BE893541A - Verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels - Google Patents

Verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels Download PDF

Info

Publication number
BE893541A
BE893541A BE2/59742A BE2059742A BE893541A BE 893541 A BE893541 A BE 893541A BE 2/59742 A BE2/59742 A BE 2/59742A BE 2059742 A BE2059742 A BE 2059742A BE 893541 A BE893541 A BE 893541A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
stems
press
pick
mobile device
sleeve
Prior art date
Application number
BE2/59742A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Depoortere Michel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Depoortere Michel filed Critical Depoortere Michel
Publication of BE893541A publication Critical patent/BE893541A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/06Harvesting of standing crops of flax or similar fibrous plants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F15/101Feeding at right angles to the compression stroke
    • A01F2015/105Feeding at right angles to the compression stroke the pressing chamber is fed from the top side

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)

Description


  "Verrijdbare inrichting voor

  
het oprapen en binden van

  
hoofdzakelijk parallelle

  
stengels"  De uitvinding heeft betrekking op een verrijdbare inr icht ing voor het oprapen en b inden van hoofdzakelijk parallelle stengels, in het bijzonder vlas- en hennepstengels. welke inrichting een opraapmechanisme bevat, een persinrichting met een van een toevoeropening voor de stengels voorziene perskoker en met daarmee samenwerkende verplaatsbare persmiddelen, een voedingsmechanisme dat tussen het opraapmechanisme en de perskoker is gemonteerd en dat drijfmiddelen bevat die het tijdens de verplaatsing van de persmiddelen continu drijven zodat het tijdens de werking van de persmiddelen continu door het opraapmechanisme opgeraapte stengels aan de persmiddelen toevoert: en een bindmechanisme dat op

  
de perskoker aansluit om de in de perskoker samengeperste stengels tot een baal te binden.

  
Dergelijke inrichtingen worden gebruikt voor het oprapen en tot balen persen van vlas- of hennepstengels die men bij het oogsten in zwaden op het veld heeft gespreid

  
om ze ter plaatse te roten. De geperste balen worden dan naar de bewerkingsplaats gebracht waar de stengels opnieuw in een cont inue laag w orden opengespreid voor de verdere behandeling. Voor deze verdere behandeling dienen de vezels zich zoveel mogelijk evenwijdig aan elkaar te bevinden. Aangezien de vezels zich in de zwaden reeds nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken, betekent dit dat tijdens het tot een baal samenpersen deze evenwi jdighe id niet mag verloren gaan.

  
Bij een bekende verrijdbare inrichting van deze soort is de toevoeropening van de zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende perskoker gevormd door een open einde ervan, tegenover welk einde twee kantelbare persorganen boven elkaar zïjn gemonteerd. Het voedingsmechanisme is gevormd door een band zonder einde welke de door het opraapmechanisme aangevoerde lagen stengels tussen de twee kantelbare persorganen brengt. Bij het kantelen zijn deze twee persorganen zo op elkaar afgesteld dat ze om beurten de door het aanvoermechanisme aangevoerde laag gr i jpen en deze laag in het open einde van de perskoker duwen. Door de kantelende beweging wordt het gegrepen en horizontaal aangevoerde gedeelte van de laag nagenoeg vertikaal gekanteld.

   Doordat de twee kantelende organen zich boven elkaar bevinden wordt het gegrepen gedeelte van de laag achtereenvolgens vanonder gegrepen on naar boven te worden gekanteld en vanboven gegrepen om naar onder te worden gekanteld. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de kantelende persorganen de aangevoerde laag niet afsnijden. Als resultaat van dit alles wordt de laag onder vorm van een lint in zigzag in de koker samengeperst. Wanneer aldus een voldoende hoeveelheid van de laag i.n de perskoker is samengeperst, wordt de laag afgebroken en treedt'

  
 <EMI ID=1.1> 

  
die bestaat uit een in zigzag samengeperste continue laag van evenwijdige stengels, en deze baal kan na het breken van de bindingen gemakkelijk terug worden opengespreid tot een continue laag evenwijdige stengels.

  
De hiervoor beschreven verrijdbare inrichting is dus bijzonder geschikt voor het oprapen en binden van vlasstengels, hennepstengels en andere stengels die evenwijdig aan elkaar dienen te blijven en nadien terug onder vorm

  
van een laag dienen te worden gebracht voor de verdere bewerking. Door de aanwezigheid van twee kantelende persorganen die moeten worden gedreven zijn deze bekende inrichtingen evenwel relatief kostbaar. Daarenboven stelt de synchron isatie van de kantelende beweging van de kantelende persorganen veel problemen. De minste afwijking in deze synchronisatie heeft een storing voor gevolg. 

  
De uitvinding heeft tot doel de ze nadelen te verhelpen en een verrijdbare inr icht ing voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stenge ls te verschaffen waarmee eveneens balen worden verkregen die nadien gemakkelijk in een continue laag parallelle stengels kunnen worden opengespreid, maar waarvan de constructie eenvoudig is en de werking zeer betrouwbaar is.

