NL1001406C2 - Gootsysteem. - Google Patents

Description

Doss. 95 5412 NL

Korte Titel: Gootsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het opvangen van het overtollige water van de hoeveelheid water dat wordt toegevoerd aan een bepaalde oppervlakte of gebied in een goot, welk gebied is bedekt met een het water niet 5 doorlatend vel waarop bijvoorbeeld rijen potplanten kunnen worden of zijn opgesteld.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een systeem voor het draineren of 10 afwateren van een bepaalde oppervlakte of gebied, waarbij het gebied is bedekt met een waterdicht vel waarop met een vloeistof te bevloeien gewassen bijvoorbeeld rijen potplanten zijn of kunnen worden opgesteld, waarbij de vloeistof na het bevloeien weer wordt opgevangen in een goot.

15

In de tuinbouw, op kwekerijen, in de landbouw, enz. worden planten groot gebracht met behulp van voedingsstoffen die met behulp van water door de planten kunnen worden opgenomen uit de grond. Aan deze meestal in mono-culturen ge-20 kweekte planten worden veelvuldig allerlei stoffen aan het water en aan de grond toegevoerd, zoals voedingsstoffen en meer speciaal groeistoffen, bestrijdingsmiddelen tegen bepaalde parasieten of onkruiden enz.. Deze aan de planten toegevoerde stoffen, te weten voedingsstoffen, bestrij-25 dingsmiddelen, groeistoffen enz. worden voor een gedeelte opgenomen door de planten. Alle stoffen die niet opgenomen worden komen in de bodem terecht. Nu men zich echter steeds meer bewust wordt, dat deze stoffen het milieu belasten, dat wil zeggen, dat deze stoffen doordat ze in de bodem 30 terecht komen allerlei effecten vertonen die ongewenst zijn. Bijvoorbeeld andere planten zullen deze stoffen opnemen welke stoffen dan ongewenste effecten op hun groei zullen vertonen zoals dat zij sterk in hun groei belemmerd worden of in tegenstelling juist geactiveerd in hun groei.

35 Om de toevloed van ongewenste stoffen tegen te gaan wordt er steeds meer geprobeerd systemen te ontwikkelen, waardoor 'i i? i ί 4 u 6 ,

2 Doss. 95 5412 NL

voorkomen kan worden dat deze stoffen in de bodem terecht komen.

Uit de Europese octrooiaanvrage EP 0.072.559 is een systeem 5 bekend, waarbij een stuk land is bedekt met een vel van bijvoorbeeld kunststof, waarbij het vel nabij de rand zodanig is gevormd, dat deze als goot dienst doet. Het overtollige water dat aan het gebied dat door het vel wordt bedekt wordt toegevoerd wordt vervolgens naar de goot 10 af gevoerd en hierin opgevangen. Het doel van het in deze Europese octrooiaanvrage beschreven systeem is om een gebied zo vochtig mogelijk te houden door het gebied steeds vochtig te maken, waarbij echter zo weinig mogelijk water dient te toegepast. Dit gebeurd door het water dat in de 15 bodem naar beneden zakt op te vangen en vervolgens het opgevangen water weer terug te voeren naar het gebied boven het vel. Het doel van dit systeem is dus om het gebied continue vochtig te houden met een zo klein mogelijk waterverbruik. Omdat echter de goot is gevormd van de folie 20 zelf, is het zeer moeilijk om dit systeem toe te passen in de tuin- of landbouw, daar het niet mogelijk is om een goot zodanig over meerdere honderden meters te vormen, dat aan het eind van de goot dus over vele honderden meters de goot het water goed afvoert. Het is niet mogelijk om een goot 25 uit een vel kunststof te vormen waarbij steeds met een klein verval over vele honderden meters de goot naar een bepaald punt loopt. In dit bekende systeem is het ook niet van belang om alle vloeistof op te vangen, maar om zoveel mogelijk vloeistof op te vangen om economisch te kunnen 30 werken.

