boveneinde van de aanslagsteun 10' een 1001-18 -7- onder vertikale belasting samendrukbaar tussenaanslagelement 25 aangebracht bij een bepaalde belasting een vertikale verplaatsing van de grendelelementen 15' en 16' t.o.v. elkaar over de afstand d bewerkstelligt. Het tussenaanslag-5 element 25 is in fig. 4 weergegeven als een veer, doch kan bijvoorbeeld ook in de vorm van een rubber ring zijn uitgevoerd. De drempelbelasting waarbij de grendelinrichting 14' zal ontgrendelen kan worden ingesteld met het tussenaanslagelement 25.
10 Het in de vergrendelde positie brengen van de grendel inrichting 14' geschiedt als volgt. Voorafgaande aan de start brengt de schaatser zijn schaatsschoen in de teruggekantelde, horizontale positie t.o.v. de glij-ijzerhouder 6'. Vervolgens oefent de schaatser een extra kracht uit op 15 de hakpartij van de schaats om het samendrukbare tussenaanslagelement 25 over de afstand d in te drukken en drukt vervolgens het grendelelement 16' tegen de veerwerking van de veer 18' in de ingrijppositie met het grendelelement 15', waarna de op de hakpartij uitgeoefende extra kracht wegge-20 nomen wordt en de grendelelementen 15' en 16' in hun ingrijppositie geborgd zijn.
In deze vergrendelde positie van de klapschaats kan nu de puntstart worden uitgevoerd. Bij de eerste "slag" na de start zal de door de schaatser uitgeoefende vertikale 25 belasting het tussenaanslagelement 25 over tenminste de afstand d indrukken, waardoor de veer 18' het grendelelement 16' naar achteren zal drukken en de vergrendeling wordt opgeheven. De klapschaats wordt aldus bij het eerste kontakt met het ijsoppervlak automatisch ontgrendeld. De grootte van 30 de belasting waarbij de vergrendelinrichting 14' zal ontgrendelen kan door middel van het tussenaanslagelement 25 worden ingesteld om de werking van de vergrendelinrichting 14' aan het gewicht van de schaatser te kunnen aanpassen.
35 1001618

Claims (9)

1. Klapschaats van het type wedstrijdnoor, waarbij de schoen om een in het gebied van de zoolpartij gelegen dwarsas voorover en terug kantelbaar op een het glij-ijzer 5 bevattende houder steunt, en de hakpartij ten opzichte van een achterste aanslagsteun op de houder op en neer beweegbaar is, waarbij onder de hakpartij twee onder veerwerking samenwerkende grendelelementen aanwezig zijn, die ont-grendelbaar in elkaar kunnen grijpen om de schoen in zijn 10 teruggekantelde stand t.o.v. de glij-ijzerhouder te vergrendelen, van welke grendelelementen er een met de glij-ijzerhouder en de andere om een dwarsas scharnierbaar met de schoen verbonden is, met het kenmerk, dat het ene grendel-element vast t.o.v. de schaats resp. hakpartij staat en de 15 in elkaar grijpende grendelelementen zodanig zijn uitgevoerd, dat bij het direkt na de startbeweging uitoefenen van een boven het gewicht van de gebruiker uitgaande vertikaal gerichte belasting en een daarmee gepaard gaande relatieve vertikale beweging, het andere, scharnierende grendelelement 20 (16; 16') onder invloed van de veerwerking uit zijn grendel- positie beweegt.
2. Klapschaats volgens conclusies l, met het kenmerk, dat de voor het uit de grendelpositie doen bewegen van het grendelelement (16; 16') benodigde vertikaal gerichte 25 belasting instelbaar is.
3. Klapschaats volgens conclusies 1 en 2, gekenmerkt door een hulpelement, dat de grendelelementen in hun onderlinge ingrijppositie onder de veerwerking borgt.
4. Klapschaats volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 het hulpelement een aan een einde scharnierend op het scharnierende grendelelement (16) aangrijpende hefboom (21) is, die nabij zijn andere einde achter een uitsteeksel aan de schoen grijpt en onder traagheidswerking buiten ingrijping met het uitsteeksel kan treden.
5. Klapschaats volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het hulpelement met zijn vrije einde naar achteren gekeerd ligt en als hand- of vingergreepdeel (29) is uitgevoerd. 1001618 -9-
6. Klapschaats volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat de ontgrendelende scharnierbeweglng van de hefboom (21) door een aanslag (22) wordt begrensd.
7. Klapschaats volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 5 de op elkaar aangrijpende vlakken (27, 28) van de grendel- elementen (15', 16') een complementair oplopende en daardoor in elkaar hakende vorm hebben, waarbij als hulpelement een samendrukbaar tussenaanslagelement (25) op de aanslagsteun (10') is aangebracht dat onder vertikale 10 belasting zover indrukbaar is, dat de grendelelementen (15', 16') daarmede buiten ingrijping met elkaar komen.
8. Klapschaats volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het samendrukbare tussenaanslagelement (25) een veer is.
9. Klapschaats volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 15 het samendrukbare tussenaanslagelement (25) een rubber ring is. 1 o 0 1C 1 8
NL1001618A 1995-11-09 1995-11-09 Vergrendelbare klapschaats. NL1001618C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001618A NL1001618C2 (nl) 1995-11-09 1995-11-09 Vergrendelbare klapschaats.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001618A NL1001618C2 (nl) 1995-11-09 1995-11-09 Vergrendelbare klapschaats.
NL1001618 1995-11-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001618C2 true NL1001618C2 (nl) 1997-05-13