  
 <EMI ID=2.1> 

  
ting in een zijwand van de toevoeropening voor de stengels voorzien, en zijn de persmiddelen gevormd door een in de perskoker in hoofdzaak axiaal verplaatsbare perskop en door middelen om deze perskop in de perskoker heen en weer te verplaatsen tussen een ingeschoven stand, waarbij hij de toevoeropening nagenoeg volledig open laat, en een uitgeschoven werkstand, waarbij hij de toevoeropening afsluit, op een spleet na waarmee de toevoeropening op het aan de perszijde van de perskop gelegen gedeelte van de perskoker uitgeeft.

  
De persinrichting bevat slechts één verplaatsbaar orgaan, nl. een perskop, die daarenboven niet kantelbaar is maar lineair verplaatsbaar is.

  
Er zijn wel inrichtingen voor bet oprapen en binden bekend die een opraapmechanisme, een persinrichting en een bindmechanisme bevatten waarbi j de pers inr icht ing een perskoker bevat, een axiaal daarin verp laatsbare perskop en middelen om de perskop in de&#65533;koker te verplaatsen, maar deze inrichtingen bevatten geen tijdens het verplaatsen van de perskop continu gedreven voedingsmechanisme.

  
De laatst bedoelde bekende verrijdbare inrichtingen bevatten onder de. zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende, perskoker, die in de onderkant van de toevoeropening is voorzien, een zich van onder naar boven uitstrekkende voorraadkamer. Deze voorraadkamer geeft met haar bovenste einde op de toevoeropening van de perskoker uit. Het opraapmechanisme is tegenover het onderste einde van deze voorraadkamer opgesteld. D it opraapmechanisme raapt

  
de stengels van de grond op en brengt ze in de vooraadkamer. In deze voorraadkamer is een stuw gemonteerd die de aldus aangevoerde stengels opwaarts stuwt en reeds enigszins samenperst. Pas wanneer de voorraadkamer voldoende ver is gevuld, komt een wentelbare arm in werking die de volledige en reeds voorgeperste inhoud van de voorraadkamer ineens in de perskoker brengt, waarin deze voorraad dan verder wordt samengeperst door de perskop. Deze perskop sluit tijdens het persen de toevoeropening volledig af, zodat in de perskoker na elkaar meerdere samengeperste blokken stengels worden gevormd. Wanneer er voldoende blokken in de perskoker aanwezig zijn, treedt het b indmechanisme in werking om meerdere van deze blokken tot een baal te binden.

  
Met deze bekende inrichtingen worden balen verkregen die nadien niet of moeilijk terug in een continue laag evenwijdige stengels kunnen worden verdeeld. Niet alleen worden in de voorraadkamer de stengels eerst ongericht voorgeperst, zodat daar reeds e en groot gedeelte van de evenwijdigheid van de stengels verloren gaat, maar in

  
de perskoker worden de stengels in afzonderlijke blokken samengeperst die dan tot een baal worden samengebonden.

  
De baal kan dan wel nadien tot blokken door elkaar gestrengelde stengels worden verdeeld, maar niet of moeilijk in een continue laag evenwijdige stengels. De hiervoor beschreven inrichtingen zijn dan wel goed geschikt voor het oprapen en.samenpersen van hooi, gras, stro en andere stengels die in willekeurige richtingen worden sa-mengeperst, maar zijn in het geheel niet geschikt voor het oprapen en tot balen persen van vlasstengels, hennepstengels of andere in hoofdzaak parallelle stengels die tijdens het persen evenwijdig aan elkaar dienen te blijven en die na het tot een baal persen terug tot een continue laag evenwijdig aan elkaar dienen te worden opengespreid.

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding. is de toevoeropening in de zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende perskoker in de bovenkant van deze perskoker gelegen. zodat de door het aanvoermechanisme aangevoerde stengels ten minste gedeeltelijk onder invloed van de zwaartekracht bij open toevoeropening in de perskoker vallen.

  
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uit-

  
 <EMI ID=3.1> 

  
met een einde op de toevoeropening uitmondt en in dit kanaal in de richting van de toevoeropening verplaatsbare meeneemorganen.

  
In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitv ind ing bevat de inr icht ing e en verdichtingsinrichting d ie tussen het opraapmechanisme en het voedingsmechanisme is gemonteerd en die de stengels, zonder hun parallell isme te verbreken, in een dikkere laag verdicht.

  
De verdichtingsinrichting zorgt voor een compacte dikke laag stengels en veroorzaakt dus ook enigszins een voorpersen. Dit voorpersen is evenwel totaal verschillend van het voorpersen dat bekomen wordt bij de laatst bedoelde bekende inrichtingen. In deze bekende inrichtingen gebeurt dit voorpersen ongericht met een grote massa, en dit terwijl er geen stengels aan de perskoker worden toegevoerd. Bij de hiervoorgenoemde uitvoeringsvorm van de uitvinding gebeurt dit verdichten zonder het parallellisme van de stengels te verbreken en dit ter-wijl deze laag continu wordt toegevoerd aan de toevoeropening van de perskoker.