Uit de PCT/NL92/00046 octrooiaanvrage WO 93/18239 is een systeem bekend waarbij voorgevormde gootdelen nabij de rand van het gebied dat bedekt is met folie, worden geplaatst en 3 5 de rand van het aangrenzende folie met behulp van hulpmiddelen zoals klem- of kleef middelen aan de rand van de gootdelen wordt bevestigd. Hierbij is de goot zodanig gevormd dat in dwarsdoorsnede de goot cirkelvormig of rechthoekig is, waarbij de naar boven gerichte zijde voorzien is van 1001406.

3 Doss. 95 5412 NL

openingen.

Dit bekende systeem heeft als nadeel dat de rand van de folie goed dient te worden gehecht aan de goot, daar indien 5 de rand van het folie alleen met klemmiddelen aan de goot-rand wordt bevestigd, dan kan het water alsnog wegvloeien in de bodem onder het waterdichte vel. Het bevestigen van de rand van de folie met behulp van kleefmiddelen is ook zeer tijdrovend en niet gemakkelijk indien de gootdelen 10 reeds in de bodem zijn geplaatst. Een ander nadeel is dat de goot, die uit een opengesneden buisstuk bestaat, slap is en gemakkelijk vervormbaar. Om toch voldoende stevigheid aan de goot te geven opdat de goot tegendruk kan bieden tegen de gronddruk van de omliggende aarde, is de goot 15 voorzien van brugstukken, die op enkele plaatsen de uiteinden van de C-vormige dwarsdoorsnede van de gootdelen uiteenhouden. Ter plaatse van deze bruggen kan de folie zeer slecht waterdicht met de goot worden verbonden. De gootdelen zijn in dit bekende systeem onderling verbonden met 20 behulp van moffen.

Het doel van de vinding is een systeem, dat snel en op eenvoudige wijze is samen te stellen en waarbij al het overtollige water dat aan een gebied wordt toegevoerd wordt 25 opgevangen en teruggevoerd naar een verzamelplaats. Hierdoor is het mogelijk om alle teruggewonnen water met de daar in opgeloste stoffen bijvoorbeeld weer op nieuw te gebruiken of indien gewenst kan uit het water alle ongewenste stoffen worden afgescheiden of te doen afbreken tot 30 stoffen die ongevaarlijk voor het milieu zijn en welk systeem dus niet de nadelen van de bekende systemen vertoont. Een ander doel van de uitvinding is een werkwijze om een bepaald oppervlak van een stuk land of gebied te voorzien van een systeem, waardoor al het overtollige water dat 35 boven dat bepaalde oppervlak wordt toegevoerd kan worden opgevangen.

Dit doel van de vinding wordt bereikt met een volgens de in de aanhef beschreven systeem, doordat de goot bestaat uit 1001406.

4 Doss. 95 5412 NL

meerdere bovenste en meerdere onderste gootdelen, waarbij elk gootdeel bestaat uit een in doorsnede C-vormig buisdeel van een bepaalde diameter, welk in de lengte is voorzien van een langsopening, welke langsopening aan beide zijden 5 wordt begrensd door een rand evenwijdig aan de langsas van het buisdeel, waarbij de ene hoge onderste gootdelen een hoogte hebben die groter is dan de straal van het buisdeel en de andere lage bovenste gootdelen een hoogte hebben die kleiner is dan de straal van het buisdeel en dat tussen de 10 onderste en bovenste gootdelen het water niet doorlatende vel is geplaatst. Met dit systeem volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze een stuk land geheel waterdicht worden bedekt met een vel waterdicht folie en goten, welk systeem ook weer op eenvoudige wijze kan worden verplaatst naar een 15 andere lokatie indien gewenst. Met deze maatregelen wordt bereikt dat op elke gewenste plaats in het waterdichte vel op zeer eenvoudige wijze een goot gevormd kan worden zonder dat het vel daar plaatselijk dient te worden onderbroken. Ook behoeven de gootdelen nergens met behulp van kleefmid-20 delen of extra voorzieningen aan elkaar of aan de folie worden bevestigd. Ook zal nergens lek op kunnen treden, daar het vel in zijn geheel door de goot loopt. Het vel is op deze wijze over de gehele lengte van de goot lekdicht verbonden met de goot. Doordat de goot bestaat uit een 25 dubbel buisdeel is de wand van de goot stijf en zal er nauwelijks torsie van de goot optreden. Ook kan het voldoende weerstand bieden tegen de gronddruk, waardoor wordt voorkomen dat de goot door de gronddruk wordt vervormd en in principe zijn er dus geen extra hulpstukken zoals brug-30 stukken nodig. Door de bovenste en onderste gootdelen ten opzichte van elkaar te verplaatsen zodat de lassen van de bovenste gootdelen niet samenvallen met de lassen van de onderste gootdelen behoeven de gootdelen ook niet aan elkaar gelast te worden of op een andere wijze aan elkaar 35 worden bevestigd. Het gehele systeem kan dus na gebruik gemakkelijk uit elkaar worden gehaald en verplaatst worden naar een ander stuk terrein dat er vervolgens mee kan worden bedekt; het is dus zeer goed mogelijk om het systeem ergens tijdelijk toe te passen; ook kunnen gemakkelijk 1001406.

