NL1001139C2 - Device for setting a Bowden cable and fixative. - Google Patents

Device for setting a Bowden cable and fixative. Download PDF

Info

Publication number
NL1001139C2
NL1001139C2 NL1001139A NL1001139A NL1001139C2 NL 1001139 C2 NL1001139 C2 NL 1001139C2 NL 1001139 A NL1001139 A NL 1001139A NL 1001139 A NL1001139 A NL 1001139A NL 1001139 C2 NL1001139 C2 NL 1001139C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
bowden cable
fixing
wire structure
elongated body
Prior art date
Application number
NL1001139A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Bernardus Johannes Mari Heuvel
Original Assignee
Bernardus Johannes Maria Olde
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bernardus Johannes Maria Olde filed Critical Bernardus Johannes Maria Olde
Priority to NL1001139A priority Critical patent/NL1001139C2/en
Priority to EP96930445A priority patent/EP0847503A1/en
Priority to PCT/NL1996/000348 priority patent/WO1997009538A1/en
Priority to AU69473/96A priority patent/AU6947396A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001139C2 publication Critical patent/NL1001139C2/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C1/00Flexible shafts; Mechanical means for transmitting movement in a flexible sheathing
    • F16C1/26Construction of guiding-sheathings or guiding-tubes
    • F16C1/262End fittings; Attachment thereof to the sheathing or tube
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/10Telescoping systems
    • F16B7/14Telescoping systems locking in intermediate non-discrete positions
    • F16B7/1481Telescoping systems locking in intermediate non-discrete positions with a gripping helical spring
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16CSHAFTS; FLEXIBLE SHAFTS; ELEMENTS OR CRANKSHAFT MECHANISMS; ROTARY BODIES OTHER THAN GEARING ELEMENTS; BEARINGS
    • F16C1/00Flexible shafts; Mechanical means for transmitting movement in a flexible sheathing
    • F16C1/10Means for transmitting linear movement in a flexible sheathing, e.g. "Bowden-mechanisms"
    • F16C1/22Adjusting; Compensating length
    • F16C1/226Adjusting; Compensating length by adjusting the effective length of the sheathing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Flexible Shafts (AREA)
  • Mechanical Control Devices (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET INSTELLEN VAN EEN BOWDEN KABEL ENDEVICE FOR ADJUSTING A BOWDEN CABLE AND

FIXATIEMIDDELFIXING AGENT

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een ruststand instellen van de onderlinge positie van een binnen- en buitenkabel van een Bowden kabel.The invention relates to a device for setting the mutual position of an inner and outer cable of a Bowden cable in a rest position.

Een Bowden kabel wordt doorgaans gebruikt voor het op 5 afstand bedienen van een mechanisch element. Voorbeelden hiervan zijn de bediening van een fietsrem, de bediening van een fietsversnelling, de bediening van een handrem in een auto en de bediening van de koppelingsplaten in een auto. Een probleem bij het gebruik van een Bowden kabel is dat door 10 slijtage van een deel van het te bedienen mechanisch element (bijvoorbeeld slijtage van remblok of koppelingsplaat) de positie van een bedieningsorgaan, zoals bijvoorbeeld een hendel afhankelijk wordt van deze slijtage. Een andere mogelijkheid is dat de binnen- of de buitenkabel een lengtewijziging ondergaat, 15 hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan uitrekking van de binnenkabel. Ook dan zal de positie van het bedieningsorgaan wijzigen afhankelijk van deze lengtetransformatie. Deze positie-afhankelijkheid van het bedieningsorgaan is evenwel ongewenst omdat dit bij bediening van het bedieningsorgaan 20 noopt tot het "zoeken” van de gewenste stand van het te bedienen orgaan door heen en weer bewegen van het bedieningsorgaan. Hierbij dient gedacht te worden aan de instelling van een derailleur versnelling op een racefiets in de jaren zeventig.A Bowden cable is usually used for remote control of a mechanical element. Examples include the operation of a bicycle brake, the operation of a bicycle gear, the operation of a parking brake in a car and the operation of the clutch plates in a car. A problem with the use of a Bowden cable is that due to wear of a part of the mechanical element to be operated (eg wear of brake pad or clutch plate) the position of an operating member, such as for instance a lever, becomes dependent on this wear. Another possibility is that the inner or outer cable undergoes a length change, such as stretching of the inner cable. Also then the position of the operating member will change depending on this length transformation. This position dependence of the operating member is, however, undesirable because, when operating the operating member 20, this necessitates the "search" of the desired position of the member to be operated by reciprocating the operating member. of a derailleur gear on a road bike in the seventies.

25 Het bedieningsgemak wordt aanzienlijk vergroot wanneer het bedieningsorgaan vaste posities kent voor de verschillende gebruiksposities van het te bedienen orgaan. Een voorbeeld hiervan is de indrukking tegen een aanslag van een koppelingspedaal voor ontkoppeling en het op laten komen van 30 het koppelingspedaal tot een eindpositie voor een gekoppelde stand. Een ander voorbeeld is de bedieningshendel van een 1001 139 2 derailleur van een moderne racefiets die in plaats van een continue instelmogelijkheid slechts een discreet aantal standen kent. Het moge duidelijk zijn dat wanneer het bedieningsorgaan discrete standen kent dit kan leiden tot variatie in de stand 5 van het te bedienen orgaan wanneer hiervoor geen correctie plaatsvindt. Een bekende afstelmogelijkheid van een Bowden kabel wordt gevormd door een stelwiel zoals dat wordt opgenomen in bepaalde handremmen van fietsen. Een dergelijk stelwiel vraagt om een handmatige afstelling van de Bowden kabel. Een 10 dergelijk stelwiel heeft echter weer als nadeel dat dit de nodige discipline van de gebruiker ervan vraagt en tevens enig technisch inzicht behoeft. Ook bij bijvoorbeeld de koppelingsplaten van een auto is het mogelijk slijtage van de koppelingsplaten weg te nemen door variatie in 15 bevestigingspunten van de Bowden kabel. Een dergelijke bijstelling vindt doorgaans in de garage plaats, hetgeen tussen twee door een garage verrichten onderhoudsbeurten kan leiden tot bijvoorbeeld een beperkte vrije slag in een koppelingspedaal.The ease of operation is considerably increased when the operating member has fixed positions for the different positions of use of the member to be operated. An example of this is the depression against a stop of a clutch pedal for decoupling and the release of the clutch pedal to an end position for a coupled position. Another example is the operating lever of a 1001 139 2 derailleur of a modern road bike, which has a discreet number of positions instead of a continuous adjustment option. It will be clear that if the operating member has discrete positions, this can lead to variation in the position of the member to be operated if no correction is made for this. A known adjustment possibility of a Bowden cable is formed by an adjusting wheel as included in certain bicycle hand brakes. Such an adjustment wheel requires a manual adjustment of the Bowden cable. However, such a control wheel has the drawback that it requires the necessary discipline from the user and also requires some technical insight. Also with, for example, the clutch plates of a car, it is possible to remove wear of the clutch plates by variation in 15 attachment points of the Bowden cable. Such an adjustment usually takes place in the garage, which can lead to, for example, a limited free play in a clutch pedal between two maintenance operations carried out by a garage.