  
B i j voorkeur bevat de verdichtingsinrichting ten minste een steun voor de aangevoerde stengels, ten minste een daartegenover gemonteerd en van uitsteeksels voorzien orgaan zonder einde en middelen om dit orgaan

  
 <EMI ID=4.1> 

  
uitsteeksels die kleiner is dan de aanvoersnelheid van

  
het opraapmechanisme.

  
De stengels worden dus door het opraapmechanisme sneller aangevoerd dan ze worden meegenomen door het orgaan zonder einde. zodat er een opstapeling van stengels boven de steun plaatsvindt.

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hier volgende beschrijving van een verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.

  
Figuur 1 is een schematisch gehouden zijaanzicht. met plaatselijke wegsnijding. van een verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels, volgens de uitvinding. Figuur 2 is een schematisch gehouden bovenaanzicht van de verrijdbare inrichting uit figuur 1. Figuur 3 stelt een doorsnede voor volgens de lijn III - III uit figuur 2, maar op grotere schaal getekend. Figuur 4 stelt een schematisch gehouden dwarse doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 3, maar waarbij de perskop in een andere stand, nl. tijdens het samenpersen, is voorgesteld. Figuur 5 stelt een schematisch gehouden doorsnede voor analoog aan deze uit de figuren 3 en 4, maar met de perskop in een nog andere stand, nl. in zijn uitgeschoven werkstand op het einde van zijn persbeweging.

    Figuur 6 stelt een schematisch-gehouden dwarse doorsnede voor analoog aan de ze uit figuren 3 tot 5, maar met de perskop in een nog andere stand, nl. tijdens zijn terugkeren naar zijn beginstand.

  
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.

  
De verri jdbare inr ichting volgens de figuren bestaat in hoofdzaak uit een opraapmechanisme 1, een verdichtingsinrichting 2, een voedingsmechanisme 3, een persinrichting 4 en

  
 <EMI ID=5.1> 

  
tingen 2 en 4 zijn gemonteerd op een gestel 6 dat door twee wielen 7 wordt gedragen. De inrichting kan zelfrijdend zijn, in welk geval de wielen 7 worden gedreven door een motor, of door een trekker worden getrokken, in welk geval, zoals in de f iguren voorgesteld, de wielen 7 op een ten opz ichte van het gestel 6 gelegerde as 8 zijn bevestigd.

  
Het opraapmechanisme 1 is van een op zichzelf bekende constructie en wordt hierna dan ook slechts beschreven in zover nodig om de werking van de inrichting duidelijk te maken.. 

  
Het opraapmechanisme 1 kan enkelvoudig zijn om één enkele op het veld liggende zwade vlas op te rapen of kan, zoals in de figuren voorgesteld is, dubbelvoudig zijn om tegelijkertijd twee naast elkaar liggende zwaden vlas op te ra-

  
 <EMI ID=6.1> 

  
twee transportinrichtingen zonder e inde. Elk van deze transportinrichtingen bestaat bv. uit een van pinnen voorziene band zonder einde 9 die met beide einden over riemschijven
10 loopt. De band zonder einde 9 strekt zich van onder naar boven uit in de zin tegengesteld aan de rijzin van de inrichting, welke rijzin in de figuren 1 en 2 door de pijl 11 is aangeduid. De onderste riemschijven 10 van de twee transportinrichtingen 9,10 zijn, juist boven de grond, naast elkaar draaibaar ten opzichte van het gestel 6 gemonteerd. De bovens te r iems ch i jven 10 van de twee transport inr icht ingen 9,10 zijn daarentegen boven elkaar op het gestel 6 gemonteerd. Deze laatstgenoemde riemschijven 10 worden via een niet in de figuren voorgestelde overbrenging door de aftakas van de trekker gedreven.

   De band zonder einde 9 van elke transport inrichting 9,10 loopt in acht-vorm rond de twee transportschijven 10, zo dat de eropstaande pennen steeds naar buiten zijn gericht. D it betekent dat de twee stroken van de band zonder einde elkaar tussen de riemschijven 10 niet alleen kruisen, maar daarenboven over 180[deg.] rond hun langsrichting worden gekanteld. De zich op het .veld bevindende stengels worden door de onderkant van de band zonder einde 9 meegenomen naar boven en ondersteboven ge kanteld, zodat ze zich aan de bovenkant van de transportinr ichting 9,10 aan de bovenkant van de band zonder einde 9 bevinden en door het omkeren van deze band rond de bovenste riemschijf 10 door de zwaartekracht van de band 9 vallen.