5 Doss. 95 5412 NL

bepaalde reparaties te worden uitgevoerd. Alle onderdelen van het systeem zijn öp deze wijze weer her te gebruiken.

In een voorkeursuitvoering zijn de beide gootdelen vervaar-5 digd uit een cilindervormig buisstuk dat in de lengte op twee plaatsen is doorgesneden. Hierdoor kunnen bestaande pijpen worden toegepast en kan een dergelijke goot op zeer economische wijze worden vervaardigd. De beide gootdelen zullen bovendien precies dezelfde straal hebben, waardoor 10 het binnenste gootdeel goed in het onderste gootdeel zal passen, zodat het waterdichte vel goed tussen de beide gootdelen geklemd komt te zitten

Om het waterdichte vel te beschermen tegen de scherpe rand 15 van het buitenste gootdeel, is de rand van dat gootdeel bij voorkeur voorzien van een afdekrand. Deze afdekrand bestaat bij voorkeur uit een buisvormig deel van kleine diameter welke een maal in de lengte is doorgesneden. Een dergelijke afdekrand is eenvoudig en goedkoop te vervaardigen, bij-20 voorbeeld doordat de afdekrand bestaat uit een buisvormig deel van kleine diameter welke een maal in de lengte is doorgesneden, terwijl de rand waar het vel overheen wordt geleid afgerond is. Bovendien zal de buisvormige afdekrand zorgen dat de bovenste gootdelen die in de onderste gootde-25 len zijn geplaatst goed klemmend in de onderste gootdelen zullen worden opgenomen. Verder doen de afdekranden ook dienst om twee opvolgende onderste gootdelen met elkaar te kunnen verbinden; de beide opvolgende gootdelen kunnen met behulp van de afdekranden aan beide zijden waar de gootde-30 len aan elkaar grenzen, aan elkaar worden bevestigd

Bij voorkeur komt het verschil in hoogte van het ene buis-deel ten opzichte van het andere buisdeel ongeveer overeen met de diameter van de buisvormige afdekrand, zodat de 35 verschillende onderdelen goed passend zijn en de onderste en bovenste gootdelen precies in elkaar passen.

Bij een verdere voorkeursuitvoering zijn het grootste en het kleinste gootdeel beide opgebouwd uit in eikaars ver- 1001406

6 Doss. 95 5412 NL

lengde liggende, in dwarsdoorsnede in hoofdzaak C-vormige delen, waarbij de uiteinden van de delen van het grootste gootdeel en de uiteinden van de delen die het kleinste gootdeel vormen, niet boven elkaar liggen. Hierdoor hoeven 5 geen moffen te worden gebruikt om de verschillende in eikaars verlengde liggende delen aan elkaar te bevestigen. Ook kan er eventueel een opening tussen de gootdelen blijven waardoor het mogelijk is dat bij grote temperatuurswisselingen de goot vrij kan uitzetten.