20 De onderhavige uitvinding heeft tot doel een inrichting te verschaffen voor het instellen van de onderlinge positie van een binnen- en een buitenkabel van een tussen een ruststand en tenminste één werkstand bedienbare Bowden kabel zodra er variaties optreden ten aanzien van één of meerdere 25 aangrijppunten van de Bowden kabel, of er een lengtewijziging van tenminste één van de kabels is opgetreden. De inrichting dient bij voorkeur zodanig te functioneren dat variaties in het systeem automatisch worden gecompenseerd.The object of the present invention is to provide a device for adjusting the mutual position of an inner and an outer cable of a Bowden cable that can be operated between a rest position and at least one working position as soon as variations occur with regard to one or more points of application of the Bowden cable, or a length change of at least one of the cables has occurred. The device should preferably function in such a way that variations in the system are automatically compensated for.

De uitvinding verschaft daartoe een inrichting 30 omvattende: - een aan de binnenkabel bevestigd afsteunelement, bevestigd op een positie waar de binnenkabel niet is omgeven door de buitenkabel, welk afsteunelement tenminste in van de buitenkabel afgerichte langsrichting verplaatsbaar is ten 35 opzichte van de binnenkabel, - een voorspanelement opgenomen tussen het afsteunelement en de buitenkabel, voor het opwekken van een het afsteunelement en de buitenkabel uiteendrukkende voorspanning, 100 1 Hg 3 - een gestel voor het bevestigen van de Bowden kabel, de bedieningsmiddelen van de Bowden kabel en de door de Bowden kabel te bedienen middelen, welk gestel is voorzien van een aanslag voor samenwerking met het afsteunelement in de 5 ruststand van de Bowden kabel, en - fixatiemiddelen voor het in een werkstand van de Bowden kabel fixeren van de buitenkabel of de binnenkabel ten opzichte een aangrijppunt van de Bowden kabel.The invention provides for this purpose a device 30 comprising: - a support element attached to the inner cable, fixed at a position where the inner cable is not surrounded by the outer cable, which support element is movable at least in the longitudinal direction away from the outer cable, relative to the inner cable, - a biasing element included between the supporting element and the outer casing, for generating a bias decomposing the supporting element and the outer casing, 100 1 Hg 3 - a frame for attaching the Bowden cable, the Bowden cable operating means and the Bowden cable means to be operated, which frame is provided with a stop for cooperation with the support element in the rest position of the Bowden cable, and - fixing means for fixing the outer cable or the inner cable in a working position of the Bowden cable with respect to an engagement point of the Bowden cable.

Doordat het afsteunelement tegen de aanslag van het 10 gestel zal aanliggen ontstaat er bij variaties in het systeem nabij het afsteunelement bewegingsvrijheid tussen de binnen- en de buitenkabel. Indien het voorspanelement voldoende krachtig is kan dit daardoor uitzetten. De nieuwe door het voorspanelement ingenomen positie kan nu worden geborgd door de 15 fixatiemiddelen.Because the support element will abut against the stop of the frame, variations in the system near the support element create freedom of movement between the inner and the outer cable. If the biasing element is sufficiently powerful, this can expand. The new position occupied by the biasing element can now be secured by the fixation means.

In de voorkeursuitvoering worden de fixatiemiddelen gevormd door een van een vertanding voorzien element, welk element vast is verbonden met de buitenkabel, en tenminste één in de tanden grijpbare pal, welke pal is verbonden met het 20 gestel. De pal staat bij voorkeur onder een naar het vertande element gerichte voorspanning. Tevens omvat de vertanding in een voorkeursuitvoering een naar één zijde gerichte oploopvlakken. Door middel van deze maatregelen ontstaat er een bewegingsvrijheid in één richting, waardoor lengtevariaties van 25 het voorspanelement kunnen worden vastgehouden.In the preferred embodiment, the fixing means are formed by a toothed element, which element is fixedly connected to the outer cable, and at least one ratchet engageable ratchet, which ratchet is connected to the frame. The pawl is preferably under a bias directed towards the toothed element. In a preferred embodiment, the toothing also comprises a ramp faces directed to one side. By means of these measures a freedom of movement is created in one direction, whereby length variations of the biasing element can be retained.

