BE884234A

BE884234A - Sandwichpaneel, werkwijze ter vervaardiging hiervan en daarbij gebruikte inrichting

Info

Publication number: BE884234A
Application number: BE0/201337A
Authority: BE
Original assignee: Joris Jozef
Priority date: 1980-07-09
Filing date: 1980-07-09
Publication date: 1980-11-03

Description

"Sandwichpaneel, werkwijze ter vervaardiging hiervan en

daarbij gebruikte inrichting".

De uitvinding betreft een sandwichpaneel bevatten de

een buitenlaag en een daarmee verbonden, bij voorkeur gepro- fileerde binnenplaat, waartussen een isolerende verhardende

vulmassa is aangebracht. Dergelijke of gelijkaardige sandwichpanelen zijn bekend. Zij kunnen worden gebruikt zowel voor

dak- als voor wandconstructies. Met de sandwichpanelen van

de tot nog toe bekende soorten zijn bijzondere maatregelen te

treffen om de voeg tussen de langswanden van twee naast elkaar

liggende panelen met een isolerend materiaal te overtrekken.

Bij dakconstructies vormt deze voeg een bijzonder delikate verbinding tussen twee panelen. Een plaatselijke belasting,

1 b.v. wanneer op het dak wordt gelopen, kan doorbuigen van het overhangend gedeelte van het paneel voor gevolg hebben j zodat de isolerende vulmassa, gewoonlijk isolatieschuim, van de buitenlaag die als buitenbeschermingslaag fungeert, kan loskomen. Ook het aanbrengen, op de buitenlaag, ter hoogte

van de voeg tussen twee panelen van een verbindingsband is

een tijdrovende oplossing.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van sandwichpanelen volgens

de uitvinding.

Bij de tot nog toe bekende werkwijzen wordt de isolerende verhardende vulmassa, onder vorm van een schuim meestal continu tussen de geprofileerde binnenplaat en de

daarbij gebruikte buitenlaag ingespoten. Bij deze werkwijze

ligt de metale binnenplaat aan de onderkant zodat de componenten van de vulmassa bij het reageren en verharden onregelmatigheden kunnen vertonen doordat de vulmassa op een niet

effen vlak wordt gespoten. In elk geval ontstaan langs de bovenzijde van het ondertussen verhard schuim, luchtbellen

die, wanneer de buitenlaag op het verharde schuim wordt aangebracht, zwakke plaatsen vertonen. Ook de afwisselende uitwerkingen van warmte en koude hebben op de buitenlaag ter

plaatse van deze luchtbellen nadelige gevolgen. Het afge-

werkt sandwichpaneel vertoont dan langs de zijde die bestemd

is om de buitenwand te vormen, hetzij als wand, hetzij als

dak, onregelmatigheden die niet alleen onesthetisch zijn

maar ook uit :een zuiver technisch oogpunt zeer nadelig kunnen zijn.

Bij de hierboven beschreven werkwijze moet er ook zorg voor gedragen worden dat de lucht regelmatig aan

één zijde van de continu afgewikkelde elementen van het paneel kan ontsnappen. Indien dit niet het geval is zal

de tussen het schuim en de buitenlaag gevatte lucht de werking van oneffenheden en blaren nog erger in de hand werken.

De uitvinding heeft tot doel deze en andere nadelen zowel van de bekende sandwichpanelen als van de

ter vervaardiging hiervan gebruikte werkwijze te verhelpen.

Te dien einde wordt, in het sandwichpaneel volgens de uitvinding, hogerbedoelde buitenlaag gevormd door de als definitief te beschouwen waterdichte niet metalen afdichtingslaag.

Een detail van de uitvinding bestaat hierin dat het sandwichpaneel volgens de uitvinding langs één zijde een overlappingsstrook of flap vertoont die, in de afgewerkte dak- of muurconstructie, op de rand van een naastliggend paneel kan worden gehecht.

Voordelig is hogerbedoelde vulmassa langs de zijden die met naastliggende panelen in contact moeten

komen, schuin geprofileerd zodat alle panelen onder dezelfde hoek bij elkaar aansluiten.

