NL1000798C2 - Inrichting voor het in losse onderdelen verdelen van een samenstel uit hart en longen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het in losse onderdelen verdelen van een samenstel uit hart en longen

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in losse onderdelen verdelen van een uit een ingewandenpakket van een geslachte vogel verwijderd samenstel uit hart en longen.

5 Nadat het ingewandenpakket uit het inwendige van een geslachte vogel is verwijderd moet dit in delen worden gescheiden, aangezien deze delen verschillende bestemmingen kennen. Zo zal het samenstel uit hart en longen gezamenlijk uit het ingewandenpakket worden verwijderd. Vervolgens is 10 het noodzakelijk, dat het hart en de longen van elkaar worden gescheiden, aangezien het hart een andere bestemming kent dan de longen, die slechts als slachtafval gelden.

De uitvinding beoogt thans een inrichting te verschaffen, waarmee het in losse onderdelen verdelen van een 15 uit een ingewandenpakket van een geslachte vogel verwijderd samenstel uit hart en longen op uniforme en reproduceerbare wijze plaatsvindt, ook bij bij moderne slachtlijnen toegepaste hoge produktiesnelheden.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding 20 gekenmerkt door twee zich in hoofdzaak horizontaal en evenwijdig aan elkaar uitstrekkende roterende assen, die tussen zich in een spleet vrijlaten, welke assen zijn voorzien van oppervlakteprofileringen voor het in de spleet tussen de assen omlaagtrekken van de longen en het gelijktijdig lig-25 gend op de assen voortbewegen van het hart, waarbij een eerste gedeelte van de assen een grove profilering bezit en een aansluitend tweede gedeelte is voorzien van een fijne profilering in de vorm van in elkaar grijpende vertandingen.

Met behulp van de oppervlakteprofileringen ter plaat-30 se van het eerste gedeelte van de assen worden de longen, die een tamelijk zachte consistentie bezitten, tussen de roterende assen door de spleet heen omlaaggetrokken. De harten, die tamelijk stevig zijn, blijven boven op de assen rusten en kunnen niet door de spleet omlaag passeren. Hier-35 door zullen de longen van de harten worden losgetrokken en aan de onderzijde van de assen worden afgevoerd.

10 00 798.

2

Het op het eerste gedeelte van de assen aansluitende tweede gedeelte met fijne profilering in de vorm van in elkaar grijpende vertandingen is bedoeld om de harten, nadat de longen reeds zijn verwijderd, volledig te "pellen", dat 5 wil zeggen het hart omringende vliezen te verwijderen. Deze fijne profilering werkt als het ware als een frees, waardoor de harten na het verlaten van dit tweede gedeelte in hoofdzaak schoon zijn.

Overeenkomstig een de voorkeur genietende uitvoe-10 ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding geldt, dat de profilering op het eerste gedeelte van de assen bestaat uit zich evenwijdig aan de hartlijn van de assen uitstrekkende ribben en zich schroeflijnvormig uitstrekkende ribben, waarbij de ribben van de verschillende assen niet aangrijpen 15 op elkaar. De zich evenwijdig aan de hartlijn van de assen uitstrekkende ribben zijn in hoofdzaak verantwoordelijk voor het tussen de assen door de spleet heen omlaagtrekken van de longen. Doordat deze ribben niet aangrijpen op elkaar wordt voorkomen, dat de longen volledig worden fijngeknepen. De 20 zich schroeflijnvormig uitstrekkende ribben bezitten als hoofdfunctie het over de assen voortbewegen van het samenstel, en in het bijzonder de harten.

Uiteraard zal de vormgeving, dimensionering alsmede plaatsing van de diverse ribben afhangen van de aard van de 25 ingewanden, in het bijzonder de harten en longen. Afhankelijk van het ras en de leeftijd van de vogels, waaruit de samenstellen uit hart en longen afkomstig zijn, kan worden gekozen voor verschillend gevormde ribben, terwijl tevens de afstand tussen de assen kan worden gevarieerd.

30 Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting vol gens de uitvinding bezit het kenmerk, dat op het tweede gedeelte van de assen een derde gedeelte aansluit, dat opnieuw is voorzien van een grovere profilering. Dit derde gedeelte is in het algemeen slechts nodig, wanneer de scheiding tus-35 sen de longen en de harten niet volledig is geweest of wanneer aan de harten na het verlaten van het tweede gedeelte nog weefselgedeelten hangen, die moeten worden verwijderd. Met behulp van dit derde gedeelte kunnen dergelijke weefsel-gedeelten, of eventuele longresten, nog worden verwijderd.

10 0 ü' > i? h .