In een andere voorkeursuitvoering is de pal door middel van ontkoppelmiddelen uit de vertanding lichtbaar. Door de eenzijdige compensatierichting van de fixatiemiddelen is de maximale compensatiemogelijkheid beperkt. Het is denkbaar, dat 30 na langdurig gebruik van de Bowden kabel handmatig aan de zijde van het bedieningsorgaan of het te bedienen orgaan een relatief grote compensatie uitgevoerd wordt. Het fixatie-element kan dan in de ideale situatie weer vanuit de uitgangspositie gaan functioneren. Daartoe is het evenwel noodzakelijk dat de naar 35 één zijde over de vertanding verplaatste pal weer aan het begin van de vertanding wordt geplaatst. Dit is slechts mogelijk wanneer de pal gelost kan worden ten opzichte van de vertanding. Een ander voorbeeld van een situatie waarin dit gewenst kan zijn is bijvoorbeeld bij het verwisselen van 100 1 139 4 remblokken. De fixatiemiddelen hebben de lengtewijziging van de afgesleten remblokken gecompenseerd, maar dienen weer in de nulstand geplaatst te worden wanneer de nieuwe remblokken dezelfde afmeting hebben als de afgesleten remblokken van 5 origine hadden. Nog een andere situatie waarin het lossen van de pal is gewenst, is bij montage van de Bowden kabel met de inrichting overeenkomstig de uitvinding. Het lossen van de pal kan handmatig plaatsvinden door middel van een handmatig bedienbaar orgaan of door een in de inrichting opgenomen 10 aanslag (bijvoorbeeld opgenomen in het bedieningsorgaan). Een dergelijke variant is bijvoorbeeld zinvol bij het bedienen van een handrem van een auto die vast kan blijven hangen in een werkstand, hetgeen mogelijk is bij vastvriezen.In another preferred embodiment, the pawl is lightable from the toothing by means of uncoupling means. Due to the one-sided compensation direction of the fixation means, the maximum compensation option is limited. It is conceivable that after long-term use of the Bowden cable a relatively large compensation is performed manually on the side of the operating member or the member to be operated. In the ideal situation, the fixation element can then function again from the starting position. For this, however, it is necessary that the pawl moved to one side over the toothing is placed again at the beginning of the toothing. This is only possible if the pawl can be released relative to the teeth. Another example of a situation in which this may be desirable is, for example, when changing 100 1 139 4 brake pads. The fixation means has compensated for the change in the length of the worn brake pads, but must be returned to the zero position when the new brake pads have the same size as the worn-out brake pads of 5 origin. Yet another situation in which release of the pawl is desired is when mounting the Bowden cable with the device according to the invention. The detachment of the pawl can take place manually by means of a manually operable member or by a stop incorporated in the device (for instance incorporated in the operating member). Such a variant is useful, for example, when operating a parking brake of a car which can get stuck in a working position, which is possible in case of freezing.

Een geheel andere voorkeursuitvoering betreft een 15 inrichting waarbij de positie van het afsteunelement op de binnenkabel instelbaar is. Indien bijvoorbeeld het afsteunelement in slechts één richting over de kabel verschuifbaar is door de specifieke vorm van het contactvlak tussen het afsteunelement en de binnenkabel wordt het mogelijk 20 de functie van het afsteunelement te combineren met die van de fixatiemiddelen. Lengtevariaties in het voorspanelement kunnen dan worden opgevangen door verplaatsing van het afsteunelement ten opzichte van de binnenkabel. Deze variant kan zeer zinvol zijn bij het regelen van de binnenkabel.A completely different preferred embodiment concerns a device in which the position of the support element on the inner cable is adjustable. For example, if the support element is slidable over the cable in only one direction due to the specific shape of the contact surface between the support element and the inner cable, it becomes possible to combine the function of the support element with that of the fixing means. Length variations in the biasing element can then be compensated for by displacing the supporting element relative to the inner cable. This variant can be very useful when controlling the inner cable.

25 Weer een andere voorkeursuitvoering van de inrichting wordt gekenmerkt doordat het voorspanelement wordt gevormd door een drukveer, welke drukveer tenminste voor een deel van de lengte evenwijdig aan de Bowden kabel is geplaatst. Indien een relatief grote compensatielengte van de inrichting wordt 30 gewenst is het van belang dat de door het voorspanelement geleverde voorspanning ondanks de lengtevariatie ervan binnen bepaalde grenzen blijft liggen. Dit kan worden gerealiseerd door het relatief lang uitvoeren van het voorspanelement. De veerconstante van een lange veer blijft immers over grote 35 verplaatstingslengten van die veer relatief constant. Een nadeel van een lang voorspanelement is dat de inrichting een relatief lange bouwlengte krijgt. Door middel van deze voorkeursuitvoering is het evenwel mogelijk het voorspanelement evenwijdig aan de Bowden kabel te laten verlopen. De veer kan 100 1 139 5 daarbij aan de buitenzijde van de buitenkabel worden geplaatst en tevens aan de buitenzijde afsteunt op de buitenkabel. In dit geval verdient het de voorkeur het voorspanelement te omgeven met een afschermende behuizing zoals flexibele mof. Het is ook 5 mogelijk de drukveer tussen de binnen- en buitenkabel te plaatsen, in welk geval de buitenkabel over een bepaalde lengte breder uitgevoerd zal dienen te zijn.Yet another preferred embodiment of the device is characterized in that the biasing element is formed by a compression spring, which compression spring is placed parallel to the Bowden cable for at least part of its length. If a relatively large compensation length of the device is desired, it is important that the bias supplied by the biasing element remains within certain limits despite its length variation. This can be achieved by making the biasing element relatively long. After all, the spring constant of a long spring remains relatively constant over large displacement lengths of that spring. A drawback of a long biasing element is that the device has a relatively long construction length. By means of this preferred embodiment, however, it is possible to let the biasing element run parallel to the Bowden cable. The spring can be placed 100 1 139 5 on the outside of the outer casing and also rests on the outer casing on the outer casing. In this case it is preferable to surround the biasing element with a shielding housing such as flexible sleeve. It is also possible to place the compression spring between the inner and outer cable, in which case the outer cable will have to be wider over a certain length.

De inrichting heeft voorts betrekking op een fixatie-element ter bevestiging aan de buitenzijde van een langwerpig 10 lichaam met een in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede.The device furthermore relates to a fixation element for mounting on the outside of an elongated body with a substantially constant cross section.

Dergelijke fixatie-elementen komen veelal voor in telescopische inrichtingen, of in inrichtingen waarin op een instelbare positie een object aan een langwerpig lichaam bevestigbaar dient te zijn.Such fixation elements often occur in telescopic devices, or in devices in which an object must be attachable to an elongated body at an adjustable position.

