<Desc/Clms Page number 1>
BELGISCH OCTROOI Ten name van : ALURO p v b a Betreffende : Mechanisme voor het transformeren van een draairaam of draaideur in een schuifraam op schuifdeur Voorgestelde benaming : UITVINDINGSOCTROOI
<Desc/Clms Page number 2>
MECHANISME VOOR HET TRANSFORMEREN VAN EEN DRAAIRAAM
OF DRAAIDEUR IN EEN SCHUIFRAAM OF SCHUIFDEUR
EMI2.1
-------------------------------------------------
De uitvinding betreft een mechanisme dat bestemd is om aan een kant van een raam-of deurvleugel bevestigd te worden, voor het transformeren van een draairaam of draaideur in een schuifraam of schuifdeur, waarbij de raam-of deurvleugel na ontgrendeling zijdelings kan schuiven in geleidingsorganen die aan de boven-en onderkant van een raam-of deurkozijn bevestigd zijn.
De uitvinding heeft tot doel draairamen of draaideuren uit hout, kunststof of metaal op een eenvoudige manier in schuiframen of schuifdeuren te omzetten, door middel van een mechanisme dat op elk bestaand raam-of deursysteem kan gemonteerd worden.
De uitvinding betreft een mechanisme dat gewoon aan de binnenkant van een raam-of deurvleugel kan bevestigd worden en dat de mogelijkheid biedt om van elk type draairamen of draaideuren, schuiframen of schuifdeuren te maken, zonder de water-en/of winddichtheid van de ramen of deuren te schaden.
Van de mechanismen volgens de uitvinding worden er minimaal twee aan de onderkant van de raam-of deurvleugel bevestigd, terwijl aan de bovenkant van genoemde vleugel een enkel mechanisme volstaat.
De mechanismen die aan de onderkant van de vleugel bevestigd zijn moeten in staat zijn het ganse
<Desc/Clms Page number 3>
raam-of deurgewicht te dragen, terwijl het mechanisme dat aan de bovenkant van de vleugel voorzien is enkel de verticale stand van het raam of van de deur moet verzekeren.
Volgens de uitvinding is het mechanisme van het in de eerste alinea beschreven type hoofdzakelijk gekenmerkt door dat dit mechanisme een drijfstang bevat waaraan een pen vastgebonden is, welke drijfstang en pen door middel van een raam-of deurkruk in een longitudinale richting aangedreven kunnen worden, welke pen met een draaiende nok samenwerkt, die door tussenkomst van een vaste as aan een einde van een arm vastgebonden is, terwijl het andere einde van genoemde arm scharnierend aan ten minste een rol gekoppeld is, waarbij de longitudinale verplaatsingen van de drijfstang en van de pen, door bemiddeling van de draaiende bewegingen van de nok, van de as en van de arm, de raam-of deurvleugel brengt hetzij in een positie waarin genoemde vleugel in de geleidingsorganen kan schuiven, hetzij in een positie waarin de vleugel aan het raam-of deurkozijn vastgehecht kan worden.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van het mechanisme volgens de uitvinding is de bovengenoemde pen beweegbaar in een groef van de nok, welke groef uit twee delen bestaat, die met elkaar een hoek vormen, waarbij de verplaatsingen van de pen in een deel van de groef de vergrendeling of ontgrendeling van de raam-of deurvleugel ten opzichte van het kozijn veroorzaakt, terwijl de verplaatsingen van de pen in het tweede deel van de groef de raam-of deurvleugel in één van de twee bovengenoemde posities brengt.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding,
<Desc/Clms Page number 4>
omzetten de verplaatsingen van de pen in het tweede deel van de nokgroef de longitudinale beweging van de drijfstang in een draaiende beweging van de genoemde arm, zodat de raam-of deurvleugel zich in een loodrechte richting ten opzichte van het kozijn verplaatst.
Andere kenmerken van de uitvinding zullen in de volgende beschrijving van de bijgevoegde tekeningen toegelicht worden.
In deze tekeningen tonen figuren 1 tot 5 in perspectief (explosiebeelden) uitvoeringsvormen van het mechanisme volgens de uitvinding.
Figuren 1, 2 en 5 tonen gedeeltelijk de onderkant 1 van een raam-of deurvleugel en de onderkant 2 van een raam-of deurkozijn. Deze vleugel en kozijn kunnen bijvoorbeeld uit metalen profielen samengesteld worden.