  
De vlasstengels worden opgevangen op een horizontale tafel 12 die op de bovenkant van het gestel 6 is gemonteerd. Deze tafel 12 maakt deel uit van de verdichtingsinrichting

  
2 welke tevens twee transportbanden zonder einde 13 en een transportband zonder einde 14 bevat. Deze transportbanden

  
 <EMI ID=7.1> 

  
bovens te einde van de transport inr icht ingen zonder e inde 9,10 en strekken zich nagenoeg in een driehoek uit over drie

  
 <EMI ID=8.1>   <EMI ID=9.1> 

  
De riemschijven 15 zijn zo draa ibaar op het gestel 6 gemonteerd dat een strook van elke transportband zonder einde 13 zich horizontaal juist boven de tafel 12 uitstrekt en een strook ervan zich verticaal tegenover de uiteinden van de transportinrichtingen 9,10 uitstrekt. Eén van de riemschijven 15 van elke transportinrichting 13,15 wordt gedreven

  
door de aftakas van de trekker via een niet in de figuren voorgestelde overbrenging, en wel met zulkdanige snelheid

  
dat de lineaire snelheid van de transportbanden 13 kleiner

  
is dan de lineaire snelheid van de banden zonder einde 9.

  
De transportbanden 13 helpen het omlaag vallen van de door

  
de banden zonder einde 9 aangevoerde stengels. Tegenover de verticale stroken van de twee transportbanden 13 komen niet alleen twee dunne laagjes stengels, aangevoerd door respectievelijk de twee banden zonder einde 9 samen, maar de aanvoer gebeurt met een grotere snelhe id dan de afvoer door de transportbanden 13, een en ander zo dat er zich tussen de transportbanden 13 en de tafel 12 een dikkere laag stengels vormt. De transportband 14 loopt rond twee riemschijven 16, waarvan de ene zich tussen de, in de rijzin gezien, meest naar achter

  
 <EMI ID=10.1> 

  
vindt, en waarvan de andere zich boven het bovenste open

  
einde van een toevoerkanaal 17 bevindt, een en ander zo dat

  
de twee stroken van de transportband 14 zich nagenoeg horizontaal bevinden en de onderste strook zich juist boven de tafel
12 bevindt, op dezelfde hoogte als de onderste stroken van de transportbanden 13. Eén van de riemschijven. 16 wordt via een niet in de figuren voorgestelde overbrenging door de aftakas van

  
 <EMI ID=11.1> 

  
aire snelheid van de transportband 14 nog iets kleiner is dan de lineaire snelheid van de transportbanden 13. Doordat de transportinrichting 14,16 de vlasstengels nog trager afvoert dan de transportinrichtingen 13,15, stapelen de stengels zich onder de transportinrichting 14,16 op en neemt de dikte van de laag stengels er toe. Door de transportinrichting 14,16 van de verdichtingsinrichting 2 wordt dus een relatief dikke en reeds enigszins samengedrukte laag stengels vlas naar het toevoerkanaal 17 getransporteerd. D it toevoerkanaal 17 bevindt zich met zijn bovenste open einde naast een uiteinde van tafel 12 en strekt zich schuin naar

  
 <EMI ID=12.1> 

  
duide rijzin uit. Dit toevoerkanaal 17 vormt samen met twee rijen meeneemvingers 18 en een drijfmechanisme 19 daarvoor het voedingsmechanisme 3.

  
Het drijfmechanisme 19 wordt gedreven via een niet in de figuren voorgestelde overbrenging door de aftakas van de trekker en is zo geconstrueerd dat de meeneemvingers 18 zich in het toevoerkanaal 17 uitsluitend van boven naar onder verplaatsen. Dit drijfmechanisme 19 bevindt zich in de

  
 <EMI ID=13.1> 

  
neemvingers 18 aangebracht. De meeneemvingers 18 van elk van de twee r ijen dringen door de spleten 20 het toevoerkanaal 17 binnen, verplaatsen zich neerwaarts en verlaten meer naar onder terug het toevoerkanaal 17. Om deze beweging van de meeneemvingers 18 te verwezenlijken kan het drijfmechanisme 19 gevormd zijn door een band zonder einde waarop de vingers 18 vastgemaakt zijn. Dit drijfmechanisme 19 kan ook, zoals in de f iguren is voorgesteld, gevormd zijn door een krukmechanisme. De meeneemvingers 18 zijn vastgemaakt op holle assen 21 die draaibaar de uitbochtingen van een krukas 22 omringen. Aan elke holle as 21 is een arm 23 bevestigd die onder de krukas 22 scharnierend bevestigd is aan een einde van een tweede arm 24 die met zijn andere einde scharnierend met het gestel 6 is verbonden. De krukas 22 wordt via een niet in de figuren voorgestelde overbrenging

  
 <EMI ID=14.1> 

  
Het toevoerkanaal 17 geeft met zi jn onderste e inde uit op een toevoeropening 25 die in de bovenzijde van een zich horizontaal in de door de pijl 11 aangeduide rijzin uit-

  
 <EMI ID=15.1> 

  
zit een rechthoekige doorsnede die overeenkomt met de doorsnede van een te vormen baal. In de perskoker 26 is een perskop 27 heen en weer verplaatsbaar gemonteerd. Deze perskop 27 is, in de langsrichting van de perskoker 26 gez ien, iets langer dan de toevoeropening 25. De breedte van de perskop 27 komt overeen met de binnenbreedte van de perskoker 26, maar de hoogte ervan is kleiner dan de binnenhoogte van de perskoker 26. De perskop 27 is bevestigd op een stang

  
 <EMI ID=16.1> 

  
matisch in de figuren voorgesteld dubbelwerkend hydraulisch cilinder-zuigermechanisme 32.