Voordelig is hogerbedoelde buitenlaag ook met de geprofileerde zijden van hogerbedoelde vulmassa in contact.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op de werkwijze voor het vervaardigen van een sandwichpaneel volgens de uitvinding en op de inrichting voor het vervaardigen van een dergelijk sandwichpaneel.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een sandw ichpaneel volgens de uitvinding alsook van de werkwijze 1 voor het vervaardigen van een dergelijk sandwichpaneel en

Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van een sandwichpaneel volgens de uitvinding. Figuur 2 is een dwarsdoorsnede door een zelfde sandwichpaneel en door een gedeelte van een aansluitend tweede sandwichpaneel. Figuur 3 is een perspectivische voorstelling van <EMI ID=2.1>

hangende flap en de in de langsrichting uitstekende gepro- fileerde plaat.

De figuren 4 en 5 illustreren schematisch twee stappen van de werkwijze ter vervaardiging van een sandwichpaneel volgens de uitvinding.

Figuur 6 is eveneens een schematische voorste lling van de inrichting voor het uitvoeren van da werkwijze van de uitvinding. Figuur 7 is, op een vergrote schaal, een doorsnede <EMI ID=3.1> Figuur 8 illustreert de voordelen van het sandwichpaneel volgens de uitvinding bij het doorbuigen van één uiteinde van een dergelijk paneel. Figuur 9 vertoont de nadelen van sandwichpanelen waarbij de buitenbeschermingslaag niet tot voorbij de uiterste hoek, langsheen de langsrand van het paneel is aangebracht.

Het sandwichpaneel volgens figuren 1, 2 en 3 is een z.g. monoliet sandwichpaneel voor industriële toepassing zowel voor dak- als wandconstructies. Het dakpaneel is samengesteld uit een binnenplaat 1 die bij voorkeur een <EMI ID=4.1>

afdichtingslaag vormt. Deze laag kan uit gelijk welk waterdicht, bij voorkeur synthetisch materiaal bestaan. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een mengsel van bitumen en van polypropyleen. Een bewapening uit niet geweven polyestervezels kan in het mengsel aanwezig zijn. Een als buitenbedekkingslaag geschikt produkt is b.v. het onder de benaming "ASCOFLEX ES" in de handel gebracht materiaal.

Tussen de geprofileerde metalen plaat 1 en de buitenlaag 2 is een isolatielaag voorzien uit een zelfdovend isolatieschuim. Verschillende materialen zijn hiervoor bruikbaar, onder meer polyurethaan, polyisocyanuraat en dergel ijke. Het

zowel met de geprofileerde binnenplaat 1 als met de buitenlaag

2. Het sandwichpaneel vertoont zijdelings en in de langsrichting een flap 4 die een overlapping vormt van de langsrand

van een naastliggend sandwichpaneel. Langs de tegenoverliggende rand van het sandwichpaneel d.i. de rand die aan de overzijde van het paneel voorkomt t.o.v. de flap 4 is afgeschuind en

De voordelen van deze structuur blijken zeer dui-

aangetoond hoe de flap 4 over het waterafdichtingsmateriaal

2 is gelijmd of aan dit materiaal is gehecht en hoe dit

materiaal 2 langs de afgeschuinde langsrand van een paneel is bevestigd. Onder invloed van een belasting, b.v. wanneer men

op het dak loopt, kan één der panelen wel doorbuigen maar

de aanhechting tussen de flap 4 van de buitenlaag 2 van een

paneel en de laag 2 van een naastliggend paneel zijn derwijze aan elkaar gehecht en de aanhechting van de buitenlaag langs de afgeschuinde langsrand van een paneel. werKt zoaanig aan

voorkomend isolatiemateriaal loskomt zoals dit is afgebeeld in figuur 9. Dit figuur illustreert inderdaad de nadelen van panelen waarvan de buitenlaag nie t verder doorloopt dan de schuine langsrand van het paneel.

