NL1001600C2 - Giant swing arm for amusement parks - Google Patents

Abstract

The swing consists of a vertical mast (3) on the top of which a horizontal shaft is mounted. A frame, which is in the shape of a 'Y', can be swung about the shaft at a point where the three legs of the Y-structure meet. An arc shaped support (8) is mounted at the bottom of the two downward facing legs (6,7) of the Y- structure. A number of seats (11), with safety bars, are suspended from the arc (8). The upward facing leg of the Y-structure carries a counterweight. The Y-structure, with people, is swung by a drive about the shaft (4).

Description

Korte aanduiding: Amusementsinrichting.Short designation: Entertainment equipment.

De uitvinding heeft betrekking op een amusementsinrich-ting voorzien van een zich verticaal uitstrekkende mast, een dwars op de 5 mast uitstrekkende hoofdas en een om de hoofdas zwenkbare, van zitplaatsen voorziene gondel.The invention relates to an amusement device comprising a vertically extending mast, a main shaft extending transversely of the mast and a gondola provided with seats which is pivotable about the main shaft.

Bij een bekende amusementsinrichting is de gondel schuitvormig en bevinden de zitplaatsen zich in de schuitvormige gondel. Een persoon die in de amusementsinrichting wil plaatsnemen, stapt op de 10 vloer van de schuitvormige gondel en gaat op een zitplaats in de gondel zitten. Hierbij steunen de voeten van de persoon op de vloer van de gondel. Vervolgens wordt de gondel om de hoofdas gezwenkt en eventueel volledig geroteerd. Het uitzicht van de in de gondel zittende persoon wordt door de vloer van de gondel beperkt. Tevens verschaft de vloer de gondel aan 15 de persoon een veilig en beschermd gevoel waardoor het sensatiegevoel wordt beperkt.In a known amusement device, the gondola is boat-shaped and the seats are located in the boat-shaped gondola. A person who wants to take a seat in the entertainment facility steps on the floor of the boat-shaped gondola and sits down on a seat in the gondola. The person's feet rest on the floor of the gondola. The nacelle is then swiveled about the main axis and possibly completely rotated. The view of the person sitting in the gondola is limited by the floor of the gondola. The floor also provides the gondola to the person a safe and protected feeling, whereby the sensation feeling is limited.

De uitvinding beoogt een amusementsinrichting te verschaffen waarbij het uitzicht van de persoon ongehinderd is en waarbij een groter sensatiegevoel wordt ondervonden.The object of the invention is to provide an amusement device in which the view of the person is unobstructed and in which a greater sensation of sensation is experienced.

20 Dit doel wordt bij de amusementsinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat elke zitplaats een aan de gondel hangende zitkuip omvat.This object is achieved in the amusement device according to the invention in that each seat comprises a seat shell suspended from the gondola.

Doordat de zitkuip aan de gondel hangt, is het uitzicht van de in de zitkuip zittende persoon in de richting van voeten nagenoeg 25 geheel vrij. Door het ontbreken van een vloer wordt een verhoogd sensatiegevoel ervaren.Because the seat shell hangs from the gondola, the view of the person sitting in the seat shell in the direction of feet is virtually free. Due to the lack of a floor, an increased sensation feeling is experienced.

De uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de gondel ten minste twee langwerpige dragers omvat die elk aan een van de hoofdas afgekeerde zijden 30 zijn voorzien van aan de dragers hangende zitkuipen, waarbij de dragers verplaatsbaar zijn van een eerste stand waarin de dragers evenwijdig zijn gelegen naar een tweede stand waarin de dragers een stompe hoek met elkaar insluiten en vice versa.The embodiment of the amusement device according to the invention is characterized in that the gondola comprises at least two elongated carriers, each of which is provided on one side remote from the main axis with seat shells hanging from the carriers, the carriers being movable from a first position in which the carriers are parallel to a second position in which the carriers enclose an obtuse angle with each other and vice versa.