  
Dit cilinder-zuigermechanisme 32 wordt door middel van een niet in de f iguren voorges telde besturingsinrichting zo bestuurd dat de perskop 27 verplaatsbaar is tussen een ingeschoven stand, waarbij hij, in de door de pijl 11 aangeduide ri jzin gezien, volledig vóór de toevoeropening 25 is gelegen en deze opening dus volledig open laat, en een uitgeschoven werkstand, waarbij hij zich naar achter voorbij de toevoeropening 25 bevindt en de toevoeropening 25 afsluit op een spleet 29 na die aan de perszijde, dit is de aan de achterkant van de inrichting gelegen zijde van de perskop 27, op de perskoker 26 uitgeeft. Deze spleet 29 blijft open aan de bovenkant, tussen de bovenwand van.de perskoker 26 en de bovenzijde van de perskop 27, doordat deze laatste minder hoog is dan de perskoker 26.

   In de figuren 1,2 en 3 is de perskop 27 in zi jn volledig ingeschoven stand voorgesteld, terwijl in de figuur 5 deze perskop 27 in zijn uitgeschoven werkstand is voorgesteld. Behalve tijdens de werking van het bindmechanisme 5 wordt de perskop 27 heen en weer verplaatst door het cilinder-zuigermechanisme 32. Tijdens deze heen en weer verplaatsing van de perskop 27 is het voedingsmechanisme 3 in werking, waardoor continu een laag 30 van vlasstengels naar de toevoeropening 25 wordt gevoerd, ongeacht de stand van de perskop 27. Wanneer de ze perskop 27 maximaal de toevoeropening 25 afsluit, stapelt deze laag 30 zich op boven de perskop 27. Het opgestape lde gedeelte van de laag 30 valt dan, door de zwaartekracht en door de aanvoer van nieuwe stengels door het voedingsmechanisme 3, door de toevoeropening 25 in het perskanaal 26 zodra de perskop
27 de toevoeropening 25 vrijmaakt.

   Om te beletten dat vlasstengels zich met de perskop 27 mee zouden verplaatsen wanneer h i j terug naar z i jn beg ins tand keert, z i jn in de perskoker 26 scharnierend weerhoudv ingers 33 gemonteerd. Deze weerhoudvingers 33 zijn, juist achter de toevoeropening 25, met hun voorste einde scharnierend aan de bovenwand van de perskoker 26 vastgemaakt en hangen door de zwaartekracht zo in de perskoker 26 dat hun onderste rand schuin naar omlaag en naar achter is gericht. Op het einde van zijn achterwaartse persbeweging licht de perskop 27 deze vingers 33 op. Deze weerhoudvingers 33 laten door een opwaartse kantel ing de vlasstengels van voor naar achter onder hen door, maar beletten de verplaatsing van de vlasstengels in de omgekeerde zin.

   Doordat de perskop 27 de toevoeropening 25 nooit volledig afsluit, maar er steeds een spleet 29 open blijft, wordt de laag 30 niet door de perskop 27 afgebroken. Dit alles heeft voor gevolg dat de laag 30 in de perskoker 3 in zigzag wordt samengeperst zonder dat daarb ij de laagstruktuur of de evenwijdigheid van de vlasstengels verloren gaat. Enkel tussen twee balen 31 is de laag 30 onderbroken, zoals hierna zal worden uiteengezet. 

  
In de figuren 3 tot 6 is het vormen van een neeren opgaande baan van de in zigzag samengeperste strook 30 in detail voorgesteld.

  
In figuur 3 is de perskop 27 in zijn volledig ingeschoven stand voorgesteld en een gedeelte 30' van de strook 30 is als een lus doorheen de toevoeropening 25 in het perskanaal 26 gevallen. De aanvoers nelheid van de laag
30, die onder meer bepaald wordt door de voedingssnelheid van het voedingsmechanisme 3, wordt in funktie van de afmetingen van de perskoker 26 zo bepaald dat de lus 30' tot tegen de onderz ijde van de koker 26 reikt.

  
In figuur 4 is de perskop 27 voorgesteld ti jdens

  
 <EMI ID=17.1> 

  
verder aangevoerd door het voedingsmechanisme 3, waarbij de meeneemvingers 28 zich dus merkelijk sneller op en neer verplaatsen dan de perskop 27 zich heen en weer verplaatst.