In figuur 3 zijn twee sandwichpanelen naast en boven elkaar getekend. In elk sandwichpaneel is de flap 4 goed merkbaar en is ook duidelijk gemaakt dat de geprofileerde binnenplaat 1 over ee n afstand uit de isolerende kern 3 steekt, zodat een goede verbinding mogelijk is ook langs de kopzijde van de panelen. Om, zoals reeds hoger gezegd, te komen tot sandwichpanelen die als monolietpanelen uitstekend

aan de materie waaruit de binnenplaat en de buitenlaag zijn vervaardigd, te hechten. De hierboven aangegeven materialen voldoen uitstekend aan deze vereisten maar het is duidelijk dat ook andere materialen met het zelfde doel zouden kunnen aangewend worden.

De werkwijze voor het vervaardigen van sandwich-

continu proces dat de volgende stappen omvat :

1, De geprofileerde binne nplaat wordt aan de boventafel 5 van de inrichting bevestigd. Dit betekent dat bij het inspuiten van de componenten van he t isolerend schuim de geprofileerde metaalplaat bovenaan en de buitenlaag onderaan in de inrichting voorkomen. Deze opstelling heeft bijzondere voordelen waarop reeds is gewe zen in de inleiding en waarop hierna nog zal worden teruggekomen. De bevestiging van de binnenplaat 1 aan de boventafel 5 kan <EMI ID=11.1>

de buitenlaag gelegd. De ondertafel is langsheen de langsranden uitgerust met twee overlangse geprofileerde elementen 6' en 6" die zijn afgeschuind overeenkomstig het profiel van de b innenplaat 1. Langs de binnenzijde van het element 6' wordt de rand van de binnenplaat omgebogen, welke rand in contact dient te blijven met het in te spuiten schuim dat de isolerende binnenkern 3 vormt. Onder het eleme nt 6" loopt het gedeelte van de buitenlaag door dat de flap 4 van het sandwichpaneel moet.vormen.

3. De boventafel 5 wordt dan zo dicht bij de ondertafel 6 gebracht dat de afstand tussen de op de ondertafel 6 rustende buitenlaag 2 en de geprofileerde plaat 1 beantwoordt aan de dikte van het afgewerkte paneel d.i. de dikte van de isolerende kern wanneer de componenten hebben gereageerd. De boventafel 5 kan in de richting van de ondertafel 6 worden gebracht en in de nodige stand ten opzichte van deze tafel worden gehouden door hydraulische zuigers 7

dwarsbalken 8. Deze dwarsbalken zijn uitgerust met in de punten 9 scharnierende armen 10. De armen 10 zijn onderaan uitgerust met haken 11 die bij de verplaatsing van de dwarsbalken 8 tegenover langse stootstangen 12 worden geblokkeerd.Bij

uitbewegen van de drukcilinders worden de armen 10 naar de ondertafel 6 toegewenteld doordat deze armen 10 langsheen vaste nokken 13 worden verplaatst.

De reagerende componenten van de vulmassa kunnen <EMI ID=15.1>

dan nog tijdelijk een bepaalde druk uitoefenen tegen de

aan de boventafel 5 bevestigde binnenplaat 1. Na de reactietijd hecht de vulmassa volledig zowel aan de binnenplaat 1

als aan de buitenplaat 2. Na de reactietijd kan door het

uitvallen van de druk in de hydraulische cilinders 7 de boventafel 5 van de ondertafel 6 worden losgemaakt door het vrij-

komen van de haken 11 uit de overlangse stootstangen 12.

Door het bevestigen van de geprofileerde binnenplaat 1 uit metaal of een dergelijk materiaal dat voldoende weerstand biedt, moeten de nadelige gevolgen van het aan het bovenoppervlak van de schuim voorkomende luchtbellen niet

meer gevreesd worden. De binnenplaat 1 kan ook zonder

problemen de oneffenheden van de vulmassa opnemen. Wanneer

zien, dan heeft men af te rekenen met de verschijnselen die

in de aanhef van de beschr ijving zijn genoemd.

De uitvinding is uiteraard niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en vele veranderingen

zouden hieraan kunnen worden aangebracht zonder buiten het

raam van de octrooiaanvrage te treden.

Claims

CONCLUS IES :

1. Sandwichpaneel bevattende een buitenlaag en

een daarmee verbonden, bij voorkeur ge profileerde binnenplaat, <EMI ID=17.1>

met het kenmerk dat hogerbedoelde buitenlaag gevormd wordt

door de als definitief te beschouwen waterdichte niet metalen buitenafwerkingslaag.