10

Het doel van de uitvinding wordt tevens bereikt met een werkwijze, doordat eerst dat bepaalde oppervlak wordt gevlakt en indien gewenst gevlakt onder een bepaalde helling, zodat water gemakkelijk in een bepaalde gewenste richting 15 wegvloeit, dat vervolgens het bepaalde oppervlak van geulen onder het gewenste verval voorzien wordt, daar waar een goot voor de afwatering dient te worden aangebracht, vervolgens worden in de geulen, tegen elkaar aansluitend geplaatst, gelijkvormige hoge onderste gootdelen, welke 20 onderste gootdelen bestaan uit een C-vormig buisdeel welke in de lengte is voorzien van een langsopening, welke lang-sopening aan beide zijden wordt begrensd door een rand evenwijdig aan de langsas van het buisdeel en waarbij elk onderste gootdeel een hoogte heeft die groter is dan de 25 straal van het buisdeel dat daarna de onderste gootdelen en de omgeving van de aldus gevormde goot van onderste gootdelen bedekt met een het water niet doorlatend folie en vervolgens wordt in de door het folie bedekte onderste hoge gootdelen tweede lage bovenste gootdelen geplaatst, welke 30 bovenste gootdelen bestaan uit een C-vormig buisdeel welke ongeveer dezelfde diameter heeft als de onderste C-vormige gootdelen en welke bovenste gootdelen in de lengte zijn voorzien van een langsopening, welke langsopening aan beide zijden wordt begrensd door een rand evenwijdig aan de 35 langsas van het buisdeel en waarbij elk laag onderste gootdeel een hoogte heeft die kleiner is dan de straal van het buisdeel. Met deze werkwijze kan hierdoor op snelle en eenvoudige wijze met behulp van makkelijk te verkrijgen uitgangsmaterialen een stevige en moeilijk vervormbare 10 014 06.'

7 Doss. 95 5412 NL

afvoergoot worden verkregen waarbij het waterdichte vel op stevige wijze is verbonden met de goot.

De vinding zal nader worden verklaard aan de hand van de 5 tekening. Hierin toont:

Figuur 1: Vooraanzicht van een systeem volgens de uit vinding ;

Figuur 2: Detail van een andere mogelijke uitvoering 10 van een systeem volgens de uitvinding;

Figuur 3 a, b,c; d:

Verschillende stappen voor het vervaardigen van een systeem volgens de uitvinding;

Figuur 4: In perspectief systeem volgens de uitvinding.

15 Figuur 5: in aanzicht een verbinding van twee onderste gootdelen met klemrand en bovenste gootdelen.

Figuur 1 toont een systeem 1 voor het opvangen van water of draineren van water voor het bevloeien van in houders of 20 potten geplaatste gewassen 2. De potten met de gewassen 2 zijn geplaatst op twee enigszins hellende oppervlakken 3, dat is afgedekt met een waterdicht folie of vel 4. Beide oppervlakken 3 lopen schuin af in de richting van een goot 5, waarin de vloeistof 6 wordt opgevangen en afgevoerd. De 25 goot 5 is opgebouwd uit twee C-vormige gootdelen, namelijk een buitenste onderste gootdeel 7 en een binnenste of bovenste gootdeel 8, die beide met de open zijde naar boven toe gericht zijn geplaatst. Het buitenste gootdeel 7 is hoger dan de straal van de cirkelvormige dwarsdoorsnede, 30 terwijl het binnenste gootdeel 8 iets kleiner is dan de straal van de dwarsdoorsnede. Het vel 4 loopt door van het ene oppervlak 3 tussen het binnenste gootdeel 8 en het buitenste gootdeel 7 door, naar het andere oppervlak 3, waarbij het tussen het binnenste gootdeel 8 en het buiten-35 ste gootdeel 7 is vastgeklemd. De randen van de goot 5 zijn afgedekt met een afdekrand 9, die in dit voorbeeld bestaat uit een buisstuk dat voorzien is van een sleuf 10 die in de lengterichting van het buisstuk 9 loopt. Het vel 4 is over de afdekranden 9 heen geleid.

1001406.