  
In figuur 5 is de perskop 27 in zijn uitgeschoven werkstand voorgesteld, waarbij de lus 30' dichtgeperst is tegen de vorige samengeperste lussen die zich in de perskoker 26 bevinden. Een gedeelte van de laag 30 ligt nu op de b ovenkant van de perskop 27 en de strook 30 strekt zich doorheen de spleet 29 uit. De weerhoudvingers 33 werden door de perskop 27 en de erop liggende strook 30 weggeduwd en zijn maximaal naar boven gekanteld.

  
De perskop 27 keert terug naar zijn beginstand. Zodra hij, zoals in figuur 6 voorgesteld is, voorbij het achterste einde van de toevoeropening 25 is, valt het gedeelte van de strook 30 dat boven de perskop 27 lag doorheen de toevoeropening 25 in de koker. De weerhoudvingers
33 beletten het naar voor meegaan van de vlasstengels. Door de zwaartekracht vallen de vingers omlaag zodra de perskop 27 ze niet langer omhoog duwt. Ze houden dan de reeds s amengeperste lussen 30' tegen. Tijdens het terugkeren van de pers-kop 27 voert het voedingsmechanisme 3 nog steends nieuwe stengels aan, zodat, wanneer de perskop 27 terug zijn beginstand inneemt, zoals voorgesteld is in figuur 3, een nieuwe lus 30' tegenover de toevoeropening 25 in de perskoker 26 hangt en de hiervoor beschreven cyclus zich kan herhalen.

  
Wanneer er voldoende lussen in de perskoker zijn samengedrukt, treedt het op de perskoker 26 gemonteerde bindmechanisme 5 in werking. Het bindmechanisme 5 is van

  
 <EMI ID=18.1> 

  
schreven. Op een bekende manier worden door dit mechanisme een of meer koorden of draden rond de samengeperste lussen gebonden. De aldus gevormde baal 31 wordt door nieuwe lussen 30', die door de perskop 27 in de perskoker 26 naar achter worden geduwd, verder geduwd tot ze uit de perskoker
26 valt.

  
 <EMI ID=19.1> 

  
broken. Hiertoe stopt men de inrichting, bijvoorbeeld nadat de druk in het persgedeelte van de perskoker 26 een zekere waarde heeft overschreden en daarvan tengevolge een geluidsignaal werd gegeven. Door dit stoppen valt het opraapmechanisme 1 stil en worden ook de transportbanden 13 van de verd icht ings inr icht ing 2 niet langer gedreven. De inr ichting is evenwel zo geconstrueerd dat de transportband 14, het voedingsmechanisme 3 en de perskop 27 in werking blijven. Doordat de aanvoer van vlasstengels ophoudt, maar de afvoer door de transportband 14 verder gaat, eindigt ook de laag 30. Na het samenpersen van de laatste stengels van deze laag in de perskoker 26, gaat de perskop 27 eenmaal verder naar achter dan zijn achterste werkstand, hetgeen een bijkomende samendrukking van de reeds samengeperste stengels in de perskoker 26 veroorzaakt.

   Dan pas treedt het bindmechanisme 5 in werking. Juist na het binden verplaatst de perskop 27 zich nog iets meer naar achter, waarna hij naar zijn begin-s tand terugkeert en de inr icht ing terug verder kan r i jden, zodat de hiervoor beschreven cyclus opnieuw kan beginnen.

  
De laag 30 wordt dus uitsluitend onderbroken tus-

  
 <EMI ID=20.1> 

  
zich ononderbroken in z igzag geplooid. Door het nadien verwijderen van de koorden of draden die de baal 31 samenhouden, kan deze baal 31 opnieuw worden opengespreid tot een continue lange laag 30, waarin de vlasstengels zich evenwijdig aan elkaar bevinden. 

  
De hiervoor beschreven inrichting is relatief eenvoudig van constructie en vooral bedrijfszeker. Het aanpassen van de inrichting aan veranderende omstandigheden, zoals bv. een dikkere laag 30 of grotere balen, enz..., kan gemak-

  
 <EMI ID=21.1> 

  
perskop 27 kan immers gemakkelijk worden ingesteld, zowel wat betreft de snelheid als wat betreft de slaglengte en deze beweging kan gemakkelijk worden gesynchroniseerd met de beweging van het voedingsmechanisme 3 en met de'aanvoersnelheid van de verdichtingsinrichting 2 aan dit voedingsmechanisme 3.

  
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen worden aangebracht, onder meer wat betreft de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding worden gebruikt.

  
In het bijzonder is de inrichting niet uitsluitend bestemd voor het oprapen en binden van vlasstengels. Ook an-

  
 <EMI ID=22.1> 

  
vinden en evenwijdig dienen, te worden samengeperst, zoals hennepstengels, kunnen ermee worden opgeraapt en samengeperst.

  
Het opraapmechanisme, de verdichtingsinrichting en het voedingsmechanisme moeten niet noodzakelijk van de hier-

  
 <EMI ID=23.1>  

  
voor beschreven constructie zijn. Ze kunnen ook van een andere. bv. bekende. constructie zijn. De inr ichting moet overigens niet noodzakelijk een verdichtingsinrichting bevatten.