2. Sandwichpaneel volgens vorige conclusie, met

het kenmerk dat langs een langsrand een overlappingsstrook

of flap voorkomt die, in de afgewerkte dak- of muurconstruc- <EMI ID=18.1>

3. Sandwichpaneel volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat hogerbedoelde vulmassa langs de zijden die met naastliggende panelen in contact moeten komen, schuin geprofileerd zijn zodat alle panelen onder dezelfde hoek bij elkaar aansluiten.

4. Sandwichpaneel met het kenmerk dat hogerbedoel-

uit isolatiemateriaal bestaande kern in contact is.

5. Sandwichpaneel volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat hogerbedoelde buitenlaag een bij voorkeur gewapende waterdichtingslaag is.

6. Sandwichpaneel volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat hogerbedoelde waterdichte afwerkingslaag een thermoplastische stof is.

7. Sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat hogerbe doelde waterdichte afwerkingslaag minstens een mengsel is van bitumen en een thermoplastische stof.

8. Sandwichpaneel volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat hogerbedoelde thermosplastische stof polypropyleen is.

9. Sandwichpaneel volgens één van de conclusies 5 tot 8, met het kenmerk dat hogerbedoelde bewapeing gevormd wordt door niet geweven polyestervezels.

10. Sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk dat hogerbedoelde binnenplaat een geprofileerde staalplaat is.

11. Sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat minstens langs één kopzijde

de geprofileerde b innenplaat uit de isolerende vulmassa

steekt.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot 11, met

het kenmerk dat men eerst hogerbedoelde buitenlaag op een ondertafel plaatst, welke ondertafel daartoe van overlangse elementen is voorzien die een gietvorm bepalen, een hogerbedoelde vulmassa op de ondertafel rust en de buitenlaag stort, voor de componenten van de vulmassa hebben gereageerd en men

op een afstand van de vulmassa de boventafel met de daaraan tijdelijk bevestigde binnenplaat instelt en men middelen voorziet om, tijdens de reactieuitzetting van de componenten

van bedoelde vulmassa, hogerbedoelde tafel ten opzichte van

de onde rtafel te blokkeren.

13. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat zij essentieel bestaat uit een ondertafel en een boventafel aan de onderkant van dewelke de geprofileerde binnenplaat tijdelijk kan worden bevestigd en middelen om de boventafel ten opzichte van de o ndertafel te blokkeren op een afstand van deze laatste die nagenoeg overeenstemt met de dikte van de vulmassa na de reactie van de componenten hiervan.

14. Inrichting volgens vorige conclusie met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen onder meer bestaan uit dwarsbalken waaraan telkens minstens één drukcilinder is bevestigd voor het verplaatsen van hogerbedoelde boventafel ten opzichte van bedoelde dwarsbalk, en dus ook ten opzichte van

de ondertafel, waarbij de opgaande beweging van hogerbedoelde dwarsbalken onder invloed van het uitbewegen van de drukcilinders kan worden beperkt door in vertikale vlakken scharnierende trekarmen die scharnierend aan bedoelde dwarsbalken zijn bevestigd, onderaan haken vertonen die door een nok in de richting van hogerbedoelde tafel kunnen worden verplaatst en

ten opzichte van deze ondertafel worden geblokkeerd wanneer

de aan hogerbedoelde dwarsbalk bevestigde boventafel, onder invloed van de reagerende vulmassa van de ondertafel weg wordt verplaatst.

15. Inrichting volgens vorige conclusie met het kenmerk dat de haken die aan hogerbedoelde trekarmen onderaan voorkomen, tegen overlangse stootarmen die op de ondertafel zijn bevestigd, geklemd worden.

16. Inrichting volgens één van de conclusies 13

en 14, met het kenmerk dat het bovenvlak van de ondertafel boogvormig is.

17. Inrichting volgens één van de conclusies 13 tot 15, met het kenmerk dat het bovenvlak van de ondertafel bepaald wordt door twee schuine vlakken die naar het midden

van de boventafel naar elkaar toelopen.