De onderkant 1 van de vleugel omvat een voorwand 4 waarin een longitudinale uitsparing 5 voorzien is. Achter deze uitsparing 5 is een tussen rails 6 schuivende horizontale drijfstang 7 opgehangen. Deze drijfstang 7 wordt door middel van een in de handel normaal verkrijgbare raam-of deurkruk (niet afgebeeld) aangedreven in de richtingen van pijlen A en B.
Aan de drijfstang 7 is een verticale pen 8 vastgebonden, bij voorbeeld, door vijzen. De pen 8 doet een horizontale nok 9 draaien via een lager 10. In feite steekt de pen in een groef 11 van de nok 9. De groef 11 bestaat uit een eerste deel 12 dat een hoek vormt met een tweede deel 13 van deze groef 11.
<Desc/Clms Page number 5>
De nok strekt zich in de uitsparing 5 en in de groef 14 van een lagerhuis 15 uit.
Dit lagerhuis 15 is aan de onderkant 1 van de raam-of deurvleugel bevestigd, bij voorbeeld, door vijzen 16. Het tweedelige lagerhuis 15 is voorzien van een doorgaand gat 17 dat een verticale as 18 doorlaat. Het bovenste einde 19 van deze as 18 ligt boven een cilindrische opening 20 van de nok 9 en is daar met een lager 21 omringd. Een tweede deel 22 van de as 18 past in de opening 20 van de nok 9 en is met behulp van een spieverbinding 23,24 of een ander soort radiaal vaste verbinding aan de nok 9 bevestigd.
Zoals blijkt uit figuren 1 tot 5, strekt zich het tweede gedeelte 13 van de nokgroef 11 in de richting van de opening 20.
De as 18 is op een einde 25 van een arm 26 vastgemaakt. Het andere einde 27 van de arm 26 draagt een verticale pin 28 die naar beneden gericht is en scharnierend verbonden is aan een wagentje 29 dat meerdere rollen 30 draagt. Dit wagentje 29 is bestemd om in een U-vormige rail 31 te rollen, wanneer de deurof raamvleugel zijdelings kan verschoven worden.
De rail 31 wordt, bij voorbeeld, door vijzen 32 aan de onderkant 2 van het deur-of raamkozijn bevestigd.
Figuur 4 toont een mechanisme dat aan de bovenkant (niet afgebeeld) van de deur-of raamkozijn en - vleugel gebonden is. In dit geval wordt echter het wagentje 29 vervangen door een enkele rol 33.
<Desc/Clms Page number 6>
In figuur 5 wordt een verdere uitvoeringsvorm van het mechanisme volgens de uitvinding geillustreerd. In dit geval is de as 18 vervangen door twee verticale assen 34,35 die door tandwielen 36,37 gekoppeld zijn.
Aan de binnenkant van een raam-of deurvleugel worden onderaan links het lagerhuis 15 met een enkele as 18 en rechts het lagerhuis 15 met twee assen 34,35 (zie figuur 5) gemonteerd. Aan de bovenkant van de raam-of deurvleugel kan volstaan worden met slechts een lagerhuis 15 met een enkele as 18 (zie figuur 4), dat bij voorbeeld in het middel van de raamof deurvleugel bevestigd wordt.
De longitudinale beweging van de drijfstang 7 in de richting van de pijlen A en B wordt omgezet in een draaiende beweging van de arm 26. Deze arm 26 die scharnierend bevestigd is aan het wagentje 29 of bovenaan aan de enkele rol 33 brengt een verplaatsing teweeg van de raam-of deurvleugel ten opzichte van het kozijn. Deze verplaatsing VP (zie figuur 3) moet natuurlijk voldoende zijn om het raam-of deurvleugel uit het vlak van de raam-of deurkozijn te halen, om de zijdelings verschuiving van de raam-of deurvleugel in de richting van de pijlen W-X te kunnen realiseren.
Het mechanisme volgens de uitvinding werkt als volgt :
Wanneer de drijfstang 7 in de richting van de pijl B bewogen wordt, gebeurt eerst de ontgrendeling van de raam-of deurvleugel. Tijdens de beweging van de drijfstang 7 van punt P1 tot punt P2 (zie figuur 3), heeft de langsverplaatsing van de drijfstang 7 geen
<Desc/Clms Page number 7>
draaiende bewegingen van de nok 9 en van de arm 26 tot gevolg, maar alleen het ontgrendelen van de deur-of raamvleugel, wegens het verplaatsen van de pen 8 in het evenwijdig lopende deel 12 van de nokgroef 11.