15 Veel gebruikte technische oplossingen voor zo'n fixatie-element worden gevormd door een stropconstructie waarbij door middel van verkleining van de dwarsdoorsnede van de strop een klemkracht kan worden uitgeoefend op het langwerpige lichaam. Een andere mogelijkheid bestaat uit in het 20 langwerpige lichaam aangebrachte uitsparingen die samenwerken met een in beweegbaar deel geplaatste pal. Nadeel van deze constructie is dat dit slechts leidt tot een discrete instelmogelijkheid.Commonly used technical solutions for such a fixation element are formed by a sling construction in which a clamping force can be exerted on the elongated body by reducing the cross-section of the sling. Another possibility consists of recesses arranged in the elongated body which cooperate with a detent placed in movable part. The disadvantage of this construction is that it only leads to a discrete adjustment option.

Nadeel van beide fixatie-elementen is dat voor het ontkoppelen 25 bij een onder druk staande verbinding een substantiële ontkoppelkracht nodig is. Dit kan hinderlijk zijn voor het gebruik van een dergelijk fixatie-element of kan het zelfs onmogelijk maken voor personen die deze kracht niet kunnen overwinnen het fixatie-element te ontkoppelen. De onderhavige 30 uitvinding verschaft een fixatie-element ter bevestiging aan de buitenzijde van een langwerpig lichaam met een in hoofdzaak constante dwarsdoorsnede, welk element wordt gevormd door een draadstructuur van tenminste één rond het langwerpige lichaam verlopende draad, waarbij aan één kopse zijde van de 35 draadstructuur het ten opzichte van het langwerpige lichaam te fixeren object is geplaatst, en aan de tegenoverliggende kopse zijde van de draadstructuur een drukelement is geplaatst voor het uitoefenen van een naar de draadstructuur gerichte kracht voor het opheffen van de fixerende werking van het klemelement.The disadvantage of both fixation elements is that a decoupling force is required for a decoupling in a pressurized connection. This may hinder the use of such a fixation element or may even make it impossible for persons who cannot overcome this force to disconnect the fixation element. The present invention provides a fixing element for fixing to the outside of an elongated body with a substantially constant cross section, which element is formed by a wire structure of at least one wire extending around the elongated body, with one end side of the wire structure, the object to be fixed relative to the elongated body is placed, and a pressure element is placed on the opposite end side of the wire structure for exerting a force directed towards the wire structure to cancel the fixing action of the clamping element.

100 1 139 6100 1 139 6

Een dergelijk fixatie-element verschaft een traploze blokkering in één of twee richtingen, waarbij door minimale drukuitoefening van een kopse zijde op de draadstructuur in axiale richting naar het midden van de draadstructuur gericht 5 reeds tot ontkoppeling leidt. Deze druk kan afhankelijk van de uitvoering zo licht zijn dat slechts aanraking van de kopse zijde of een daaraan bevestigd bedieningsorgaan van de draadstructuur tot ontkoppeling leidt.Such a fixation element provides a stepless blocking in one or two directions, whereby by minimal pressure exerted from an end side on the wire structure axially directed towards the center of the wire structure already leads to disconnection. Depending on the design, this pressure can be so light that only contact of the end face or an actuating member of the wire structure attached thereto leads to disconnection.

De toepassingsmogelijkheden voor een dergelijk 10 fixatie-element zijn schier onbeperkt; in de auto kan gedacht worden aan stoelen, handrem, motorkap, kofferdeksel, krik, ramen etc., in de bouw kan gedacht worden aan ramen, deuren, luiken, stutten, schermen, steigers etc., in de meubelbranche kan gedacht worden aan stoelen, tafels, bedden etc., in de 15 omgeving van het huis kan gedacht worden aan tuin- en schoonmaakgereedschappen, lampen, vlaggemasten, kinderwagens etc. Op het gebied van recreatie kan gedacht worden aan tentpalen, parapluies, parasols, statieven, ezels, standaards, stokken, sportattributen etc. Voorts kan gedacht worden aan 20 krukken, beugels, mobiele constructies zoals stands, podia, afscheidingen etc. Genoemde toepassingen vormen slechts voorbeelden en zijn zeker niet uitputtend. In een voorkeursuitvoering wordt de draadconstructuur door een vlechtwerk van meerdere rond een langwerpig lichaam verlopende 25 draden. Hierbij kan gedacht worden aan een draadstructuur zoals die ook als wapening in buizen of slangen wordt toegepast. Een dergelijk vlechtwerk is relatief goedkoop te vervaardigen en neemt zeer weinig plaats in beslag; het fixatie-element kan hierdoor zeer compact worden uitgevoerd.The application possibilities for such a fixation element are almost unlimited; in the car you can think of chairs, handbrake, hood, trunk lid, jack, windows etc., in construction you can think of windows, doors, hatches, struts, screens, scaffolding etc., in the furniture industry you can think of chairs , tables, beds etc., in the vicinity of the house you can think of garden and cleaning tools, lamps, flagpoles, prams, etc. In the field of recreation, you can think of tent poles, umbrellas, umbrellas, tripods, easels, stands. , poles, sports equipment, etc. Furthermore, think of 20 crutches, brackets, mobile constructions such as stands, podiums, partitions, etc. The applications mentioned are only examples and are certainly not exhaustive. In a preferred embodiment the wire structure is made by a braid of several wires running around an elongated body. This could include a wire structure such as that which is also used as reinforcement in pipes or hoses. Such a braid is relatively inexpensive to manufacture and takes up very little space; the fixation element can hereby be made very compact.

30 De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting en het fixatie-element overeenkomstig de uitvinding. Hierin toont: 35 fig. 1, een dwarsdoorsnede door een schematisch weergegeven instel-inrichting overeenkomstig de uitvinding, fig. 2, een dwarsdoorsnede door de instel-inrichting uit fig. 1 in produktierijpe variant, 100 1 139 7 fig. 3, een zij-aanzicht op een fixatie-element overeenkomstig de uitvinding, en fig. 4, een dwarsdoorsnede door een variant van de instelinrichting met fixatie-element zoals weergegeven in fig.The present invention will be further elucidated on the basis of the non-limitative exemplary embodiments of the device and the fixing element according to the invention shown in the following figures. Herein: Fig. 1 shows a cross-section through a schematically shown adjusting device according to the invention, Fig. 2 shows a cross-section through the adjusting device of Fig. 1 in production-ready variant, 100 1 139 7 Fig. 3, a side view of a fixation element according to the invention, and fig. 4, a cross section through a variant of the adjusting device with fixation element as shown in fig.