3

Voor het op gecontroleerde wijze scheiden van de harten en de longen is het verder gunstig, wanneer zich onder de assen een afvoergoot bevindt voor de longen. Deze afvoer-goot, die zich in het algemeen over de gehele lengte van de 5 assen uitstrekt, vangt longen en hiervan afkomstig materiaal op en voert dit af naar een opvanglocatie. De harten worden aan het uiteinde van de assen door middel van een andere afvoergoot opgevangen en afgevoerd naar een andere locatie.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de 10 hand van de enige figuur, waarin schematisch en in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Zichtbaar zijn twee naast elkaar gelegen assen l en 2, die zich horizontaal en evenwijdig aan elkaar uitstrek-15 ken. Elke as bezit een eerste gedeelte 3 met zodanige diameter, dat tussen de assen in een spleet 4 aanwezig is. Op het eerste gedeelte 3 van elke as 1, 2 is een oppervlakte-profilering aangebracht, bestaande uit zich evenwijdig aan de hartlijn 5, 6 van de assen 1, 2 uitstrekkende ribben 7 20 alsmede zich schroeflijnvormig uitstrekkende ribben 8.

De assen 1, 2 worden zodanig roterend aangedreven dat, vanaf de bovenzijde gezien, de naar elkaar toegekeerde zijden van de assen omlaagbewegen. Hierdoor zullen de schroeflijnvormige ribben 8 een op de assen gelegen samen-25 stel uit harten en longen, in de tekening gezien, van links naar rechts bewegen.

Op het eerste gedeelte 3 van de assen sluit een tweede gedeelte 9 aan. Dit tweede gedeelte 9 is voorzien van een fijne profilering in de vorm van in elkaar grijpende vertan-30 dingen. Derhalve is ter plaatse van het tweede gedeelte geen spleet tussen de assen aanwezig.

Ten slotte sluit in de getoonde uitvoeringsvorm op het tweede gedeelte 9 telkens een derde gedeelte 10 aan. Evenals het eerste gedeelte 3 is dit tweede gedeelte 10 35 voorzien van rechte ribben 11 en schroeflijnvormige ribben 12.

Ten slotte is in de figuur zichtbaar, dat zich onder de assen, over de gehele lengte daarvan, een slechts schematisch aangeduide afvoergoot 13 bevindt.

1000798.

4

De inrichting werkt als volgt: een uit een geslachte vogel verwijderd samenstel uit hart en longen (niet weergegeven) wordt aan de linkerzijde op de roterende assen l en 2 geplaatst. Onder invloed van de aan-5 grijpende werking van de ribben 7 (en eventueel tevens geholpen door de schroeflijnvormige ribben 8) worden de longen, die een zachtere consistentie bezitten dan het hart, tussen de spleet 4 door omlaaggetrokken. Het hart blijft ten gevolge van zijn stevige consistentie bovenop de assen l, 2 10 liggen. Ten gevolge hiervan worden de longen losgetrokken van het hart. De longen vallen in de goot 13 en worden afge-voerd. Het hart wordt door de schroeflijnvormige ribben 8 over de assen 1, 2 naar rechts getransporteerd.

Vervolgens bereikt het hart het tweede gedeelte 9 van 15 de beide assen, alwaar de in elkaar grijpende vertandingen om het hart zittende vliezen en dergelijke vastgrijpen en lostrekken van het hart. Ter plaatse van dit tweede gedeelte 9 wordt het hart als het ware "schoongefreesd".

De schroeflijnvormige vertandingen zorgen tevens er-20 voor, dat het hart ook ter plaatse van dit tweede gedeelte 9 naar rechts wordt getransporteerd.

Ten slotte bereikt het hart het derde gedeelte 10 van de assen. Ter plaatse van dit derde gedeelte kunnen eventuele resten van longen of andere weefselgedeelten door de rib-25 ben 11 en eventueel de ribben 12 worden aangegrepen en door de zich aldaar opnieuw tussen de assen bevindende spleet omlaag worden getrokken. Deze gedeelten van het samenstel worden dan eveneens door middel van de afvoergoot 13 afge-voerd. De harten bereiken ten slotte het meest rechtse uit-30 einde van de assen 1, 2 en vallen op een niet weergegeven andere afvoergoot, die de harten naar de daartoe bestemde locatie transporteert.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de con-35 clusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wijze kan worden gevarieerd.

1000798.

!

Claims (4)

1. Inrichting voor het in losse onderdelen verdelen van een uit een ingewandenpakket van een geslachte vogel verwijderd samenstel uit hart en longen, gekenmerkt door twee zich in hoofdzaak horizontaal en evenwijdig aan elkaar 5 uitstrekkende roterende assen, die tussen zich in een spleet vrijlaten, welke assen zijn voorzien van oppervlakteprofile-ringen voor het in de spleet tussen de assen omlaag trekken van de longen en het gelijktijdig liggend op de assen voortbewegen van het hart, waarbij een eerste gedeelte van de 10 assen een grove profilering bezit en een aansluitend tweede gedeelte is voorzien van een fijne profilering in de vorm van in elkaar grijpende vertandingen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profilering op het eerste gedeelte van de assen be- 15 staat uit zich evenwijdig aan de hartlijn van de assen uitstrekkende ribben en zich schroeflijnvormig uitstrekkende ribben, waarbij de ribben van de verschillende assen niet aangrijpen op elkaar.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ken-20 merk, dat op het tweede gedeelte van de assen een derde gedeelte aansluit, dat opnieuw is voorzien van een grovere profilering.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat zich onder de assen een afvoergoot bevindt voor 25 de longen. 10 00 798.