  
De baan van de perskop en dus de as van de perskoker moeten niet noodzakelijk perfect horizontaal zijn; ze kunnen ook licht hellend zijn. Deze baan en deze as moeten ook niet perfect rechtlijnig zijn;.ze kunnen ook lichtjes gebogen zijn.

  
Het onderbreken van de laag stenge ls tussen de balen moet ook niet noodzakelijk op de hiervoor beschreven manier gebeuren. Dit onderbreken kan plaatsvinden zonder dat de inrichting dient te worden gestopt, bijvoorbeeld door een

  
 <EMI ID=24.1> 

  
den. De drijfinrichting kan volledig mechanisch zijn.

Claims (14)

CONCLUSIES
1. Verr ijdbare inricht ing voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels, in het bijzonder vlas- en hennepstengels, welke inrichting een opraapmechanisme bevat, een persinrichting met een van een toevoeropening voor de stengels voorziene perskoker en met daarmee samenwerkende verplaatsbare persmiddelen, een voedingsrnechanisme dat tussen het opraapmechanisme en de perskoker is gemonteerd en dat drijfmiddelen bevat d ie het t i jdens de verplaats ing van de persmiddelen continu drijven zodat het tijdens de werking van de persmiddelen continu door het opraapmechanisme opgeraapte stengels aan de persmiddelen toevoert, en een bindmechanisme dat op de perskoker aansluit om de in de perskoker samengeperste stengels tot een baal te binden, met het kenmerk dat de perskoker van de pers inrichting in een zijwand van de toevoeropening voor de stengels is voorzien,
en de persmiddelen zijn gevormd door een in de perskoker in hoofdzaak axiaal verplaatsbare perskop en door middelen om deze perskop in de perskoker heen en weer te verplaatsen tussen een ingeschoven stand, waarbij hij de toevoeropening nagenoeg volledig open laat, en een uitgeschoven werkstand, waarb ij hij de toevoeropening afsluit, op een spleet na waarmee de toevoeropening op het aan de perszijde van de perskop gelegen gedeelte van de perskoker uitgeeft.
2. Verrijdbare inrichting volgens vorige conclusie. met het kenmerk dat de toevoeropening in de zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende perskoker in de bovenkant van deze perskoker is gelegen, zodat de door het aanvoermechanisme aangevoerde stengels ten minste gedeeltelijk onder invloed van de zwaartekracht b ij open toevoeropening
in de perskoker vallen. 3. Verrijdbare inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het voedingsmechanisme een toevoerkanaal bevat dat met een einde op de toevoeropening <EMI ID=25.1>
ning verplaatsbare meeneemorganen.
3 en 5, met het kenmerk dat de perskoker zich in hoofdzaak
<EMI ID=26.1>
geeft op de toevoeropening in de bovenkant van de perskoker en met zijn bovenste open einde onder het afvoereinde van de verdichtingsinrichting is gelegen, en het opraapmechanisme zich van onder naar boven uitstrekt en met zijn bovenste einde ten minste ter hoogte van de verdichtingsinrichting is gelegen.
4. Verrijdbare inrichting volgens vorige conclus ie, met het kenmerk dat het voedingsmechanisme een aantal in het kanaal zich in de richting van de toevoeropening verplaatsende vingers bevat, die doorheen gleuven in de wand van de koker steken en een buiten het kanaal opgesteld drijfmechanisme dat de vingers doorheen de spleten in het kanaal brengt, ze
in de hogergenoemde richting verplaatst, ze buiten het kanaal brengt en buiten het kanaal in de tegengestelde richting tot terug in de beginstand brengt.
5. Verrijdbare inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de inrichting een verdichtingsinrichting bevat die tussen het opraapmechanisme en het voedingsmechanisme is gemonteerd en die de stengels, zonder hun parallellisme te verbreken, in een dikkere laag verdicht.
6. Verr i jdbare inr icht ing volgens vorige conclus ie, met het kenmerk dat de verdichtingsinrichting ten minste een steun voor de aangevoerde stengels bevat, ten minste een daartegenover gemonteerd en van uitsteeksels voorzien orgaan zonder einde en middelen om dit orgaan zonder einde te drijven met een lineaire snelheid van de uitsteeksels die kleiner is dan de aanvoersnelheid van het opraaprnechanisme.
7. Verr i jdbare inr icht ing volgens vorige conclus ie, met het kenmerk dat de verdicht ings inricht ing ten minste
twee na elkaar opgestelde en van uitsteeksels voorziene organen zonder einde bevat die tegenover de steun zijn gemonteerd, en middelen om deze twee organen zo te drijven dat de lineaire snelheid van het orgaan zonder einde dat het dichtst b ij het opraapmechanisme is gelegen kle iner is dan de aanvoersnelheid van het opraapmechanisme en de lineaire snelheid van &#65533; het orgaan zonder einde dat het verst van dit opraapmechanisme is gelegen nog kleiner is dan de lineaire snelheid van het eerstgenoemde orgaan zon&#65533;&#65533;r einde.
8. Verrijdbare inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het opraapmechanisme ten minste een van uitsteeksels voorziene band zonder einde bevat en middelen om deze band zonder einde te drijven.
9. Verrijdbare inrichting volgens de conclusies 2,
10. Verrijdbare inr icht ing volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de middelen om de perskop te verplaatsen deze perskop zo verplaatsen dat hij in uitgeschoven werkstand tot voorbij de toevoeropening in een zijde van de perskoker reikt, terwijl de spleet,waarmee bij deze werkstand de toevoeropening met de binnenkant van de perskoker in verbinding staat, tussen de laatstgedoe lde zijde van de perskoker en de zijwand van de perskop is gevormd.
11. Verrijdbare inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de perskoker op zijn
<EMI ID=27.1>
opening van weerhoudorganen is voorzien.
12 . Verrijdbare inr icht ing volgens de conclusies 10 en 11, met het kenmerk dat deze weerhoudorganen scharnierend in de spleet zijn gemonteerd en door de perskop in zijn uitgeschoven werkstand naar de wand van.de koker wor-den weggeduwd.
13. Verr i jdbare inr icht ing volgens conclus ie 7, met het kenmerk dat de middelen om de organen zonder einde van de verdichtingsinrichting te drijven zo geconstrueerd zijn dat bij het stoppen van de machine het dichtst bij het opraapmechanisme gelegen orgaan zonder einde stilvalt. ter-
<EMI ID=28.1>
om zo de laag stengels tussen twee te vormen balen te onderbreken.
14. Verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakeli jk parallelle stengels, zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE2/59742A 1982-06-17 1982-06-17 Verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels BE893541A (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE893541 1982-06-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE893541A true BE893541A (nl) 1982-12-17