5 3.5 3.

De in fig. 1 weergegeven instelinrichting 1 voor het instellen van de onderlinge positie van een binnen- en buitenkabel 2,3 van een Bowden kabel 4 is weergegeven in een ruststand. Aan de binnenkabel 2 is een afsteunelement 5 10 bevestigd dat samenwerkt met een met een, niet weergegeven gestel, verbonden aanslag 6. In deze fig. is de aanslag 6 onder tussenkomst van een om de binnenkabel 2 lopende huls 7 verbonden met het gestel (bijvoorbeeld onder tussenkomst van bedieningmiddelen). De in deze figuur weergegeven 15 instelinrichting 1 bevindt zich in een ruststand aangezien het afsteunelement 5 tegen de aanslag 6 aanligt. In een werkstand zal het afsteunelement vrijkomen van de aanslag 6.The adjusting device 1 shown in Fig. 1 for adjusting the mutual position of an inner and outer cable 2,3 of a Bowden cable 4 is shown in a rest position. Attached to the inner cable 2 is a support element 5 which co-acts with a stop 6 connected to a frame, not shown. In this figure, the stop 6 is connected to the frame through a sleeve 7 surrounding the inner cable 2 (e.g. through the intervention of operating means). The adjusting device 1 shown in this figure is in a rest position since the supporting element 5 rests against the stop 6. In a working position, the support element will release from the stop 6.

Tussen het afsteunelement 5 en de buitenkabel 3 is een drukveer 8 opgenomen. Ten slotte toont de figuur tevens 20 fixatiemiddelen 9 die worden gevormd door een vertande deel van de buitenkabel 3 uitmakende huls 10 en daarmee samenwerkende pallen 11. De pallen 11 staan onder een naar de vertande huls 10 gerichte voorspanning en grijpen in de in de huls 10 aangebrachte vertanding waardoor voorkomen wordt dat de 25 vertande huls 10, en dus tevens de buitenkabel 3, naar de aanslag 6 bewogen wordt, aangezien een bedieningskracht F in deze figuur een relatieve kracht op de buitenkabel 3 zal uitoefenen ten opzichte van de binnenkabel 2 die gericht is evenwijdig aan de Bowden kabel 4 naar de aanslag 6. Slechts in 30 de weergegeven ruststand, wanneer het afsteunelement 5 aanligt tegen de aanslag 6, wordt de inrichting "herijkt". De drukveer 8 kan dan in het geval van toegenomen speling tussen de binnenkabel 2 en buitenkabel 3 de vertande huls 10 ten opzichte van de aanslag 6 verplaatsen. Na de verplaatsing zullen de 35 pallen 11 de vertande huls 10 in hun nieuwe positie borgen.A compression spring 8 is arranged between the support element 5 and the outer cable 3. Finally, the figure also shows fixation means 9 which are formed by a sleeve 10 forming a toothed part of the outer cable 3 and pawls 11 cooperating therewith. The pawls 11 are under a bias directed towards the toothed sleeve 10 and engage in the sleeve 10 applied toothing, which prevents the toothed sleeve 10, and thus also the outer cable 3, from being moved towards the stop 6, since an operating force F in this figure will exert a relative force on the outer cable 3 with respect to the inner cable 2 which is directed is parallel to the Bowden cable 4 to the stop 6. Only in the rest position shown, when the support element 5 rests against the stop 6, the device is "recalibrated". In the case of increased play between the inner cable 2 and outer cable 3, the compression spring 8 can then displace the toothed sleeve 10 relative to the stop 6. After the displacement, the pawls 11 will lock the toothed sleeve 10 in their new position.

Na montage van de instelinrichting 1 en na opnieuw instellen van de, niet weergegeven, aangrijppunten van de Bowden kabel 4 kan het wenselijk zijn de instelinrichting 1 in een uitgangsstand te plaatsen waarin de vertande huls 10 zich 100 1 139 8 zo dicht mogelijk bij de aanslag 6 bevindt. Daartoe is het noodzakelijk: dat de pallen 11 losneembaar zijn van de vertande huls 10. Dit is bijvoorbeeld realiseerbaar door het handmatig lossen van de pallen 11, maar dit kan ook op andere wijze 5 worden gerealiseerd zoals reeds eerder is beschreven.After mounting the adjusting device 1 and after resetting the gripping points of the Bowden cable 4, not shown, it may be desirable to place the adjusting device 1 in an initial position in which the toothed sleeve 10 is as close as possible to the stop. 6. To this end, it is necessary that the pawls 11 be detachable from the toothed sleeve 10. This can be realized, for example, by manually unloading the pawls 11, but this can also be realized in another manner as already described previously.

Figuur 2 toont een produktierijpe variant 12 van de schematisch weergegeven instelinrichting 1 uit figuur 1.Figure 2 shows a production-ready variant 12 of the schematically shown adjusting device 1 of Figure 1.

Daarbij zijn vergelijkbare onderdelen met dezelfde nummers aangeduid.Similar parts are designated with the same numbers.