Tijdens de verplaatsing van de drijfstang 7 van punt P2 tot P3 (zie figuur 3) vinden de draaiende bewegingen van de armen 26 plaats, wegens de richtingsverandering van het tweede deel 13 van de nokgroef 11. Hierbij voert de links gemonteerde arm 26 een rechts draaiende beweging uit (zie richting van pijl Y in figuur 2), terwijl de rechts opgestelde arm 26 met twee assen 34,35 een links draaiende beweging uitvoert (zie pijl Z in figuur 5).
In het punt P3 hebben de armen 26 een
EMI7.1
hoekverdraaiing van ongeveer 90 ondergaan (zie figuur 3). De raam-of deurvleugel is nu in positie om een zijdelingse schuifbeweging langs de rails 31 te volgen (in de richting van pijl W of X in figuur 1), via de wagentjes 29 onderaan en de rol 33 bovenaan.
Wanneer de drijfstang 7 in de richting van pijl A van punt P3 naar punt P1 via punt P2 wordt terugbewogen, vindt het omgekeerde plaats, waarbij de raam-of deurvleugel terug in zijn kozijn geplaatst wordt en waarbij genoemde vleugel vergrendeld wordt, tijdens het bewegen van de drijfstang 7 van punt P2 naar punt Pi.
<Desc / Clms Page number 1>
BELGIAN PATENT In the name of: ALURO p v b a Concerning: Mechanism for transforming a revolving window or revolving door into a sliding window on a sliding door Proposed name: INVENTION PATENT
<Desc / Clms Page number 2>
MECHANISM FOR TRANSFORMING A TURNTABLE WINDOW
OR SWING DOOR IN A SLIDING WINDOW OR SLIDING DOOR
EMI2.1
-------------------------------------------------
The invention relates to a mechanism intended to be mounted on one side of a window or door wing, for transforming a revolving window or revolving door into a sliding window or sliding door, wherein the window or door wing can slide laterally into guide members after unlocking. attached to the top and bottom of a window or door frame.
The object of the invention is to convert pivot windows or revolving doors of wood, plastic or metal into sliding windows or sliding doors in a simple manner, by means of a mechanism that can be mounted on any existing window or door system.
The invention relates to a mechanism that can simply be mounted on the inside of a window or door wing and that makes it possible to turn any type of revolving windows or revolving doors, sliding windows or sliding doors, without the water and / or windproofness of the windows or damage doors.
At least two of the mechanisms according to the invention are attached to the bottom of the window or door wing, while a single mechanism is sufficient at the top of said wing.
The mechanisms attached to the bottom of the wing must be capable of all
<Desc / Clms Page number 3>
carry window or door weight, while the mechanism provided at the top of the sash should only ensure the vertical position of the window or door.
According to the invention, the mechanism of the type described in the first paragraph is mainly characterized in that this mechanism comprises a connecting rod to which a pin is tied, which connecting rod and pin can be driven in a longitudinal direction by means of a window or door handle. pin cooperates with a rotating cam, which is tied to one end of one arm through the intervention of a fixed shaft, while the other end of said arm is hinged to at least one roller, the longitudinal displacements of the connecting rod and of the pin , by means of the rotary movements of the cam, of the shaft and of the arm, brings the window or door wing either in a position in which said wing can slide into the guide members, or in a position in which the wing is attached to the window or door frame can be attached.
In a special embodiment of the mechanism according to the invention, the above-mentioned pin is movable in a groove of the cam, which groove consists of two parts, which form an angle with each other, the displacements of the pin in a part of the groove locking or causes unlocking of the window or door leaf relative to the frame, while the movement of the pin in the second part of the groove brings the window or door wing into one of the two above-mentioned positions.
According to a further feature of the invention,
<Desc / Clms Page number 4>
the movements of the pin in the second part of the cam groove convert the longitudinal movement of the connecting rod into a rotational movement of the said arm, so that the window or door wing moves in a perpendicular direction with respect to the frame.
Other features of the invention will be explained in the following description of the accompanying drawings.
In these drawings, Figures 1 to 5 show perspective (explosion images) embodiments of the mechanism according to the invention.