In de eerste stand, waarbij de dragers zich evenwijdig 35 uitstrekken, kunnen de personen vanaf een evenwijdig aan de dragers uitstrekkend vlak instapplateau in de zitkuipen plaatsnemen. Hierdoor is het instapplateau relatief eenvoudig. Vervolgens worden de dragers in de tweede stand gebracht waarbij de verschillen in afstand van de zitkuipen 1 0 0 1 6 0( .In the first position, in which the carriers extend parallel, the persons can take their place in the seats from a flat boarding platform extending parallel to the carriers. This makes the entry platform relatively simple. The carriers are then moved to the second position, with the differences in the distance between the seats 1 0 0 1 6 0 (.

2 tot de hoofdas worden beperkt en elke zitkuip nagenoeg dezelfde versnellingen en vertragingen ondergaat en derhalve een persoon in elke zitkuip nagenoeg dezelfde sensaties ondergaat.2 are limited to the main axis and each seat undergoes substantially the same accelerations and decelerations and therefore a person in each seat undergoes substantially the same sensations.

Een verder uitvoeringsvorm van de amusementsinrichting 5 volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de amusementsinrichting is voorzien van een instapplateau dat ten minste gedeeltelijk ten opzichte van de hoofdas verplaatsbaar is in een van de hoofdas afgekeerde richting.A further embodiment of the amusement device 5 according to the invention is characterized in that the entertainment device is provided with an entry platform which is movable at least partly relative to the main axis in a direction away from the main axis.

Hierdoor kan het instapplateau zich tot onder de zitkuipen uitstrekken, waardoor het instappen op een veilige wijze kan 10 plaatsvinden. Na het instappen wordt het instapplateau zodanig verplaatst dat bij het zwenken van de gondel het de in de zitkuipen zittende personen nooit het instapplateau kunnen aanraken en er een uit veiligheidsoverwegingen vereiste minimale afstand tussen de zitkuipen en het instapplateau is verkregen.This allows the boarding platform to extend below the seat shells, so that boarding can take place in a safe manner. After boarding, the boarding platform is moved in such a way that when the gondola is swiveled, persons sitting in the seat shells can never touch the boarding platform and a minimum distance between the seat shells and the boarding platform is required for safety reasons.

15 Bij een andere uitvoeringsvorm van de amusementsinrich ting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het instapplateau twee scharnierbare vloerdelen omvat die zich bij de eerste stand evenwijdig uitstrekkend aan de dragers en bij de tweede stand een stompe hoek met elkaar insluiten.In another embodiment of the amusement device according to the invention, it is characterized in that the boarding platform comprises two hinged floor parts which extend parallel to the carriers in the first position and enclose an obtuse angle in the second position.

20 Hierdoor wordt op eenvoudige wijze het verplaatsen van het instapplateau bewerkstelligd.The displacement of the boarding platform is hereby effected in a simple manner.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarinThe invention will be explained in more detail with reference to the drawing, in which

Fig. 1 een vooraanzicht toont op een eerste uitvoerings-25 vorm van een amusementsinrichting volgens de uitvinding,Fig. 1 shows a front view of a first embodiment of an amusement device according to the invention,

Fig. 2 een vooraanzicht toont op een tweede uitvoeringsvorm van een amusementsinrichting volgens de uitvinding,Fig. 2 shows a front view of a second embodiment of an amusement device according to the invention,

Fig. 3 een vooraanzicht toont op een derde uitvoeringsvorm van een amusementsinrichting volgens de uitvinding in een eerste 30 stand,Fig. 3 shows a front view of a third embodiment of an amusement device according to the invention in a first position,

Fig. 4 een detail van de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting toont,Fig. 4 a detail of the view shown in FIG. 3 shows entertainment device,

Fig. 5 een vooraanzicht toont op de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting in de tweede stand, 35 Fig. 6 een detail van de in Fig. 5 weergegeven amuse mentsinrichting toont,Fig. 5 shows a front view of the view shown in FIG. 3 shows entertainment device in the second position, FIG. 6 a detail of the view shown in FIG. 5 shows amuse ment device,

Fig. 7 een zijaanzicht op de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting toont, 1001600.Fig. 7 is a side view of the structure shown in FIG. 3 shows entertainment device, 1001600.