10 Figuur 3 toont een fixatie-element 13 bevestigd aan de buitenzijde van een langwerpig lichaam 14. Dit lichaam kan worden gevormd door een vormvast element, zoals bijvoorbeeld een buis, staaf etc., maar het is ook mogelijk dat het langwerpige lichaam 14 wordt gevormd door een flexibel element 15 zoals een kabel of een slang. Het is voor een goede werking van het fixatie-element 13 echter wel van belang dat het langwerpige lichaam 14 niet of slechts zeer beperkt samendrukbaar is. Het fixatie-element 13 wordt gevormd door een draadstructuur 15 dat aan één zijde A is verbonden met het ten 20 opzichte van het langwerpige lichaam 14 te fixeren object, hier weergegeven als de vaste aarde 16. De draadstructuur 15 is aan de kopse zijde tegenover het ten opzichte van het langwerpige lichaam 14 te fixeren object 16 voorzien van een ontkoppelorgaan 17. De draadstructuur 15 kan bijvoorbeeld 25 worden gevormd door een zogeheten gazen kous zoals deze doorgaans wordt toegepast als wapening voor kunststof slangen.Figure 3 shows a fixation element 13 attached to the outside of an elongated body 14. This body can be formed by a form-retaining element, such as for instance a tube, rod, etc., but it is also possible that the elongated body 14 is formed by a flexible element 15 such as a cable or a hose. However, it is important for the proper functioning of the fixation element 13 that the elongated body 14 is not or only very limitedly compressible. The fixation element 13 is formed by a wire structure 15 which is connected on one side A to the object to be fixed relative to the elongated body 14, here shown as the solid earth 16. The wire structure 15 is on the front side opposite the object 16 to be fixed with respect to the elongated body 14 provided with a decoupling member 17. The wire structure 15 can for instance be formed by a so-called mesh stocking as it is usually used as reinforcement for plastic hoses.

In essentie bestaat de draadstructuur 15 echter door tenminste één rond het langwerpig lichaam 14 gewonden draad, waardoor een structuur ontstaat die een dwarsdoorsnede heeft afhankelijk van 30 de afstand tussen de twee kopse zijden van die draadstructuur 15.In essence, however, the wire structure 15 consists of at least one wire wound around the elongated body 14, thereby creating a structure which has a cross-section depending on the distance between the two front sides of that wire structure 15.

In de constructie zoals weergegeven in deze figuur is het mogelijk het langwerpige lichaam overeenkomstig de pijl PI, dat wil zeggen in de richting van het ontkoppelorgaan 17 naar het bevestigingspunt voor het te fixeren object 16, ten 35 opzichte van het fixatie-element 13 te verplaatsen. Het is evenwel niet mogelijk het langwerpige lichaam overeenkomstig de pijl P2, dat wil zeggen van het bevestigingspunt van het te fixeren object naar het ontkoppelorgaan 17, te bewegen. Bij een zeer kleine verplaatsing in de richting overeenkomstig de pijl 100 1 139 9 P2 zal het fixatie-element 13 blokkeren. Indien desondanks een verplaatsing in de richting P2 wordt gewenst wordt het mogelijk door het uitoefenen van een lichte druk op het ontkoppelorgaan 17 tenminste gedeeltelijk axiaal gericht naar het 5 bevestigingspunt voor het te positioneren object 16. Zelfs wanneer er een relatief grote kracht in de richting P2 op het langwerpige lichaam 14 wordt uitgeoefend is de benodigde kracht voor het bedienen van het ontkoppelorgaan 17 zeer beperkt. Voor een zekere fixatie is het tevens mogelijk door middel van een 10 voorspanelement in de richting van de pijl P2 een kracht op het ontkoppelorgaan 17 uit te oefenen.In the construction as shown in this figure, it is possible to move the elongated body in accordance with the arrow P1, i.e. in the direction of the release member 17 towards the fixing point for the object 16 to be fixed, relative to the fixing element 13 . However, it is not possible to move the elongated body in accordance with the arrow P2, i.e. from the point of attachment of the object to be fixed to the release member 17. With a very small displacement in the direction according to the arrow 100 1 139 9 P2, the fixing element 13 will block. If nevertheless a displacement in the direction P2 is desired, it is possible by applying a slight pressure on the release member 17 at least partly axially directed towards the attachment point for the object to be positioned 16. Even when a relatively great force is applied in the direction P2 the force required to operate the release member 17 is exerted on the elongate body 14 is very limited. For a certain fixation it is also possible to exert a force on the release member 17 by means of a biasing element in the direction of the arrow P2.

Figuur 4 toont een instelinrichting 18 waarin een draadstructuur 19 is opgenomen die hierin functioneert als eenzijdig werkend fixatiemiddel. De inrichting functioneert 15 overeenkomstig de in figuren 1 en 2 getoonde inrichting en overeenkomstige onderdelen zijn ook op dezelfde wijze aangegeven. De draadstructuur 19 grijpt aan op een verbreed deel 20 van de buitenkabel 3. Voor goede werking is het daarbij van belang dat het verbrede deel 20 ter hoogte van het 20 aangrijpen van de draadstructuur in dwarsdoorsnede voldoende vormvast is. Aan één zijde is de draadstructuur 19 verbonden met een aardering 21, welke vast verbonden is met de aarde 16. Ook de aanslag 6 is vast verbonden met de aarde 16 zodat de afstand tussen de aardering 21 en de aanslag 6 constant blijft. 25 Aan een andere kopse zijde is de draadstructuur 19 verbonden met het ontkoppelorgaan 17. Met behulp van deze inrichting 18 is het mogelijk door middel van de drukveer 8 in de weergegeven ruststand (zie hiervoor de overeenkomstige werking van figuur 1) de buitenkabel 3 van de Bowden kabel 4 onder invloed van de 30 drukveer 8 verder van het afsteunelement 5 af te bewegen. De instelinrichting 18 blokkeert deze bewegingsvrijheid niet. De draadstructuur 19 blokkeert echter een naar het afsteunelement 5 toe gerichte beweging van de buitenkabel 3 van de Bowden kabel 4, en dus ook van het verbrede deel 20 dat deel uitmaakt 35 van de buitenkabel 3. Om de instelinrichting 18 in een uitgangsstand te plaatsen waarin het verbrede deel 20 van de buitenkabel 3 zo dicht mogelijk bij de aanslag 6 bevindt is het noodzakelijk de draadstructuur 19 te ontkoppelen. Het ontkoppelen van de instelinrichting 18 geschiedt door het op 100 1 139 10 het ontkoppelorgaan 17 uitoefenen van een naar de aardering 21 gerichte kracht. Tijdens het uitoefenen van een dergelijke kracht zal de buitenkabel 3 vrijelijk richting de aanslag 6 bewogen kunnen worden. Voor een eenvoudige ontkoppeling is het 5 mogelijk het ontkoppelorgaan 17 te voorzien van een bedieningsknop, maar het is ook mogelijk een automatische aanslag daartoe op te nemen in een de Bowden kabel 4 bedienend orgaan of een door de Bowden kabel 4 bediend orgaan.Figure 4 shows an adjusting device 18 incorporating a wire structure 19 which functions as a one-sided fixation means. The device functions in accordance with the device shown in figures 1 and 2 and corresponding parts are also indicated in the same manner. The wire structure 19 engages on a widened part 20 of the outer cable 3. For good operation it is important that the widened part 20 at the level of the wire structure engages in sufficient cross-section. On one side, the wire structure 19 is connected to an earth 21, which is fixedly connected to the earth 16. The stop 6 is also firmly connected to the earth 16, so that the distance between the earth 21 and the stop 6 remains constant. On another end side, the wire structure 19 is connected to the decoupling member 17. With the aid of this device 18 it is possible by means of the compression spring 8 in the shown rest position (see the corresponding operation of figure 1 for this) the outer cable 3 of the Bowden cable 4 to move further away from the support element 5 under the influence of the compression spring 8. The adjusting device 18 does not block this freedom of movement. However, the wire structure 19 blocks a movement of the outer cable 3 of the Bowden cable 4, and thus also of the widened part 20 which forms part of the outer cable 3, directed towards the supporting element 5, in order to place the adjusting device 18 in an initial position in which the widened part 20 of the outer cable 3 being as close as possible to the stop 6, it is necessary to disconnect the wire structure 19. The adjustment device 18 is decoupled by exerting a force directed at the ground 21 on the release member 17. During the exertion of such a force, the outer cable 3 can be moved freely towards the stop 6. For a simple decoupling it is possible to provide the decoupling member 17 with an operating button, but it is also possible to include an automatic stop for this purpose in a member operating the Bowden cable 4 or an element operated by the Bowden cable 4.