Family

ID=19761826

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001618A NL1001618C2 (nl) 1995-11-09 1995-11-09 Vergrendelbare klapschaats.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1001618C2 (nl)

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1009736C2 (nl) * 1998-07-24 2000-02-01 Zandstra B V Schaatsgestel.
NL1017598C2 (nl) * 2001-03-14 2002-09-17 Viking Schaatsenfabriek B V Schaatsframe voor een klapschaats met startmechanisme.
NL1019089C2 (nl) * 2001-10-02 2003-04-04 Viking Schaatsenfabriek B V Klapschaats.
WO2003028813A2 (en) * 2001-10-04 2003-04-10 Andrew John Picard Improvements relating to conveyances and particularly to skates
EP2036595A2 (en) 2007-09-13 2009-03-18 B.V. Bouwadvies B.B.A. Improved ice or inline skates
NL2023118B1 (nl) * 2019-05-13 2020-12-01 Kushi Sports Netherlands B V Schaats, zoals een shorttrackschaats

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1009736C2 (nl) * 1998-07-24 2000-02-01 Zandstra B V Schaatsgestel.
NL1017598C2 (nl) * 2001-03-14 2002-09-17 Viking Schaatsenfabriek B V Schaatsframe voor een klapschaats met startmechanisme.
NL1019089C2 (nl) * 2001-10-02 2003-04-04 Viking Schaatsenfabriek B V Klapschaats.
WO2003028813A2 (en) * 2001-10-04 2003-04-10 Andrew John Picard Improvements relating to conveyances and particularly to skates
WO2003028813A3 (en) * 2001-10-04 2004-03-04 Andrew John Picard Improvements relating to conveyances and particularly to skates
EP2036595A2 (en) 2007-09-13 2009-03-18 B.V. Bouwadvies B.B.A. Improved ice or inline skates
NL2023118B1 (nl) * 2019-05-13 2020-12-01 Kushi Sports Netherlands B V Schaats, zoals een shorttrackschaats

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4505493A (en) Slalom ski binding
EP0850670B1 (fr) Patin à roulettes en ligne à chaussure amovible
EP0031740B1 (fr) Butée-avant de fixation de ski
NL1001618C2 (nl) Vergrendelbare klapschaats.
CA2146194A1 (fr) Dispositif de fixation d'une chaussure a un organe de glisse
EP0771228B1 (fr) Dispositif de fixation d'une chaussure sur un surf a neige
EP0620711B1 (fr) Chaussure de ski de fond et ensemble: ski, fixation et chaussure pour la pratique du ski
US4718135A (en) Shoe tree with horn
FR2642980A1 (fr) Dispositif de fixation pour ski de fond et chaussure destinee a un tel dispositif de fixation
US4635955A (en) Device for releasably holding parts of ski bindings
EP0016777B1 (en) Safety ski binding
US7267356B2 (en) Simplified safety-binding heelpiece for a ski boot
NL1008552C2 (nl) Zwenkmechanisme en een inrichting voorzien van een dergelijk zwenkmechanisme ter vorming van een schaats, een langlaufski, een rolski, een skeeler of in-line rolschaats.
FR2499863A1 (fr) Talonniere pour fixation de ski de securite
EP0785003B1 (fr) Elément de retenue d'une chaussure sur un ski
US5156418A (en) Ski boot scraper
EP1522334B1 (fr) Elément de retenue d'une chaussure sur une planche de glisse ou de roulage
US5193840A (en) Ski binding for a cross country ski or touring ski
EP0291428B1 (fr) Talonnière de fixation pour monoski
EP1721641A1 (fr) Dispositif de fixation à énergie de rappel réglable
FR2610206A1 (fr) Frein de ski associe a une fixation de ski alpin, couramment appelee talonniere
FR2754726A1 (fr) Dispositif de liaison entre une chaussure et un article de sport
EP0700699B1 (fr) Fixation de ski
EP0385944A1 (fr) Fixation de ski de sécurité à plaque
NL1013912C2 (nl) Klapschaatsstel.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060601