( 3(3

Fig. 8 een bovenaanzicht op de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting toont.Fig. 8 is a top view of the structure shown in FIG. 3 shows entertainment device.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.Corresponding parts are provided with the same reference numerals in the figures.

5 Fig. 1 toont een vooraanzicht op een eerste uitvoerings vorm van een amusementsinrichting 1 volgens de uitvinding. De amusementsinrichting 1 omvat een zich verticaal vanaf een ondergrond 1 uitstrekkende mast 3, die nabij een uiteinde is voorzien van een dwars op de mast 3 uitstrekkende hoofdas 4. De amusementsinrichting 1 omvat verder een ΥΙΟ vormige constructie 5 die in het snijpunt van de drie benen van de Y-vormige constructie om de hoofdas zwenkbaar is gelagerd. Een eerste en tweede been 6, 7 van de Y-vormige constructie 5 zijn aan de uiteinden verbonden met een boogvormige gondel 8. Een derde been 9 van de Y-vormige constructie 5 is aan een van de gondel 8 afgekeerde zijde voorzien van 15 een contragewicht 10. De gondel 8 is aan een van de benen 6, 7 afgekeerde zijde voorzien van een aantal aan de gondel opgehangen zitkuipen 11 die elk met behulp van een stang 11’ met de gondel 8 zijn verbonden. Elke zitkuip 11 omvat een beugel 12 met behulp waarvan een persoon 13 in de zitkuip 11 kan worden vastgezet. Het is ook mogelijk dat in elke zitkuip 20 11 twee personen plaatsnemen.FIG. 1 shows a front view of a first embodiment of an amusement device 1 according to the invention. The amusement device 1 comprises a mast 3 extending vertically from a surface 1, which is provided near one end with a main shaft 4 extending transversely of the mast 3. The amusement device 1 further comprises a constructie -shaped construction 5 which is in the intersection of the three legs of the Y-shaped construction is pivotally mounted about the main axis. A first and second leg 6, 7 of the Y-shaped construction 5 are connected at the ends to an arc-shaped gondola 8. A third leg 9 of the Y-shaped construction 5 is provided on a side remote from the gondola 8 with a counterweight 10. The gondola 8 is provided on a side remote from the legs 6, 7 with a number of seat shells 11 suspended from the gondola, each of which is connected to the gondola 8 by means of a rod 11 '. Each seat shell 11 comprises a bracket 12 with the aid of which a person 13 can be secured in the seat shell 11. It is also possible for two people to sit in each seat.

Op de ondergrond 2 zijn onder de gondel 8 twee trapvormige instapplateau’s 14 opgesteld via welke personen eenvoudig in de zitkuipen 11 kunnen plaatsnemen. Nadat de personen in de zitkuipen 11 zijn vastgezet, worden de instapplateau’s 14 in door P aangegeven 25 tegengestelde richtingen verplaatst waardoor er een uit veiligheidsoverwegingen minimaal vereiste vrije ruimte 15 tussen de personen en de met stippellijnen aangegeven instapplateau’s 14 wordt verkregen.On the ground 2, under the gondola 8, two step-like boarding platforms 14 are arranged, through which persons can easily take place in the seats 11. After the persons have been secured in the seat shells 11, the boarding platforms 14 are moved in opposite directions indicated by P, so that, for safety reasons, a minimum required space 15 between the persons and the boarding platforms 14 indicated by dotted lines is obtained.

Vervolgens wordt de gondel 8 met behulp van een motor (niet weergegeven) om de hoofdas gezwenkt in een door pijl PI of pijl P2 30 aangegeven richting. De aandrijving van de gondel 8 kan met behulp van een op de hoofdas 4 geplaatste motor, een aantal roterende rollen die de gondel 8 in de onderste stand over een bepaalde hoek verplaatsen of op elke andere op zich bekende wijze.Subsequently, the nacelle 8 is pivoted about the main axis with a motor (not shown) in a direction indicated by arrow PI or arrow P2. The drive of the gondola 8 can be done by means of a motor placed on the main shaft 4, a number of rotating rollers which move the gondola 8 in the lower position by a certain angle or in any other manner known per se.

Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de 35 amusementsinrichting 20 volgens de uitvinding. De amusementsinrichting 20 komt in grote lijnen overeen met de in Fig. 1 weergegeven amusementsinrichting 1. Derhalve zullen hieronder alleen de verschillen worden beschreven. De benen 6, 7 van de Y-vormige constructie 5 zijn aan de 1 0 0 1 6 0 0.Fig. 2 shows a second embodiment of the amusement device 20 according to the invention. The amusement device 20 broadly corresponds to that shown in FIG. 1, entertainment device 1. Therefore, only the differences will be described below. The legs 6, 7 of the Y-shaped construction 5 are on the 1 0 0 1 6 0 0.

4 uiteinden verbonden met een in een eerste instapstand zich dwars op de mast 3 uitstrekkende balk 21. De balk 21 is aan beide uiteinden 22 onder een stompe hoek omgebogen. Aan de balk 21 en aan beide omgebogen uiteinden 22 zijn de zitkuipen 11 opgehangen. Het instapplateau 23 omvat twee om 5 assen 24 scharnierbare vloerdelen 25 die met behulp van motoren (niet weergegeven) scharnierbaar zijn van een eerste instapstand in een door pijlen P3 aangegeven richting naar een tweede, met stippellijnen weergegeven stand waarin een vrije ruimte 15 tussen de in de zitkuipen 11 zittende personen en de vloerdelen 25 is verkregen.4 ends connected to a beam 21 extending in a first entry position transversely to the mast 3. The beam 21 is bent at an obtuse angle at both ends 22. The seat shells 11 are suspended from the beam 21 and at both bent ends 22. The boarding platform 23 comprises two floor parts 25 pivotable about 5 axes 24 which are pivotable by means of motors (not shown) from a first boarding position in a direction indicated by arrows P3 to a second position shown by dotted lines in which a free space 15 between the persons seated in the seats 11 and the floor parts 25 are obtained.

10 Fig. 3 toont een derde uitvoeringsvorm van een amusementsinrichting 30 volgens de uitvinding. De amusementsinrichting 30 omvat de Y-vormige constructie 5 die roteerbaar is gelagerd om de op de mast 3 gelegen hoofdas 4. De benen 6, 7 van de Y-vormige constructie 5 zijn nabij de uiteinden onderling verbonden door een balk 31. Aan elk 15 uiteinde van een been 6, 7 is een drager 32, 33 scharnierbaar verbonden. Aan de dragers 32, 33 zijn met behulp van stangen 11’ de zitkuipen 11 opgehangen. De dragers 32, 33 strekken zich in de in Fig. 3 weergegeven eerste instapstand evenwijdig uit aan een vlak instapplateau 34. Op deze wijze kunnen personen eenvoudig in en uit de zitkuipen 11 stappen. Ook 20 voor rolstoelgebruikers is het vlakke instapplateau 34 goed begaanbaar. De dragers 32, 33 zijn ten opzichte van de respectievelijke benen 6, 7 scharnierbaar om evenwijdig aan de hoofdas 4 uitstrekkende zwenkasssen 35, 36 met behulp van bijvoorbeeld hydraulisch in cilinders 50 verplaatsbare zuigers 51 (niet weergegeven) waarbij de cilinder 50 is verbonden met 25 de balk 31 en een uiteinde van een in de cilinder verplaatsbare zuiger 51 is verbonden met de uiteinden 37 van de dragers 32, 33.FIG. 3 shows a third embodiment of an amusement device 30 according to the invention. The amusement device 30 comprises the Y-shaped construction 5 which is rotatably mounted on the main shaft 4 located on the mast 3. The legs 6, 7 of the Y-shaped construction 5 are mutually connected by a beam 31 near the ends. at the end of a leg 6, 7 a carrier 32, 33 is hingedly connected. The seat shells 11 are suspended from carriers 32, 33 with the aid of rods 11. The carriers 32, 33 extend in the manner shown in FIG. 3 shows the first boarding position parallel to a flat boarding platform 34. In this way, persons can easily get in and out of the seats 11. The flat entry platform 34 is also easily accessible for wheelchair users. The carriers 32, 33 are pivotable relative to the respective legs 6, 7 about pivot axes 35, 36 extending parallel to the main axis 4, for example by means of pistons 51 (not shown) which can be moved hydraulically in cylinders 50, the cylinder 50 being connected to 25 the beam 31 and one end of a piston 51 displaceable in the cylinder is connected to the ends 37 of the carriers 32, 33.