***** 100 1 139***** 100 1 139

Claims (9)

1. Inrichting voor het in een ruststand instellen van de onderlinge positie van een binnen- en een buitenkabel van een tussen een ruststand en tenminste één werkstand bedienbare Bowden kabel, zodra er een variatie is opgetreden ten aanzien 5 van één of meerdere aangrijppunten van de Bowden kabel, of er een lengtewijziging van tenminste één van de kabels is opgetreden, waarbij de inrichting omvat: - een aan de binnenkabel bevestigd afsteunelement, bevestigd op een positie waar de binnenkabel niet is omgeven door de 10 buitenkabel, welk afsteunelement tenminste in van de buitenkabel afgerichte langsrichting verplaatsbaar is ten opzichte van de binnenkabel, - een voorspanelement opgenomen tussen het afsteunelement en de buitenkabel, voor het opwekken van een het afsteunelement en de 15 buitenkabel uiteendrukkende voorspanning, - een gestel voor het bevestigen van de Bowden kabel, de bedieningsmiddelen van de Bowden kabel en de door de Bowden kabel te bedienen middelen, welk gestel is voorzien van een aanslag voor samenwerking met het afsteunelement in de 20 ruststand van de Bowden kabel, en - fixatiemiddelen voor het in een werkstand van de Bowden kabel fixeren van de binnenkabel of de buitenkabel ten opzichte van een aangrijppunt van de Bowden kabel.1. Device for setting the mutual position of an inner and an outer cable of a Bowden cable which can be operated between a resting position and at least one working position in a rest position, as soon as a variation has occurred with regard to one or more points of application of the Bowden cable, or a length change of at least one of the cables has occurred, the device comprising: - a support element attached to the inner cable, mounted at a position where the inner cable is not surrounded by the outer cable, which support element is at least in the outer cable in the direction of longitudinal direction is movable with respect to the inner cable, - a biasing element included between the supporting element and the outer cable, for generating a bias expressing the supporting element and the outer cable, - a frame for fixing the Bowden cable, the operating means of the Bowden cable and the means to be operated by the Bowden cable, which g estel is provided with a stop for cooperation with the support element in the rest position of the Bowden cable, and fixing means for fixing the inner cable or the outer cable in an operating position of the Bowden cable with respect to a point of application of the Bowden cable. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 25 fixatiemiddelen worden gevormd door een van een vertanding voorzien element, welk getand element vast is verbonden met de buitenkabel, en tenminste één in de vertanding grijpbare pal, welke pal is verbonden met het gestel.2. Device as claimed in claim 1, wherein the fixing means are formed by a toothed element, which toothed element is fixedly connected to the outer cable, and at least one tooth-engageable pawl, which pawl is connected to the frame. 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de pal 30 onder een naar het vertande element gerichte voorspanning is geplaatst. 100 1 139The device of claim 2, wherein the pawl 30 is placed under a bias directed toward the toothed element. 100 1 139 4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarvan de vertanding naar één zijde gerichte oploopvlakken omvat.Device as claimed in claim 2 or 3, the toothing of which has one-sided facing contact surfaces. 5. Inrichting volgens één der conclusies 2-4, waarbij de pal door middel van ontkoppelmiddelen uit de vertanding 5 lichtbaar is.5. Device as claimed in any of the claims 2-4, wherein the pawl is lightable from the toothing 5 by means of disconnecting means. 6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de positie van het afsteunelement op de binnenkabel instelbaar is.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the position of the support element on the inner cable is adjustable. 7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 10 waarbij het voorspanelement wordt gevormd door een drukveer, welke drukveer tenminste voor een deel van de lengte evenwijdig aan de Bowden kabel is geplaatst.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the biasing element is formed by a compression spring, which compression spring is placed parallel to the Bowden cable for at least part of the length. 8. Fixatie-element ter bevestiging aan de buitenzijde van een langwerpig lichaam met een in hoofdzaak constante 15 dwarsdoorsnede, welk element wordt gevormd door een draadstructuur van tenminste één rond het langwerpige lichaam verlopende draad, waarbij aan één kopse zijde van de draadstructuur het ten opzichte van het langwerpige lichaam te fixeren object is geplaatst, en aan de tegenoverliggende kopse 20 zijde van de draadstructuur een drukelement is geplaatst voor het uitoefenen van een naar de draadstructuur gerichte kracht voor het opheffen van de fixerende werking van het klemelement.8. Fixing element for fixing on the outside of an elongated body with a substantially constant cross-section, which element is formed by a wire structure of at least one wire extending around the elongated body, wherein on one end side of the wire structure it is object to be fixed of the elongated body is placed, and a pressure element is placed on the opposite end side of the wire structure for exerting a force directed towards the wire structure for canceling the fixing action of the clamping element. 9. Klemelement volgens conclusie 8, waarbij de draadstructuur wordt gevormd door een vlechtwerk van meerdere 25 rond het langwerpige lichaam verlopende draden. * * * * * 100 1 139Clamping element according to claim 8, wherein the wire structure is formed by a braid of several wires running around the elongated body. * * * * * 100 1 139
NL1001139A 1995-09-06 1995-09-06 Device for setting a Bowden cable and fixative. NL1001139C2 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001139A NL1001139C2 (en) 1995-09-06 1995-09-06 Device for setting a Bowden cable and fixative.
EP96930445A EP0847503A1 (en) 1995-09-06 1996-09-05 Device for adjusting a bowden cable
PCT/NL1996/000348 WO1997009538A1 (en) 1995-09-06 1996-09-05 Device for adjusting a bowden cable
AU69473/96A AU6947396A (en) 1995-09-06 1996-09-05 Device for adjusting a bowden cable