Family

ID=3862005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/59742A BE893541A (nl) 1982-06-17 1982-06-17 Verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE893541A (nl)
FR (1) FR2528660B1 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1992022690A3 (de) * 1991-06-15 1994-05-11 Verfahren zum entholzen von flachs und flachsaufbereitungsmaschine zur durchführung dieses verfahrens
US8475628B1 (en) 2011-03-29 2013-07-02 Hbi Branded Apparel Enterprises, Llc Process and apparatus for orienting bast stalks for decortication
US8635844B1 (en) 2011-03-29 2014-01-28 Hbi Branded Apparel Enterprises, Llc Method for harvesting bast plants

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5452652A (en) * 1994-03-16 1995-09-26 Brooks; Thomas W. Apparatus for removing and baling plastic mulch

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3151703A (en) * 1962-01-02 1964-10-06 Gen Motors Corp Transmission
US4124078A (en) * 1975-06-02 1978-11-07 C. Van Der Lely N.V. Agricultural implements
NL7601150A (nl) * 1976-02-05 1977-08-09 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1992022690A3 (de) * 1991-06-15 1994-05-11 Verfahren zum entholzen von flachs und flachsaufbereitungsmaschine zur durchführung dieses verfahrens
US5466188A (en) * 1991-06-15 1995-11-14 Claas Ohg Method of decorticating flax and a flax dressing machine for carrying out this method
US8475628B1 (en) 2011-03-29 2013-07-02 Hbi Branded Apparel Enterprises, Llc Process and apparatus for orienting bast stalks for decortication
US8635844B1 (en) 2011-03-29 2014-01-28 Hbi Branded Apparel Enterprises, Llc Method for harvesting bast plants
US9107342B2 (en) 2011-03-29 2015-08-18 Hbi Branded Apparel Enterprises, Llc Method for harvesting bast plants

Also Published As

Publication number Publication date
FR2528660A1 (fr) 1983-12-23
FR2528660B1 (fr) 1987-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11166412B2 (en) Baler and method of baling
US4106267A (en) Baler loading method and apparatus
EP0082170B1 (en) Method and apparatus for forming bales
EP1106055B1 (en) A bale press
US9439359B2 (en) Agricultural square baler
US5479766A (en) Baling apparatus and method
US2757602A (en) Automatic pick-up baler
BE893541A (nl) Verrijdbare inrichting voor het oprapen en binden van hoofdzakelijk parallelle stengels
US2859688A (en) Method of baling
US5193449A (en) Hay baler
DE3881947T2 (de) Aufnahmevorrichtung für eine von unten geladene Presse.
EP0031192A1 (en) Agricultural pick-up wagon with chopping device
US3110246A (en) Hay baler
EP0309940B1 (en) Simplified crop baler
US4104853A (en) Hay baler
US2929191A (en) Pick-up and feed means for baler
US2975581A (en) Pick-up baler with cross conveyer
US9591807B1 (en) Continuous square baler
US1081624A (en) Hay-baling machine.
US867805A (en) Combined rake and baling-press.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: DEPOORTERE MICHEL

Effective date: 19900630