Figures 1, 2 and 5 partly show the bottom 1 of a window or door leaf and the bottom 2 of a window or door frame. This sash and frame can, for example, be composed of metal profiles.
The bottom 1 of the wing comprises a front wall 4 in which a longitudinal recess 5 is provided. A horizontal connecting rod 7 sliding between rails 6 is suspended behind this recess 5. This connecting rod 7 is driven in the directions of arrows A and B by means of a commercially available window or door handle (not shown).
A vertical pin 8 is tied to the connecting rod 7, for example, by screws. The pin 8 rotates a horizontal cam 9 via a bearing 10. In fact, the pin projects into a groove 11 of the cam 9. The groove 11 consists of a first part 12 which forms an angle with a second part 13 of this groove 11 .
<Desc / Clms Page number 5>
The cam extends in the recess 5 and in the groove 14 of a bearing housing 15.
This bearing housing 15 is fixed to the bottom 1 of the window or door wing, for example, by screws 16. The two-part bearing housing 15 is provided with a through hole 17 which allows a vertical shaft 18 to pass through. The top end 19 of this shaft 18 lies above a cylindrical opening 20 of the cam 9 and is surrounded there with a bearing 21. A second part 22 of the shaft 18 fits into the opening 20 of the cam 9 and is attached to the cam 9 by means of a keyed connection 23, 24 or another type of radial fixed connection.
As can be seen from Figures 1 to 5, the second portion 13 of the cam groove 11 extends towards the opening 20.
The shaft 18 is attached to one end 25 of an arm 26. The other end 27 of the arm 26 carries a vertical pin 28 which faces downward and is hingedly connected to a carriage 29 carrying multiple rollers 30. This trolley 29 is intended to roll in a U-shaped rail 31, when the door or window sash can be moved sideways.
The rail 31 is secured, for example, by screws 32 to the bottom 2 of the door or window frame.
Figure 4 shows a mechanism bonded to the top (not shown) of the door or window frame and sash. In this case, however, the trolley 29 is replaced by a single roller 33.
<Desc / Clms Page number 6>
In figure 5 a further embodiment of the mechanism according to the invention is illustrated. In this case, the shaft 18 is replaced by two vertical shafts 34,35 coupled by gears 36,37.
The bearing housing 15 with a single shaft 18 and the bearing housing 15 with two shafts 34,35 (see figure 5) are mounted at the bottom left of a window or door leaf. At the top of the window or door leaf, it is sufficient to use only a bearing housing 15 with a single shaft 18 (see figure 4), which is for instance fixed in the middle of the window or door wing.
The longitudinal movement of the connecting rod 7 in the direction of the arrows A and B is converted into a rotational movement of the arm 26. This arm 26 hinged to the cart 29 or at the top of the single roller 33 causes a displacement of the window or door leaf in relation to the frame. This displacement VP (see figure 3) must of course be sufficient to remove the window or door leaf from the plane of the window or door frame, in order to be able to realize the lateral shift of the window or door wing in the direction of the arrows WX .
The mechanism according to the invention works as follows:
When the connecting rod 7 is moved in the direction of arrow B, the window or door leaf is unlocked first. During the movement of the connecting rod 7 from point P1 to point P2 (see figure 3), the longitudinal displacement of the connecting rod 7 has no
<Desc / Clms Page number 7>
rotating movements of the cam 9 and of the arm 26 as a result, but only the unlocking of the door or window wing, due to the displacement of the pin 8 in the parallel running part 12 of the cam groove 11.
During the displacement of the connecting rod 7 from point P2 to P3 (see figure 3), the rotating movements of the arms 26 take place, due to the change of direction of the second part 13 of the cam groove 11. Here, the left-mounted arm 26 performs a right-turning movement (see direction of arrow Y in Figure 2), while the right-hand arm 26 with two axes 34,35 performs a left-hand rotation (see arrow Z in Figure 5).
At point P3, the arms 26 have one
EMI7.1
angle rotation of about 90 (see Figure 3). The window or door leaf is now in position to follow a lateral sliding movement along the rails 31 (in the direction of arrow W or X in figure 1), via the carts 29 at the bottom and the roller 33 at the top.
When the connecting rod 7 is moved back in the direction of arrow A from point P3 to point P1 via point P2, the reverse occurs, whereby the window or door wing is put back into its frame and the said wing is locked, while moving the connecting rod 7 from point P2 to point Pi.