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001139 1995-09-06
NL1001139A NL1001139C2 (en) 1995-09-06 1995-09-06 Device for setting a Bowden cable and fixative.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001139C2 true NL1001139C2 (en) 1997-03-11

Family

ID=19761539

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001139A NL1001139C2 (en) 1995-09-06 1995-09-06 Device for setting a Bowden cable and fixative.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0847503A1 (en)
AU (1) AU6947396A (en)
NL (1) NL1001139C2 (en)
WO (1) WO1997009538A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102005021669A1 (en) * 2005-05-06 2006-11-16 Huf Hülsbeck & Fürst Gmbh & Co. Kg Method for tolerance correction in door lock system especially in automobiles has one end of a Bowden cable outer on a sprung ratchet mount for axial adjustment
CN103527586B (en) * 2013-09-23 2015-04-22 宁波工程学院 Hanging rod
DE102017200082A1 (en) 2016-01-22 2017-07-27 Ford Global Technologies, Llc Bowden cable, in particular for a motor vehicle
DE102016200881A1 (en) 2016-01-22 2017-07-27 Ford Global Technologies, Llc Bowden cable, in particular for a motor vehicle
DE202016100830U1 (en) 2016-01-22 2016-03-07 Ford Global Technologies, Llc Bowden cable, in particular for a motor vehicle

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3343231A (en) * 1964-12-31 1967-09-26 Kellems Company Inc Mechanical holding device
US4055875A (en) * 1976-05-24 1977-11-01 General Dynamics Corporation Cable gripping device
EP0030494A1 (en) * 1979-12-07 1981-06-17 Societe Anonyme D.B.A. Mechanical control by Bowden cable
DE3101498A1 (en) * 1981-01-19 1982-09-23 Küster & Co GmbH, 6332 Ehringshausen Device for extending the tube of a Bowden pull
DE3830672A1 (en) * 1988-09-09 1990-03-15 Kuester & Co Gmbh Bowden control with automatic length compensation
WO1991002179A1 (en) * 1989-07-28 1991-02-21 Reindert Jan Jansen Rope gripper

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3343231A (en) * 1964-12-31 1967-09-26 Kellems Company Inc Mechanical holding device
US4055875A (en) * 1976-05-24 1977-11-01 General Dynamics Corporation Cable gripping device
EP0030494A1 (en) * 1979-12-07 1981-06-17 Societe Anonyme D.B.A. Mechanical control by Bowden cable
DE3101498A1 (en) * 1981-01-19 1982-09-23 Küster & Co GmbH, 6332 Ehringshausen Device for extending the tube of a Bowden pull
DE3830672A1 (en) * 1988-09-09 1990-03-15 Kuester & Co Gmbh Bowden control with automatic length compensation
WO1991002179A1 (en) * 1989-07-28 1991-02-21 Reindert Jan Jansen Rope gripper

Also Published As

Publication number Publication date
WO1997009538A1 (en) 1997-03-13
EP0847503A1 (en) 1998-06-17
AU6947396A (en) 1997-03-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2513558C (en) A walker device
NL1001139C2 (en) Device for setting a Bowden cable and fixative.
JP2839711B2 (en) Mechanical flexible remote control means length correction device
ZA200100981B (en) Spring applied parking brake assembly having a manual quick release feature.
CA2507724A1 (en) Brake handle assembly for walker
JP2007137419A (en) Parking brake release mechanism
US5771303A (en) Microphone mounting and control system
EP1418102A3 (en) Parking brake lever
NL1003968C2 (en) Mechanical fastening construction.
US20070235961A1 (en) Hand operated brake assembly for a shopping cart
ES2049536T3 (en) BRAKING COMPENSATOR.
FR2812609A3 (en) Fixing system used for fixing dirt traps to trucks comprises an upper component, a lower component, a first fixing element, a second fixing element, and a noise reduction section connected to a holding section of a support
NL1005851C1 (en) Mechanical telescopic coupling construction
FR2778594A1 (en) Pneumatic brake or clutch pedal pusher enabling operation of pedal from outside vehicle e.g. when changing brake fluid
JP2010526717A (en) Safety lock control device for single-line vehicle seats
US3780833A (en) Brake for farm wagon
KR100391678B1 (en) tension adjusting device for parking brake cable
DE10342932A1 (en) Vehicle mechanical parking brake kinematic force against path characteristic simulation mechanism has crank and lever mechanism coupling actuator to restraining spring
US7275459B2 (en) Spring loaded device assembly
GB2373035A (en) Parking brake assembly for an automotive vehicle
KR20080048277A (en) System for releasing a parking for vehicle
WO2008129219A2 (en) Braking device for trailer
CA2243684A1 (en) Brake pedal actuator for bleeding brakes
JPH081659Y2 (en) Reel fixture
KR200155011Y1 (en) A parking brake lever of a vehicle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20000401