8 Doss. 95 5412 NL

Figuur 2 toont een andere mogelijke uitvoering van het systeem volgens de uitvinding, waarbij de rand 11 van het vel 4 tussen de beide gootdelen 7, 8 is geklemd. De folie loopt hier niet door van de ene zijde van de goot naar de 5 andere zijde maar stopt op een afstand van de afdekrand 9. Ook een dergelijke verbinding kan waterdicht worden aangebracht zonder dat er kleefmiddelen aan te pas behoeven te komen. Slechts dient er rekening mee te worden gehouden, dat alle aansluitingen van de verschillende gootdelen en 10 afdekranden niet op dezelfde plaats worden gemaakt.

Figuren 3 a, b, c en d tonen achtereenvolgens de verschillende stappen voor het opbouwen van een systeem volgens de uitvinding. Eerst wordt voorzien in een buisstuk 12. Zoals 15 in figuur 3b is weergegeven wordt het buisstuk 12 op twee plaatsen 13 in de lengterichting doorgesneden, waarbij de plaatsen 13 en de lengte-as van het buisstuk niet in één vlak liggen. Hierdoor ontstaan er een kleiner C-vormig buisdeel 15 dat het kleinere bovenste gootdeel 8 zal vor-20 men, en een groter C-vormig buisdeel 16, dat het grotere onderste gootdeel 7 zal vormen. Het grotere buisdeel 16 wordt op de gewenste plaats van het bevloeïngsgebied geplaatst waarbij deze onder een gewenste verval in de lengterichting in een geul wordt geplaatst om zo de opgevangen 25 vloeistof af te voeren. De oppervlak aan één zijde of aan beide zijden van de goot loopt bij voorkeur hellend af in de richting van de goot. Deze oppervlakken worden afgedekt met een waterdicht vel 4. Zoals is weergegeven in figuur 3 c, wordt vervolgens een vel waterdichte folie 17 in het 30 grotere gootdeel 7 geplaatst, meestal nadat de beide overstaande rand en van de onderste gootdelen 7 zijn voorzien van een afdekrand. Vervolgens wordt het kleinere gootdeel 8 op het vel 17 in het grotere gootdeel 7 geplaatst. Doordat de gootdelen 7 en 8 uit hetzelfde buisstuk 12 zijn vervaar-35 digd, hebben ze dezelfde straal en zal daardoor het kleinere gootdeel 8 stevig klemmen in het grotere gootdeel 7. Vervolgens kunnen ook nadat de beide gootdelen in elkaar zijn geplaatst de afdekranden 9 worden aangebracht over de randen van de grotere onderste gootdelen 7. Daarna wordt de 10 014 0 6.'

9 Doss. 95 5412 NL

naar buiten stekende delen van het vel 17 over de afdekran-den 9 heen geleid en verbonden met bijvoorbeeld een lasver-binding of een lijmverbinding aan het vel 4, zodat het gehele oppervlak 3 waterdicht afgedekt is.

5

Figuur 4 en figuur 5 tonen nog mogelijke verbindingen van de gootdelen in perspectief. In figuur 4 zijn twee onderste gootdelen 7 in eikaars verlengde tegen elkaar geplaatst en afgedekt door een afdekrand die doorloopt daar waar de twee 10 gootdelen tegen elkaar aan komen. Figuur 5 toont deels in dwarsdoorsnede een onderste buis 7 en een bovenste buis 8 met er tussen geklemd het vel 4. De rand van het onderste gootdeel 7 is afgedekt met een in de lengte doorgesneden buis 9. Het vel 4 is deels getekend.

1001406.

Claims (12)

10 Doss. 95 5412 NL

1. Systeem voor het opvangen van het overtollige water van de hoeveelheid water die wordt toegevoerd aan een bepaalde oppervlakte of gebied in een goot, welk gebied is bedekt met een het water niet doorlatend vel waarop bij- 5 voorbeeld rijen potplanten kunnen worden of zijn opgesteld, met het kenmerk, dat de goot bestaat uit meerdere bovenste en meerdere onderste gootdelen, waarbij elk goot-deel bestaat uit een in doorsnede C-vormig buisdeel van een bepaalde diameter, welk in de lengte is voorzien van een 10 langsopening, welke langsopening aan beide zijden wordt begrensd door een rand evenwijdig aan de langsas van het buisdeel, waarbij de ene hoge onderste gootdelen een hoogte hebben die groter is dan de straal van het buisdeel en de andere lage bovenste gootdelen een hoogte hebben die klei-15 ner is dan de straal van het buisdeel en dat tussen de onderste en bovenste gootdelen het water niet doorlatende vel is geplaatst.