Fig. 4 toont een detail van de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting 30 waarbij de constructie van het instapplateau 34 nader is weergegeven.Fig. 4 shows a detail of the structure shown in FIG. 3 shows entertainment device 30, the construction of the boarding platform 34 being shown in more detail.

30 Fig. 5 toont een in Fig. 3 weergegeven amusementsinrich ting 30 waarbij de dragers 32, 33 om de assen 35, 36 zijn gezwenkt naar de in Fig. 5 weergegeven stand waarbij elke drager 32, 33 een hoek van bijvoorbeeld 75 ° insluit met de mast 3. Deze stand wordt met behulp van een vergrendelingsmechanisme (niet weergegeven) vergrendeld om ongewenst 35 zwenken van de dragers 32, 33 ten opzichte van de benen 6, 7 te voorkomen. De amusementsinrichting 30 wordt in de in Fig. 5 weergegeven stand gebracht nadat alle personen 13 in de zitkuipen 11 zijn vastgezet. Het vlakke instapplateau 34 omvat twee scharnierbare vloerdelen 38 die scharnierbaarFIG. 5 shows one in FIG. 3 shows entertainment device 30 in which the carriers 32, 33 are pivoted about the axes 35, 36 to the positions shown in FIG. 5, wherein each carrier 32, 33 encloses an angle of, for example, 75 ° with the mast 3. This position is locked by means of a locking mechanism (not shown) to prevent unwanted pivoting of the carriers 32, 33 relative to the legs 6 , 7. The amusement device 30 is shown in the FIG. 5 after all persons 13 have been secured in the seats 11. The flat entry platform 34 comprises two hinged floor parts 38 which are hinged

10 0 IC10 0 IC

5 zijn om assen 39 in door pijlen P4 aangegeven richtingen. De vloerdelen 38 worden gelijktijdig met het zwenken van de dragers 32, 33 om de assen 39 gescharnierd naar de in Fig. 5 weergegeven stand. Hierbij wordt een gewenste vrije ruimte 15 tussen de personen 13 en het instapplateau 34 5 verkregen. Vervolgens worden dragers en de daaraan verbonden zitkuipen om de hoofdas 4 geroteerd.5 are about axes 39 in directions indicated by arrows P4. The floor parts 38 are pivoted about the shafts 39 at the same time as the pivots of the carriers 32, 33 to the position shown in FIG. 5 position shown. A desired free space 15 is hereby obtained between the persons 13 and the entry platform 34. Subsequently, carriers and the associated tubs are rotated about the main axis 4.

In Fig. 6 is een constructie aangegeven met behulp waarvan de vloerdelen 38 kunnen worden gescharnierd tussen een eerste, in Fig. 3 weergegeven instapstand naar een tweede in Fig. 5 weergegeven 10 stand. Elk vloerdeel 38 is aan een van de zwenkassen 39 afgekeerde zijde via een scharnier 41 scharnierbaar verbonden met een stang 40. De stang 40 is aan een van het scharnier 41 afgekeerde zijde scharnierbaar verbonden met een in de richting van de pijlen P5 verplaatsbare scharnier 42. Door het verplaatsen van de scharnieren 42 in de door pijlen P5 aangegeven 15 richtingen worden de vloerdelen 38 weer naar de eerste, vlakke instapstand teruggebracht.In FIG. 6 shows a construction by means of which the floor parts 38 can be pivoted between a first, in FIG. 3 shows the entry position to a second in FIG. 5 displayed 10 mode. Each floor part 38 is hingedly connected to a rod 40 on a side remote from the pivot axes 39 via a hinge 41. The rod 40 is hingedly connected to a hinge 42 movable in the direction of the arrows P5 on a side remote from the hinge 41. By moving the hinges 42 in the directions indicated by arrows P5, the floor parts 38 are returned to the first, flat entry position.

Fig. 7 toont een zijaanzicht op de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting 30. Zoals zichtbaar is in Fig. 7 omvat de amusements-inrichting 30 twee evenwijdig, aan weerszijden van een amusementsinrichting 20 30 gelegen Y-vormige constructies 5, die afzonderlijk zwenkbaar zijn om de hoofdas 4.Fig. 7 shows a side view of the structure shown in FIG. 3 shows entertainment device 30. As can be seen in FIG. 7, the amusement device 30 comprises two parallel Y-shaped structures 5 located on either side of the amusement device 20, which are individually pivotable about the main axis 4.

Fig. 8 toont een bovenaanzicht van de in Fig. 3 weergegeven amusementsinrichting 30 gezien in een door pijlen VIII-VIII in Fig. 3 aangegeven richting.Fig. 8 shows a top view of the structure shown in FIG. 3 shown in an entertainment device 30 as seen in arrows VIII-VIII in FIG. 3 indicated direction.

25 Het is ook mogelijk om in plaats van twee benen 6, 7 de amusementsinrichting van slechts een enkel been te voorzien.It is also possible to provide the entertainment device with only a single leg instead of two legs 6, 7.

Het is ook mogelijk om de inrichting te voorzien van meer dan twee dragers 32, 33.It is also possible to provide the device with more than two carriers 32, 33.

10 0 1 6 0 0.10 0 1 6 0 0.

Claims (5)

1. Amusementsinrichting voorzien van een zich vertikaal uitstrekkende mast, een dwars op de mast uitstrekkende hoofdas en een om 5 de hoofdas zwenkbare, van zitplaatsen voorziene gondel, met het kenmerk, dat elke zitplaats een aan de gondel hangende zitkuip omvat.Entertainment device comprising a vertically extending mast, a main shaft extending transversely of the mast and a gondola provided with seats which can be pivoted about the main axis, characterized in that each seat comprises a cockpit suspended from the gondola. 2. Amusementsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gondel ten minste twee langwerpige dragers omvat die elk aan een van de hoofdas afgekeerde zijden zijn voorzien van aan de dragers 10 hangende zitkuipen, waarbij de dragers verplaatsbaar zijn van een eerste stand waarin de dragers evenwijdig zijn gelegen naar een tweede stand waarin de dragers een stompe hoek met elkaar insluiten en vice versa.Amusement device according to claim 1, characterized in that the gondola comprises at least two elongated carriers, each of which is provided on one side facing away from the main axis with seat shells hanging from the carriers 10, the carriers being movable from a first position in which the carriers are located parallel to a second position in which the carriers enclose an obtuse angle with each other and vice versa. 3. Amusementsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in de eerste stand de dragers dwars op de mast zijn gericht.Amusement device according to claim 2, characterized in that in the first position the carriers are oriented transverse to the mast. 4. Amusementsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de amusementsinrichting is voorzien van een instapplateau dat ten minste gedeeltelijk ten opzichte van de hoofdas verplaatsbaar is in een van de hoofdas afgekeerde richting.Amusement device according to one of the preceding claims, characterized in that the entertainment device is provided with an entrance platform which is movable at least partly relative to the main axis in a direction away from the main axis. 5. Amusementsinrichting volgens conclusie 4 met het 20 kenmerk, dat het instapplateau twee scharnierbare vloerdelen omvat die zich bij de eerste stand evenwijdig uitstrekkend aan de dragers en bij de tweede stand een stompe hoek met elkaar insluiten. 10 010 c.Amusement device according to claim 4, characterized in that the boarding platform comprises two hinged floor parts which in the first position extend parallel to the carriers and in the second position enclose an obtuse angle with each other. 10 010 c.