2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat de beide gootdelen bestaan uit de twee complementaire delen van een cilindervormig buisstuk welk buisstuk in de lengte op twee plaatsen evenwijdig aan de lengteas is doorgesneden.

3. Systeem volgens een van de conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de rand van de onderste gootdelen is voorzien van een afdekrand.

4. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, 30 dat de afdekrand bestaat uit een buisvormig deel van kleine diameter welke een maal in de lengte is doorgesneden.

5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verschil in hoogte van het ene buisdeel ten opzich- 35 te van het andere buisdeel ongeveer overeenkomt met de diameter van de buisvormige afdekrand. 1. f 1 l

11 Doss. 95 5412 NL

6. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke goot zodanig is opgebouwd uit in eikaars verlengde liggende onderste respectievelijk bovenste gootdelen, in dwarsdoorsnede in hoofdzaak C-vormi-5 ge delen, dat nabij de plaats waar twee uiteinden van onderste gootdelen aan elkaar grenzen nooit twee uiteinden van bovenste gootdelen aan elkaar grenzen en omgekeerd.

7. Werkwijze om een bepaald oppervlak van een stuk land 10 of gebied te voorzien van een systeem, waardoor al het overtollige water dat boven dat bepaalde oppervlak wordt toegevoerd kan worden opgevangen, met het kenmerk, dat eerst dat bepaalde oppervlak wordt gevlakt en indien gewenst gevlakt onder een bepaalde helling, zodat water 15 gemakkelijk in een bepaalde gewenste richting wegvloeit, dat vervolgens het bepaalde oppervlak van geulen onder het gewenste verval voorzien wordt, daar waar een goot voor de afwatering dient te worden aangebracht, vervolgens worden in de geulen, tegen elkaar aansluitend geplaatst, gelijk-20 vormige hoge onderste gootdelen, welke onderste gootdelen bestaan uit een C-vormig buisdeel welke in de lengte is voorzien van een langsopening, welke langsopening aan beide zijden wordt begrensd door een rand evenwijdig aan de langsas van het buisdeel en waarbij elk onderste gootdeel 25 een hoogte heeft die groter is dan de straal van het buisdeel dat daarna de onderste gootdelen en de omgeving van de aldus gevormde goot van onderste gootdelen bedekt met een het water niet doorlatend folie en vervolgens wordt in de door het folie bedekte onderste hoge gootdelen tweede lage 30 bovenste gootdelen geplaatst, welke bovenste gootdelen bestaan uit een C-vormig buisdeel welke ongeveer dezelfde diameter heeft als de onderste C-vormige gootdelen en welke bovenste gootdelen in de lengte zijn voorzien van een langsopening, welke langsopening aan beide zijden wordt 35 begrensd door een rand evenwijdig aan de langsas van het buisdeel en waarbij elk laag onderste gootdeel een hoogte heeft die kleiner is dan de straal van het buisdeel.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van gootdelen voor 10 01 4 0 6.'

12 Doss. 95 5412 NL het toepassen bij een van de systemen volgens een van de voorgaande conclusies of bij een van de voorgaande werkwijzen, met het kenmerk, dat een bijvoorbeeld uit kunststof vervaardigde buisdeel op twee plaatsen in de 5 lengte evenwijdig aan de langsas bijvoorbeeld wordt doorgesneden of gezaagd, zodanig dat het ene deel een hoogte heeft die groter is dan de straal van de buis en aldus een onderste gootdeel vormt en het andere complementaire deel het andere gootdeel of bovenste gootdeel vormt. 10

1. P 1 4 0 6 .